Linda Boon Kristien Vanhaverbeke Klaas Slootmans Hilde Ecker Jos Savenberg Jan Steyaert Ingrid Verschueren Sonia Van Wanseele Patience N'Kamba Eddy Deknopper Johan Vander Meylen Bruno Lerminiaux Hugo Vandaele Peter Van Rompuy Nele Van Craenem Elsie De Greef Eva Fonteyn Kris De Greef Emmanuel Donge Ben Weyts Sonja Zelck-Bosmans Martine Hupin Hilde Dehollogne Marc Beling Hilde Devisch Nadine Maes Christelle Mayné Ahmed Alaoui Mhammedi Perrine Marchal Maxime Timmerman Linda Boon Kristien Vanhaverbeke Klaas Slootmans Hilde Ecker Jos Savenberg Jan Steyaert Ingrid Verschueren Sonia Van Wanseele Patience N'Kamba Eddy Deknopper Johan Vander Meylen Bruno Lerminiaux Hugo Vandaele Peter Van Rompuy Nele Van Craenem Elsie De Greef Eva Fonteyn Kris De Greef Emmanuel Donge Ben Weyts Sonja Zelck-Bosmans Martine Hupin Hilde Dehollogne Marc Beling Nadine Maes Christelle Mayné Ahmed Alaoui Mhammedi Perrine Marchal Maxime Timmerman Sonia Van Wanseele Marc Beling Hugo Vandaele Kristien Vanhaverbeke Ingrid Verschueren Jos Savenberg Nele Van Craenem Ben Weyts Elsie De Greef Bruno Lerminiaux Linda Boon Hilde Ecker Sonja Zelck-Bosmans Peter Van Rompuy Nadine Maes Johan Vander Meylen Eddy Deknopper Hilde Dehollogne Klaas Slootmans Jan Steyaert Eva Fonteyn Maxime Timmerman Christelle Mayné Perrine Marchal Patience N'Kamba Martine Hupin Ahmed Alaoui Mhammedi Emmanuel Donge Kris De Greef aantal voorstanders: 18 , aantal onthouders: 11 , aantal tegenstanders: 0 Goedgekeurd
De raad,
Overwegingen van de gemeenteraad
● Wettelijke motivering:
Artikel 41, 162 en 170 § 4 van de Grondwet;
Artikel 2, 40, 41, 252, 286 t.e.m. 288 en 326 t.e.m. 335 van het Decreet over het lokaal bestuur;
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
Omzendbrief KB ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit.
Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, afgekort als VCRO.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;
● Feitelijke motivering:
De financiële toestand van de gemeente;
Overwegende dat het bouwen en verbouwen van gebouwen hinder veroorzaakt voor de omgeving en dat het dienvolgens gerechtvaardigd is om een financiële bijdrage te vragen;
Overwegende dat het passend is te voorzien in progressieve tarieven in functie van het volume, omwille van de oplopende hinder die de bouwactiviteit veroorzaakt, evenals de weelde die door het bouwen wordt veruitwendigd;
Overwegende dat het oprichten van meergezinswoningen een grotere last teweegbrengt voor de gemeenschap, onder meer gelet op de gestadige aangroei van de bevolking en de omstandigheid dat deze een beduidende invloed heeft op de ruimtelijke draagkracht en de sociale mix van het patrimonium, zodat het passend is te voorzien in een verhoogd tarief;
Overwegende dat het afleveren van een een omgevingsvergunning, een meldingsplichtige handeling en een regularisatievergunning administratief werk en kosten meebrengt en zodoende moet belast worden;
Overwegende dat het verantwoord is een belastingvermindering toe te staan voor bedrijfsgebouwen in daartoe voorziene KMO- of industriegebieden en grootwinkels, vermits het bouwen in die zones minder hinder veroorzaakt dan het bouwen in andere zones;
Overwegende dat de vrijstelling voor het bouwen of verbouwen van gebouwen door bepaalde instellingen verantwoord is omwille van het maatschappelijk doel dat zij verwezenlijken;
De tarieven werden de laatste jaren niet meer aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de consumptieindex gelet op de huidige economische situatie en de inflatie.
Het belastingreglement betreffende de belasting op afgifte van administratieve stukken en documenten verbonden aan aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning of aktename, en een belasting op het bouwen en verbouwen goedgekeurd in zitting van 18/12/2019 en aangepast in zitting van 30/09/2020, voor aanslagjaren 2020 tot 2025 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2025.
● Financiering
De inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.
VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR
Niet van toepassing
Besluit:
Met 18 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Jos Savenberg, Bruno Lerminiaux, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Ben Weyts, Ingrid Verschueren, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Linda Boon en Hilde Dehollogne), 11 onthoudingen (Christelle Mayné, Jan Steyaert, Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Maxime Timmerman, Patience N'Kamba en Martine Hupin).
Artikel 1: belastbaar feit
Voor de aanslagjaren ingaande op 1 januari 2023 en eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting op afgifte van administratieve stukken en documenten verbonden aan aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning, een regularisatievergunning, of aktename, en een belasting op het bouwen en verbouwen geheven.
