De raad,

Overwegingen van de gemeenteraad

●        Wettelijke motivering:

Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 houdende bepaling van de begrippen gezondheidstoezicht en sociale voordelen bedoeld in de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving.

De ministeriële omzendbrief van 25 juli 1991 (ref JUR1/11/AVW) van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs.

Het gemeenteraadsbesluit van 12 december 1991 houdende middagtoezicht basisonderwijs - wijziging berekeningsbasis.

Het decreet van 30 november 2007 betreffende het flankerend onderwijsbeleid op lokaal niveau.

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, Afd.3 – De bevoegdheden van de gemeenteraad.

●        Feitelijke motivering:

Gemeentebesturen mogen bij het toekennen voor de aan de leerlingen verleende sociale voordelen geen onderscheid maken tussen de kinderen van de scholen die onder hun eigen beheer vallen en die van de vrije en gemeenschapsscholen.

Huidig subsidiereglement middagtoezicht, goedgekeurd tijdens de gemeenteraad van 12 december 1991, is aan actualisatie toe.

Het is aangewezen om voor het bijzonder onderwijs de eenheden aan te passen van 50 naar 25 leerlingen.

●        Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

 Niet van toepassing

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

Artikel 1 - Doel subsidiereglement

In het kader van de sociale voordelen, zoals voorzien in de regelgeving van het flankerend onderwijsbeleid, wordt een tussenkomst voorzien aan de Beerselse scholen voor het organiseren van middagtoezicht, op voorwaarde dat de school geen remgeld vraagt aan de leerlingen die van het middagtoezicht genieten.

Artikel 2 – Normenstelsel

Gewoon basisonderwijs:

Kleuterschool: 1 middagtoezichter gedurende 60 minuten per 30 leerlingen.

Lagere school: 1 middagtoezichter gedurende 60 minuten per 50 leerlingen.

Buitengewoon basisonderwijs:

Lagere school: 1 middagtoezichter gedurende 60 minuten per 25 leerlingen.

Artikel 3 – Regels organisatie

3.1  Het middagtoezicht wordt georganiseerd per niveau (kleuteronderwijs en lager onderwijs).

3.2  Het aantal toezichters wordt beoordeeld per vestigingsplaats, met een minimum van 1 toezichter per vestigingsplaats en per niveau (kleuteronderwijs en lager onderwijs).

3.3  Het sociaal voordeel wordt toegekend per school.

3.4  De bedragen die worden toegekend mogen enkel worden aangewend voor de betaling van de loonkosten van het personeel belast met het toezicht.

Artikel 4 – Procedure

 4.1  De inrichtende machten, die wensen gebruik te maken van het sociaal voordeel, zoals bepaald in onderhavig reglement, dienen hiertoe per schooljaar een uitdrukkelijke aanvraag in te dienen.

4.2  De inrichtende machten dienen op eer te verklaren dat zij geen remgeld vragen aan de ouders van de leerlingen. Deze verklaring wordt gevoegd als bijlage aan de aanvraag.

4.3  De aanvragen moeten op het gemeentebestuur toekomen uiterlijk op 20 juni voorafgaand aan het schooljaar waarop het sociaal voordeel betrekking heeft.

4.4  Na ontvangst onderzoekt de dienst onderwijs de ontvankelijkheid van de aanvraag, berekent het subsidiebedrag en legt het uit te betalen bedrag voor goedkeuring voor aan het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 5 – Berekeningsbasis

5.1  De vergoeding voor middagtoezicht wordt uitbetaald, per 60 minuten, aan een bedrag dat gelijk is aan het geïndexeerde bruto-uurloon van een bediende (niveau C1 met 0 jaar anciënniteit). Het bedrag wordt aangepast als de spilindex wordt overschreden.

5.2  De berekening van de vergoeding gebeurt op basis van het leerlingenaantal op datum van 1 februari voorafgaand aan het schooljaar waarop het sociaal voordeel betrekking heeft.

5.3  Voor de berekening van het aantal dagen middagtoezicht per schooljaar wordt het regulier aantal schooldagen per schooljaar gebruikt, zijnde 160 dagen (woensdagen, schoolvakanties en feestdagen zijn niet meegeteld)

5.4  Het gedeelte van de werkingstoelage voor het basisonderwijs aan de betrokken school (verstrekt door de overheid) dat bestemd is voor het middagtoezicht, wordt in mindering gebracht van het totaal dat volgens bovenstaande berekening bekomen wordt.

Artikel 6 – Uitbetalingswijze aan scholen andere dan gemeentescholen

6.1  Aan de scholen die niet onder het beheer van het gemeentebestuur vallen, wordt de vergoeding voor het middagtoezicht aan de school uitbetaald. De ontvangende school stort deze vergoeding door aan het toezichthoudende personeel.

6.2  Op het einde van elk schooljaar bezorgt het schoolbestuur aan de dienst onderwijs de stukken ter staving van de uitbetaling van de loonkosten aan het toezichthoudende personeel.

6.3  Het toegekend sociaal voordeel wordt trimestrieel uitbetaald aan de begunstigde inrichtende machten.

Artikel 7 - Uitbetalingswijze aan gemeentescholen

7.1  De scholen bezorgen de prestatiestaten van het personeel belast met het toezicht aan de personeelsdienst, waarna tot de betaling van de loonkosten aan het personeelslid belast met het toezicht wordt overgegaan.

7.2  Het toegekend sociaal voordeel wordt trimestrieel uitbetaald aan de rechthebbende begunstigden.

Artikel 8 – Budgetten

De vereiste budgetten zijn voorzien als volgt:

Artikel 9 – Slotbepaling

Onderhavig subsidiereglement vervangt met ingang van 1 januari 2022 het gemeenteraadsbesluit van 12 december 1991 - middagtoezicht basisonderwijs - wijziging berekeningsbasis.

Artikel 10 – Mededeling

Onderhavig subsidiereglement wordt meegedeeld aan de directies van de scholen, gevestigd op het grondgebied van de gemeente Beersel.