Het registratiesysteem is geïntegreerd in het softwarepakket ‘meetingburger.net’ en zorgt ervoor dat u bij de raadpleging van een bekendmaking in dit pakket de datum waarop de beslissing is genomen en de publicatiedatum kan verifiëren met de desbetreffende gepubliceerde notulen of besluitenlijst van het bevoegde orgaan.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                     Wettelijke motivering:

Artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet;

 

Artikel 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 288 en 326 t.e.m. 335 van het Decreet over het lokaal bestuur;

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

 

Omzendbrief KB ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit.

 

Gecodificeerd Decreet over het Vlaamse woonbeleid, met latere wijzigingen, hierna Vlaamse Codex Wonen genoemd;

 

Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna afgekort als DGPB;

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, afgekort als VCRO.

 

                     Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De gemeente acht het wenselijk om potentiële woonlocaties vrij te maken en om grondspeculatie tegen te gaan;

 

Het is wenselijk om realiseerbare onbebouwde bouwgronden en onbebouwde kavels te activeren in de gemeente;

 

De invoering van een activeringsheffing laat de gemeente toe om de eigenaars van die gronden en kavels daartoe aan te sporen;

 

Overwegende dat het belastingreglement betreffende de gemeentelijke activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels, goedgekeurd in zitting van 18/12/2019, aangepast in zitting van de gemeenteraad van 30/9/2020, voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025  dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025;

 

De tarieven worden aangepast aan de ABEX-index.

 

                     Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 18 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Jos Savenberg, Bruno Lerminiaux, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Ben Weyts, Ingrid Verschueren, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Linda Boon en Hilde Dehollogne), 1 nee-stem (Klaas Slootmans), 10 onthoudingen (Christelle Mayné, Jan Steyaert, Perrine Marchal, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Maxime Timmerman, Patience N'Kamba en Martine Hupin).

 

Artikel 1: belastbaar feit

Voor de aanslagjaren ingaande op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een jaarlijkse activeringsheffing gevestigd op de onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijke register van onbebouwde percelen.

 

Artikel 2: definitie

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

Bouwgronden: gronden, met uitsluiting van kavels, die palen aan een voldoende uitgeruste weg in de zin van artikel 4.3.5 VCRO en gelegen zijn in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat reeds voor bebouwing in aanmerking komt blijkens een principiële beslissing of op grond van artikel 5.6.6 VCRO;

 

Kavels: de in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende percelen;

 

Onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 VCRO;

Een kavel of bouwgrond wordt als bebouwd aanzien wanneer  de oprichting van een woning erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een stedenbouwkundige vergunning.

 

Register van onbebouwde percelen: het register, vermeld in artikel 5.6.1 VCRO;

 

Sociale woonorganisatie: een organisatie, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 26° Vlaamse Wooncode;

 

Artikel 3: tarief

Berekening van de belasting

 

§1. De heffing bedraagt:

 -15,07 euro per strekkende meter voor een onbebouwde bouwgrond;

 -15,07 euro per strekkende meter voor een onbebouwde kavel.

 

§2. Indien een perceel paalt aan twee of meer straten zal de grootste perceellengte langsheen één van die straten als berekeningsgrondslag in aanmerking komen. Indien het een hoekperceel betreft, wordt de langste perceellengte evenwijdig met de openbare weg in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek.

 

§3. De minimale aanslag bedraagt 198,87 euro per kavel of bouwgrond. De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. Elk gedeelte van een strekkende meter wordt als volledige meter beschouwd.

 

§4. De heffing wordt vermeerderd met 90,40 euro per bijkomend aanslagjaar dat de onbebouwde bouwgrond of kavel in het register van onbebouwde percelen staat. Het is billijk dat de heffing per bijkomend aanslagjaar dat de onbebouwde bouwgrond of kavel in het register van onbebouwde percelen staat  – en bij ongewijzigd perceel - nooit meer kan bedragen dan 150% van de oorspronkelijk (eerste jaar van de heffing) berekende heffing.

 

§5. De bedragen, vermeld in dit artikel, zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van november 2022. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.

 

 

Artikel 4: belastingplichtige

§1. De activeringsheffing is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de bouwgrond of kavel.

Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder.

 

§2. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing.

 

§3. In geval van eigendomsoverdracht onder levenden is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari volgend op de datum van de authentieke akte die hem het eigendom toekent. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesloten overeenkomst.

