De raad,

Overwegingen van de gemeenteraad

•                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen;

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

•                      Feitelijke motivering:

In zitting van 18 december 2019 keurde de gemeenteraad de aanpassingen aan het huidig 'Reglement voor het verkrijgen van een toelage voor projecten in het Zuiden' goed.

Het voorstel tot wijziging van het 'Reglement voor het verkrijgen van een toelage voor projecten in het Zuiden.' zoals geadviseerd door het Dagelijks Bestuur van de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking. Deze wijzigingen betreffen aanpassingen in de algemene bepalingen en voorwaarden en de procedure (o.a. betreffende het werkjaar, behandelingstermijn en verdeling van de kredieten)

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 14 juni 2021.

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14 november 1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen en/of vrijwilligersorganisaties gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

•                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

Artikel 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2019 houdende de aanpassing van subsidiereglement 'Reglement voor het verkrijgen van een toelage voor projecten in het Zuiden.' van de GROS wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

Artikel 1.

Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt een subsidie verleend aan verenigingen of organisaties voor projecten in het Zuiden volgens de voorwaarden van het reglement, die hierna worden vastgesteld.

Artikel 2.

Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies voor projecten die voldoen aan onderstaande voorwaarden:

•          Enkel projecten in ontwikkelingslanden komen in aanmerking. Dit zijn landen die voorkomen op de meest recente lijst van ontvangers van officiële ontwikkelingshulp (Official Development Assistance, ODA) van de Commissie voor Ontwikkelingssamenwerking (Development Assistance Committee, DAC) van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Organisation for Economic Cooperation and Development, OECD). Deze lijst is te vinden op www.oecd.org/dac/stats/daclist.htm.

•          De gesubsidieerde projecten dragen bij tot maatschappelijke emancipatie en meer participatie van de lokale bevolking. Ze vergroten de capaciteit van de lokale bevolking om het heft in eigen handen te nemen en om actief hun leefsituatie te kunnen verbeteren.

•          De gesubsidieerde projecten moeten gedragen worden door de lokale bevolking:

◦          Het project biedt een antwoord op een vraag van de lokale bevolking.

◦          De doelgroep wordt betrokken bij de totstandkoming en uitwerking van het project.

◦          De gesubsidieerde projecten leveren een bijdrage tot structurele verbeteringen van de situatie (mensenrechten, armoede, onderwijs, gezondheid, landbouw en economie).

Artikel 3.

De partners in het Zuiden (verenigingen, organisaties) die het project zullen realiseren, moeten voldoende menskracht en expertise bezitten om de gestelde doelstellingen te kunnen bereiken.

Artikel 4.

Projecten die enkel gedragen worden door individuen, zonder verankering in een organisatie/vereniging in het Zuiden én het Noorden (België), komen niet in aanmerking.

Artikel 5.

•          De aanvrager/vereniging/organisatie moet lid zijn van de GROS en is de Belgische partner van de organisatie in het Zuiden van het gesubsidieerde project.

•          De contactpersoon aanvrager is lid/vrijwilliger/sympathisant van de organisatie/vereniging en is sterk betrokken bij het project en/of organisatie.

Artikel 6.

De correspondentie met de gemeente verloopt via de aanvrager.

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

Artikel 7.

•          De aanvragen voor het bekomen van een subsidie dienen te worden verstuurd op het daartoe bestemde formulier t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, dienst Noord-Zuid, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg of via gros@beersel.be.

•          De aanvraag wordt ingediend voor 15 augustus. Een werkjaar loopt van 16 juli tot en met 15 juli van het daarop volgende kalenderjaar.

•          De aanvraag moet vergezeld zijn van een jaarverslag met financiële duiding van het vorige jaar.

•          Er kan slechts 1 aanvraag per organisatie/vereniging per jaar ingediend worden.

Artikel 8.

•          Alle aanvragen worden doorgenomen door het Dagelijks Bestuur van de GROS.

•          Het Dagelijks Bestuur van de GROS formuleert haar niet-bindend advies aan het College van Burgemeester en Schepenen. Het College beoordeelt autonoom of de subsidie wel of niet wordt toegekend. Het Dagelijks Bestuur van de GROS beperkt zich tot de puntentoekenning en spreekt zich niet uit of de subsidie wel of niet kan toegekend worden. Het Dagelijks Bestuur van de GROS formuleert haar advies op een transparante en gemotiveerde wijze. 