Dit reglement is van toepassing op elke omgevingsvergunning, meldingsplichtige handeling en/of regularisatievergunning waarvan de datum van het einde der werken plaatsvindt na de inwerkingtreding van dit reglement.
DEEL A: BELASTING OP DE BEHANDELING VAN AANVRAGEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING OF AKTENAME
Artikel 2: belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het belastbaar stuk aanvraagt.
Artikel 3: tarief
Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld:
a) Op de hiernavolgende aanvragen tot vergunning en/of aktename:
1° aktename van een ingedeelde inrichting of activiteit | 33,63 euro |
2° aktename voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen | 33,63 euro |
3° vergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen | 44,84 euro |
4° vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit | 145,73 euro |
5° vergunning voor het verkavelen van gronden per lot | 140,13 euro |
6° bijstelling van een verkavelingsverg./omgevingsverg. voor het verkavelen van gronden | 280,25 euro |
7°omzetting van een milieuvergunning voor 20 jaar naar een permanente vergunning | 93,04 euro |
8° stedenbouwkundig attest | 56,05 euro |
9° planologisch attest | 280,25 euro |
10° behandelingskosten voor aanvragen van kleinhandelsactiviteiten | 44,84 euro |
11° behandelingskosten voor aanvragen voor vegetatiewijzigingen | 44,84 euro |
12° projectvergadering | 280,25 euro |
13° geacht vergunde constructies opnemen in het vergunningenregister | 112,10 euro |
14° dossier wegenis met aanleg van een nieuwe straat voor de gemeenteraad | 1121,00 euro |
15° dossier wegenis zonder aanleg van een nieuwe straat voor de gemeenteraad | 112,10 euro |
16° regularisatie dossier | 89,68 euro |
17° aanvragen van wijzigingsverzoeken en administratieve lussen | 33,63 euro |
b) Allen vermeerderd met de kosten van het openbaar onderzoek:
1° Prijs per brief | werkelijke portkosten |
2° Bedrag openbaar onderzoek | 89,68 euro |
3° publicatiekosten | werkelijke kostprijs |
Het tarief wordt jaarlijks (vanaf de eerste verjaardag van het reglement) per 1 januari geïndexeerd (consumptieprijsindex) volgens de formule:
Basisvergoeding x index maand augustus van het jaar voorafgaand aan de indexatie
Index van augustus 2022
Ingeval van een negatieve index wordt de laatst geldende prijs aangerekend.
Artikel 4: Wijze van betaling:
De belasting wordt betaald aan de hand van een contante inning bij het afleveren van de documenten.
Artikel 5: vrijstellingen
Zijn van belasting vrijgesteld:
-alle overheidsinstellingen
-intercommunales
-technische constructies vrijgesteld op basis van andere wetgeving
-vormings- en onderwijsinstellingen
-ziekenhuizen
-kinderdagverblijven
DEEL B: BELASTING OP HET BOUWEN EN VERBOUWEN
Artikel 6: belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de houder van de omgevingsvergunning.
De eigenaar van het gebouw, op het moment van het beëindigen van de werken, is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
De belastingschuld ontstaat op het ogenblik dat de werken beëindigd zijn. De werken worden als beëindigd beschouwd wanneer de bouwwerken winddicht zijn.
Bij een regularisatievergunning zonder bijkomend uit te voeren werken ontstaat de belastingschuld op het ogenblik dat de regularisatievergunning wordt afgeleverd.
Artikel 7: tarief
Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld:
- 1,08 € per m³ voor wat de eerste volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 0 m³ en 500 m³ betreft;
- 1,53 € per m³ voor wat de eventuele tweede volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 501 m³ en 1000 m³ betreft.
- 1,98 € per m³ voor wat de eventuele derde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 1001 m³ en 1500 m³ betreft.
- 2,44 € per m³ voor wat de eventuele vierde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 1501 m³ en 2000 m³ betreft.
- 2,92 € per m³ voor wat de eventuele vijfde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 2001 m³ en 2500 m³ betreft.
- 3,36 € per m³ voor wat de eventuele zesde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 2501 m³ en 3000 m³ betreft.
- 3,81 € per m³ voor wat de eventuele zevende volumeschijf van het gebouw gelegen boven de 3001 m³ betreft.
De gemene muren worden slechts voor de helft van hun dikte in aanmerking genomen.
Zij is van toepassing zowel op de hoofd- als de bijgebouwen en elk gedeelte van een kubieke meter wordt beschouwd als een gehele kubieke meter
Bij het vergroten van een bestaand gebouw wordt de belasting berekend op de kubieke inhoud van het bijgevoegd gedeelte, alsof de belasting reeds zou voldaan geweest zijn voor het reeds vroeger bestaande gedeelte.
Voor aanvragen voor het gelijktijdig bouwen van meerdere woongelegenheden, het bouwen van meergezinswoningen en het verhogen van het aantal woongelegenheden (met uitzondering van zorgwonen) wordt een bedrag van 1.210,00 EUR aangerekend per bijkomende woongelegenheid (bovenop de hogervermelde bedragen).