 

§4 De nieuwe eigenaar is verplicht aangifte te doen van de eigendomsoverdracht vóór 1 januari van het jaar volgend op de eigendomsoverdracht, en dit met opgave van de datum van de akte en de nauwkeurige aanduiding van de identiteit van de vorige eigenaar en van het betrokken perceel.

 

Artikel 5: vrijstellingen

Vrijstellingen op basis van de situatie van de belastingplichtige

 

§1. Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld:

 1° De eigenaars van één enkele onbebouwde bouwgrond in woongebied of onbebouwde kavel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed gelegen in België of het buitenland. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende de vijf kalenderjaren volgend op de verwerving van het goed.

 2° Een vrijstelling beperkt tot 1 onbebouwde bouwgrond in woongebied per kind of 1 onbebouwde kavel per kind wordt tevens toegekend aan ouders met kinderen. Deze vrijstelling wordt toegekend indien het kind op 1 januari van het aanslagjaar voldoet aan beide hiernavolgende voorwaarden:

 -het heeft de leeftijd van 30 jaar nog niet bereikt;

 -het heeft nog geen volle 3 jaar een onbebouwde bouwgrond in woongebied, een onbebouwde kavel of een woning in volle eigendom, alleen of met de persoon met wie het wettelijk of feitelijk samenwoont.

 3° De sociale woonorganisaties en het Investeringsfonds voor Grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant, vermeld in artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992;

 

Vrijstellingen op basis van de toestand van de onbebouwde bouwgrond of kavel

 

§1. De activeringsheffing wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd:

1° Ingevolge hun inrichting als collectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden;

2° Ingevolge de Pachtwet van 4 november 1969, waarbij het bewijs van de pacht door alle middelen rechtens mag worden geleverd;

3° Ingevolge hun werkelijke en volledige aanwending voor land- of tuinbouw, gedurende het hele jaar; 4° Ingevolge een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogelijk maakt;

5°Ingevolge een vreemde oorzaak die te maken heeft met de aard van de onbebouwde bouwgrond of kavel, die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, zoals de beperkte omvang van de bouwgronden of kavels of hun ligging, vorm of fysieke toestand.

 

§2. Een vrijstelling wordt verleend voor:

 -Onbebouwde kavels, indien de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geen werken omvat. Deze vrijstelling geldt gedurende het jaar volgende op het jaar waarin de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd toegekend;

-Onbebouwde kavels, waarvan de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werken omvat. Deze vrijstelling geldt gedurende het jaar dat volgt op het jaar waarin het attest, bedoeld in artikel 4.2.16 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening werd toegekend (bedoeld wordt het attest van het College van Burgemeester en Schepenen waaruit blijkt dat alle in de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden opgelegde voorwaarden en lasten zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in de handen van de financieel directeur of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is verleend).

Wanneer echter de werken door de verkavelaar worden uitgevoerd, geldt de vrijstelling gedurende maximaal drie (3) jaar vanaf het jaar volgend op de afgifte van de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden. Wanneer de verwezenlijking in fasen wordt vergund, zijn de bepalingen van dit onderdeel (mutatis mutandis) op de delen van elke fase van toepassing.

 

§3.Indien sommige mede-eigenaars, krachtens de bovenstaande bepalingen zijn vrijgesteld, wordt de belasting onder de overige mede-eigenaars, in verhouding tot hun deel in het perceel, verrekend.

 

Artikel 6: de aangifteplicht

De aangifte gebeurt bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door de belastingplichtige, behoorlijk ingevuld en ondertekend, moet worden teruggestuurd, vóór de erin vermelde datum of bij het gemeentebestuur moet worden afgegeven.

 

Indien het gemeentebestuur geen bericht van wijziging van de belastingbasis heeft ontvangen van de belastingplichtige, baseert het gemeentebestuur zich op de vorige aangifte van de belastingplichtige.

 

Artikel 7: ambtshalve belasting

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met:

 -10% bij een eerste overtreding;

-25%, 50% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

 -200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

 

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8: wijze van inning

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 9: betaaltermijn

De activeringsheffing moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10: bezwaarprocedure

De belastingschuldigekan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 11: beroepsprocedure

Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 12: inwerkingtreding

De gemeenteraadsbeslissing dd.18 december 2019, aangepast bij gemeenteraadsbeslissing van 30 september 2020, wordt op 1 januari 2023 opgeheven door huidige beslissing.

 

Artikel 13: bekendmaking

Dit reglement wordt door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.