Het registratiesysteem is geïntegreerd in het softwarepakket ‘meetingburger.net’ en zorgt ervoor dat u bij de raadpleging van een bekendmaking in dit pakket de datum waarop de beslissing is genomen en de publicatiedatum kan verifiëren met de desbetreffende gepubliceerde notulen of besluitenlijst van het bevoegde orgaan.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                     Wettelijke motivering:

 

Artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet;

 

Artikel 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 288 en 326 t.e.m. 335 van het Decreet over het lokaal bestuur;

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;

 

Omzendbrief KB ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit.

 

Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

                     Feitelijke motivering:

Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden,

 

Overwegende dat het Vlaams Gewest sinds aanslagjaar 2010 geen heffing op leegstand heft en met ingang van aanslagjaar 2017 aan de gemeenten alleen een strategisch kader met hoofdlijnen oplegt maar verder een grote autonomie geeft om een eigen beleid te voeren, zowel bij de opmaak van een leegstandsregister als bij de invoering van een gemeentelijke heffing op leegstaande woningen en gebouwen,

 

Overwegende dat de laatste aanpassing van het leegstandsreglement dateert van 22 mei 2019 en in dit reglement nog wordt verwezen naar de Vlaamse wooncode van 15 juli 1997 en het decreet grond- en pandenbeleid van 27 maart 2009,

 

Overwegende dat de bepalingen rond leegstand uit de Vlaamse wooncode en het grond- en pandendecreet zijn overgenomen in de Vlaamse codex Wonen 2021,

 

De juridische screening van het belastingreglement door advocatenkantoor GD&A en de voorgestelde wijzigingen om de juridische correctheid van het reglement te garanderen

 

 

                     Financiering

De inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 24 ja-stemmen (Johan Vander Meylen, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Bruno Lerminiaux, Jos Savenberg, Sonia Van Wanseele, Hugo Vandaele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Ingrid Verschueren, Klaas Slootmans, Marc Beling, Ben Weyts, Perrine Marchal, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Ahmed Alaoui Mhammedi, Linda Boon, Hilde Dehollogne en Patience N'Kamba), 3 onthoudingen (Emmanuel Donge, Maxime Timmerman en Martine Hupin).

 

Artikel 1: Inwerkingtreding

Het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2022 aangaande de belasting op de leegstand van gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 april 2023 tot en met 31 december 2025 herzien en aangepast als volgt.

 

Artikel 2:Toepassingsgebied

Er wordt voor de aanslagjaren een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

 

De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd bij elke verjaardag van de opname.

 

De gemeente houdt een leegstandsregister bij op grond van artikel 2.9 tot en met 2.14 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3: Definities

Voor de toepassing van dit reglement gelden onder meer de begripsomschrijvingen van het artikel 1.3 en artikelen 2.9 en 2.10 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

In dit reglement wordt verstaan onder:

 

Administratie: de gemeentelijke of intergemeentelijke administratieve eenheid, die door het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister.

 

Beroepsinstantie: het college van burgemeester en schepenen.

 

Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

        een aangetekend schrijven, al dan niet elektronisch;

        een afgifte tegen ontvangstbewijs.

 

Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19

april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

 

Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

 

Kamer: woning waarin een toilet, een bad en/of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

 

Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen.

 

Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt.

 

Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in artikel 2 van dit reglement;

 

§1. Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw.

 

De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

 

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

 

Een nieuw gebouw wordt pas als leegstaand beschouwd indien het gebouw zeven jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

 

§2. Leegstaande woning:  Woning die gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met hetzij de woonfunctie, hetzij elke andere bij gemeentelijke verordening omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich mee brengt.

 

Een nieuwe woning wordt pas als leegstaand beschouwd indien de woning binnen de zeven jaar na de afgifte van een in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie.

 

 

10° Houder van het zakelijk recht: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

- de volle eigendom;

- het recht van opstal of van erfpacht;

- het vruchtgebruik.

 

11° Renovatienota: een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende nota, die door de administratie wordt goedgekeurd en waarin minstens is opgenomen:

        een gedetailleerd overzicht met opgave van niet vergunningsplichtige en/of meldingsplichtige stedenbouwkundige werken die (zullen) worden uitgevoerd;

        een gedetailleerd tijdsschema waaruit blijkt dat, binnen een periode van maximaal 2 jaar, de werken zullen worden uitgevoerd zoals voorzien in het overzicht. De aanvrager geeft toelating om het pand en de geplande en uitgevoerde werken te controleren;

        bestekken en/of facturen met betrekking tot de voorgenomen werken. Deze facturen zijn maximaal 2 jaar oud en voor een bedrag van minstens 10.000 euro;

        fotoreportage met weergave van de bestaande toestand van de te renoveren onderdelen;

        indien van toepassing een akkoord van de mede-eigenaars.

 

12° Uitzonderingen

Een gebouw of een woning die in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een leegstaand gebouw of als een leegstaande woning beschouwd.

 

De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2, 1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten van de toepassing van voormeld decreet, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als leegstaande gebouwen of woningen in de zin van deze afdeling beschouwd.

 

 

Hoofdstuk 1: Leegstandsregistratie

 

Artikel 4: Registratie

De administratie houdt een register bij van leegstaande woningen en gebouwen. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

1° een lijst “leegstaande gebouwen”;

2° een lijst “leegstaande woningen”.

 

Een gebouw of een woning die geïnventariseerd is als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister en omgekeerd.

 

Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister.

 

Het leegstandsregister bevat volgende vermeldingen:

        het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

        de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;

        de identiteit en het (de) adres(sen) van de houder(s) van het zakelijk recht;

        het nummer en de datum van de administratieve akte;

        de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname;

        de feiten die aanleiding geven tot vrijstelling van de heffing, met vermelding van de begin- en einddatum van de vrijstelling;

        eventueel de datum van indiening van de betwisting zoals voorzien in artikel 7 en de datum en aard van de beslissing inzake die betwisting.

 

Artikel 5: Registratie van leegstand en opname in het leegstandsregister.

 

§1. De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelsleden en de medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking "Woonwinkel Zennevallei" bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

§2. De leegstand wordt beoordeeld op basis van één of meer objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:

 

  1. het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf;

 

  1. onmogelijkheid om de woning te bewonen of gebouw te gebruiken, door bijvoorbeeld:

        geen toegang tot woning/gebouw;

        toegang verzegeld;

        raamopeningen dichtgemaakt of gesupprimeerd;

        winddichtheid van woning/gebouw is niet gewaarborgd;

        waterdichtheid van woning/gebouw is niet gegarandeerd;

        onafgewerkte ruwbouw;

        ernstige inpandige vernielingen (deels vernield of gesloopt);

 

  1. uitwendige indicaties van leegstand, zoals bijvoorbeeld:

        het (langdurig) aanbieden als “te koop” of “te huur"

        geblindeerde raamopeningen (dicht geplakt, dicht geschilderd);

        langdurig neergelaten rolluiken;

        ernstig vervuild of verwaarloosd buitenschrijnwerk en ramen;

        uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus;

        storende omgevingsaanleg (langdurig niet of slecht onderhouden omgeving en tuin);

 

  1. inwendige indicaties van leegstand zoals bijvoorbeeld:

        gebouw/woning helemaal of gedeeltelijk niet bemeubeld;

 

  1. andere:

        getuigenissen: verklaringen van omwonden(n), postbode, wijkagent;

        het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen;

        het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf.

Het gebruik als tweede verblijfplaats wordt afgeleid uit het gemeentelijke belastingkohier voor tweede verblijven. Het kan ook beoordeeld worden op basis van een plaatsbezoek door de wijkinspecteur of een ambtenaar van de administratie en het verbruik van nutsvoorzieningen. Om in dat geval als tweede verblijfplaats beoordeeld te worden, dient het waterverbruik minimum 5m³ per jaar te bedragen en het elektriciteitsverbruik minimum 100 kWh per jaar;

        geen of een dermate laag verbruik van de nutsvoorziening dat een gebruik als woning of een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;

        de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;

        aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van leegstand of improductiviteit.

 

§3. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij één of meerdere foto’s en een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven, gevoegd worden. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum.

 

Artikel 6: Kennisgeving van registratie

Alle houders van het zakelijk recht, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister.

 

De kennisgeving bevat:

        de administratieve akte met inbegrip van  het beschrijvend verslag;

        informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;

        informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister;

        informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister.

 

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

 

Artikel 7: Beroep

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na datum van de beveiligde zending vermeld in artikel 3, kan een houder van het zakelijk recht, bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen per beveiligde zending tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister.

 

Het beroepsschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

        de identiteit, het adres en eventueel de hoedanigheid en volmacht van de indiener;

        de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepsschrift betrekking heeft;

        de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

Als datum van het beroepsschrift geldt de datum van de beveiligde zending.

 

Als het beroepsschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

§2. Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepsschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepsschrift als ingetrokken wordt beschouwd.

 

§3. Elk inkomend beroepsschrift wordt in het leegstandsregister geregistreerd en aan de indiener wordt een ontvangstbevestiging verstuurd.

 

§4. Het beroepsschrift is onontvankelijk:

        als het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in paragraaf 1, of;

        als het beroepsschrift niet uitgaat van een houder van het zakelijk recht, of;

        als het beroepsschrift niet is ondertekend.

 

§5. Als het beroepsschrift onontvankelijk is, deelt de beroepsinstantie dit onverwijld mee aan de indiener.

 

Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is.

 

§6. Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepsschriften. Het onderzoek gebeurt op basis van stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op basis van stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van leegstaande gebouwen en woningen belaste personeelslid of de medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking "Woonwinkel Zennevallei".

 

Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

§7. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepsschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

§8. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand.

 

Artikel 8:Schrapping uit het leegstandsregister

§1. Een schrapping van een gebouw of een woning uit het leegstandsregister gebeurt ofwel ambtshalve ofwel op schriftelijk verzoek van de houder van het zakelijk recht.

 

Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 3, 7°, aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden.

 

De datum van aanvraag tot schrapping geldt als schrappingsdatum indien er effectief bewoning werd vastgesteld en de nodige bewijsstukken werden voorgelegd

 

Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een houder van het zakelijk recht bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de functie, zoals omschreven in art 3, 8°.

 

De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na een onderzoek ter plaatse en indien nodig na een plaatsbezoek door een ambtenaar van de administratie of de medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking "Woonwinkel Zennevallei".

 

De administratie of de medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking "Woonwinkel Zennevallei" kunnen steeds een tussentijds plaatsbezoek uitvoeren. Indien tijdens deze tussentijdse controle wordt vastgesteld dat de woning niet bewoond wordt, dan wordt de procedure van schrapping stopgezet.

 

Indien de melding van de ingebruikname meer dan 6 maanden na datum van de effectieve ingebruikname wordt gemeld aan de administratie of aan de medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking "Woonwinkel Zennevallei", wordt zo snel als mogelijk een plaatsbezoek uitgevoerd. Het effectief gebruik zal onder meer blijken uit de inschrijving in het Bevolkingsregister en indien nodig na een plaatsbezoek door een ambtenaar van de administratie of door de medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking "Woonwinkel Zennevallei".

Bij het plaatsbezoek wordt de houder van het zakelijk recht verzocht om facturen van gas en elektriciteit van de laatste 6 maanden voor te leggen. De datum van aanvraag tot schrapping geldt als schrappingsdatum indien er effectief bewoning werd vastgesteld en de nodige bewijsstukken werden voorgelegd.

 

§2. Een gebouw en/of woning, waarvoor een functiewijziging werd aangevraagd en vergund en voltooid, wordt geschrapt uit de inventarislijst van leegstaande woningen en/of gebouwen op de datum van de opmaak van het beschrijvend verslag ter controle van de functiewijziging, die de wijziging bevestigt, op voorwaarde dat het gebruik in overeenstemming is met de nieuwe functie.

 

Deze controle gebeurt tijdens een plaatsbezoek. Het plaatsbezoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige. Dit verzoek wordt gestaafd met een kopie van de stedenbouwkundige vergunning/omgevingsvergunning tot functiewijziging, alsook met een bewijs van aanvang en voltooiing der werken

 

§3. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de houder van het zakelijk recht een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending.

 

Dit verzoek bevat:

        de identiteit en het adres en eventueel hoedanigheid en volmacht van de indiener;

        de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;

        de bewijsstukken overeenkomstig paragraaf 1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister.

 

Als datum van het verzoek wordt de datum van de aangetekende verzending gehanteerd.

 

§4. De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle van de betrokken gemeentelijke diensten en/of de medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking "Woonwinkel Zennevallei" ter plaatse met het oog op een feitenonderzoek. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

 

§5. De registerbeheerder onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De registerbeheerder brengt de verzoeker op de hoogte van de beslissing met een beveiligde zending.

 

§6. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht  beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 7.

 

Hoofdstuk 2: Leegstandbelasting

 

Artikel 9: Belastbaar feit

De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt.

 

Artikel 10:Belastingplichtige

§1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

 

§2. Degene die een zakelijk recht, zoals bedoeld in §1, overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van het gebouw en/of de woning op de inventaris. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte.

 

Degene die het zakelijk recht overdraagt, is tevens verplicht binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, per beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen mee te delen:

        naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht;

        datum van de overdracht van het zakelijk recht;

        naam en standplaats van de notaris;

        nauwkeurige aanduiding van het onroerend goed.

 

Bij ontstentenis van deze kennisgeving blijft de overdrager van een zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende heffing die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

 

Artikel 11:Tarief van de belasting

De belasting die voor het eerst verschuldigd is bedraagt:

§1. voor een leegstaand gebouw;  

        € 1.506,60

 

§2. voor een leegstaande woning:

        € 1.506,60 voor een woning;

        € 301,32 voor een kamer

 

De bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van november 2022. Zij worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.

 

De belasting wordt vermeerderd met dezelfde bedragen per bijkomende nieuwe termijn van 12 maanden dat het gebouw en/of woning op de inventaris staat. De belasting mag nooit meer bedragen dan 4x het oorspronkelijke geïndexeerde bedrag van toepassing op de belastingplichtige.

 

Wanneer een pand overgedragen wordt, worden de jaren dat een pand op de inventaris staat in rekening gebracht bij de nieuwe verkrijger.

 

Artikel 12: Vrijstellingen

De houder van het zakelijk recht kan beroep doen op de hieronder vermelde vrijstellingen. Indien hij van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken, moet hij zelf de nodige bewijsstukken voorleggen aan de administratie. Deze vrijstellingen moeten, tenzij anders vermeld, elk jaar opnieuw, voor de verjaring opname leegstandsregister worden aangevraagd.

 

§1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

  1. de belastingplichtige in een erkende ouderenvoorziening verblijft.

Het bewijs van het verblijf wordt geleverd door de erkende ouderenvoorziening waar de        belastingplichtige verblijft, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt gedurende twee jaar volgend op de datum van opname. Deze vrijstelling kan niet worden verlengd;

  1. de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf van ten minste 1 jaar werd opgenomen in een psychiatrische instelling of ziekenhuis;

Het bewijs van het langdurig verblijf wordt geleverd door de instelling of het ziekenhuis waar de belastingplichtige verblijft. Het attest bevestigt een verblijfsduur van ten minste 1 jaar. De vrijstelling geldt gedurende twee jaar vanaf de opname in de psychiatrische instelling. Deze vrijstelling kan niet worden verlengd;

  1. de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor een periode van maximaal 3 jaar.
  2. de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor een periode van twee jaar vanaf het moment van overdracht van het zakelijk recht. In geval van hoofdelijke aansprakelijkheid zullen de andere houders van het zakelijk recht ook vrijgesteld worden van heffing gedurende dezelfde periode.

 

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

  1. gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan;
  2. geen voorwerp meer kan uitmaken van een omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
  3. vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
  4. onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling of betredingsverbod in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik;
  5. gerenoveerd wordt blijkens:
    1. een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning, omgevingsvergunning en/of melding voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van drie jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de vergunning en/of melding;
    2. een renovatienota voor niet vergunningsplichtige en/of meldingplichtige handelingen. De vrijstelling geldt voor een termijn van drie jaar. In de renovatie moeten zijn opgenomen de getekende bestekken en/of facturen voor minstens €10.000,00. Deze bestekken en facturen mogen niet ouder zijn dan 2 jaar en de werken moeten van dien aard zijn dat de woning of het gebouw, na uitvoering ervan, weer bewoonbaar is;
  6. het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerken

 

§3. De vrijstelling van heffing heeft geen impact op de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister: de anciënniteit van opname in het leegstandsregister blijft doorlopen tijdens de periode van vrijstelling; wat betekent dat wanneer de reden tot vrijstelling een einde neemt, de heffing zal berekend worden op basis van de begindatum van opname in het leegstandsregister

 

Artikel 13: Administratieve geldboete

Een administratieve geldboete van 280,25 euro wordt opgelegd in geval van:

        de weigerig om mee te werken aan een fiscale controle;

        de weigering om boeken of bescheiden voor te leggen.

 

Deze boete kan ook worden opgelegd aan derde, niet-belastingplichtigen.

De administratieve geldboete wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De administratieve geldboete moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet of na het ter beschikking stellen van het aanslagbiljet op het elektronische platform.

 

Artikel 14: Invordering

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen aan de hand van het leegstandsregister.

 

Artikel 15:Betaaltermijn

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 16:Bezwaarprocedure

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van onontvankelijkheid, schriftelijk, gemotiveerd en ondertekend worden ingediend. Het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, ingediend worden binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

 

OVERGANGSBEPALINGEN

 

Artikel 17: Opname

Woningen en/of gebouwen die werden geïnventariseerd als leegstaand overeenkomstig de bepalingen van voorgaande belastingreglementen en die bij de inwerkingtreding van huidig reglement nog niet zijn geschrapt, blijven opgenomen op de inventaris met behoud van de oorspronkelijke opnamedatum.

 

Artikel 18: Vrijstellingen

Een reeds toegekende vrijstelling op basis van dezelfde of gelijkaardige grond onder een vorig belastingreglement kan door dezelfde eigenaar voor dezelfde woning of gebouw niet opnieuw worden verkregen op basis van het huidige belastingreglement. Indien op een vrijstelling meerdere aanslagjaren beroep kan worden gedaan, dan wordt het aantal jaren waarvoor, onder een vorig belastingreglement, al een vrijstelling werd toegekend in mindering gebracht van het totaal aantal jaren vrijstelling op basis van dezelfde of gelijkaardige grond voorzien in dit belastingreglement.

 

 

SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 19: Opheffing vorige beslissing

De gemeenteraadsbeslissing dd. 21 december 2022 wordt op 1 januari 2023 opgeheven door huidige beslissing.

 

Artikel 20: Bekendmaking

Dit reglement wordt door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.

 

 

Disclaimer

Register der bekendmakingen

Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.

Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.

Deze "bundel" bestaat uit:

Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.