De tarieven wordt jaarlijks (vanaf de eerste verjaardag van het reglement) per 1 januari geïndexeerd (consumptieprijsindex) worden volgens de formule:
Basisvergoeding x index maand augustus van het jaar voorafgaand aan de indexatie
index van augustus 2022
Ingeval van een negatieve index wordt de laatst geldende prijs aangerekend.
Artikel 8: vrijstellingen
a) Vrijstelling van de belasting wordt verleend ten opzichte van de na vermelde bouwwerken:
1. Het herbouwen van door oorlogsgeweld vernielde gebouwen en wel ten aanzien van het gedeelte dat niet als een vergroting der vernielde gebouwen kan aangezien worden, en ongeacht de plaats in dezelfde gemeente waar terug opgebouwd wordt;
2. De woningen gebouwd door bemiddeling van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de intercommunale of via een PPS in samenwerking met het gemeentebestuur, voor projecten ingeschakeld in het gemeentelijke woonbeleid;
b) Een vermindering wordt toegestaan aan de belastingplichtige ten belope van 10 % per kind ten laste op 1 januari van het jaar waarin de bouw of herbouw zich voordoet, met een maximaal belastingvermindering van 50%. Het bewijs van het aantal kinderen ten laste wordt geleverd aan de hand van een kopie van het aanslagbiljet waaruit blijkt hoeveel kinderen de aanvrager ten laste heeft.
c) Een vermindering wordt toegestaan aan de belastingplichtige ten belope van 50 %, voor het bouwen van:
1. Bedrijfsgebouwen in de daartoe voorziene KMO- of industriegebieden volgens het gewestplan, of in de geëigende gebieden volgens een bij MB of KB goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.
2. Grootwinkels in de daartoe voorziene dienstverleningsgebieden volgens het gewestplan, of in de geëigende gebieden volgens een bij MB of KB goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.
d) Gebouwen opgericht of verbouwingen gedaan op de grenslijn van twee gemeenten worden alleen belast voor het gedeelte dat zich op het grondgebied van de gemeente bevindt.
e) Zijn van belasting vrijgesteld:
-alle overheidsinstellingen
-intercommunales
-technische constructies vrijgesteld op basis van andere wetgeving
-vormings- en onderwijsinstellingen
-ziekenhuizen
-kinderdagverblijven
Artikel 9: aangifteplicht, ambtshalve belasting en wijze van inning
De aangifte gebeurt bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door de belastingplichtige, behoorlijk ingevuld en ondertekend, moet worden teruggestuurd, voor de erin vermelde datum of bij het gemeentebestuur moet worden afgegeven.
De belastingplichtige moet ten laatste binnen de termijn van 1 maand na beëindiging van de werken aangifte doen bij het gemeentebestuur van het volume dat werd gerealiseerd bij het bouwen, herbouwen of verbouwen.
De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.
Indien de belastingplichtige van mening is dat hij in aanmerking komt voor een vrijstelling, dient hij deze vrijstelling aan te vragen en te staven met de nodige bewijsstukken bij het indienen van de aangifte.
Bij gebrek aan aangifte binnen de gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan het dubbel van de verschuldigde belasting.
Het bedrag van de verhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Artikel 10: betaaltermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
DEEL C: ALGEMENE BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE BELASTING OP DE
BEHANDELING VAN AANVRAGEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN
OMGEVINGSVERGUNNING OF AKTENAME, EN OP HET BOUWEN EN VERBOUWEN
Artikel 11: bezwaarprocedure
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.
Artikel 12: beroepsprocedure
Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.
Artikel 13: inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2023.
Dit reglement heft het reglement dd. 18 december 2019 inzake de belasting op afgifte van administratieve stukken en documenten verbonden aan aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning of aktename, en een belasting op het bouwen en verbouwen, aangepast in zitting van de gemeenteraad op 30 september 2020, op.
Artikel 14: bekendmaking
Dit reglement wordt door de burgemeester bekendgemaakt op de gemeentelijke website, met vermelding van zowel de datum waarop het werd aangenomen als de datum waarop het op de webtoepassing bekendgemaakt werd.
De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.
Register der bekendmakingen
Deze webpagina vormt het openbare register van gemeentelijke reglementen en verordeningen, in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2023 betreffende de bekendmakingen en raadpleegbaarheid van besluiten en documenten van het lokale bestuur met betrekking tot de manier waarop ze moeten worden bijgehouden.
Wanneer een publicatie wordt uitgevoerd, zal er een expliciete "bundel" van het document worden opgeslagen. Op dat moment is het document inhoudelijk niet meer aanpasbaar door de gebruiker.
Deze "bundel" bestaat uit:
De inhoud van de publicatie op het moment dat deze werd uitgevoerd.
Een unieke identificatie van de gebruiker die de actie heeft uitgevoerd.
De tijdstempel waarop de actie heeft plaatsgevonden.
Al deze gegevens staan in een aparte publicatie omgeving die beveiligd en toegankelijk is voor een beperkt aantal personen.