•          De behandelingstermijn van de subsidieaanvragen bedraagt maximum 3 maanden.

•          De subsidie wordt aan de verenigingen uitgekeerd door overschrijving op de door hen aangeduide rekening, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing. De uitbetaling gebeurt uiterlijk in de loop van december op het rekeningnummer van de Belgische vereniging/organisatie.

Artikel 9.

De aanvrager geeft een verslag/verantwoording van de besteding van de middelen. Hiermee wordt rekening gehouden bij het toekennen van een subsidie bij een volgende aanvraag.

Artikel 10.

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen. Deze subsidie is cumuleerbaar, onderling en tevens met andere subsidies en premies van andere overheden.

Artikel 11.

De kredieten die jaarlijks in het goedgekeurde budget van de gemeente Beersel voorzien worden voor de hieronder vermelde subsidies, worden volgens volgende sleutel over de verschillende categorieën verdeeld:

•          Categorie 1: 70% voor subsidies voor projecten in het Zuiden.

•          Categorie 2: 15% voor werkingssubsidies voor educatieve en sensibiliserende initiatieven in het Noorden.

•          Categorie 3: 15% voor noodhulpverlening aan landen uit het Zuiden. 

Als de beschikbare totaalbedragen binnen de categorie 2 niet volledig opgebruikt wordt, dan wordt het resterende bedrag bij de 15% van categorie 3 gevoegd.

Voor de betaling van de subsidies volgend op dit reglement wordt categorie 1 gebruikt

Artikel 12.

Het subsidiebedrag van een vereniging is de financiële tegenwaarde van het totaal aantal toegekende punten zoals hierna omschreven. De subsidie bedraagt maximum 1200 euro per vereniging.

Het totale beschikbare bedrag wordt op evenredige wijze verdeeld a rato van het gecumuleerde puntenaantal dat de aanvragen bekomen volgens artikels 13, 14, 15 en 16 van dit reglement. Aanvragen die minder dan 70 punten behalen worden daarbij buiten beschouwing gelaten.

Artikel 13.

Aanvragen die voldoen aan alle voorwaarden van de artikelen 2 tot en met 6 van dit reglement krijgen 70 punten.

Artikel 14.

De verenigingen/organisaties waarvan de hoofdzetel in Beersel gevestigd is krijgen 10 punten. De zetel is het adres zoals vastgelegd in de statuten van de organisatie. Een organisatie kan slechts één hoofdzetel hebben. Indien het een (feitelijke) vereniging betreft en er geen statuten werden opgemaakt dan is een verklaring op eer van het stemgerechtigde GROS-lid en vertegenwoordiger van de organisatie vereist.

Artikel 15.

De verenigingen/organisaties waarvan de vertegenwoordigers of plaatsvervangers aanwezig waren op minstens twee algemene vergaderingen in het werkjaar voorafgaand aan de aanvraag krijgen 8 punten in geval er minstens twee algemene vergaderingen in het desbetreffende werkingsjaar plaatsvonden. 

Artikel 16.

•          Verenigingen/organisaties die in het werkjaar voorafgaand aan de aanvraag minstens 4 shiften presteren op activiteiten van de GROS krijgen 12 punten.

•          De vertegenwoordiger van de vereniging/organisatie of diens plaatsvervanger meldt voor aanvang van de activiteit welke vrijwilligers shiften presteren voor de vereniging/organisatie in kwestie.

•          Prestaties van gemeentelijke ambtenaren of leden van het college van burgemeester en schepenen worden buiten beschouwing gelaten.

•          Dit artikel geldt enkel indien er minstens drie officiële activiteiten van de GROS plaatsvinden in het desbetreffende werkjaar.

•          Het dagelijks bestuur communiceert minstens een maand vooraf wanneer een officiële activiteit van de GROS plaatsvindt en welke prestaties als een “shift” beschouwd worden.

Terugvordering en beroepsmogelijkheid

Artikel 17.

De subsidie kan volledig of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer blijkt dat:

1° de bepalingen van dit reglement niet werden nageleefd;

2° onjuiste of onvolledige gegevens werden meegedeeld;

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van  subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN

Artikel 18.

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 juli 2021.

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd: