Notulen GR

Van 18 DECEMBER 2019

Om 21:40 uur

Locatie raadzaal

 

Aanwezig: Marc Beling, voorzitter;

Hugo Vandaele, burgemeester;

Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters en Sonia Van Wanseele, schepenen;

Christelle Mayné, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky, Maxime Timmerman en Jos Savenberg, raadsleden;

Hilde Devisch, algemeen directeur;

 

Verontschuldigd: Ben Weyts, raadslid;

 

 

De clausule in verband met bestuurlijk toezicht vind je hier: https://www.beersel.be/product/2278/bestuurlijk-toezicht

 

Overzicht punten

 

Notulen van de gemeenteraad van 27 november 2019. Goedkeuring.

 

De raad,

 

De notulen van de zitting van de gemeenteraad van 27 november 2019 worden na voorlezing goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Kennisname goedkeuring jaarrekening 2018 - gemeente Beersel.

 

De raad,

 

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant (zie bijlage) tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2018 van de gemeente Beersel.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Budgetwijziging 1 - 2019 - Gemeente. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41 en 596.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

 

Het Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en voorschriften inzake beleidsrapporten en rekeningstelsels.

 

 

                      Feitelijke motivering:

Om de werking van de gemeente niet in gedrang te brengen is het noodzakelijk om een aantal wijzigingen in het budget 2019  door te voeren.

 

Na afsluiting van het dienstjaar 2018 moet het gecumuleerd resultaat van 2018 verwerkt worden in het budget van 2019.

 

De leden van de gemeenteraad nemen kennis van de cijfers en de verklarende nota (zie bijlage).

 

Na de doorgevoerde wijzigingen blijft het resultaat op kasbasis positief en is de autofinancieringsmarge groter dan nul.

 

 

                      Financiering

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 17 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem en Jos Savenberg), 11 onthoudingen (Christelle Mayné, Jan Steyaert, Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om de budgetwijziging 2019 - 1, zoals in bijlage gevoegd en integraal deel uitmakend van deze beslissing, goed te keuren.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

De provinciegouverneur

Uittreksel uit de notulen

ABB

Digitale rapportering

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring geïntegreerd meerjarenplan 2020 - 2025 van de gemeente en het OCMW van Beersel

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 41, tweede alinea, 3° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de beleidsrapporten van de gemeente en het OCMW.

 

Artikel 249 en volgende van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 schrijven de algemene bepalingen voor de opmaak van de beleidsrapporten en het meerjarenplan in het bijzonder voor.

 

Artikel 2 en volgende van het Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen sommen de nadere bepalingen voor de opmaak van het meerjarenplan en de inhoud ervan op.

 

Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen legt de verplichte modellen van de verschillende schema's van het meerjarenplan op.

 

                      Feitelijke motivering:

Het eerste jaar van de nieuwe legislatuur moet er een meerjarenplan worden goedgekeurd. Het meerjarenplan start van het tweede jaar van de legislatuur en eindigt op het einde van het jaar na de daaropvolgende gemeenteraadsverkiezingen. Voorliggend plan loopt bijgevolg van 2020 tot en met 2025.

 

Het meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting.

 

Het meerjarenplan van de gemeente en het OCMW vormen een geïntegreerd geheel.

 

Dit plan is het gevolg van maandenlange werkzaamheden door de administratieve diensten en het college van burgemeester en schepenen. Het plan is gebaseerd op de missie en de visie van de gemeente en het OCMW, de resultaten van de interne en externe omgevingsanalyse en de burgerbevraging.

 

          Feitelijke motivering:

 

Besluit:

Met 17 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem en Jos Savenberg), 11 onthoudingen (Christelle Mayné, Jan Steyaert, Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1:

De gemeenteraad stelt het deel gemeente van het meerjarenplan 2020 - 2025 van de gemeente en het OCMW Beersel vast.

 

Artikel 2:

De raad neemt kennis van de vaststelling van het deel OCMW van het meerjarenplan 2020 - 2025 door de Raad voor maatschappelijk Welzijn van Beersel

 

Artikel 3:

De gemeenteraad keurt het deel OCMW van de meerjarenplanning 2020 - 2025 dat de OCMW raad heeft vastgesteld, goed.

 

Artikel 4:

Het geïntegreerd meerjarenplan 2020 - 2025 van de gemeente en het OCMW maakt integraal deel uit van dit besluit

 

Artikel 5:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

ABB

Digitale rapportering

Bevolking

Publicatie op de website.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Kennisname goedkeuring jaarrekening 2018 van AGB Beersel.

 

De raad,

 

De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant  tot goedkeuring van de jaarrekening over het financiële boekjaar 2018 van het autonoom gemeentebedrijf Beersel van de gemeente Beersel.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

AGB - Goedkeurring Meerjarenplan 2020 - 2025

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 41, tweede alinea, 21° van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de gemeenteraad het meerjarenplan en de aanpassingen ervan van een autonoom gemeentebedrijf goedkeurt.

 

Art 249 en volgende van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017. Deze artikelen schrijven de bepalingen voor de opmaak van de beleidsrapporten, en het meerjarenplan in het bijzonder voor.

 

Art 2 en volgende van het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over  beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen. De nadere bepalingen voor de opmaak van het meerjarenplan en de inhoud ervan worden hier opgesomd.

 

Het Ministerieel Besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen. Dit besluit legt de verplichte modellen van de verschillende schema's van het meerjarenplan op.

 

 

 

 

                      Feitelijke motivering:

De raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf van Beersel heeft het meerjarenplan 2020 - 2025 goedgekeurd in de Raad van Bestuur d.d. 18/12/2019.

 

Het meerjarenplan van het AGB bestaat uit strategische en financiële nota en een toelichting (zie bijlage).

 

Het meerjarenplan werd 14 dagen voor de gemeenteraad bezorgd aan de gemeenteraadsleden.

 

Dit plan is opgesteld in de geest van de opdracht van het AGB zoals gestipuleerd in de statuten en de externe en interne omgevingsanalyse van de gemeente.

 

                      Financiering

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de vaststelling van het meerjarenplan van het autonoom gemeentebedrijf van Beersel door de Raad van bestuur van het AGB.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad keurt het meerjarenplan van het autonoom gemeentebedrijf van Beersel goed.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Aan de gouverneur

via digitale rapportering

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Prijssubsidie AGB Beersel 2019 - herziening

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

De beslissing (BTW nr. E.T.129.288 d.d. 19/01/2016) heeft als gevolg dat de financiering van de autonome gemeentebedrijven (AGB) nog enkel kan gebeuren door prijssubsidies. Met een prijssubsidie komt de gemeente tegemoet in het tarief van de aangerekende prestaties van het AGB.

 

 

                      Feitelijke motivering:

 

In het AGB zijn de exploitatieontvangsten niet toereikend om de exploitatiekosten van het AGB te dekken. Om het verschil toe te rijden, kent de gemeente een prijssubsidie aan het AGB toe.

 

In de gemeenteraad van 19 december 2018 werd de prijssubsidiefactor vastgesteld op 14,34 op basis van het budget 2019.

 

Op basis van de reeds geboekte exploitatieontvangsten tot en met het derde kwartaal 2019 en de geschatte exploitatieontvangsten van het vierde kwartaal komt tot uiting dat de huidige prijssubsidiefactor onvoldoende is om het verschil tussen uitgaven en ontvangsten te dekken. De prijssubsidiefactor voor het vierde kwartaal moet verhoogd worden tot 16,95 (zie berekening in bijlage).

 

 

                      Financiering

De uitgaven/inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het prijssubsidiereglement 2019 goedgekeurd op 19/12/2018 vanaf 01/10/2019 te herzien zoals vermeld in artikel 2 van huidige beslissing.

 

Artikel 2:

PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT AGB Beersel - herziening prijssubidie

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel heeft haar gebudgetteerde inkomsten en uitgaven gewijzigd voor het kalenderjaar 2019. Op basis van het gewijzigd budget heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2019 de inkomsten voor de terbeschikkingstelling van de infrastuctuur voor sport en cultuur en toerisme minstens € 873.904,07 exclusief btw moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel wenst om vanaf 01/10/2019 de voorziene prijzen (incl. 6 % btw) voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur voor sport, cultuur en toerisme te vermenigvuldigen met een factor 17,95 om economisch rendabel te zijn.

 

De Gemeente Beersel erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel, op basis van

de gewijzigde ramingen, de voorziene prijzen (inclusief 6% btw) voor de terbeschikkingstelling van

de infrastuctuur voor sport, cultuur en toerisme moet vermenigvuldigen met een factor 17,95 vanaf 01/10/2019 om economisch rendabel te zijn.

 

Rekening houdend met de sportieve, culturele, toeristische en sociale functie van de sport,

cultuur en toerisme wenst de Gemeente Beersel geen prijsverhogingen door te voeren ten aanzien van huurders van de infrastructuur voor sport, cultuur en toerisme in het jaar 2019.

De Gemeente Beersel wenst immers de prijzen te beperken opdat de infrastructuur voor sport, cultuur en toerisme toegankelijk zijn voor iedereen.

De Gemeente Beersel verbindt er zich toe om in 2019, en dit tot herziening van dit besluit, deze beperkte prijzen te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.

 

De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Beersel voor de

terbeschikkingstelling van de infrastuctuur voor sport, cultuur en toerisme bedraagt vanaf 01/10/2019 de prijs (inclusief 6% btw) die de huurder betaalt vermenigvuldigd met een factor 16,95.

 

De gesubsidieerde prijzen (inclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het

kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Autonoom

Gemeentebedrijf Beersel. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de

Gemeente Beersel deze steeds documenteren.

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel moet op de 5de werkdag van elk kwartaal de

Gemeente Beersel een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers van de infrastructuur

voor sport, cultuur, toerisme. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen

prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de

uitreiking van een debetnota die het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel uitreikt aan de

Gemeente Beersel. De Gemeente Beersel dient deze debetnota te betalen aan het

Autonoom Gemeentebedrijf Beersel binnen de 5 werkdagen na ontvangst.

 

Een nieuw prijssubsidiereglement zal worden onderhandeld tussen de Gemeente Beersel

en het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel in functie van de gewijzigde exploitatieresultaten

van het AGB Beersel.

 

Artikel 3:

De vereiste budgetten zijn voorzien als volgt:

 

Financieel meerjarenplan

2014-2019

Budgetjaar

2019

Bedrag uitgave/ontvangst inclusief BTW:

€ 926.338,32

Actienummer

Algemene rekening

Beleidsdomein

Beleidsveld

Beleidsitem

001/037/001/003

64911000

1

0190

/

 

Artikel 4:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Provinciegouverneur

Digitale rapportering

Financiële dienst

Uittreksel notulen

AGB

Uittreksel notulen

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Prijssubsidiereglement AGB Beersel 2020 - Goedkeuring

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

 

                      Feitelijke motivering:

 

Om economisch leefbaar te zijn is het nodig dat het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel vanwege de Gemeente Beersel prijssubsidies ontvangt als vergoeding voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur voor sport, cultuur en toerisme te Beersel.

 

Jaarlijks wordt op basis van het goedgekeurde budget de prijssubsidiefactor voor het boekjaar  vastgesteld. De prijssubsidiefactor voor het boekjaar 2020 wordt vastgesteld op 15,52 Zie berekening in bijlage.

 

 

 

                      Financiering

De uitgaven/inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het prijssubsidiereglement 2020, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het AGB Beersel goed te keuren met ingang van 01/01/2020. Het prijssubsidiereglement 2019, goedgekeurd door de gemeenteraad van 19/12/2018, en herziening van de prijssubsidiefactor 2019, goedgekeurd door de gemeenteraad van 18/12/2019, wordt vanaf dezelfde datum opgeheven.

 

Artikel 2:

Het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2020 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2020 de inkomsten voor de terbeschikkingstelling van de infrastuctuur voor sport, cultuur en toerisme minstens € 899.987,80 exclusief btw moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.

 

Om economisch rendabel te zijn wenst het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel vanaf 01/01/2020 de voorziene prijzen (inclusief 6 % btw) voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur voor sport,  cultuur en toerisme te vermenigvuldigen met een factor 16,52.

 

De Gemeente Beersel erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel, op basis van deze ramingen, de voorziene prijzen (inclusief 6% btw) voor de terbeschikkingstelling van de infrastructuur voor sport, cultuur en toerisme moet vermenigvuldigen met een factor 16,52 om economisch rendabel te zijn.

 

Rekening houdend met de sportieve, culturele, toeristische en sociale functie van de sport, cultuur en toerisme wenst de Gemeente Beersel dat er tijdens het kalenderjaar 2020 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van huurders van de infrastructuur voor sport, cultuur en toerisme. De Gemeente Beersel wenst immers de prijzen te beperken opdat de infrastructuur voor sport, cultuur en toerisme toegankelijk zijn voor iedereen. De Gemeente Beersel verbindt er zich toe om voor de periode vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 deze beperkte prijzen te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.

 

De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Beersel voor de terbeschikkingstelling van de infrastuctuur voor sport, cultuur en toerisme bedraagt de prijs (inclusief 6% btw) die de huurder betaalt vermenigvuldigd met een factor 15,52.

 

De gesubsidieerde prijzen (inclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de Gemeente Beersel deze steeds documenteren.

 

Het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel moet op de 5de werkdag van elk kwartaal de Gemeente Beersel een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers van de infrastructuur voor sport, cultuur, toerisme. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debetnota die het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel uitreikt aan de Gemeente Beersel. De Gemeente Beersel dient deze debetnota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel binnen de 5 werkdagen na ontvangst.

 

Een nieuw prijssubsidiereglement zal worden onderhandeld tussen de Gemeente Beersel en het Autonoom Gemeentebedrijf Beersel in functie van de gewijzigde exploitatieresultaten van het AGB Beersel.

 

Artikel 3:

De vereiste budgetten zijn voorzien als volgt:

 

Financieel meerjarenplan

MJP 2020-2025

Budgetjaar

2020

Bedrag uitgave/ontvangst inclusief BTW:

€ 899.987,80

Actienummer

Algemene rekening

Beleidsdomein

Beleidsveld

Beleidsitem

 

64911000

01

0190

/

 

Artikel 4:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Provinciegouverneur

digitale rapportering

AGB

Uittreksel

Financiële dienst

Uittreksel

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Centraal Kerkbestuur Beersel: budgetwijziging 2019 - Kerkfabriek O.L.Vrouw Alsemberg en Kerkfabriek St Jan de Doper Huizingen.Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, gewijzigd bij decreet van 20 januari 2006 en van 6 juli 2012.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten.

 

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41.

 

                      Feitelijke motivering:

In het initieel budget 2019 van het Centraal Kerkbestuur van Beersel was er een investeringstoelage gevraagd door de Kerkfabriek Sint Gurik van Dworp t.b.v. 25.000,00 euro. Deze investeringssubsidie werd aangewend voor het plaatsen een veiligheidsafsluiting tussen het pastoriedomein met vijver en het gemeente domein waarop het jeugdheem is gevestigd. De totale kost van deze werken was 12.017,72 euro.

 

Op 08 augustus 2019 richtte het Centraal Kerkbestuur van Beersel een schrijven aan de gemeente met betrekking tot een budgetwijziging van de investeringstoelage voor de Kerkfabriek O.L.Vrouw Alsemberg t.b.v. 13.936.36 euro.

 

In afwachting van de eigenlijke restauratiewerken die vermoedelijk zullen starten in 2021 moeten er een aantal herstellingswerken worden uitgevoerd.

 

Op 15/10/82019 richtte de Kerkfabriek Sint-Jans de Doper een schrijven aan het gemeentebestuur met betrekking tot een budgetwijziging van de investeringstoelage t.b.v. 22.971,47 euro.

 

Door dreigend instortingsgevaar van rechter tipgevel van de kerk zijn na overleg met de Burgemeester en schepenen beslist om noodzakelijke werken te laten uitvoeren om gevaar weg te nemen.

 

 

                      Financiering

De uitgaven zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 23 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Christelle Mayné, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Klaas Slootmans, Marc Beling, Perrine Marchal, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky, Maxime Timmerman en Jos Savenberg), 5 onthoudingen (Jan Steyaert, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer en Ahmed Alaoui Mhammedi).

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om de budgetwijziging 2019 van de investeringstoelage t.b.v. 13.936,36 euro voor Kerkfabriek O.L.Vrouw Alsemberg  en de investeringstoelage t.b.v. 22.971,97 euro van de Kerkfabriek Sint-Jan de Doper  goed te keuren.

 

Artikel 2:

De vereiste budgetten zijn voorzien als volgt:

 

Financieel meerjarenplan

2014-2019

Budgetjaar

2019

Bedrag uitgave/ontvangst inclusief BTW:

€ 13.936,36 en € 22.971,97 euro

Actienummer

Algemene rekening

Beleidsdomein

Beleidsveld

Beleidsitem

1419.001.037.001.003

664000000

01

0790

//

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Centraal Kerkbestuur Beersel

Brief + uittreksel uit notulen

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Centraal Kerkbestuur - Goedkeuring meerjarenplanning 2020 - 2025 + budget 2020.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het decreet lokaal van 22 december 2017 en latere aanpassingen.

 

Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de

erkende erediensten.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 13 oktober 2006 houdende het algemeen

reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en van de centrale besturen van

de erkende erediensten.

 

 

 

                      Feitelijke motivering:

Het schrijven van 19/11/2019 van het Centraal Kerkbestuur van Beersel met betrekking tot de meerjarenplanning 2020 - 2025.

 

De gemeenteraad neemt kennis van de coördinatie meerjarenplanning 2020 - 2025 van het centraal kerkbestuur en het coördinatie budget 2020 (zie bijlage).

 

De gevraagde exploitatie- en investeringstoelage zijn opgenomen in de meerjarenplanning  2020 - 2025 en budget 2020 van de gemeente.

 

 

                      Financiering

De uitgaven/inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

Besluit:

Met 23 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Christelle Mayné, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Klaas Slootmans, Marc Beling, Perrine Marchal, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky, Maxime Timmerman en Jos Savenberg), 5 onthoudingen (Jan Steyaert, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer en Ahmed Alaoui Mhammedi).

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om de coördinatie meerjarenplanning 2020 - 2025 van het Centraal Kerkbestuur van Beersel goed te keuren.

De gevraagde exploitatie- en investeringstoelage aan de gemeente in de meerjarenplanning 2020 - 2025 van het centraal Kerkbestuur is:

 

 

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Exploitatietoelage

98.783,16

107.883,10

106.665,81

107.759,27

111.913,68

113.179,15

Investeringstoelage

122.109,72

190.474,41

158.545,66

192.219,03

48.707,48

44.222,48

 

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist om het coördinatie budget 2020 van het het centraal Kerkbestuur van Beersel goed te keuren.

De gevraagde exploitatie- en investeringstoelage aan de gemeente komt overeen met de cijfers in de kolom 2020 (zie tabel artikel 1)

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Centraal Kerkbestuur Beersel

Brief + uittreksel notulen

Dienst Financiën

Uittreksel notulen

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Gemeentelijke activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen, hierna Vlaamse Wooncode genoemd;

 

Decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna afgekort als DGPB;

 

Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, afgekort als VCRO

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De gemeente acht het wenselijk om potentiële woonlocaties vrij te maken en om grondspeculatie tegen te gaan;

 

Het is wenselijk om realiseerbare onbebouwde bouwgronden en onbebouwde kavels te activeren in de gemeente;

 

De invoering van een activeringsheffing laat de gemeente toe om de eigenaars van die gronden en kavels daartoe aan te sporen;

 

Overwegende dat het belastingreglement betreffende de gemeentelijke activeringsheffing op onbebouwde bouwgronden en kavels, goedgekeurd in zitting van 29/03/2017, voor aanslagjaar 2017 tot en met 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 27 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Christelle Mayné, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Perrine Marchal, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky, Maxime Timmerman en Jos Savenberg), 1 nee-stem (Klaas Slootmans).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een jaarlijkse activeringsheffing gevestigd op de onbebouwde bouwgronden en kavels die voorkomen in het gemeentelijke register van onbebouwde percelen.

 

Artikel 2: definitie

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

bouwgronden: gronden, met uitsluiting van kavels, die palen aan een voldoende uitgeruste weg in de zin van artikel 4.3.5 VCRO en gelegen zijn in een woongebied of in een woonuitbreidingsgebied dat reeds voor bebouwing in aanmerking komt blijkens een principiële beslissing of op grond van artikel 5.6.6 VCRO;

 

kavels: de in een verkavelingsvergunning van een niet vervallen verkaveling afgebakende percelen;

 

onbebouwd: beantwoordend aan de criteria voor opname in het register van onbebouwde percelen, gesteld bij en krachtens artikel 5.6.1 VCRO;

Een kavel of bouwgrond wordt als bebouwd aanzien wanneer  de oprichting van een woning erop is aangevat op 1 januari van het aanslagjaar, overeenkomstig een stedenbouwkundige vergunning.

 

register van onbebouwde percelen: het register, vermeld in artikel 5.6.1 VCRO;

 

sociale woonorganisatie: een organisatie, vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 26° Vlaamse Wooncode;

 

 

Artikel 3: tarief

 

Berekening van de belasting

 

§1. De heffing bedraagt

-12,50 euro per strekkende meter voor een onbebouwde bouwgrond;

-12,50 euro per strekkende meter voor een onbebouwde kavel.

 

§2. Indien een perceel paalt aan twee of meer straten zal de grootste perceellengte langsheen één van die straten als berekeningsgrondslag in aanmerking komen. Indien het een hoekperceel betreft, wordt de langste perceellengte evenwijdig met de openbare weg in aanmerking genomen, vermeerderd met de helft van de afgesneden of afgeronde hoek.

 

§3. De minimale aanslag bedraagt 165,00 euro per kavel of bouwgrond. De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. Elk gedeelte van een strekkende meter wordt als volledige meter beschouwd.

 

§4. De heffing wordt vermeerderd met 75,00 euro per bijkomend aanslagjaar dat de onbebouwde bouwgrond of kavel in het register van onbebouwde percelen staat. Het is billijk dat de heffing per bijkomend aanslagjaar dat de onbebouwde bouwgrond of kavel in het register van onbebouwde percelen staat  – en bij ongewijzigd perceel - nooit meer kan bedragen dan 150% van de oorspronkelijk (eerste jaar van de heffing) berekende heffing.

 

§5. De bedragen, vermeld in dit artikel, zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van december 2008. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat.

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

§1. De activeringsheffing is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de bouwgrond of kavel.

Indien er een recht van opstal of erfpacht bestaat, is de activeringsheffing verschuldigd door de erfpachter of de opstalhouder.

 

§2. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde activeringsheffing.

 

§3. In geval van eigendomsoverdracht onder levenden is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd met ingang van 1 januari volgend op de datum van de authentieke akte die hem het eigendom toekent. Er zal geen rekening gehouden worden met de tussen partijen gesloten overeenkomst.

 

§4 De nieuwe eigenaar is verplicht aangifte te doen van de eigendomsoverdracht vóór 1 januari van het jaar volgend op de eigendomsoverdracht, en dit met opgave van de datum van de akte en de nauwkeurige aanduiding van de identiteit van de vorige eigenaar en van het betrokken perceel.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Vrijstellingen op basis van de situatie van de belastingplichtige

 

§1. Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld:

1° De eigenaars van één enkele onbebouwde bouwgrond in woongebied of onbebouwde kavel, bij uitsluiting van enig ander onroerend goed gelegen in België of het buitenland. Deze vrijstelling geldt slechts gedurende de vijf kalenderjaren volgend op de verwerving van het goed.

2° Een vrijstelling beperkt tot 1 onbebouwde bouwgrond in woongebied per kind of 1 onbebouwde kavel per kind wordt tevens toegekend aan ouders met kinderen. Deze vrijstelling wordt toegekend indien het kind op 1 januari van het aanslagjaar voldoet aan beide hiernavolgende voorwaarden:

-het heeft de leeftijd van 30 jaar nog niet bereikt;

-het heeft nog geen volle 3 jaar een onbebouwde bouwgrond in woongebied, een onbebouwde kavel of een woning in volle eigendom, alleen of met de persoon met wie het wettelijk of feitelijk samenwoont.

3° De sociale woonorganisaties en het Investeringsfonds voor Grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant, vermeld in artikel 16 van het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992;

 

Vrijstellingen op basis van de toestand van de onbebouwde bouwgrond of kavel

 

§1. de activeringsheffing wordt niet geheven op bouwgronden en kavels die tijdens het aanslagjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd:

1° Ingevolge hun inrichting als collectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden;

2° Ingevolge de Pachtwet van 4 november 1969, waarbij het bewijs van de pacht door alle middelen rechtens mag worden geleverd;

3° Ingevolge hun werkelijke en volledige aanwending voor land- of tuinbouw, gedurende het hele jaar;

4° Ingevolge een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogelijk maakt;

5°Ingevolge een vreemde oorzaak die te maken heeft met de aard van de onbebouwde bouwgrond of kavel, die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, zoals de beperkte omvang van de bouwgronden of kavels of hun ligging, vorm of fysieke toestand.

 

§2. Een vrijstelling wordt verleend voor:

-Onbebouwde kavels, indien de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden geen werken omvat. Deze vrijstelling geldt gedurende het jaar volgende op het jaar waarin de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werd toegekend;

-Onbebouwde kavels, waarvan de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden werken omvat. Deze vrijstelling geldt gedurende het jaar dat volgt op het jaar waarin het attest, bedoeld in artikel 4.2.16 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening werd toegekend (bedoeld wordt het attest van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat alle in de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden opgelegde voorwaarden en lasten zijn uitgevoerd of dat voor de uitvoering van de lasten een afdoende financiële waarborg is gestort in de handen van de financieel directeur of in zijn voordeel op onherroepelijke wijze door een bankinstelling is verleend).

Wanneer echter de werken door de verkavelaar worden uitgevoerd, geldt de vrijstelling gedurende maximaal drie (3) jaar vanaf het jaar volgend op de afgifte van de verkavelingsvergunning/omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden.

Wanneer de verwezenlijking in fasen wordt vergund, zijn de bepalingen van dit onderdeel (mutatis mutandis) op de delen van elke fase van toepassing.

 

§3.Indien sommige mede-eigenaars, krachtens de bovenstaande bepalingen zijn vrijgesteld, wordt de belasting onder de overige mede-eigenaars, in verhouding tot hun deel in het perceel, verrekend.

 

Artikel 6 : De aangifteplicht

 

De aangifte gebeurt bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door de belastingplichtige, behoorlijk ingevuld en ondertekend, moet worden teruggestuurd, vóór de erin vermelde datum of bij het gemeentebestuur moet worden afgegeven.

 

Indien het gemeentebestuur geen bericht van wijziging van de belastingbasis heeft ontvangen van de belastingplichtige, baseert het gemeentebestuur zich op de vorige aangifte van de belastingplichtige.

 

Artikel 7: ambtshalve belasting.

 

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

-10% bij een eerste overtreding;

-25%, 50% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

-200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

 

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 9: betaaltermijn

 

De activeringsheffing moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 11: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 12: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 13: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op de verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Decreet van 23/12/2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen en diens latere wijzigingen.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 17/02/2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA) en diens latere wijzigingen.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk wordt belast om ecologische redenen en omwille van de extra inzamelings-  en verwerkingskosten van papierafval die de bedeling voor de gemeente veroorzaakt omdat ze instaat voor de verzameling van het oud papier.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een gemeentebelasting gevestigd op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht of deze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid.

 

Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.

 

Artikel 2 : belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de fysieke persoon of rechtspersoon die de opdracht gaf aan de drukker om te drukken.

Wanneer deze persoon geen aangifte heeft gedaan overeenkomstig art. 6 of niet gekend is, is de belasting verschuldigd door de persoon die op het drukwerk als verantwoordelijke uitgever wordt vermeld.

 

De drukker en de fysieke persoon of de rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

Artikel 3: tarief

 

De belasting wordt vastgesteld op 0,10 euro per bedeeld exemplaar.

 

Artikel 4: vrijstellingen

 

Er is een vrijstelling van belasting:

 

- wanneer de in artikel 2 bedoelde opdracht tot drukken of produceren uitgaat van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, de federale, de gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen, of van kandidaten die op een dergelijke lijst voorkomen, en dit voor zover de drukwerken of gelijkgestelde producten verspreid worden in de periode tussen de in de betreffende kieswetgeving vastgestelde datum van terhandstelling van de voordrachten van de kandidaten en de dag van de verkiezing;

- wanneer de verspreide drukwerken of gelijkgestelde producten hoofdzakelijk verband houden met een gemeentelijke volksraadpleging, en dit voor zover de drukwerken of producten verspreid worden in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art. 310 van het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur en de beslissing van de gemeenteraad (of de districtsraad) om op een dergelijk verzoek niet in te gaan, of in de periode tussen de indiening van het verzoek bedoeld in art. 310 van het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur en de dag van de volksraadpleging of in de periode tussen de beslissing van de gemeenteraad (of: districtsraad) op eigen initiatief en de dag van de volksraadpleging.

- voor drukwerken van alle overheidsinstellingen en erkende niet-gouvernementele organisaties (ngo's)

- voor drukwerken van erkende Beerselse socio-culturele, jeugd- en sportverenigingen en/of aangesloten bij een Beerselse gemeentelijke adviesraad, politieke partijen en vormings- en onderwijsinstellingen. Indien dit drukwerk reclame bevat met een handelskarakter mag deze maximaal 50% van de oppervlakte innemen.

- voor drukwerken waarvan de bedrukte oppervlakte maximaal 50% ingenomen wordt door tekst en/of afbeelding met handelskarakter en waarin steeds kosteloos de nodige ruimte beschikbaar wordt gesteld voor berichten uitgaande van het gemeentebestuur en dit op grond van een overeenkomst terzake af te sluiten met het gemeentebestuur

 

Artikel 5: aangifteplicht

 

De belastingplichtige is gehouden, minstens één dag voorafgaandelijk aan elke bedeling, bij het gemeentebestuur hiervan aangifte te doen door middel van een aangifteformulier dat door het gemeentebestuur ter beschikking wordt gesteld. Hij dient hierbij een specimen in van het te verspreiden drukwerk.

Voor de periodieke verspreiding mag de aangifte bij voorbaat gedaan worden voor een periode van hoogstens drie maanden.

 

Artikel 6: ambtshalve belasting.

 

Bij gebreke van aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting

 

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.  De belasting mag niet worden gevestigd voor deze termijn verstreken is, behoudens als de rechten van de gemeentelijke thesaurie in gevaar verkeren ingevolge een andere oorzaak dan het verstrijken van de aanslagtermijnen.  De ambtshalve vaststelling van de belastingsaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar te rekenen vanaf  1 januari van het aanslagjaar. De termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk of met de bedoeling schade te berokkenen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.

 

De overtredingen vermeld in artikel 7, eerste lid, worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren.

 

De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 7: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8: betaaltermijnen

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 10: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 11: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 12: communicatie en bestuurlijk toezicht.

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op afgifte van administratieve stukken en documenten verbonden aan aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning of aktename, en een belasting op het bouwen en verbouwen.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

 

Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Oplopende tarieven worden toegepast omwille van de hinder die de bouwactiviteit veroorzaakt, alsmede de weelde die door het bouwen wordt veruitwendigd.

 

Een korting van 50% voor bedrijfsgebouwen in de daartoe voorziene KMO- of industriegebieden en grootwinkels wordt toegestaan omdat bouwen in industriezones minder hinder veroorzaakt dan bouwen in overige zones.

 

Regularisatiedossiers vergen aanzienlijk meer opzoekwerk waardoor een extra dossierkost aangewezen is.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het belastingreglement betreffende de belasting op afgifte van administratieve stukken en documenten verbonden aan aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning of aktename, en een belasting op het bouwen en verbouwen goedgekeurd in zitting van 29/03/2017, voor aanslagjaren 2017 tot 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 23 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Klaas Slootmans, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 5 onthoudingen (Christelle Mayné, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een belasting op afgifte van administratieve stukken en documenten verbonden aan aanvragen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning of aktename, en een belasting op het bouwen en verbouwen geheven.

 

DEEL A: BELASTING OP DE BEHANDELING VAN AANVRAGEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING OF AKTENAME

 

Artikel 2: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het belastbaar stuk aanvraagt.

 

Artikel 3: tarief

 

Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld:

 

a) op de hiernavolgende aanvragen tot vergunning en/of aktename:

 

1° aktename van een ingedeelde inrichting of activiteit

30,00 euro

2° aktename voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen

30,00 euro

3° vergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen:

40,00 euro

4° vergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit:

130,00 euro

5° vergunning voor het verkavelen van gronden per lot:

125,00 euro

6° bijstelling van een verkavelingsverg./omgevingsverg. voor het verkavelen van gronden:

250 euro

7°omzetting van een milieuvergunning voor 20 jaar naar een permanente vergunning

83,00 euro

8° stedenbouwkundig attest

50,00 euro

9° planologisch attest

250,00 euro

10° behandelingskosten voor aanvragen van kleinhandelsactiviteiten

40,00 euro

11° behandelingskosten voor aanvragen voor vegetatiewijzigingen

40,00 euro

12° projectvergadering

250,00 euro

13° geacht vergunde constructies opnemen in het vergunningenregister

100,00 euro

14° dossier wegenis met aanleg van een nieuwe straat voor de gemeenteraad

1000,00 euro

15° dossier wegenis zonder aanleg van een nieuwe straat voor de gemeenteraad

100,00 euro

16° regularisatie dossier

80,00 euro

17° aanvragen van wijziginsverzoeken en administratieve lussen

30,00 euro

 

b) Allen vermeerderd met de kosten van het openbaar onderzoek:

 

1° Prijs per brief

werkelijke portkosten

2° Bedrag openbaar onderzoek

80,00 euro

3° publicatiekosten

werkelijke kostprijs

 

DEEL B: BELASTING OP HET BOUWEN EN VERBOUWEN

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

Er wordt ten laste van de personen die een gebouw oprichten of verbouwingen doen, een contante belasting geheven op grondslag van de kubieke inhoud der gebouwde of verbouwde gedeelten van eigendom

 

Artikel 5: tarief

 

Het bedrag van de belasting wordt als volgt vastgesteld:

 

- 0,96 € per m³ voor wat de eerste volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 0 m³ en 500 m³ betreft;

- 1,36 € per m³ voor wat de eventuele tweede volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 501 m³ en 1000 m³ betreft.

- 1,77 € per m³ voor wat de eventuele derde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 1001 m³ en 1500 m³ betreft.

- 2,18 € per m³ voor wat de eventuele vierde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 1501 m³ en 2000 m³ betreft.

- 2,60 € per m³ voor wat de eventuele vijfde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 2001 m³ en 2500 m³ betreft.

- 3,00 € per m³ voor wat de eventuele zesde volumeschijf van het gebouw gelegen tussen 2501 m³ en 3000 m³ betreft.

- 3,40 € per m³ voor wat de eventuele zevende volumeschijf van het gebouw gelegen boven de 3001 m³ betreft.

 

De gemene muren worden slechts voor de helft van hun dikte in aanmerking genomen.

 

Zij is van toepassing zowel op de hoofd- als de bijgebouwen en elk gedeelte van een kubieke meter wordt beschouwd als een gehele kubieke meter.

 

Bij het vergroten van een bestaand gebouw wordt de belasting berekend op de kubieke inhoud van het bijgevoegd gedeelte, alsof de belasting reeds zou voldaan geweest zijn voor het reeds vroeger bestaande gedeelte.

 

Voor aanvragen voor het gelijktijdig bouwen van meerdere woongelegenheden, het bouwen van meergezinswoningen en het verhogen van het aantal woongelegenheden, telkens met uitzondering van zorgwonen:

-Projecten tot 3 woongelegenheden: 750€ per bijkomende woongelegenheid (bovenop hoger vermelde bedragen)

-Projecten tot 5 woongelegenheden: 1000€ per bijkomende woongelegenheid (bovenop hoger vermelde bedragen)

-Projecten vanaf 6 woongelegenheden: 1250€ per bijkomende woongelegenheid (bovenop hoger vermelde bedragen)

 

Artikel 6: vrijstellingen

 

a) Vrijstelling van de belasting wordt verleend ten opzichte van de na vermelde bouwwerken:

 

1. het herbouwen van door oorlogsgeweld vernielde gebouwen en wel ten aanzien van het gedeelte dat niet als een vergroting der vernielde gebouwen kan aangezien worden, en ongeacht de plaats in dezelfde gemeente waar terug opgebouwd wordt,

 

2. de woningen gebouwd door bemiddeling van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de intercommunale of via een PPS in samenwerking met het gemeentebestuur, voor projecten ingeschakeld in het gemeentelijke woonbeleid,

 

b) Een vermindering wordt toegestaan aan de belastingplichtige ten belope van 10 % per kind ten laste op 1 januari van het jaar waarin de bouw of herbouw zich voordoet, met een maximaal belastingvermindering van 50%. Het bewijs van het aantal kinderen ten laste wordt geleverd aan de hand van een kopie van het aanslagbiljet waaruit blijkt hoeveel kinderen de aanvrager ten laste heeft.

 

c) Een vermindering wordt toegestaan aan de belastingplichtige ten belope van 50 %, voor het bouwen van:

 

1. bedrijfsgebouwen in de daartoe voorziene KMO- of industriegebieden volgens het gewestplan, of in de geëigende gebieden volgens een bij MB of KB goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg,

 

2. grootwinkels in de daartoe voorziene dienstverleningsgebieden volgens het gewestplan, of in de geëigende gebieden volgens een bij MB of KB goedgekeurd gemeentelijk plan van aanleg.

 

d) Gebouwen opgericht of verbouwingen gedaan op de grenslijn van twee gemeenten worden alleen belast voor het gedeelte dat zich op het grondgebied van de gemeente bevindt.

 

DEEL C: ALGEMENE BEPALINGEN VAN TOEPASSING OP DE BELASTING OP DE BEHANDELING VAN AANVRAGEN VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING OF AKTENAME, EN OP HET BOUWEN EN VERBOUWEN

 

Artikel 7: vrijstellingen

 

Zijn van belasting vrijgesteld:

-alle overheidsinstellingen

-intercommunales

-technische constructies vrijgesteld op basis van andere wetgeving

-vormings- en onderwijsinstellingen

-ziekenhuizen

-kinderdagverblijven

 

Artikel 8: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Het aanslagbiljet wordt verzonden na de afgifte van de omgevingsvergunning of de aktename bij een melding.

 

De belasting wordt berekend op basis van het ingediende plan.

 

Artikel 9: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 11: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 12: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 13: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op ambtshalve ophalen van sluikstorten

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de werkelijke kost.

 

De gemeente wordt regelmatig met sluikstorten geconfronteerd, waarbij het opsporen van de sluikstorter supplementaire inspanningen vergt.

 

Tegen de sluikstorter wordt een billijke vergoeding gevorderd voor de door de gemeente geleverde diensten en dit als maatregel van goed bestuur.

 

Met de nieuwe tarieven wordt rekening gehouden met de wijze van ophaling, zodanig dat de werkelijke kost dat dergelijke ophaling met zich meebrengt, beter kan worden becijferd.

 

De administratieve kost dekt de kost die de gemeente dient te betalen aan Haviland voor de verwerking van de dossiers m.b.t. de GAS boetes aangezien de GAS boete steeds wordt opgelegd bij sluikstort die in het kader van een GAS procedure werd vastgesteld.

 

Het belastingreglement betreffende de belasting op het ambtshalve ophalen van sluikstort goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025.

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een belasting op het ambtshalve ophalen van sluikstorten geheven.

 

Artikel 2: tarief

 

Het bedrag van de belasting wordt als volg vastgesteld:

 

a) administratieve kost: 60 euro/sluikstort

b) per uur personeelskosten:45 euro per uur

c) per gebruik van een gewoon voertuig: 25 euro per uur

d) per gebruik van een kleine vrachtwagen: 35 euro per uur

e) per gebruik van een vrachtwagen: 60 euro per uur

f) per gebruik van een vrachtwagen met grijper: 65 euro per uur

g) per gebruik van de kleine borstelwagen: 75 euro per uur

h) per gebruik van de grote borstelwagen: 95 euro per uur

i) per gebruik van de hoge drukreiniger: 75 euro per uur

j) afvoeren van het afval aan tariefprijs

 

Deze bedragen worden gecumuleerd.

 

Indien het sluikstort wordt opgehaald tijdens het weekend door de wachtdienst omdat het sluikstort op een hinderlijke en gevaarlijke plaats ligt op openbaar domein, waardoor een onmiddellijke ophaling is aangewezen met oog op de openbare veiligheid en reinheid, dan wordt deze interventiekost doorgerekend aan de veroorzaker van het sluikstort

 

Artikel 3: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door degene die na onderzoek aangewezen is als zijnde de persoon die afvalstoffen  achterlaat, opslaat of stort op de openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze die niet overeenstemt met het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, de gemeentelijke politieverordening en andere wettelijke bepalingen

 

Artikel 4: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

.

De belasting kan worden ingekohierd vanaf de dag van het weghalen van het sluikstort.

 

Artikel 5: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 6: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 7: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 8: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 9: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op ambulante handel, eenvormig plaatsrecht voor kermis- en circusinrichtingen, frituren en andere kramen

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op de noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het reglement betreffende de belasting op ambulante handel, eenvormig plaatsrecht voor kermis- en circusinrichtingen, frituren en andere kramen, goedgekeurd in zitting van 27/02/2019, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 2 nee-stemmen (Christelle Mayné en Emmanuel Donge), 4 onthoudingen (Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een belasting op ambulante handel, eenvormig plaatsrecht, voor kermis-circusinrichtingen, frituren en andere kramen geheven.

 

Artikel 2: definitie

 

De belasting op ambulante activiteiten wordt als volgt vastgesteld:

- voor eenieder die zich, voor de uitoefening van zijn handel of beroep, en onafgezien van de aard der koopwaren of de  inrichting, op de openbare plaatsen en wegen der gemeente zijn koopwaar aanbiedt op openbare markten. De aanvragen worden gericht aan de dienst secretariaat hetzij per post hetzij elektronisch naar secretariaat@beersel.be

- voor het gebruik van de openbare weg of op pleinen met openbaar karakter als standplaats voor frituur-en andere kramen, buiten de openbare markten en kermissen. De aanvragen worden gericht aan de dienst secretariaat hetzij per post hetzij elektronisch naar secretariaat@beersel.be

Voor elke kermis-of  circusinrichting, op het gemeentedomein geplaatst. .Alle aanvragen worden gericht aan de dienst secretariaat (kermis) of aan de dienst evenementen (circus) hetzij per post hetzij elektronisch naar secretariaat@beersel.be (kermis) of evenementen@beersel.be (circus).

 

Bij inname van openbaar domein mag noch de vrije doorgang noch de verkeersregeling worden belemmerd. Alle toegestane vergunningen hebben slechts hun volledige uitwerking na betaling van de verschuldigde belasting. Elke vergunning is beperkt in tijd (volgens toekenning). Voor iedere verlenging of vernieuwing is een aanvraag nodig.

 

Artikel 3: tarief

 

Het bedrag van de belasting wordt als volg vastgesteld:

 

- koopwaar aanbieden: 0,75 euro per m² per dag

- frituur en andere kramen: 55 euro per lopende meter uitstalruimte met een maximum van 150 euro per kwartaal en per standplaats

- kermis- of circusinrichtingen: 0,75 euro per m² per dag. Er wordt maximaal 100 m² per kermis-of circusinrichting belast. Enkel voor de dagen dat de kermis- of circusactiviteit daadwerkelijk geopend is, dient standgeld te worden betaald.

 

Elke begonnen eenheid (dag, meter, m²) bij de vermelde tarieven telt voor een volledige eenheid.

 

Er is belasting verschuldigd op het gebruik van elektriciteit indien wordt gebruik gemaakt van gemeentelijke elektriciteitskasten zoals voorzien in het retributiereglement voor terbeschikkingstelling van elektriciteit op markten, kermissen en evenementen dd.18/12/2019

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door

- de natuurlijke persoon, rechtspersoon die de activiteit uitvoert en die de plaats inneemt.

- de uitbater van de frituur- en andere kramen met standplaats op de openbare weg of op pleinen met openbaar karakter. De eigenaar ervan is solidair de belasting verschuldigd.

- de foorkramer of circusuitbater die gebruik maakt van het gemeentedomein

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Vrijgesteld van de belasting zijn

- de circusuitbaters van circusinrichtingen erkend door de Vlaamse Gemeenschap, omwille van de promotie van podium- en circuskunsten.

 

Vrijstelling voor gebruik van openbaar domein wordt verleend voor:

- de in de gemeente georganiseerde jaarmarkten en op maandagen.

- de zogenaamde ‘kleine kermissen’ te Alsemberg (maand oktober), Dworp (maand september), Beersel (maand juni), Lot (maand juli) en Huizingen (maand juni en maand oktober).

- bij toepassing van de het vigerende politiereglement toegelaten wijkfeesten.

 

Artikel 6: wijze van inning

 

De betaling is verschuldigd bij elke toekenning van een vergunning of toestemming, zelfs indien de standplaats niet wordt ingenomen. De aanvrager zal hiertoe een uitnodiging tot betaling ontvangen vanwege het Gemeentebestuur Beersel.

 

Indien de belasting niet voldaan wordt vóór inname van het openbaar domein, zal niet tot inname kunnen worden overgegaan en zal elke volgende aanvraag niet worden toegestaan.

 

Alleen in uitzonderlijke gevallen (ziekte, ongeval, overmacht en na voorlegging van voldoende bewijsstukken hiervan), kan tot terugbetaling overgegaan worden, indien het Gemeentebestuur Beersel hiervan minstens 24 uur voor inname werd in kennis gesteld.

 

Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt het een kohierbelasting.

 

Artikel 7: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 9: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 10: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 11: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op de begraafplaatsen

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Wet van 28 januari 1975 betreffende de gemeentebelastingen op het lijkenvervoer

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en latere wijzigingen;

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Het besluit van 14 mei 2004 van de Vlaamse regering tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria, gewijzigd bij het besluit van 2 december 2005.

 

Omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Het tariefreglement op de begraafplaatsen, goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

Het belastingreglement op de ontgravingen, goedgekeurd in zitting van 27/02/2019, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

Het belastingreglement op de asverstrooiing of begraving van niet-inwoners, goedgekeurd in zitting van 19/12/2018 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

De contante belasting op het verblijf in het gemeentelijk lijkenhuis, goedgekeurd in zitting van 27/02/2019, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondsindex.

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 1 nee-stem (Klaas Slootmans), 5 onthoudingen (Christelle Mayné, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een contante belasting geheven op

 

- de begraving van gecremeerde en niet-gecremeerde lichamen

- ontgravingen van stoffelijke overblijfselen en het opgraven en/of overbrengen van asurnen

- verblijf in het gemeentelijke lijkenhuis

 

Artikel 2 : belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door

- de natuurlijke of rechtspersoon die aangifte doet van het overlijden van betrokken persoon

- degene die de machtiging tot ontgraving vraagt

- de aanvrager of persoon die voor de begraving instaat, hetzij bij uitdrukkelijke aanvraag tot vervoer van het stoffelijk overschot naar het gemeentelijk lijkenhuis, hetzij ingeval van verplicht vervoer naar het gemeentelijk lijkenhuis ter vrijwaring van de openbare gezondheid.

 

Artikel 3: tarief

 

Niet-geconcedeerde grond op gemeentelijke begraafplaats en natuurbegraafplek voor niet inwoners:

 

-275 euro voor de begraving van cremeerde en niet-gecremeerd lichaam

-275 euro voor asverstrooiing

 

Grafconcessies toegestaan voor een periode van 30 jaar:

 

- begraving in volle grond (maximum 3 personen):

575 Euro per kist

450 Euro per asurne;

- begraving in grafkelder (maximum 3 personen):

450 Euro per kist;

450 Euro per asurne;

- bijplaatsen in columbarium (maximum 3 personen):

450 Euro per asurne

 

Bij hernieuwing van de concessie zoals bepaald in het huishoudelijk reglement betreffende de grafconcessies, wordt de prijs van de hernieuwde concessie verminderd met een bedrag in verhouding tot de nog te lopen tijd van de oorspronkelijke concessieperiode.

 

Bij de begravingen in grafkelders met 2 of 3 plaatsen wordt de prijs van de concessie verhoogd met de kostprijs van de grafkelders gebouwd op initiatief en onder toezicht van het gemeentebestuur.

Deze kostprijs wordt vastgelegd als volgt:

 

- 1.140 Euro voor een gewone grafkelder met 2 plaatsen;

- 1.265 Euro voor een gewone grafkelder met 3 plaatsen

- 575 Euro voor een grafkelder voor asurne met 2 plaatsen

- 635 Euro voor een grafkelder voor asurne met 3 plaatsen

 

Voor niet-inwoners van de gemeente Beersel wordt het tarief van de concessie verdrievoudigd, met uitzondering evenwel voor wat betreft de personen die op dezelfde basis worden geplaatst als ingeschrevenen van de gemeente, zoals bepaald in de politieverordening op de begraafplaatsen en graven.

 

Wanneer door een inwoner van de gemeente een concessieaanvraag wordt gedaan voor ascendenten, descendenten en bloedverwanten tot de tweede graad, niet-inwoners van de gemeente Beersel op het ogenblik van de aanvraag, en de aanvrager bovendien zelf van deze concessie gebruik zal maken bij zijn overlijden, wordt de aanvraag geacht van rechtswege te zijn gedaan voor personen inwoners van de gemeente.

 

Artikel 4: naamplaatjes

 

Het gemeentebestuur voorziet naamplaatjes voor

- het nis in columbarium op het nieuwe gedeelte van de gemeentelijke begraafplaats van Beersel

- voor de strooiweide en de natuurbegraafplek

- voor de foetusweide

 

Kostrpijs van het naamplaatje: 70 euro

 

Artikel 5: gestandaardiseerde steen

 

Het gemeentebestuur voorziet een gestandaardiseerde steen voor

- de foetusweide: 70 euro

- een niet-uniforme graf dat niet voorzien wordt van een grafzerk: 80 euro.

- een uniforme graf: 70 euro

 

Artikel 6: ontgraving

 

Voor toezicht en administratieve afhandeling op ontgravingen wordt een belasting geheven van :

- 110 euro per ontgraving van één perceel:

- 55 euro per ontgraving en verplaatsing van één of meerdere urnen uit een colombarium of urnenkelder.

 

Artikel 7: verblijf in het lijkenhuis

 

Het verblijf van lichamen in het lijkenhuis geeft aanleiding tot het betalen van een vergoeding.

Het bedrag van deze belasting wordt vastgesteld op 35 euro per dag.

 

Artikel 8: wijze van inning

 

De belasting dient contant betaald te worden bij de dienst burgerlijke stand:

- op het ogenblik van de aanvraag tot begraven of asverstrooiing

- bij aanvraag tot verlenging van de concessie

- bij aanvraag van een naamplaatje of gestandaardiseerde steen

- bij aanvraag tot ontgraving

 

Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.

 

Artikel 9: vrijstelling

 

De belasting tot begraven is niet verschuldigd door

- inwoners van de gemeente en hun gelijkgestelden (conform het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen) voor:

- begraving van niet-gecremeerd lichaam in niet-geconcedeerde grond

- asverstrooiing

- bijplaatsen in nis-in columbarium voor 10 jaar

- begraving van asurne in niet-geconcedeerde grond

 

De belasting tot begraven op ereperk oud-strijders is niet verschuldigd door

- Belgische militairen van welke rang ook die daadwerkelijk gestreden hebben

- personen die de hoedanigheid bezitten van agent of helper van inlichtings- en actiediensten, verzetslid, krijgsgevangene, politieke gevangene, gedeporteerde, werkweigeraar alsmede de rechthebbende op het genot van één van de van de wettelijke of reglementaire bepalingen houdende toekenning van een pensioen voor invaliditeit te wijten aan oorlogsfeiten of daarmee gelijkgestelde feiten.

 

De belasting tot ontgraving is niet verschuldigd voor:

- de ontgravingen die op bevel van de rechterlijke overheid gedaan worden;

- de ontgravingen genoodzaakt door het overbrengen van een oud op een nieuw kerkhof van stoffelijke overschotten die werden begraven in een geconcedeerde grond.

- de ontgravingen van de voor het vaderland gestorven militairen en burgers.

 

De belasting bij verblijf van een stoffelijk overschot in het gemeentelijk lijkenhuis ingevolge een gerechtelijke beslissing.

 

Artikel 10: bezwaarprocedure

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 11: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 12: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 13: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op de tweede verblijven

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Niet permanent bewoonde eigendommen vergen grotere zorgen voor veiligheid en toezicht.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het belastingreglement goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een belasting op tweede verblijven geheven.

 

Artikel 2: definitie

 

Tweede verblijf: elke private woongelegenheid die niet het hoofdverblijf vormt van de eigenaar of huurder, maar die wel op elk ogenblik door hem kan worden bewoond.

Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al dan niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.

 

Lokalen die uitsluitend bestemd zijn om een beroepsactiviteit uit te oefenen, garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens worden niet als tweede verblijf beschouwd

 

Artikel 3: tarief

 

Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgelegd op 880 euro

De belasting is ondeelbaar en voor het gehele belastingjaar verschuldigd

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingjaar.

 

Artikel 5: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 6: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 7: bezwaarprocedure

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 8: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 9: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 10: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op economische bedrijvigheid

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van de noodzaak van een begroting in evenwicht;

 

Het is redelijk dat alle ingezetenen, inclusief de bedrijven en natuurlijke personen dewelke een economische bedrijvigheid uitoefenen in de gemeente, bijdragen tot de financiële behoeften van de gemeente;

 

Naast de gezinnen genieten ook de economische entiteiten van de gemeentelijke dienstverlening. De gezinnen worden reeds belast via de personenbelasting, dit in tegenstelling tot deze laatsten.

 

Het gemeentebestuur oordeelt dat de landbouwbedrijven een belangrijke bijdrage leveren aan het behoud van open ruimte en het groene karakter in een gemeente in de rand van de grootstad en in de Groene Gordel rond Brussel. Zij behoeven een grote oppervlakte voor een minimale opbrengst en bijgevolg hebben zij een uitzonderlijke nood aan grote oppervlakten.

 

Het gemeentebestuur stelt vast dat er een groot tekort is aan opvangplaatsen voor 0 tot 2.5 jarigen in onze gemeente. De wachtlijsten zijn bijzonder lang en het aanbod voor jonge ouders is onvoldoende, zodat opvang in instellingen buiten onze gemeente is vereist. Onze gemeente kent geen grote instellingen voor kinderopvang, daarom zijn de kleinschalige initiatieven belangrijk als antwoord op het opvangtekort van de allerkleinsten.

 

Ook de overige vrijstellingen kunnen uit maatschappelijke overweging worden ingesteld.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het belastingreglement op de economische bedrijvigheid, goedgekeurd in zitting van 21/12/2016 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

Op 13 december 2019 wordt door de fractie Groen een amendement ingediend met volgende inhoud:

 

"Gemeenteraad van Beersel,  18 december 2019

 

Agendapunt 18: Belasting op de economische bedrijvigheid 

 

Amendement

 

Artikel 1: belastbare feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt ten laste van de natuurlijke personen of rechtspersonen, van de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en van de feitelijke verenigingen of vennootschappen, die een economische bedrijvigheid uitoefenen op het grondgebied van de gemeente Beersel een belasting op de economische bedrijvigheid geheven.

 

Vervangen door

 

Voor het aanslagjaar 2020 wordt ten laste van de natuurlijke personen of rechtspersonen, van de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en van de feitelijke verenigingen of vennootschappen, die een economische bedrijvigheid uitoefenen op het grondgebied van de gemeente Beersel een belasting op de economische bedrijvigheid geheven.

 

In de toelichting wordt aanslagjaren 2020 tot en met 2025 vervangen door aanslagjaar 2020

 

Motivatie

 

Het is de missie van Beersel om 'voor haar burgers een optimaal woon- en leefklimaat uit te bouwen'. In haar visie formuleert onze gemeente daarom als prioriteit: 'milieu- en klimaatzorg zijn doel op zich en zitten ook verweven in elke beleidsmaatregel'.

Overwegend dat het daarom billijk is om bedrijven proportioneel te belasten voor de milieuhinder die ze veroorzaken.

Overwegend dat de belasting op motoren een verouderde aanslagvoet is die zelden in verhouding staat tot de milieuhinder welke een bedrijf veroorzaakt.

Overwegend dat bedrijven zeer veel milieuhinder kunnen veroorzaken zonder dat ze daarvoor (grote vermogens van) motoren of tanks- en vergaarbakken gebruiken.

Overwegend dat de berekeningen van de aanslagvoeten op basis van motoren, tanks- en vergaarbakken of brandstofdistributieapparaten vaak complex, omslachtig en moeilijk controleerbaar zijn en bovendien zorgen voor veel administratieve overlast bij de gemeente én de economische entiteiten.

Overwegend dat de indelingslijst van Vlarem naast de hinder en de milieuverontreiniging (water- en grondverontreiniging, luchtverontreiniging, lichtverontreiniging, geluidshinder, asbest, PCBs, broeikasgassen, …) ook de veiligheidsrisico’s verbonden aan hinderlijke inrichtingen in rekening brengt.

Stelt de fractie Groen Beersel voor om de voorliggende belastingen op bedrijvigheid met aanvang van het aanslagjaar 2021 te vervangen door een belasting die bepaald wordt op basis van twee éénvoudig meetbare en objectieve parameters:

1.De oppervlakte die een bedrijf inneemt (artikel 3A). Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen de bebouwde en de niet bebouwde oppervlakte.

2.De milieuhinder die het bedrijf veroorzaakt. De milieuhinder die een bedrijf veroorzaakt kan éénvoudig en objectief verrekend worden door een coëfficiënt of toeslag te hanteren in functie van de milieuklasse waartoe het bedrijf volgens de Vlarem wetgeving behoort op 1 januari van het aanslagjaar. Deze nieuwe coëfficiënt of toeslag kan de (complexe) belasting op motoren (artikel 3B), tanks-en vergaarbakken (3C) en brandstofdistributieapparaten (artikel 3E) vervangen.

 

Groen Beersel vraagt het gemeentebestuur om zo'n nieuw reglement in overleg met de betrokken actoren uit te werken om te komen tot een meer evenwichtige en relevante verdeling van de belastingdruk voor onze ondernemingen, met oppervlakte en graad van hinder als éénvoudige en objectieve grondslagen. Deze maatregel zal bovendien de administratieve last van de gemeente én de betrokken bedrijven aanzienlijk verminderen. Als voorbeeld verwijzen wij graag naar het glashelder en éénvoudig reglement van Machelen:

 

 

 

De stemming over het amendement geeft volgende uitslag: 5 ja-stemmen bij 19 neen-stemmen en 4 onthoudingen. Het amendement wordt dus verworpen en er wordt overgegaan tot de stemming over het oorspronkelijke voorstel.

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 17 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem en Jos Savenberg), 3 nee-stemmen (Christelle Mayné, Klaas Slootmans en Emmanuel Donge), 8 onthoudingen (Jan Steyaert, Perrine Marchal, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbare feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt ten laste van de natuurlijke personen of rechtspersonen, van de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid en van de feitelijke verenigingen of vennootschappen, die een economische bedrijvigheid uitoefenen op het grondgebied van de gemeente Beersel een belasting op de economische bedrijvigheid geheven.

 

Artikel 2: definitie

 

Economische bedrijvigheid: elke activiteit die enkel kan uitgeoefend worden als de betrokken individuele persoon of rechtspersoon, ongeacht de rechtspersoonlijkheid, voldoet aan één van de volgende voorwaarden:

- ingeschreven zijn in het register van de burgerlijke vennootschappen of beschikken over een ondernemingsnummer.

- Gevestigd zijn op het grondgebied van Beersel (maatschappelijke zetel of vestigingseenheid)

 

Onder economische activiteit wordt eveneens verstaan:

- het uitoefenen, ongeacht de rechtsvorm waarin dit gebeurt, van alle vrije beroepen op het Beerselse grondgebied.

- het voeren van administratieve handelingen of het bewaren van administratie,

- het hebben van een postadres of de maatschappelijke zetel in een vestigingseenheid,

- het gebruik van een vestiging als opslagruimte,

- het voorbehouden tot gebruik van een vestiging,

- het professioneel verhuren van gebouwen,

- etc.

 

Elke entiteit dewelke over een ondernemingsnummer beschikt volgens de gegevens van de Kruispuntbank der Ondernemingen (KBO), wordt geacht een economische bedrijvigheid uit te oefenen conform dit reglement.

 

Het is de belastingplichtige toegestaan het bewijs van het tegendeel te leveren door middel van officiële documenten van een officiële instantie, zoals:

- een attest van non-activiteit, afgeleverd door de FOD Financiën

- bewijs van stopzetting van de onderneming vóór 1 januari van het aanslagjaar, afgeleverd door de FOD Financiën, de Kruispuntbank der Ondernemingen, een ondernemingsloket of een sociaal verzekeringsfonds

- …

 

Volgende bewijsstukken worden op zich niet aanvaard:

- belastingaangiftes

- vrijstellingen van belasting of BTW

- attesten van schrapping van BTW nummer

- bewijs van negatieve omzet

- overeenkomsten zonder derdenwerking

 

Vestiging:  elke plaats (bedrijfsruimte, lokaliteit of een deel ervan) op Beersels grondgebied waar een economische bedrijvigheid wordt uitgeoefend, onder gelijk welke rechtspersoonlijkheidsvorm.

 

Artikel 3: tarief

 

Het jaarlijks bedrag van de belasting wordt vastgesteld door middel van de cumulatieve toepassing van hierna vermelde criteria en aanslagvoeten, zijnde de oppervlakte, de motoren, tanks en vergaarbakken, geldautomaten en brandstofdistributieapparaten zoals omschreven in de hierna vermelde punten A, B, C, D, E.

 

De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd voor alle belastingplichtigen. De stopzetting of vermindering van de activiteit alsook de vermindering van oppervlakte in de loop van het aanslagjaar geven geen aanleiding tot vermindering van de belasting.

 

De belasting wordt vastgesteld als volgt:

 

A. Oppervlakte gebruikt voor de economische activiteit.

 

Het jaarlijkse bedrag wordt per vestiging vastgesteld op:

 

- Schaal 1: groter dan 0m² tot en met 100m² : € 0 (vrijgesteld)

- Schaal 2: van 101m² tot en met 15.000m² : € 1,93/m²

- Schaal 3: 15.001m² en meer : € 0,05/m²

 

De belastingplichtige geeft de volledige oppervlakte aan van elke vestiging waarover hij beschikt. Elke belastingplichtige wordt geacht over minstens één belastbare vestiging te beschikken, met een minimale oppervlakte groter dan 0 m².

 

De verschuldigde belasting wordt als volgt berekend:

 

Schaal 1 wordt vrijgesteld van belasting.

 

De belastingtarieven voor de schalen 2 en 3 worden vermenigvuldigd met de aangegeven m² die de bovengrens van respectievelijk schaal 1 en/of schaal 2 overschrijden.

 

Onder ‘oppervlakte die gebruikt wordt voor het uitoefenen van de economische activiteit’ moet worden verstaan: de ruimten die binnen en buiten een gebouw zijn ingericht en worden aangewend om de beoogde economische bedrijvigheid uit te oefenen.

 

De ruimten buiten een gebouw aangewend als parkeerterreinen, terrassen en groenbuffers zijn vrijgesteld voor de eerste 300m².

 

Inzake de vestiging van de belasting wordt de situatie op 1 januari van het aanslagjaar beoordeeld.

 

B. Motoren

 

De aanslagvoet wordt vastgesteld op 34,00 EUR/Kw gevestigd op de som van het vermogen van de motoren gebruikt voor nijverheids-, landbouw- en handelsdoeleinden, ongeacht de krachtbron welke deze in beweging brengt.

 

De belasting is verschuldigd voor het vermogen van motoren die de belastingplichtige voor de exploitatie van zijn inrichting of bijgebouwen gebruikt.

 

Als bijgebouw van een inrichting moet worden beschouwd: iedere instelling of onderneming, iedere werf van om het even welke aard, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maanden op het grondgebied van de gemeente gevestigd is.

 

Inzake de vestiging van de belasting wordt de situatie op 1 januari van het aanslagjaar beoordeeld.

 

De belasting wordt gevestigd als volgt:

 

a. Omvat de inrichting van belastingplichtige slechts één motor, dan wordt de belasting gevestigd volgens de kracht opgegeven in het besluit waarbij de vergunning tot het plaatsen van de motor verleend of akte van die plaatsing gegeven wordt.

 

b. Omvat de inrichting van belastingplichtige verscheidene motoren, dan wordt de belastbare kracht vastgesteld door de krachten, opgegeven in het besluit waarbij vergunning tot het plaatsen van de motoren verleend wordt of waarbij akte van die plaatsing gegeven wordt op te tellen en deze som te vermenigvuldigen met een simultaanfactor, verschillend volgens het aantal motoren.

 

Genoemde factor die gelijk is aan de eenheid voor één motor, wordt tot en met 30 motoren, met 1/100ste van de eenheid per bijkomende motor verminderd. De factor blijft daarna onveranderd en gelijk aan 0,70 voor 31 motoren en meer.

 

De kracht der hydraulische toestellen wordt vastgesteld in overleg met belastingplichtige en het college van burgemeester en schepenen. Het staat belastingplichtige vrij, in geval van betwisting een tegenexpertise aan te vragen.

 

c. Het bepaalde in de littera a. en b. van dit artikel wordt door de gemeente toegepast naargelang van het aantal motoren waarop zij krachtens artikel 1 belasting heft.

 

Belastingvrijstelling

 

Zijn vrijgesteld:

 

1. De motoren  die gedurende heel het jaar stilliggen.

 

Het gedeeltelijk stilleggen voor een duur gelijk aan of groter dan een maand geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden, gedurende dewelke de toestellen hebben stilgelegen.

 

In geval van belastingvermindering wegens gedeeltelijk stilliggen, wordt de kracht van de motor vermenigvuldigd met de simultaanfactor, die op de inrichting van belastingplichtige toegepast is.

 

Geen belastingvermindering kan aan belastingplichtige verleend worden, tenzij op zicht van per post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven berichten waarbij hij aan het gemeentebestuur, door het ene, de datum van het stilliggen, en door het andere, de datum der wederingangstelling van de motor bekendmaakt.

 

Voor de berekening der belastingvermindering gaat het stilleggen van de motor eerst in na de ontvangst van het eerste bericht.

 

Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt gelijkgesteld de activiteit die beperkt is tot één dag werk op vier weken in de bedrijven die met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB) een akkoord hebben aangegaan inzake de activiteitsvermindering om een massaal ontslag van personeel te voorkomen.

 

Met een inactiviteit voor een duur van één maand wordt eveneens gelijkgesteld de inactiviteit gedurende een periode van vier weken, gevolgd door een activiteitsperiode van één week, als het gebrek aan werk te wijten is aan economische oorzaken.

 

2. De motoren gebruikt voor het aandrijven van voertuigen die onder de verkeersbelasting op de autovoertuigen vallen of die speciaal van deze belasting zijn vrijgesteld door een bepaling van de desbetreffende samengeordende wetten.

 

3. De motoren van een draagbaar  toestel.

 

4. De motor die een elektrische generator aandrijft, voor het gedeelte van zijn vermogen, overeenstemmend met dat benodigd voor het aandrijven van de generator.

 

5. Persluchtmotor.

 

6. De motor gebruikt voor waterbemalingstoestellen om het even van waar het water voortkomt, zomede deze van ventilatie- en verluchtingstoestellen.

7. De motoren, die in de stations voor aardgasvoorziening gebruikt worden om de compressoren aan te drijven welke instaan voor het drukregime in de aanvoerleidingen.

 

8. De reservemotor, dit is deze waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de instelling en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, voor zover zijn tewerkstelling niet ten gevolge heeft dat de productie der betrokken inrichting verhoogd wordt.

 

9. De wisselmotor, dit is deze die uitsluitend bestemd is voor hetzelfde werk als een andere, welke hij tijdelijk moet vervangen. De reserve- en wisselmotoren kunnen aangewend worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting der productie te verzekeren.

 

Voor de berekening der belasting zal steeds rekening gehouden worden met een vrijstelling van de eerste 5 kilowatt.

 

Levert een onlangs geplaatste motor niet dadelijk het normaal rendement op omdat de daarmee aan te drijven installaties onvolledig zijn, dan wordt de niet gebruikte kracht, uitgedrukt in kilowatt, aangezien als reservekracht, in zoverre zij 20 % der in het vergunningsbesluit opgegeven kracht overtreft.

 

Deze kracht wordt gekoppeld aan de simultaanfactor die op de inrichting van belastingplichtige is toegepast.

 

In zulke gevallen is de aangegeven kilowatt slechts geldig voor drie maanden en moet de aangifte om het kwartaal vernieuwd worden zolang deze uitzonderingstoestand duurt.

 

Voor de toepassing van voorgaande alinea wordt onder "onlangs geplaatste motoren" verstaan deze - met uitzondering van alle andere - waarvan de tewerkstelling dateert van het voorgaande of van het voorlaatste jaar.

 

In de  speciale gevallen moeten deze termijnen verruimd worden.

 

De motoren die van de belasting zijn vrijgesteld wegens stilliggen gedurende het ganse jaar, zomede deze, welke bij toepassing van de bepaling in 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9 van artikel 3 zijn vrijgesteld, komen niet in aanmerking om de simultaanfactor van de installatie te bepalen.

 

Belastingvermindering

 

§1. Wanneer de fabricagemachines door een ongeval, niet meer mochten in staat zijn om meer dan 80 % van de door een belastingschuldige aan de belasting onderworpen motor geleverde kracht te verbruiken, wordt de nijveraar slechts belast met de verbruikte kracht van de motor, uitgedrukt in kilowatt, op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit minstens drie maanden duurt en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden gebruikt wordt.

 

§2. De belastingplichtige kan geen belastingvermindering bekomen, tenzij op zicht van per post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven berichten waarbij hij aan het gemeentebestuur door het ene, de datum van het ongeval, en door het andere, de datum van de wederingangstelling aangeeft.

 

Voor de berekening van de belastingvermindering gaat het stilliggen van de motor eerst in, na de ontvangst van het eerste bericht.

 

§3. Bovendien moeten op verzoek van het gemeentebestuur, alle stukken overgelegd worden waardoor de waarachtigheid van de verklaringen kan nagegaan worden.

 

Het buiten gebruik stellen van een motor wegens ongeval, moet binnen acht dagen aan het gemeentebestuur genotificeerd worden, op straffe van verval van het recht op belastingsvermindering.

 

Bijzondere bepaling

Van  toepassing op sommige instellingen die erom verzoeken:

 

§1. Wanneer de installaties van een nijverheidsbedrijf voorzien zijn van meetapparaten voor het maximum-kwartuurvermogen, waarvan de opnemingen maandelijks door de leverancier van elektrische energie worden gedaan met het oog op het factureren ervan en bijaldien dat bedrijf belast werd op grond van het bepaalde in de artikelen 1 tot 6 gedurende een periode van tenminste twee jaar, wordt het bedrag der belastingen betreffende de volgende dienstjaren, op verzoek van de exploitant, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen, bepaald in functie van de variatie, van het ene tot het andere jaar, van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximum_kwartuurvermogens.

 

Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jongste belastingjaar op grond van het bepaalde in de artikelen 1 tot 6 aangeslagen werd en het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximum kwartuurvermogens opgenomen tijdens hetzelfde jaar; deze verhouding wordt "verhoudingsfactor" genoemd.

 

Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maximum kwartuurvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor.

 

§2. De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximum kwartuurvermogens van een jaar niet meer dan 20 % verschilt van die van het referentiejaar dit wil zeggen van het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor. Bedraagt het verschil meer dan 20 % dan telt het bestuur de belastbare elementen teneinde een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen.

 

§3. Om het voordeel van de bepalingen van dit artikel te genieten, moet de exploitant, vóór 31 januari van het belastingjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen met opgave van de maandelijkse waarden van het maximum kwartuurvermogen, welke in zijn installaties werden opgenomen tijdens het jaar, voorafgaande aan dat met ingang waarvan hij om de toepassing van deze bepalingen verzoekt; hij moet er zich voorts toe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave der maandelijkse waarden van het maximum kwartuurvermogen van het belastingjaar te voegen en het bestuur toe te laten ten alle tijde de in zijn installaties gedane metingen van het maximum kwartuurvermogen, vermeld op de facturen voor levering van elektrische energie, te controleren.

 

C. Tanks-  en vergaarbakken

 

De aanslagvoet met betrekking tot de vaststaande tanks en vergaarbakken met commerciële of industriële doeleinden wordt vastgesteld op 0,55 EUR/m³. Inzake de vestiging van de belasting wordt de situatie op 1 januari van het aanslagjaar beoordeeld.

 

Zijn vrijgesteld van deze belasting de tanks en vergaarbakken met een maximale capaciteit van dertigduizend liter, waarop de apparaten aangesloten zijn die onder toepassing vallen van de belasting op brandstofdistributieapparaten. Opslagtanks voor regenwater zijn vrijgesteld.

 

D. Geldautomaten

 

De belasting wordt vastgesteld op 275,00 EUR per geldautomaat. Wordt voor de toepassing van deze belasting als dusdanig aangezien, elke bank-, financierings-, kredietinstelling, spaarbank of wisselkantoor, hun agentschappen, bijkantoren, de eenmanszaken en de geldautomaten, die gevestigd of geïnstalleerd zijn op het grondgebied van de gemeente en voor het publiek toegankelijke geldautomaten ter beschikking stellen.

 

Onder geldautomaten wordt verstaan, de toestellen die volautomatisch werken en het cliënteel in de mogelijkheid stellen geldopnemingen of spaar- of betaalverrichtingen te doen.

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de bovengenoemde instellingen, agentschappen of bijkantoren, eenmanszaken en geldautomaten worden geëxploiteerd. Inzake de vestiging van de belasting wordt de situatie op 1 januari van het aanslagjaar beoordeeld.

 

De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd, welke ook de datum is waarop de dienstverlening aanvangt of eindigt.

 

E. Brandstofdistributieapparaten

Er wordt een gemeentebelasting gevestigd op de brandstofdistributieapparaten toegankelijk voor het publiek die op 1 januari van het aanslagjaar opgesteld staan in de gemeente.

 

Deze belasting is verschuldigd door de eigenaar van het apparaat.

 

De houder is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

 

De belasting wordt vastgesteld per jaar en per verdelingspistool:

- Voor de vaste toestellen: 55 EUR per jaar en per verdelingspistool.

- Voor de beweegbare toestellen: 22 EUR per jaar en per verdelingspistool

 

De belasting is niet verschuldigd voor de toestellen die niet toegankelijk zijn voor het publiek of die opgesteld zijn in garages of gelijkaardige instellingen en die van buiten uit niet zichtbaar zijn, noch aangekondigd worden.

 

Artikel 4: Vrijstellingen

 

Zijn vrijgesteld van deze belasting:

- de roerende en onroerende goederen die toebehoren aan een openbare dienst van de federale staat, de gewesten, gemeenschappen, gemeenten en publiekrechtelijke instellingen,

- beschutte werkplaatsen

- onderwijs instellingen

- instanties voor kinderopvang

- instellingen uitsluitend bestemd voor de verzorging van zieken en/of personen met een handicap.

- door de gemeente erkende verenigingen actief in de gemeente op socio-cultureel, jeugd- en sportvlak en de Beerselse verenigingen die en/of aangesloten zijn bij een Beerselse adviesraad, politieke partijen en vormings- en onderwijsinstellingen.

- Land- en tuinbouwbedrijven, tuinbouwbedrijven met openluchtteelt en tuinbouwbedrijven met teelten onder glas of andere duurzame bescherminstallatie, worden vrijgesteld van deze belasting.

Wordt in dit kader beschouwd als landbouw de activiteit gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt.

 

Wordt beschouwd als tuinbouw de activiteit gericht op groenteteelt, fruitteelt, boomkwekerij andere dan bosboomkwekerij, sierteelt, kweek van tuinbouwzaden, plantgoed, en/of aanverwante teelten, met het oog op een geregelde verkoop.

 

Wordt beschouwd als veeteelt het houden, het kweken/fokken, africhten en/of opleiden van de dieren vermeld in de bijlage bij het KB van 12 maart 2008 betreffende de organisatie van een jaarlijkse landbouwenquête in de maand mei, uitgevoerd door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie.

 

Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze verordening en de belastingverordening aangaande de verblijfsbelasting, is alleen de verblijfsbelasting van toepassing.

 

Artikel 5 : De aangifteplicht

 

De aangifte gebeurt bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door de belastingplichtige, behoorlijk ingevuld en ondertekend moet worden teruggestuurd, vóór de erin vermelde datum of bij het gemeentebestuur moet worden afgegeven.

 

Indien het gemeentebestuur geen bericht van wijziging van de belastingbasis heeft ontvangen van de belastingplichtige, baseert het gemeentebestuur zich op de vorige aangifte van de belastingplichtige, zo van toepassing.

 

Het Gemeentebestuur Beersel stelt personeelsleden aan die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van dit belastingreglement.

 

Elke aangezochte persoon, ongeacht of hij de belastingplichtige zelf is of niet, is verplicht om aan deze aangestelde personeelsleden, voorzien van een aanstellingsbewijs, vrije toegang te verlenen tot de al dan niet bebouwde onroerende goederen die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend. 

 

Iedereen die over boeken en bescheiden beschikt die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de belasting is verplicht deze voor te leggen.

 

De aangestelde personeelsleden kunnen inlichtingen vragen aan de belastingplichtige of derden.

 

Artikel 6: ambtshalve belasting.

 

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

- 10% bij een eerste overtreding;

- 25%, 50% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

- 200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 7: Wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier, opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 8: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9: bezwaarprocedure

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 10: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 11: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 12:communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd :

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op inname openbaar domein

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op de noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Overwegende dat het reglement betreffende de belasting op inname openbaar domein goedgekeurd in zitting van 27/022019, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 6 onthoudingen (Christelle Mayné, Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een belasting op inname openbaar domein geheven.

 

Artikel 2: definitie

 

Er wordt ten voordele van de gemeente een belasting geheven voor elk gebruik van het gemeentelijk openbaar domein onder gelijk welke vorm, gelijkgronds, onder- of bovengronds, onder meer door materialen van allerlei aard, afsluitingen, barelen, staketsels, stellingen, kranen, containers, schutsels,…enz.

 

De belasting is verschuldigd zonder dat de betrokkene kan aanspraak maken op enig onherroepelijk recht van concessie noch erfdienstbaarheid op het openbaar domein, doch integendeel de plicht heeft bij het eerste verzoek van de overheid het toegestaan gebruik op te heffen, of te beperken en zonder daarom aanspraak te maken op enige vergoeding.

De betaling van die belasting brengt voor de gemeente geen speciale toezichtstaak mee.

Het gebruik van het openbaar domein gebeurt op eigen risico van de begunstigde van de machtiging en onder zijn verantwoordelijkheid. Het afleveren van een toelating tot inname openbaar domein kan nooit als argument gebruikt worden om de gemeente aansprakelijk te stellen.

 

Artikel 3: tarief

 

Het bedrag van de belasting wordt als volg vastgesteld:

- 0,80 euro per dag of gedeelte van een dag gebruik en per m² of gedeelte van m² van de bezette standplaats, evenwel steeds met een minimum van 15 euro.

Indien bij de inname van het openbaar domein een betalende parkeerplaats wordt ingenomen, dan dient per dag en per parkeerplaats 5,50 euro bovenop het reeds verschuldigde bedrag te worden betaald.

- 1,00 euro er dag of gedeelte van een dag gebruik en per m² of gedeelte van m² voor opnames van filmen en TV-reeksen met een minimum bedrag van 250 euro.

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de personen aan wie de vereiste machtiging gegeven werd.

 

De machtigingsaanvraag vermeldt alle elementen die noodzakelijk zijn voor de berekening van de belasting en wordt tenminste 7 werkdagen alvorens het belastbare feit zich voordoet aangevraagd bij de dienst 'Ruimtelijke Ordening' van gemeente Beersel. Hetzelfde geldt voor elke wijzigingsaanvraag.

 

De belasting is verschuldigd zolang het ophouden van het gebruik aan het gemeentebestuur niet betekend werd, behalve indien er in de machtiging een termijn bepaald werd.

 

Het intrekken van de machtiging bij politiemaatregel wegens een fout van betrokkene of het afzien van deze laatste van het genot van de gegeven machtiging, brengt voor de belastingplichtige geen enkel recht mee op de terugbetaling van de reeds gestorte sommen.

 

Voor de berekening van de belasting is de oppervlakte, welke dient in aanmerking genomen te worden, die van de rechthoek welke men fictief rond het voorwerp of de groep voorwerpen die het openbaar domein bezetten kan getrokken worden.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Vrijgesteld van de belasting zijn :

- nutsbedrijven

- vormings- en onderwijsinstellingen

- sociale huisvestingsmaatschappijen

- openbare dienst van de federale staat, de gewesten, gemeenschappen, gemeenten en publiekrechtelijke instellingen,

- erkende Beerselse socio-culturele, jeugd- en sportverenigingen en/of aangesloten bij een Beerselse gemeentelijke adviesraad

- organisaties van evenementen indien het evenement wordt georganiseerd met de medewerking van het gemeentebestuur

 

Vrijstelling voor gebruik van openbaar domein wordt verleend:

- voor de gevallen die reeds aanleiding geven tot het heffen van een andere belasting of retributie ten voordele van de gemeente

- wanneer de standplaats toegewezen wordt bij de openbare aanbesteding of krachtens een concessiecontract

- wanneer het door de gemeente vergunde terrassen op openbaar domein betreft, in het kader van horeca-activiteiten.

 

Artikel 6: wijze van inning

 

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs op het ogenblik dat de machtiging wordt afgeleverd.

 

Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.

 

Artikel 7: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 9: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 10: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 11: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op uitwendig verlichte en lichtgevende boodschappen, uitwendig en lichtgevende reclames en uithangborden

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Het beoogde doel van de belasting kan bereikt worden, namelijk het tegengaan van de wildgroei aan publiciteitsborden en de overdreven oppervlakte van sommige reclame- en uithangborden.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het belastingreglement betreffende de belasting op uitwendig verlichte en lichtgevende boodschappen, uitwendig verlichte en lichtgevende reclames en uithangborden goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 23 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Klaas Slootmans, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 5 onthoudingen (Christelle Mayné, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een belasting op uitwendig verlichte en lichtgevende boodschappen, uitwendig verlichte en lichtgevende reclames en uithangborden geheven.

 

Artikel 2: definitie

 

Verlichte en lichtgevende boodschappen : lichtboodschappen

- verlichte en lichtgevende aanduidingen al dan niet gepersonaliseerd, in de vorm van teksten, merknamen, tekeningen, emblemen, pictogrammen, lijnen, logo's of erkenningstekens, en die tot doel hebben een naam of de aard van een activiteit of een merknaam van producten te vermelden of te symboliseren.

-boodschappen die geprojecteerd worden.

 

Verlichte en lichtgevende reclames en uithangborden: lichtreclames

- elk verlicht en lichtgevend object met een mededeling die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel heeft de bekendmaking van een al dan niet commerciële activiteit of een dienstverlening te bevorderen, ongeacht de plaats of de aangewende communicatiemiddelen.

- reclames die geprojecteerd worden.

 

Artikel 3: tarief

 

Het bedrag van de belasting wordt als volg vastgesteld:

-1,15 euro/dm²

-minimumaanslag van 155 euro

 

Oppervlakte in dm²:

- meetkundig regelmatig vlak: oppervlakte wordt bepaald op basis van de omtrek van het  belastbare voorwerpen

-meetkundig onregelmatig vlak: de oppervlakte wordt bepaald door de afmetingen van de rechthoek waarvan de zijden horizontaal en verticaal door de uiterste punten van de figuur gaan.

- bij de lichtboodschappen die enkel bestaan uit lijnen, zonder figuren, noch tekst, wordt de oppervlakte  belast per strekkende decimeter met een minimale breedte van één decimeter.

- bij de lichtboodschappen en lichtreclames die meer dan één zijde hebben, wordt de oppervlakte berekend op de totale oppervlakte van de zichtbare zijden.

- bij twee of meer gelijkwaardige belastbare voorwerpen, die naast elkaar geplaatst zijn of derwijze bijeengebracht, dat zij één geheel vormen, worden deze als één geheel beschouwd.

 

Bij de berekening wordt geen rekening gehouden met breuken van minder dan ½ dm². De breuken van minstens ½ dm² worden gerekend voor één dm².

 

Een vergroting van oppervlakte in de loop van het jaar geeft aanleiding tot een overeenkomstige verhoging van de belasting.

 

De belasting is onverdeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, welke ook de datum van ingebruikneming of buitengebruikstelling van de lichtboodschap of de lichtreclame is.

 

Een lichtboodschap of lichtreclame is buiten gebruik gesteld indien:

- de verbinding met de lichtbron zichtbaar is weggenomen of het uithangbord werd verwijderd. De buitengebruikstelling moet medegedeeld worden, bij een ter post aangetekend schrijven, of een, door tegen ontvangstbewijs, afgegeven bericht, vóór 31 december van het jaar waarin de lichtbron zichtbaar is weggenomen of de lichtreclame werd verwijderd. De buitengebruikstelling geldt vanaf 1 januari volgend op de melding;

- de eigenaar van de lichtboodschap of lichtreclame, de exploitatie van zijn bedrijf heeft stopgezet of overgedragen. Voornoemde eigenaar dient daarvan het college van burgemeester en schepenen in kennis te stellen vóór 31 december van het belastingjaar waarin hij geschrapt is uit het handelsregister of zijn BTW-nummer werd stopgezet met bijvoeging van een officieel bewijsstuk. De stopzetting en/of overname geldt vanaf 1 januari volgend op de in kennis stelling.

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om de lichtboodschap of de lichtreclame te realiseren, en in bijkomende orde als deze niet gekend is, door de eigenaar van de grond, de muur of de omheining, waarop het object wordt aangebracht.

 

Indien het eigendomsrecht in de loop van het jaar overgaat op een nieuwe eigenaar, is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd voor de nieuw aangebrachte uitwendige verlichte en lichtgevende boodschappen, uitwendig en lichtgevende reclames en uithangborden.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Vrijgesteld van de belasting zijn:

- de objecten geplaatst door de openbare besturen of openbare diensten of instellingen, de autonome gemeentebedrijven, voor zover geen winstgevend doel nagestreefd wordt;

- de objecten die alleen gebruikt worden ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen

- de objecten, alhoewel zichtbaar vanaf de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en uitsluitend gericht naar de plaats van de sportbeoefening;

- door het schepencollege vergunde objecten voor niet-commerciële activiteiten;

- de objecten voorbehouden voor een werk of organisatie zonder winstoogmerk van menslievende, artistieke, letterkundige, wetenschappelijke aard of van openbaar nut;

- de objecten die de private parking van een zaak aangeven onder de voorwaarde dat het bord een maximum oppervlakte heeft van 2m², de letter “P” of het woord “Parking” inbegrepen;

- de vergunde objecten, welke eigendom zijn van de exploitant, waarop een omschrijving is aangebracht, die uitsluitend betrekking heeft op de handel, nijverheid of dienst bedreven in het pand waarop zij zich bevinden en die door de exploitant zelf gevoerd wordt, m.a.w. de objecten, dienstig voor het maken van reclame voor de handelszaak, die geplaatst zijn op terreinen die behoren bij het handelshuis en er rechtstreeks toegang toe geven; voor zover de maximale oppervlakte van 2m² niet wordt overschreden;

- de objecten, waarvoor de vrijstelling contractueel met het gemeentebestuur werd vastgesteld op een datum voorafgaand aan dit besluit.

 

Artikel 6 : De aangifteplicht

 

De aangifte gebeurt bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door de belastingplichtige, behoorlijk ingevuld en ondertekend moet worden teruggestuurd, vóór de erin vermelde datum of bij het gemeentebestuur moet worden afgegeven.

 

Indien het gemeentebestuur geen bericht van wijziging van de belastingbasis heeft ontvangen van de belastingplichtige, baseert het gemeentebestuur zich op de vorige aangifte van de belastingplichtige, zo van toepassing.

 

Alle objecten geplaatst in de loop van het jaar en niet begrepen in de aanvankelijke aangifte, dienen aangegeven te worden binnen de 30 dagen na plaatsing. De nieuw geplaatste objecten voor publiciteitsdoeleinden worden voor een volledig aanslagjaar belast. De aangifte blijft gelden tot de belastingplichtige het gemeentebestuur schriftelijk op de hoogte stelt van de gewijzigde toestand.

 

Nieuwe eigenaars dienen binnen de 30 dagen na overname aangifte te doen van de bestaande en de nieuw geplaatste objecten.

 

Artikel 7: ambtshalve belasting.

 

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

- 10% bij een eerste overtreding;

- 25%, 50% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

- 200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

De overtredingen worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren.

De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.

 

Artikel 8: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd, alsmede de eventuele belastingverhoging vermeld onder artikel 6, wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen

 

Artikel 9: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 11: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 12: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 13: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op masten en pylonen

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

Het is aangewezen om de aanwezigheid van masten en pylonen op het grondgebied van de gemeente te beperken, ter vrijwaring van de aantrekkingskracht van de gemeente als woonomgeving en toeristische bestemming en wegens de visuele vervuiling, de landschapsverstoring en het doorbreken van de vrije ruimte.

 

Het landschapsverstorend karakter van masten en pylonen die dienen voor louter recreatief gebruik en voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen, wordt voldoende gecompenseerd door het maatschappelijk belang zodat hiervoor vrijstelling kan verleend worden.

 

De financiële toestand van de gemeente,

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de masten en pylonen met een hoogte van minimaal 15 meter boven het maaiveld die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de gemeente bevinden.

 

Artikel 2: definitie

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

- een mast: een verticale structuur die op een dak of een andere bestaande constructie is geplaatst en waarbij de hoogte van de constructie en mast samen minstens 15 meter bedraagt.

- een pyloon: een individuele verticale constructie opgericht op het niveau van het maaiveld en met een hoogte van minstens 15 meter boven het maaiveld.

 

Artikel 3: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon.

 

Artikel 4: tarief

 

De belasting bedraag 3.700 euro per jaar per mast of pyloon.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Zijn van de belastingen vrijgesteld: constructies voor louter recreatief gebruik en voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen.

 

Artikel 6: aangifteplicht

 

Elke belastingplichtige moet jaarlijks ten laatste op 31 maart van het aanslagjaar een aangifte indienen bij het gemeentebestuur op een door het gemeentebestuur voorgeschreven aangifteformulier. Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

 

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen bij de dienst belastingen van de gemeente.

 

Artikel 7: ambtshalve belasting.

 

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

- 10% bij een eerste overtreding;

- 25%, 50% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

- 200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 8 : wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 9: betaaltermijnen

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

 

 

Artikel 10: bezwaarprocedure

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 11: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 12: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 13: communicatie en bestuurlijk toezicht.

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

via loket lokaal bestuur

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op nachtwinkels, telefoonwinkels en shishabars

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Wet van 10/11/2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening

 

Artikel 48 Wetsbepaling inzake de slijterijen van gegiste dranken, samen geordend op 03/04/1953

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De uitbating van nachtwinkels, telefoonwinkels en shishabars verschilt fundamenteel van de uitbating van gewone kleinhandelszaken en dat deze uitbating tot overlast voor de omwonenden leidt;

 

De openingsuren situeren zich grotendeels tijdens de nachtrust van de meeste omwonenden, wat grotere inspanningen vraagt van de lokale politie voor de handhaving van de openbare rust en de verkeersveiligheid en van de gemeentediensten voor de openbare reinheid;

 

Er wordt vastgesteld dat het aantal klachten over overlast, veroorzaakt door de bezoekers van deze nachtwinkels, telefoonwinkels en shishabars, toeneemt;

 

Er wordt bovendien vastgesteld dat het aantal nachtwinkels stelselmatig toeneemt;

 

Wegens het mogelijk openen van een café dat als shishabar wordt uitgebaat, lijkt het wenselijk hiervoor een belasting in te voeren.

 

De vrijheid van handel mag geen reden zijn voor het uitbaten van een handelszaak op een wijze die in strijd is met de vereisten van de openbare veiligheid, rust en gezondheid of met de vereiste van afwezigheid van openbare overlast;

 

Het is billijk dat betrokken handelszaken als tegenprestatie een bijzondere financiële inspanning doen;

 

De heffing van een belasting op de nachtwinkels, telefoonwinkels en shishabars moet dit soort van uitbating ontmoedigen

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 2 nee-stemmen (Christelle Mayné en Emmanuel Donge), 4 onthoudingen (Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting geheven voor nachtwinkels, telefoonwinkels en shishabars.

 

Artikel 2: definitie

 

Nachtwinkel: elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en tussen 18.00 uur en 7.00 uur open is, zoals bedoeld in de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn.

 

Telefoonwinkel: bedrijven die meer dan één telecommunicatieapparaat ter beschikking stellen van het publiek tegen vergoeding, ongeacht de openingsuren.

 

Shishabar: elke publiek toegankelijke inrichting, onder meer bestemd om waterpijp te roken, ook al is dit sporadisch. Onder waterpijp wordt verstaan een apparaat om te roken via een vloeistofreservoir.

 

Artikel 3: tarief

 

De aanslagvoet van de openingstaks is vastgesteld op 6.600 euro en verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel, telefoonwinkel of shishabar.

 

Elke wijziging van uitbating wordt gezien als nieuwe handelsactiviteit.

 

De jaarlijkse belasting wordt vastgesteld op 1.650 euro per nachtwinkel, telefoonwinkel of shishabar.

 

De openingsbelasting én de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, ongeacht de stopzetting van economische activiteit of de wijziging van uitbating in het jaar van de inkohiering.

 

De jaarlijkse taks gaat in volgend op het jaar van inkohiering van de openingstaks, of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van huidig belastingreglement. Voor de jaarlijkse belasting wordt de toestand op 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen.

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de uitbater van de nachtwinkel, telefoonwinkel of shishabar. De houder van het handelsfonds en de eigenaar van het pand waar de economische activiteit wordt gehouden zijn solidair verantwoordelijk voor de betaling van de belasting.

 

De eigenaar van de handelszaak en de uitbater ervan zijn ertoe gehouden voorafgaandelijk aan elke economische activiteit aangifte hiervan te doen bij het gemeentebestuur.

 

Artikel 5: aangifteplicht

 

De aangifte (zowel bij de opening als voor de jaarlijkse belasting) gebeurt bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door de belastingplichtige, behoorlijk ingevuld en ondertekend, aangetekend moet worden teruggestuurd, vóór de erin vermelde datum of bij het gemeentebestuur moet worden afgegeven tegen ontvangstbewijs.

 

Artikel 6: ambtshalve belasting.

 

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

- 10% bij een eerste overtreding;

- 25%, 50% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

- 200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

Artikel 7: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en schepenen.

 

Artikel 8: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 9: bezwaarprocedure

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.

Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 10: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 11: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 12: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

De Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13/12/2013.

 

Het decreet houdende diverse fiscale bepalingen en bepalingen omtrent de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen van 23/12/2016.

 

Het decreet van 15/07/1997 houdende de Vlaamse Wooncode.

 

Het decreet van 22 /12/1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 02/04/1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 12/07/2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 20/12/2013 houdende de uitvoering van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13/12/2013.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De impact van onbewoonbaar en/of ongeschikt verklaarde woningen op de lokale leef- en woonomgeving.

 

De verloedering van de leef- en woonomgeving dient te worden bestreden.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het belastingreglement betreffende de ongeschikt en onbewoonbare woningen, goedgekeurd in zitting van 22/02/2017 voor aanslagjaren 2017 tot 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 27 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Christelle Mayné, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Perrine Marchal, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky, Maxime Timmerman en Jos Savenberg), 1 onthouding (Klaas Slootmans).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een jaarlijkse belasting gevestigd op woningen die minimum 12 opeenvolgende maanden opgenomen zijn in de inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen.

 

Artikel 2: definitie

 

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

 

- Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

 

- Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

 

- Ongeschikte woning: een woning die tenminste 15 strafpunten heeft, berekend overeenkomstig de checklist opgenomen in het technisch verslag van het conformiteitsonderzoek.

 

- Onbewoonbare woning: een woning die gebreken heeft dewelke een veiligheids- of gezondheidsrisico inhouden.

 

Inventarisatiebeheerder: de gewestelijke entiteit die door de Vlaamse regering belast wordt met het beheer van de inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen.

 

Inventarisatiedatum: voor ongeschikt- of onbewoonbaarheden met toepassing van de Vlaamse Wooncode geldt de datum van het besluit van de burgemeester of de datum van het besluit in beroep als inschrijvingsdatum. Onbewoonbaarheden in toepassing van de Nieuwe Gemeentewet worden op de datum van het besluit van de burgemeester ingeschreven in de inventaris.

 

Ramp: elke gebeurtenis, zoals een brand of een ontploffing, veroorzaakt door natuurlijke elementen en onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan de woning, waardoor het gebruik of de bewoning ervan geheel of ten dele onmogelijk wordt.

 

Artikel 3: tarief

 

De belasting is verschuldigd voor woningen die minimum 12 opeenvolgende maanden opgenomen zijn op de inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen.

 

Het basisbedrag van de belasting bedraagt:

- 550 euro voor een kamer, zoals gedefinieerd in artikel 2

- 1.375 euro voor elke andere woning

 

Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal periodes van 12 maanden dat de woning zonder onderbreking is opgenomen in de inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen, met een maximum van:

- 2.750 euro voor een kamer, zoals gedefinieerd in artikel 2 .

- 6.875 euro voor elke andere woning

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

De belastingplichtige is degene die houder is van één van de volgende zakelijke rechten met betrekking tot een woning op het ogenblik dat elke opeenvolgende periode van twaalf maanden na de opname in de inventaris verstreken is:

- de volle eigendom;

- het recht van opstal of van erfpacht;

- het vruchtgebruik.

 

lndien één van de zakelijke rechten, in onverdeeldheid toebehoort aan meer dan één persoon, geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige.

 

Elke persoon dewelke deel uitmaakt van deze onverdeeldheid kan ten overstaan van de gemeente hoofdelijk worden aangesproken voor de totale belasting.

 

Artikel 5: opname in de inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen

 

Overeenkomstig de bepalingen die door de Vlaamse Regering worden vastgesteld, maakt de inventarisbeheerder een inventaris met afzonderlijke lijsten van:

- woningen die ongeschikt of onbewoonbaar zijn verklaard overeenkomstig de artikelen 15 tot en met 16quater van de Vlaamse Wooncode

- woningen die onbewoonbaar zijn verklaard overeenkomstig artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet.

 

De inventarisbeheerder stelt de houder van het zakelijk recht in kennis van de beslissing tot opname in de inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen door middel van het bezorgen van een registratieattest.

 

Als de houder van het zakelijk recht aantoont dat hij tegen het besluit tot onbewoonbaarverklaring een klacht heeft ingediend bij de toezichthoudende overheid overeenkomstig  artikel 254 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, dan wordt de opname op de lijst geschorst tot de procedure overeenkomstig artikel 255 tot 258 van het Gemeentedecreet volledig is afgerond.

 

De gemeente brengt de inventarisbeheerder op de hoogte van het gemotiveerde besluit of van het definitieve antwoord van de toezichthoudende overheid als vermeld in het Gemeentedecreet.

 

Binnen dertig dagen nadat de indiener van de klacht het definitieve antwoord van de toezichthoudende overheid heeft ontvangen, kan hij tegen de registratie beroep indienen bij de Vlaamse Regering.

 

De Vlaamse Regering neemt een beslissing binnen drie maanden na ontvangst van het beroepschrift.

 

Bij ontstentenis van een beslissing binnen die termijn, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.

 

Elke gemeente ontvangt een uittreksel van de in de inventaris geregistreerde woningen die zich op haar grondgebied bevinden.

 

De gemeente moet aan elkeen die erom verzoekt inzage verlenen in de lijst met de in de inventaris geregistreerde woningen en de gegevens van de kadastrale legger die op deze woningen betrekking hebben.

 

Diegene die een zakelijk recht overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van de woning en/of het gebouw op de inventaris. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte.

 

De overdrager stelt daarnaast de gemeente Beersel op de hoogte, alsook de decentrale diensten van Wonen Vlaanderen. De overdrager kan hiervoor het formulier aanwenden, beschikbaar op de website van de gemeente Beersel of bij de gemeentelijke diensten.

 

Artikel 6: schrapping uit de inventaris van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen

 

De inventarisbeheerder schrapt uit de lijst:

- woningen die ongeschikt of onbewoonbaar zijn verklaard overeenkomstig de artikelen 15 tot en met 16quater van de Vlaamse Wooncode: op aangetekend verzoek van de houder van het zakelijk recht of zijn rechtsopvolger zodra hij bewijst dat de woning weer voldoet aan de vereisten en normen aan de hand van een conformiteitsattest of een proces-verbaal van de wooninspectie.

- woningen dewelke gesloopt werden of een andere bestemming hebben gekregen, op basis van het besluit van de burgemeester tot opheffing van de ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring.

-woningen die onbewoonbaar zijn verklaard overeenkomstig artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet: op aangetekend verzoek van de houder van het zakelijk recht of zijn rechtsopvolger zodra hij bewijst dat de burgemeester het onbewoonbaarheidsbesluit heeft opgeheven of een conformiteitsattest levert.

 

De inventarisbeheerder geeft de houder van het zakelijk recht, of desgevallend zijn rechtsopvolger binnen drie maanden na het verzoek tot schrapping kennis van zijn beslissing daaromtrent.

 

Als deze kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.

 

Als datum van schrapping vermeldt de inventarisbeheerder :

- de eerste dag waarop de woning weer voldoet aan de vereisten en normen

- de eerste dag van de sloop of herbestemming.

- de datum van het opheffingsbesluit van de burgemeester

- de datum van herstel die de houder van het zakelijk recht in het verzoek tot schrapping aangeeft, wanneer de kennisgeving van beslissing niet is gebeurd binnen de voorziene termijn.

 

Artikel 7: opschorting

 

Er wordt een opschorting van de belasting verleend zodra de belastingplichtige een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning, een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning, opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar, of een gedetailleerd renovatieschema voorlegt waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren.

 

Als de belastingplichtige tijdens de termijn van vier maanden na de kennisgeving van het besluit tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning, een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning, opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige of omgevingsambtenaar, of een gedetailleerd renovatieschema voorlegt en dat document dateert van voor het besluit tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring, op basis waarvan de inventarisatie van de woning gebeurt, dan gaat de opschorting in op de datum van de inventarisatie in plaats van op de datum waarop de stedenbouwkundige of omgevingsvergunning, de schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning, opgemaakt door de gemeentelijke stedenbouwkundige of omgevingsambtenaar, of het gedetailleerde renovatieschema voorgelegd wordt.

 

Het gedetailleerde renovatieschema moet de volgende stukken bevatten:

1° een tekening van de woning met aanduiding van de geplande werken;

2° een volledige opsomming en korte beschrijving van alle geplande werken;

3° een raming van de kosten van de geplande werken door middel van één van de volgende stukken:

- een offerte voor de levering en plaatsing van materialen door een aannemer;

- een offerte voor de levering van materialen als de werken in eigen beheer worden uitgevoerd;

- een combinatie van beide offertes;

4° een fotoreportage van de delen van de woning die gerenoveerd worden.

 

Voor de toepassing van deze bepaling wordt sloop die gevolgd wordt door vervangingsbouw, gelijkgesteld met renovatiewerkzaamheden.

 

De opschorting geldt voor de heffingen die verschuldigd zijn op de inventarisatiedata die in de periode van opschorting vallen.

 

De periode van opschorting eindigt op het moment dat de renovatiewerkzaamheden beëindigd zijn. Ze kan niet langer duren dan vier jaar.

 

De opschorting wordt ongedaan gemaakt als de renovatiewerken die opgenomen zijn in de stedenbouwkundige of omgevingsvergunning of in het gedetailleerde renovatieschema, op het einde van de periode van opschorting niet beëindigd zijn.

 

De opschorting wordt ook ongedaan gemaakt als de aanvraag van een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning geweigerd wordt.

 

De opgeschorte heffingen zijn in die gevallen alsnog verschuldigd.

 

Artikel 8: vrijstellingen

 

Om aanspraak te kunnen maken op een vrijstelling dient de vrijstelling steeds tijdig via het aanvraagformulier, beschikbaar bij de gemeentelijke diensten of op de website, te worden aangevraagd.

 

Een vrijstelling wordt telkens voor één aanslagjaar toegekend. Indien men zich volgens het reglement meerdere aanslagjaren kan beroepen op dezelfde vrijstellingsgrond, moet de vrijstelling elk aanslagjaar opnieuw aangevraagd worden. Bij elke aanvraag zal beoordeeld worden of aan de voorwaarde voor vrijstelling voldaan is.

 

Als een vrijstelling wordt toegekend, blijft de woning in de inventaris staan, maar moet de belasting niet betaald worden.

 

Van de belasting zijn vrijgesteld:

 

- de nieuwe eigenaar gedurende één aanslagjaar, na het verlijden van de authentieke akte. Deze vrijstelling geldt niet indien de nieuwe eigenaar:

- ofwel een vennootschap of vereniging is waarin de vorige zakelijk gerechtigde rechtstreeks of onrechtstreeks participeert;

- ofwel bloed- of aanverwant is tot en met de derde graad van de vorige zakelijke gerechtigde, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament.

 

De notaris stelt de gemeentelijke administratie binnen de twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar. De notaris kan daartoe het formulier gebruiken op de gemeentelijke website of beschikbaar bij de gemeentelijke diensten. Bij ontstentenis van deze kennisgeving, wordt de overdrager van het zakelijk recht als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende heffing die na de overdracht van het zakelijk recht ontstaat.

 

- de houder van een zakelijk recht wordt vrijgesteld van de heffing als hij de woning volledig en uitsluitend gebruikt als zijn hoofdverblijfplaats en als hij niet over een andere woning beschikt.

 

- de eigenaar van de woning die het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie, uitgezonderd een huurdersorganisatie, met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerken in de zin van artikel 18, §2 van het decreet houdende de Vlaamse Wooncode, waarbij de gemeente, het OCMW of een sociale woonorganisatie de werkzaamheden uitvoert. Op deze vrijstelling kan men zich beroepen vanaf het aanslagjaar volgend op het afsluiten van de overeenkomst en voor de duur van de overeenkomst.

 

- de woningen die binnen de grenzen liggen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen stedenbouwkundige- of omgevingsvergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid.

 

- de woningen waarvoor een renovatiecontract als vermeld in § 2, van het decreet van 15/07/1997 houdende de Vlaamse Wooncode, gesloten is. Bijgevolg voeren de gemeente, het,OCMW of een sociale woonorganisatie, uitgezonderd een huurdersbond, de werkzaamheden uit, voor zover ze contractueel een zakelijk recht op de woning verkrijgen of ze de woning voor minstens negen jaar huren. In dat laatste geval mag de huurprijs van de woning niet hoger zijn dan een bedrag dat wordt berekend op grond van de objectieve criteria, vastgesteld door de Vlaamse regering, waarbij er rekening wordt gehouden met de slechte staat van de woning. De initiatiefnemer moet de bewoners van de woning, die voldoen aan de door de Vlaamse regering vastgestelde voorwaarden, herhuisvesten

 

- de houder van het zakelijk recht die aantoont dat wegens overmacht de woning opgenomen blijft in de inventaris om redenen die onafhankelijk zijn van zijn wil. Die vrijstelling wordt verleend voor een termijn van één jaar, maar wordt jaarlijks verlengd als de overmacht aanhoudt.

 

- Ingeval de woning getroffen wordt door een ramp. Deze vrijstelling wordt verleend voor een termijn van drie jaar na de toekenning van het verzekeringsbedrag of, zo de vernieling of beschadiging niet door een verzekering gedekt zijn, voor een termijn van vijf jaar na het optreden van de vernieling of de beschadiging.

 

Artikel 9: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 10: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 12: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 13: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 14: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op vaste reclame-inrichtingen en aanplakborden voor publieksdoeleinden.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op de noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het beoogde doel van de belasting kan bereikt worden, namelijk het tegengaan van de wildgroei aan publiciteitsborden en de overdreven oppervlakte van sommige reclame- en uithangborden.

 

Overwegende dat het belastingreglement betreffende de belasting op vaste-reclame-inrichtingen en aanplakborden voor publieksdoeleinden, goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 2 nee-stemmen (Christelle Mayné en Emmanuel Donge), 4 onthoudingen (Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een belasting op vaste reclame-inrichtingen en aanplakborden voor publieksdoeleinden geheven.

 

Artikel 2: definitie

 

vaste reclame-inrichting: elke drager in onverschillig welk materiaal (zoals vlaggen, spandoeken en dergelijke, deze opsomming is niet limitatief), waarop reclame kan worden aangebracht door aanplakking, vast hechting, schildering of door elk ander middel, en geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in openlucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg.

 

aanplakbord: elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in openlucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vast hechting, schildering of door elk ander middel, met inbegrip van muren of gedeelten van muren, en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen.

 

nuttige oppervlakte voor vaste reclame-inrichtingen: de oppervlakte die voor de publiciteit kan worden  gebruikt,

 

nuttige oppervlakte voor aanplakborden: de oppervlakte die voor aanplakking, vast hechting, schildering of voor elk ander middel, kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting.

 

nuttige oppervlakte bij opeenvolgende boodschappen:de oppervlakte in veelvoud (met een maximum van tien) à rato van het aantal opeenvolgende reclameboodschappen gevoerd door middel van elkander opvolgende advertenties, figuren en/of tekst.

 

nuttige oppervlakte bij reclame op muren: dat gedeelte van de muur dat werkelijk voor reclame wordt gebruikt. Hierbij dient de totale oppervlakte van de reclame beschouwd te worden als één bord, ook indien er verschillende reclameboodschappen op voorkomen.

 

Artikel 3: tarief

 

Het bedrag van de belasting wordt als volg vastgesteld:

 

- 64 euro per m²

- minimumaanslag van 85 euro.

 

Elk gedeelte van een m² wordt voor een gehele m² aangerekend.

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om gebruik te maken van de vaste reclame-inrichting of het aanplakbord voor publiciteitsdoeleinden en, in bijkomende orde als de gebruiker niet gekend is, door de eigenaar van de grond, de muur of de omheining waarop zich de vaste reclame-inrichting of het aanplakbord voor publiciteitsdoeleinden bevindt of de reclame is aangebracht.

 

De belasting is onverdeelbaar en voor het ganse jaar verschuldigd, wat ook de datum van plaatsing of verwijdering van de vaste reclame-inrichting of het aanplakbord voor publiciteitsdoeleinden weze.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Vrijgesteld van de belasting zijn

 

- de objecten geplaatst door de openbare besturen of openbare diensten of instellingen, de autonome gemeentebedrijven, voor zover geen winstgevend doel nagestreefd wordt;

- de objecten die enkel gebruikt worden voor notariële aankondigingen;

- de objecten die alleen gebruikt worden ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen;

- de objecten, alhoewel zichtbaar vanaf de openbare weg, geplaatst op sportterreinen, en uitsluitend gericht naar de plaats van de sportbeoefening;

- door het schepencollege vergunde objecten voor niet-commerciële activiteiten;

- de objecten voorbehouden voor een werk of organisatie zonder winstoogmerk van menslievende, artistieke, letterkundige, wetenschappelijke aard of van openbaar nut;

- de objecten die de private parking van een zaak aangeven onder de voorwaarde dat het bord een maximum oppervlakte heeft van 2m², de letter “P” of het woord “Parking” inbegrepen;

- de vergunde en niet vergunde objecten, welke eigendom zijn van de exploitant, waarop een omschrijving is aangebracht, die uitsluitend betrekking heeft op de handel, nijverheid of dienst bedreven in het pand waarop zij zich bevinden en die door de exploitant zelf gevoerd wordt, m.a.w. de objecten, dienstig voor het maken van reclame voor de handelszaak, die geplaatst zijn op terreinen die behoren bij het handelshuis en er rechtstreeks toegang toe geven; voor zover de maximale oppervlakte van 2m² niet wordt overschreden;

- de objecten, waarvoor de vrijstelling contractueel met het gemeentebestuur werd vastgesteld op een datum voorafgaand aan dit besluit;

- de objecten, voor publiciteitsdoeleinden met tijdelijk karakter, geplaatst tussen 15 december van het lopend kalenderjaar en verwijderd uiterlijk op 15 januari van het volgende kalenderjaar;

- de objecten, geplaatst door politieke, culturele, sociale of godsdienstige organisaties, wanneer het gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten op politiek, cultureel, sociaal of godsdienstig vlak, op voorwaarde dat die objecten niet langer dan één maand voor de aankondiging van hun activiteit aangewend worden.

 

Artikel 6 : De aangifteplicht

 

De aangifte gebeurt bij middel van een door het gemeentebestuur ter beschikking gesteld formulier dat door de belastingplichtige, behoorlijk ingevuld en ondertekend moet worden teruggestuurd, vóór de erin vermelde datum of bij het gemeentebestuur moet worden afgegeven.

 

Indien het gemeentebestuur geen bericht van wijziging van de belastingbasis heeft ontvangen van de belastingplichtige, baseert het gemeentebestuur zich op de vorige aangifte van de belastingplichtige, zo van toepassing.

 

Alle objecten geplaatst in de loop van het jaar en niet begrepen in de aanvankelijke aangifte, dienen aangegeven te worden binnen de 30 dagen na plaatsing. De nieuw geplaatste objecten voor publiciteitsdoeleinden worden voor een volledig aanslagjaar belast.

 

De aangifte blijft gelden tot de belastingplichtige het gemeentebestuur schriftelijk op de hoogte stelt van de gewijzigde toestand.

 

Nieuwe eigenaars dienen binnen de 30 dagen na overname aangifte te doen van de bestaande en de nieuw geplaatste objecten.

 

Artikel 7: ambtshalve belasting.

 

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

- 10% bij een eerste overtreding;

- 25%, 50% en 100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

- 200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.

 

De overtredingen worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal door het College van Burgemeester en Schepenen aangewezen ambtenaren. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel

 

Artikel 8: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 9: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 10: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 11: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 12: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 13: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op verblijf

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 en 41 van het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende toeristische logies

 

                      Feitelijke motivering:

Het belastingreglement op verblijf werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 27 maart 2019 en is geldig tot 31/12/2019.

 

De gemeente levert inspanning inzake veiligheid en verfraaiing en hiervoor wordt van de toeristen en tijdelijke verblijvers een redelijke bijdrage gevraagd.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 2 nee-stemmen (Christelle Mayné en Emmanuel Donge), 4 onthoudingen (Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: Belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een verblijfsbelasting geheven op het verstrekken van toeristisch logies aan personen vanaf 18 jaar in de daartoe uitgeruste gelegenheden zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet houdende het toeristisch logies van 05/02/2016.

 

Artikel 2: Belastingplichtige

 

De belastingplichtige is de natuurlijke- of rechtspersoon die een logiesverstrekkend bedrijf uitbaat.

 

Artikel 3: tarief

 

De belasting wordt berekend per overnachting en per persoon, ongeacht of de concrete overnachting al dan niet betalend is. De belasting is verschuldigd per kwartaal.

 

De belasting bedraagt 2,20 euro per overnachting en per persoon vanaf 18 jaar.

 

Artikel 4: Vrijstellingen

 

Zijn vrijgesteld van belastingen:

 

1.de logiesverstrekkende bedrijven erkend als hostel met label jeugdtoerisme zoals bedoeld in artikel 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en de financiële ondersteuning van verblijven in het kader van "Toerisme voor Allen" van 28 mei 2004 en latere wijzigingen

 

2.de logiesverstrekkende bedrijven bedoeld onder artikel 3 van het decreet betreffende de toeristische logies

 

3. de overnachtigen die geboekt worden via het Steunpunt Vakantieparticipatie

 

Artikel 5: Register- en aangifteplicht

 

Registerplicht

 

De exploitant moet een door de gemeente Beersel voorgeschreven register bijhouden waarin o.a. per nacht het aantal logerende personen en het aantal bezette kamers worden vermeld.

 

Bij aanvang van de exploitatie en voor elk aanslagjaar ontvangt de belastingplichtige een register. De belastingplichtige die dergelijk register niet ontvangt moet dit register spontaan vragen aan de bevoegde administratie. De bevoegde administratie is de dienst Belastingen met kantooradres te 1654 Huizingen - H. Torleylaan 13.

 

Het register moet steeds ter inzage liggen in het logiesverstrekkende bedrijf en spontaan worden voorgelegd aan de controleambtenaren. Dit register vermeldt o.a. de recentste stand van het aantal overnachtingen (inclusief de niet belastbare en de vrijgestelde overnachtingen). Voor de vakantiewoningen wordt het register ter inzage gelegd op een vooraf afgesproken locatie.

 

Het register moet in elk geval minimaal volgende gegevens bevatten:

- naam en adres, ondernemingsnummer en/of vestigingsnummer en handelsbenaming

- naam uitbater + contactgegevens

- datum

- aantal overnachtingen per datum

- aantal bezette kamers en/of standplaatsen per nacht

- vrijgestelde overnachtingen per datum

- maximaal aantal beschikbare kamers

 

Aangifteplicht

 

De belastingplichtige moet per kwartaal de ingevulde, ondertekende en gedateerde registerbladen terug sturen naar de bevoegde administratie (dienst Belastingen - H. Torleylaan 13 - 1654 Huizingen) en dit ten laatste veertien dagen na elk kwartaal van het aanslagjaar. De registerbladen gelden als aangifte.

De belastbare overnachtingen dienen getotaliseerd te worden per maand.

 

Valt de uiterste indieningsdatum van de aangifte op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag. De aangifte is laattijdig wanneer ze na de uiterste indieningsdatum is gepost of wanneer ze na de laatste nuttige dag wordt afgegeven tegen ontvangstbewijs.

 

Aangiftes worden schriftelijk ingediend of digitaal via belastingen@beersel.be

 

Artikel 6: Ambtshalve belasting

 

Bij gebrek aan aangifte op de gestelde datum, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.

 

De ambtshalve in te kohieren belasting wordt berekend op basis van de door de administratie gekende gegevens aan overnachtingscapaciteit vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in één kwartaal.

 

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met

-10% bij een eerste overtreding;

-100% bij respectievelijk een tweede, derde en vierde opeenvolgende overtreding;

-200% vanaf een vijfde opeenvolgende overtreding.

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd

 

Artikel 7: Controle

 

Daartoe aangestelde ambtenaren zijn bevoegd elke inbreuk op het huidige reglement op het terrein vast te stellen.

 

Artikel 8: Meldingen

 

De uitbater van een logiesverstrekkend bedrijf moet in geval van stopzetting of tijdelijke sluiting of bij het starten van een nieuwe exploitatie dit onmiddellijk meedelen aan de bevoegde gemeentelijke dienst belastingen - H. Torleylaan 13 - 1654 Huizingen.

 

Deze melding kan via mail gebeuren (belastingen@beersel.be).

 

Artikel 9: Administratieve geldboete

 

Een administratieve geldboete van 250 euro wordt opgelegd in geval van:

de weigerig om mee te werken aan een fiscale controle

bij weigering na uitdrukkelijk verzoek, het logiesverstrekkend bedrijf te betreden

de weigering om boeken of bescheiden voor te leggen.

Deze boete kan ook worden opgelegd aan derde, niet-belastingplichtige.

De administratieve geldboete wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.

De administratieve geldboete moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet of na het ter beschikking stellen van het aanslagbiljet op het elektronische platform.

 

Het bedrag van de administratieve boete wordt ook ingekohierd.

 

Artikel 10: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 11: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 12: bezwaarprocedure

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.

Deze indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 13: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 14: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 15: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

via loket lokaal bestuur

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Het decreet van 22/12/1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, in het bijzonder de artikelen 24 en 25;

 

Het decreet van 19/04/1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

 

Het decreet van 15/07/1997 houdende de Vlaamse wooncode;

 

Het bestuursdecreet van 07/12/2018;

 

Het decreet van 22/12/2017 over het lokaal bestuur;

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode stelt de gemeente aan als coördinator en regisseur van het lokale woonbeleid;

 

Het is wenselijk dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare woningen- en gebouwenbestand niet alleen gebruikt wordt, maar ook in goede staat blijft, omdat verwaarlozing leidt tot verloedering, wat extra taken meebrengt voor de gemeente;

 

Op basis van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, in het bijzonder de artikelen 24 en 25, kunnen de gemeenten een register van verwaarloosde woningen en gebouwen bijhouden;

 

Een gemeentelijk reglement dient aangenomen te worden waarin de afbakening van verwaarlozing en de procedure tot vaststelling van verwaarlozing worden vastgesteld;

 

De strijd tegen de verwaarloosde woningen en gebouwen zal maar een effect hebben als de opname in een verwaarlozingsregister ook leidt tot een belasting;

 

De vrijstellingen van belasting die in dit reglement zijn opgenomen sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente;

 

Het belastingreglement betreffende de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen goedgekeurd in zitting van 22/02/2017, voor aanslagjaren 2017 tot 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt eengemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister

 

De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of het gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden opgenomen is in het verwaarlozingsregister.

 

Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit het verwaarlozingsregister, blijft de belasting verschuldigd bij elke verjaardag van de opname.

 

Artikel 2: definitie

 

Er wordt voor de jaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden opgenomen zijn in het verwaarlozingsregister

 

In dit reglement wordt verstaan onder:

 

administratie: de gemeentelijke administratieve eenheid of intergemeentelijke administratieve eenheid;

 

beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen

- een aangetekend schrijven,

- een afgifte tegen ontvangstbewijs;

 

woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, zoals vermeld in artikel 2, §1, eerste lid, 31°, van de Vlaamse Wooncode;

 

gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vermeld in artikel 24, 2° van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;

 

opnamedatum: de datum waarop de woning of het gebouw opgenomen wordt in het verwaarlozingsregister;

 

verjaardag: het ogenblik waarop een nieuwe periode van twaalf maanden verstreken is sinds de opnamedatum, zolang de woning of het gebouw niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt;

 

verwaarlozingsregister: het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, vermeld in artikel 2 van dit reglement;

 

houder van het zakelijk recht: de houder van één van de volgende zakelijke rechten:

-de volle eigendom,

-het recht van opstal of van erfpacht,

-het vruchtgebruik.

 

Artikel 3: registratie.

 

Verwaarlozingsregister:

 

De administratie houdt een register bij van verwaarloosde woningen en gebouwen.

 

In het verwaarlozingsregister worden de volgende gegevens opgenomen:

- het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,

-  de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw,

- de identiteit en het adres van alle houders van het zakelijk recht,

- het nummer en de datum van het opnameattest,

- de gebreken en tekenen van verval die aanleiding gaven tot de opname,

- de eventuele ligging binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan,

- de eventuele voorbereiding van een onteigeningsplan waarbinnen de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw of zich situeert.

 

Registratie van verwaarlozing:

 

De door het college van burgemeester en schepenen met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden en de medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking “Woonbeleid Zennevallei” bezitten de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan het dak, de gevel, het buitenschrijnwerk of de omgeving/toegang van het gebouw. Als ernstige zichtbare en storende

gebreken en tekenen van verval worden beschouwd de gebreken die verder verval op korte termijn in de hand werken. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de volgende objectieve indicaties zoals vermeld in de volgende lijst:

 

Dak van het gebouw

-het dakgebinte vertoont ernstige gebreken, die gevolgen hebben voor de stabiliteit

-de dakbedekking vertoont ernstige gebreken/is deels of volledig verdwenen

-de dakgoten en afvoerbuizen zijn afwezig/hangen los/zijn lek.

-de schoorstenen vertonen ernstige gebreken

 

Gevel

-ernstige scheuren/barsten

-gevel(s) is/zijn met verschillende materialen (onverantwoorde verbouwingen) afgewerkt/dichtgemaakt

-loskomende gedeeltes aan de gevel(s)

-gevelbepleistering/gevelbekleding vertoont gebreken

-andere gevelelementen die gebreken vertonen (betonrot, houtrot, corrosie,…).

-ernstige vochtproblemen zichtbaar aan de gevel(s)

 

Buitenschrijnwerk

-ramen en deuren vertonen ernstige structurele gebreken.

-ramen en deuren zijn langdurig niet onderhouden waardoor vocht of wind kunnen binnendringen

-glasplaten gebarsten/gebroken/verdwenen waardoor vocht of wind kunnen binnendringen

 

Omgeving en toegang woning

-toegang tot de woning is moeilijk of niet mogelijk

-overwoekerende begroeiing aanwezig aan de gevel

 

Een verwaarloosde woning of gebouw wordt opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerd opnameattest waaraan minstens één foto wordt toegevoegd.

Het opnameattest bevat een beschrijvend verslag met een opsomming van alle gebreken die aanleiding gaven tot de opname in het verwaarlozingsregister. De datum van de vaststelling is de datum van het opnameattest, en geldt eveneens als opnamedatum in het verwaarlozingsregister.

 

Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

 

Een woning die of een gebouw dat in het gemeentelijke leegstandsregister staat, kan eveneens opgenomen worden in het verwaarlozingsregister, en omgekeerd.

 

Kennisgeving van de registratie

 

Alle houders van het zakelijk recht, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister.

 

De kennisgeving bevat:

- het opnameattest met het beschrijvend verslag,

- informatie over de gevolgen van de opname in het verwaarlozingsregister,

- informatie over de beroepsprocedure tegen de opname in het verwaarlozingsregister,

- informatie over het schrappingsverzoek uit het verwaarlozingsregister.

 

De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de houder van het zakelijk recht. Is de woonplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een houder van het zakelijk recht niet bekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan het adres van de woning of het gebouw waarop het opnameattest betrekking heeft.

 

Artikel 4: beroep tegen registratie

 

Binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat de dag na de datum van de beveiligde zending vermeld in artikel 3, kan een houder van het zakelijk recht bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister.

Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

- de identiteit en het adres van de indiener,

- de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop het beroepschrift betrekking heeft,

- de bewijsstukken die aantonen dat de opname van de woning of het gebouw in het verwaarlozingsregister ten onrechte is gebeurd. De registratie kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

Als datum van het beroepschrift geldt de datum van de beveiligde zending.

 

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

De administratie stuurt aan de indiener van een beroepschrift een ontvangstbevestiging.

 

Het beroepschrift is onontvankelijk als het niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen.

 

Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener. Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van niet verstreken is.

 

Het college van burgemeester en schepenen onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden. of medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking “Woonbeleid Zennevallei".

 

Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat op de dag na de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

 

Als de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de houder van het zakelijk recht onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, blijft de woning of het gebouw opgenomen in het verwaarlozingsregister.

 

Artikel 5: schrapping uit het verwaarlozingsregister

 

Een woning of een gebouw wordt geschrapt uit het verwaarlozingsregister wanneer de houder van het zakelijk recht bewijst dat alle gebreken die op korte termijn verder verval in de hand werken, zoals opgenomen in het beschrijvend verslag, hersteld zijn of verwijderd. In geval van sloop moet alle puin geruimd zijn.

 

De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed.

 

Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met de opsporing van verwaarloosde gebouwen en woningen belaste personeelsleden of medewerkers van de intergemeentelijke samenwerking “Woonbeleid Zennevallei.

 

Voor de schrapping uit het verwaarlozingsregister richt de houder van het zakelijk recht een ondertekend en gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending. Dit verzoek bevat:

- de identiteit en het adres van de indiener,

- de vermelding van het nummer van het opnameattest en het adres van de woning of het gebouw waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft,

-de bewijsstukken die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister.

 

Als datum van het schrappingsverzoek geldt de datum van de beveiligde zending.

 

Als het verzoek ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de houder van het zakelijk recht, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

 

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het schrappingsverzoek geacht te zijn ingewilligd.

 

Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De indieningsdatum van het schrappingsverzoek geldt als datum waarop de woning of het gebouw uit het verwaarlozingsregister wordt geschrapt.

 

Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de houder van het zakelijk recht beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 4.

 

 

Artikel 6: tarief

 

De belasting bedraagt:

 

1.375 euro voor een woning of voor een gebouw.

 

Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal periodes van 12 maanden dat de woning zonder onderbreking is opgenomen in de inventaris van verwaarloosde woningen of gebouwen, met een maximum van 6.875 euro .

 

 

Artikel 7: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht op de verwaarloosde woning of het verwaarloosd gebouw op de verjaardag van de opname.

 

Indien er meerdere houders van het zakelijk recht zijn, zijn zij allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de totale belastingschuld.

 

Artikel 8: vrijstellingen

 

De houder van het zakelijk recht kan beroep doen op de hieronder vermelde vrijstellingen. Indien hij van een bepaalde vrijstelling gebruik wenst te maken, moet hij zelf de nodige bewijsstukken voorleggen aan de administratie. Deze vrijstellingen moeten, tenzij anders vermeld, elk jaar opnieuw, per aanslagjaar, voor de datum van het verschuldigd zijn van de belasting, worden aangevraagd.

 

Van de belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen is vrijgesteld:

 

a) de belastingplichtige die sinds minder dan één jaar houder van het zakelijk recht is over de woning of het gebouw, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het belastingjaar dat volgt op het verkrijgen van het zakelijk recht. Dit bewijs moet afgeleverd worden door het voorleggen van een attest van de notaris waaruit blijkt vanaf welke datum de belastingplichtige eigenaar is geworden of door het voorleggen van een notarisakte.

 

Deze vrijstelling geldt niet voor:

- de overdracht aan een vennootschap die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt;

- de overdracht die het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten algemene titel;

 

b) wegens overmacht, als de belastingplichtige aantoont dat de woning of het gebouw opgenomen blijft in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen om redenen die onafhankelijk zijn van zijn wil. Die vrijstelling wordt verleend voor een termijn van twee jaar.

 

Een vrijstelling wordt verleend indien de woning of het gebouw:

 

c) gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan, of geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. Het bewijs wordt geleverd door een attest afgeleverd door de gemeentelijke instantie;

 

d) vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar vanaf de datum van de vernieling of beschadiging.

Onder een ramp wordt verstaan elke gebeurtenis die uiterlijk waarneembare schade veroorzaakt aan de woning of het gebouw, waardoor de bewoning van de woning of het gebruik van het gebouw geheel of ten dele onmogelijk wordt. Dit dient door de belastingplichtige met alle mogelijke bewijsvoeringen en verklaringen aangetoond te worden;

 

Een vrijstelling wordt tevens verleend:

 

e) als de belastingplichtige een renovatienota voorlegt met daarin tekeningen en een opsomming van de werken, waaruit blijkt dat hij de nodige renovatiewerken gaat uitvoeren.

Deze vrijstelling kan per houder van het zakelijk recht voor hetzelfde pand maar voor één belastingjaar verkregen worden. Tijdens die periode moet de verwaarlozing zijn weggewerkt.

Voor de toepassing van deze vrijstelling wordt sloop die gevolgd wordt door vervangingsbouw, gelijkgesteld met renovatiewerken.

 

Artikel 9: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 10: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 11: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 12: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 13: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 14: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op het weghalen en bewaren van goederen, buiten de particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uithuiszetting

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het belastingreglement op het weghalen en bewaren van goederen, buiten de particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uithuiszetting goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een belasting geheven op het weghalen en bewaren van goederen, buiten de particuliere eigendom gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uithuiszetting.

 

Artikel 2: definitie

 

De belasting wordt geheven zodat de door de gemeente gemaakte kosten kunnen teruggevorderd worden.

 

Artikel 3: tarief

 

Het bedrag van de belasting wordt als volg vastgesteld:

 

1) per uur personeels- en administratiekosten: 45 euro per uur

2) per gebruik van een gewoon voertuig: 25 euro per uur

3) per gebruik van een kleine vrachtwagen: 35 euro per uur

4) per gebruik van een vrachtwagen met grijper: 65 euro per uur

5) per gebruik van een verhuiswagen: 60 euro per uur

6) per dag voor bewaring in gemeentelijk depot: 6,00 euro

 

Wanneer de goederen na zes maanden niet afgehaald zijn door de eigenaar, worden ze eigendom van de gemeente. De goederen zullen door de gemeente vernietigd worden.

 

De totale kost van de uitdrijving + de bewaring in het gemeentelijk depot wordt op dat ogenblik een kohierbelasting.

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de eigenaar die de goederen al dan niet ophaalt.

 

Ingevolge artikel 1408 van het Gerechtelijk wetboek heeft de eigenaar het recht de volgende goederen op te halen zonder voorafgaandelijk te betalen:

 

1° het nodige bed en beddegoed van de beslagene en van zijn gezin, de kleren en het linnengoed volstrekt noodzakelijk voor hun persoonlijk gebruik alsmede de meubelen nodig om deze op te bergen, een wasmachine en strijkijzer voor het onderhoud van het linnen, de toestellen die noodzakelijk zijn voor de verwarming van de gezinswoning, de tafel en de stoelen die voor de familie een gemeenschappelijke maaltijd mogelijk maken, alsook het vaatwerk en het huishoudgerei dat volstrekt noodzakelijk is voor het gezin, een meubel om het vaatwerk en het huishoudgerei op te bergen, een toestel om warme maaltijden te bereiden, een toestel om voedingsmiddelen te bewaren, één verlichtingstoestel per bewoonde kamer, de voorwerpen die noodzakelijk zijn voor de mindervalide gezinsleden, de voorwerpen die bestemd zijn om te worden gebruikt door de kinderen ten laste die onder hetzelfde dak wonen, de gezelschapsdieren, de voorwerpen en produkten die noodzakelijk zijn voor de lichaamsverzorging en voor het onderhoud van de vertrekken, het gereedschap dat nodig is voor het onderhoud van de tuin, een en ander met uitsluiting van de luxemeubelen en luxeartikelen;

  2° de boeken en overige voorwerpen, nodig voor de voortzetting van studies of voor de beroepsopleiding van de beslagene of van de kinderen te zijnen laste die onder hetzelfde dak wonen;

  3° de goederen die de beslagene volstrekt nodig heeft voor zijn beroep, tot een waarde van (2.500 EUR) op het tijdstip van het beslag en naar keuze van de beslagene, behalve voor de betaling van de prijs van die goederen; <KB 2000-07-20/58, art. 2, 037; Inwerkingtreding : 01-01-2002>

  4° de voorwerpen die dienen voor de uitoefening van de eredienst;

  5° de levensmiddelen en brandstof die de beslagene en zijn gezin voor een maand nodig hebben;

  6° een koe, of twaalf schapen of geiten, naar keuze van de beslagene, alsmede een varken en vierentwintig dieren van de hoenderhof, met het stro, voeder en graan, nodig voor het strooisel en de voeding van dat vee gedurende één maand.

 

De medewerkers van de technische uitvoeringsdienst zullen toezien dat enkel deze goederen worden meegenomen zonder voorafgaandelijke betaling.

 

Artikel 5: wijze van inning

 

De belasting is verschuldigd voorafgaandelijk de afhaling van de goederen in het gemeentelijk depot.

De belasting wordt voldaan aan de financieel directeur die een betalingsbewijs zal afleveren.

Bij gebreke aan betaling en bij niet afhalen van de goederen wordt de belasting een kohierbelasting.

 

Artikel 6: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 7: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 8: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 9: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Milieubelasting

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidindex.

 

Het belastingreglement betreffende de milieubelasting goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025.

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 6 onthoudingen (Christelle Mayné, Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een milieubelasting geheven.

 

Artikel 2: definitie

 

De milieubelasting is verschuldigd voor de hierna omschreven entiteiten die op 1 januari van het financieel boekjaar op het grondgebied van de gemeente wonen, verblijven, gevestigd zijn of er welbepaalde activiteiten ontplooien.

 

Een entiteit kan zijn:

•Een gezin, waaronder wordt verstaan een vereniging van twee of meer natuurlijke personen, die al dan niet door verwantschap met elkaar verbonden zijn;

•Een alleenstaande, waaronder wordt verstaan een natuurlijk persoon die voor een woning of woongelegenheid op het grondgebied van de gemeente alleen is ingeschreven in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister of er alleen verblijft;

•Een gemeenschap;

•Een rechtspersoon met een vestiging op het grondgebied van de gemeente;

•Een natuurlijk persoon die als hoofd- en/of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente:

- een nijverheids-, landbouw-, horeca-, handelsbedrijf of financiële instelling exploiteert;

- een vrij beroep of een zelfstandige activiteit uitoefent;

•Een kampeerterrein of woonwagenterrein;

 

Onder wonen in de gemeente wordt voor dit reglement verstaan : op 1 januari van het financieel boekjaar gedomicilieerd zijn in de gemeente, door inschrijving in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister.

 

Onder verblijven in de gemeente wordt voor dit reglement verstaan : op 1 januari van het financieel boekjaar op het grondgebied van de gemeente kunnen beschikken over een woongelegenheid zonder voor deze woongelegenheid ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters.

 

Onder woongelegenheid wordt voor dit reglement verstaan elke private woongelegenheid die door de eigenaar of de huurder ervan niet tot hoofdverblijf dient maar op elk ogenblik door hen voor bewoning kan worden gebruikt.  Als zodanig gelden de al dan niet in de kadastrale legger ingeschreven landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden met inbegrip van de met de chalets gelijkgestelde caravans.

 

Onder vestiging wordt voor dit reglement verstaan de plaats op het grondgebied van de gemeente waar de maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel van de rechtspersoon zich bevindt.

 

Onder kampeerplaats wordt voor dit reglement verstaan :

-de zone voorbehouden voor één (sta) caravan;

-de plaats waar één kampeerhuisje staat;

-iedere 150 vierkante meter bestemd voor tenten, mobilhomes,...

-zone voorbehouden voor één bungalette;

-een doortrekkersterrein voor elke 150 m².

 

Artikel 3: tarief

 

Voor het aanslagjaar 2020 gebeurt de berekening van de milieubelasting volgens volgende formule:

 

In = (Vn -4 + Vn -3 + Vn -2):3

 

waarbij

 

In  =   referentie-index (waarde 100)

V  =  kg/capita (inwoners) volgens cijfers jaarlijks geleverd aan OVAM, inbegrepen de middenstanders voor de niet-firma gebonden afval.

Vn-4 = voor het jaar 2016

Vn-3 =  voor het jaar 2017

Vn-2 =  voor het jaar 2018

 

Hetzij voor het aanslagjaar 2020:

 

In 2020 = (383,63 + 389,23 + 397,77):3 = 390,21

 

Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Deze referentie-index 2020 (waarde 100) geldt als basis voor de aanrekening van volgende waarden van de belasting:

 

a)42 euro voor een gezin

b)21 euro voor een alleenstaande

c)42 euro voor een tweede verblijf

d)42 euro voor een communauteit

e)42 euro voor een rechtspersoon

f)42 euro voor de in artikel 2 omschreven handelszaken, zelfstandigen of vrije beroepen

g)15 euro per vergunde kampeerplaats voor iedere 150 m² (zie artikel 2)

 

De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar.

 

Artikel 4: belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door het gezinshoofd, de alleenstaande, de bewoner van het tweede verblijf, de communiteit, de rechtspersoon, de in artikel 2 omschreven natuurlijke personen of de inrichter/uitbater van het kampeerterrein.

 

Wanneer verschillende rechtspersonen hun maatschappelijke zetel of exploitatiezetel op hetzelfde adres hebben gevestigd, is elke rechtspersoon aldaar afzonderlijk belastingplichtig.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Vrijgesteld van de belasting zijn de entiteiten bestemd voor een openbare dienst of voor een dienst van openbaar nut.  Deze vrijstelling strekt zich niet uit tot de gedeelten van deze entiteiten die privaat gebruikt worden.

 

Artikel 6: wijze van inning

 

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 7: betaaltermijn

 

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

 

Artikel 8: bezwaarprocedure

 

De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven binnen de vijftien dagen na indiening ervan.

 

Artikel 9: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 10: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 11: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Invoeren retributiereglement voor het vernieuwen, verlengen of vervangen van de verblijfsvergunning 'bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister - tijdelijk verblijf' (elektronische A-kaart)"

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 173 van de Grondwet.

 

Artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere aanpassingen.

 

                      Feitelijke motivering:

De gemeenteraad van 30 januari 2019 waarop bij amendement beslist werd het bijkomende

agendapunt ingediend door de fractie Vlaams Belang te agenderen op de gemeenteraad van

december.

 

De inhoud van het bijkomende agendapunt was als volgt:

 

"Invoeren retributiereglement voor het vernieuwen, verlengen of vervangen van de

verblijfsvergunning 'bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister - tijdelijk verblijf'

(elektronische A-kaart)

 

Toelichting

 

Tussen juli 2015 en september 2015 besloot het meetbureau van de Dienst Administratieve

Vereenvoudiging tot een meting van de administratieve last voor gemeenten omtrent de aanvragen

tot verlenging van het verblijf van een vreemdeling. Hierin werd zeer nauwkeurig in beeld gebracht

wat de administratieve kosten zijn van een dergelijke verlenging en welke verschillende stappen door

de gemeenten dienen te worden doorlopen alvorens de documenten aan de vreemdeling kunnen

worden afgeleverd. Uit deze meting bleek dat de administratieve afhandeling door de gemeenten

beduidend omslachtiger was voor de verlenging van het bewijs van inschrijving in het

vreemdelingenregister – tijdelijk verblijf, dan voor de andere verblijfsvergunningen en ongeveer 50

euro bedroeg. De retributie zoals gestemd op de gemeenteraad van Beersel op 19 december 2018

dekt bijgevolg geenszins de reële kosten.  

 

Naar aanleiding van dit onderzoek werd bij wet van 18 december 2016 in de wet van 14 maart 1968

tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12

oktober 1953, een artikel 2§2 ingevoegd. Deze bepaling maakt het mogelijk voor de gemeenten om

een retributie te innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen van bepaalde bij koninklijk besluit

vastgelegde verblijfsvergunningen.

 

Bij koninklijk besluit werd deze wet uitgevoerd op 5 maart 2017 waardoor de gemeente een retributie

kan vestigen op het vernieuwen, verlengen of vervangen van het bewijs van inschrijving in het

vreemdelingenregister – tijdelijk verblijf, de zogenaamde elektronische A-kaart. Het besluit legde het

maximumbedrag vast op 50 euro.

 

Gemeentebesturen kunnen voor bepaalde prestaties en diensten die voor de administratie arbeids-

en tijdsintensief zijn en die in het individueel belang of voordeel zijn van degene die om die prestatie

of dienst verzoekt, een billijke vergoeding vragen. Het vernieuwen, verlengen of vervangen van een

verblijfsvergunning, in casu het afleveren van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister

– tijdelijk verblijf, is een dienstverlening van de gemeente aan de burger waarvoor een retributie kan

worden gevraagd. Deze retributie staat volledig los van de kost voor de materiële aanmaak van de

vreemdelingenkaart.

 

Het vaststellen van een retributie kadert in het gemeentelijk belang en is uitsluitend gebaseerd op de

bestaande dossierlast en het feit dat de administratieve last voor de gemeente bij de verlenging,

vernieuwing en vervanging van het bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister – tijdelijk

verblijf (elektronische vreemdelingenkaart A) hoog is.

 

Gelet op:

 

De bestaande retributies die bepaalde onkosten doorrekenen aan de gebruikers.

De wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953, gestemd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 24 november 2016, gepubliceerd in het Staatsblad op 2 februari 2017.

Het KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2§2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953, goedgekeurd in de ministerraad van 24 februari 2017, gepubliceerd in het Staatsblad van 20 maart 2017.

De Grondwet die bij artikels 41, 162 tweede lid 2° en 170 §4 fiscale autonomie verleent aan de gemeenten.

Artikel 40 decreet Lokaal Bestuur dat bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de gemeentelijke belastingen en retributies.

Artikel 41, tweede lid, 14° van het decreet Lokaal Bestuur dat bepaalt dat deze bevoegdheid niet aan het college van burgemeester en schepenen kan worden gedelegeerd.

Het KB van 5 maart 2017 dat het maximumbedrag voor deze retributie vastlegt op 50 euro.

 

Vraagt onze fractie aan de gemeenteraad van Beersel te beslissen tot het invoeren van een

retributiereglement voor het vernieuwen, verlengen of vervangen van de verblijfsvergunning 'bewijs

van inschrijving in het vreemdelingenregister - tijdelijk verblijf' (elektronische A-kaart).

 

Voorstel van beslissing

 

De gemeenteraad van Beersel beslist een retributiereglement in te voeren voor het vernieuwen,

verlengen of vervangen van de verblijfsvergunning 'bewijs van inschrijving in het

vreemdelingenregister – tijdelijk verblijf' (elektronische A-kaart), met volgende artikelen:

 

Artikel 1

Met ingang van heden en voor een termijn eindigend op 31 december 2025, wordt een retributie gevestigd op het vernieuwen, verlengen of vervangen van de verblijfsvergunning 'bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister – tijdelijk verblijf: de elektronische A- kaart.

 

Artikel 2

De retributie bedraagt 50 euro per persoon en kan slechts eenmaal per kalenderjaar worden geïnd.

 

Artikel 3

De retributie is verschuldigd door de aanvrager en dient bij de aanvraag van de vernieuwing,

verlenging of vervanging van de elektronische A-kaart te worden betaald, hetzij elektronisch of via

overschrijving. De retributie is niet terugbetaalbaar.

 

Een afschrift van deze gemeenteraadsbeslissing wordt overgemaakt aan de hogere overheid."

 

Dit voorstel wordt, overeenkomstig de gemeenteraadsbeslissing van 30 januari 2019, ter stemming

voorgelegd aan de gemeenteraad van december 2019.

 

                      Financiering

VISUM FINANCIEEL BEHEERDER

Niet van toepassing.

 

Besluit:

Met 1 ja-stem (Klaas Slootmans), 27 nee-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Christelle Mayné, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Perrine Marchal, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky, Maxime Timmerman en Jos Savenberg).

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het voorstel ingediend door de fractie Vlaams Belang met als titel

"Invoeren retributiereglement voor het vernieuwen, verlengen of vervangen van de

verblijfsvergunning 'bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister - tijdelijk verblijf'

(elektronische A-kaart)' te verwerpen.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan

Hoe

De dienst bevolking

Uittreksel

De dienst belastingen

Uittreksel

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Belasting op de afgifte van administratieve stukken en documenten.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Wet van 18/06/2018: diverse bepalingen inzake burgerlijk recht, artikels 119 t.e.m. 136

 

Wet van 14/03/1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12/10/1953

 

Wet van 25/06/2017 tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan betreft;

 

Wetboek Belgische nationaliteit: artikels 11bis §3 derde lid, 15 §1 vijfde lid en 21,§2

 

Artikelen 50-67 Consulair wetboek van 21/12/2013

 

Artikel 8 van de Wet van 30/04/1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers

 

Decreet van 30/05/2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Artikel II.31, tweede lid van het Bestuursdecreet van 07/12/2018

 

KB van 10/12/1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de 12 jaar.

 

KB van 05/03/2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2,§2, van de wet van 14/03/1968 tot heffing van de wetten betreffende de verblijfsbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12/10/1953.

 

KB van 23/03/1998 betreffende het rijbewijs

 

KB van 02/04/2003 tot bepaling van de modaliteiten van indiening van de aanvragen en aflevering van de arbeidskaart C

 

KB van 05/03/2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeente retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2,$2, van de wet van 14/03/1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12/10/1953

 

Artikel 2 van MB van 19/04/2014 aangaande de afgifte van paspoorten

 

MB van 20/07/2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en de noodzaak van een begroting in evenwicht;

 

De start van de Databank akten Burgerlijke Stand (DABS), waardoor de afschriften/uittreksels elektronisch en gratis worden.

 

Met ingang van 01/08/2018 is de Fod Justitie niet langer bevoegd voor het behandelen van aanvragen tot wijziging van de voornaam maar wel de ambtenaar van de burgerlijke stand;

 

Gelet op de grote administratieve werklast, wordt bij vernieuwing, de verlenging of vervanging van een verblijfskaart A een vergoeding ingesteld van 50 euro. Deze vergoeding is maximaal éénmaal per jaar verschuldigd.

 

Het is evenwel raadzaam om bepaalde categorieën van vreemdelingen vrij te stellen van deze vergoeding.

 

Het belastingreglement betreffende de administratieve stukken, goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

Het belastingreglement betreffende de afgifte van paspoorten, goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

Het belastingreglement betreffende de belasting op verplichte aansluiting op de openbare riolering, goedgekeurd in zitting van 30/12/2013, voor aanslagjaren 2014 tot 2018 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven afgestemd worden op de gezondheidsindex.

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 1 nee-stem (Klaas Slootmans), 5 onthoudingen (Christelle Mayné, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een contante belasting geheven op het afleveren door het gemeentebestuur van allerhande administratieve stukken.

 

Artikel 2 : belastingplichtige

 

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het stuk wordt afgeleverd.

 

Artikel 3: tarief

 

Het bedragen van de belasting wordt als volgt vastgesteld:

 

1. Elektronische identiteitskaarten voor Belgen:

 

1.1 Voor de personen vanaf 12 jaar:

Gemeentebelasting van 7 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid, afgerond naar de hogere gehele euro.

 

1.2 Kids-ID (elekronisch identiteitsbewijs voor kinderen -12 jaar met de Belgische nationaliteit):

Geen gemeentebelasting, enkel de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid.

 

1.3 Dringende procedure: (D+2)

Gemeentebelasting van 30 euro, vermeerderd met de vervoerskosten en de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid, afgerond naar de hogere gehele euro.

 

1.4 Zeer dringende procedure: (D+1)

Gemeentebelasting van 30 euro, vermeerderd met de vervoerskosten en de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid, afgerond naar de hogere gehele euro.

 

1.5 Verlaagd tarief vanaf tweede Kids-ID bij spoed- en dringende spoedprocedure

Wanneer Kids-ID kaarten voor de tweede keer of meer wordt aangevraagd voor kinderen van hetzelfde gezin die op hetzelfde adres zijn ingeschreven is er een verlaagd tarief van toepassing.

Geen gemeentebelasting, enkel de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid.

 

1.6 Verlies of diefstal

Extra gemeentebelasting voor

1ste duplicaat 10 euro

2de duplicaat 15 euro

 

1.7 Nieuwe pin- en pukcodes

Gemeentebelasting van 6 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid, afgerond naar de hogere gehele euro.

 

2. Elektronische vreemdelingenkaarten:

 

2.1 Onderdanen van lidstaten EU vanaf 12 jaar:

Gemeentebelasting van 7 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid, afgerond naar de hogere gehele euro

 

2.2 Identiteitskaarten voor vreemdelingen niet EU vanaf 12 jaar:

Gemeentebelasting van 7 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid, afgerond naar de hogere gehele euro.

 

2.3 Immatriculatieattest en aankomstverklaring:

Gemeentebelasting van 11 euro;

 

2.4 Vreemdelingenkaart voor kinderen onder de 12 jaar

Geen gemeentebelasting, enkel de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid.

 

2.5 Zeer dringende procedure: (D+1)

Gemeentebelasting van 30 euro, vermeerderd met de vervoerskosten en de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid, afgerond naar de hogere gehele euro

 

2.6. Verlies of diefstal

Extra gemeentebelasting voor

1ste duplicaat 10 euro

2de duplicaat 15 euro

 

2.7. Nieuwe pin- en pukcodes

Gemeentebelasting van 6 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid,

 

3. Identiteitsbewijs voor niet-Belgische kinderen jonger dan 12 jaar (kartonnen versie):

 

Geen gemeentebelasting, enkel de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid.

 

4. Internationale paspoorten voor Belgen

 

4.1 Paspoort 32 bladzijden - gewone procedure +18jaar:

Gemeentebelasting van 13 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten; afgerond naar de hogere gehele euro

 

4.2 Paspoort 32 bladzijden - gewone procedure -18jaar:

Geen gemeentebelasting, enkel de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten.

 

4.3 Paspoort 32 bladzijden - spoedprocedure +18 jaar:

Gemeentebelasting van 35 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten, afgerond naar de hogere gehele euro

 

4.4 Paspoort 32 bladzijden - spoedprocedure -18 jaar:

Geen gemeentebelasting, enkel de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten.

 

4.5 Paspoort 64 bladzijden - spoedprocedure +18 jaar

Gemeentebelasting van 35 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten, afgerond naar de hogere gehele euro

 

4.6 Paspoort 64 bladzijden - spoedprocedure -18 jaar

Geen gemeentebelasting, enkel de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten.

 

5. Reisdocumenten voor vreemdelingen, vluchtelingen en staatslozen

 

5.1 Reisdocument - gewone procedure +18 jaar

Gemeentebelasting van 13 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten, afgerond naar de hogere gehele euro.

 

5.2 Reisdocument - gewone procedure -18jaar

Geen gemeentebelasting, enkel de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten.

 

5.3 Reisdocument - spoedprocedure +18 jaar

Gemeentebelasting van 35 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten,afgerond naar de hogere gehele euro .

 

5.4.Reisdocument - spoedprocedure -18 jaar

Geen gemeentebelasting, enkel de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid en consulaire rechten.

 

6. Rijbewijzen

 

Gemeentebelasting van 6 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid, afgerond naar de hogere gehele euro;

 

Er wordt geen belasting geheven op de verlenging van de geldigheidsduur van het rijbewijs cat. A3, A, B, BE en G (groep 1) om medische redenen.

 

7. Internationale rijbewijzen

 

Gemeentebelasting van 10 euro vermeerderd met de kosten van opmaak aangerekend door de federale overheid, afgerond naar de hogere gehele euro.

 

8. Huwelijke en verklaring van wettelijke samenleving

 

8.1 Trouwboekje

Gemeentebelasting van 30 euro.

 

8.2 Huwelijksvoltrekking

Gratis van maandag tot vrijdag

Huwelijk op zaterdag: 100 euro.

 

9. Voornaamsverandering

 

9.1 Gewone procedure

Gemeentebelasting van 150 euro.

 

9.2 Transgenders

Gemeentebelasting van 15 euro.

 

10. Aanvraag Belgische nationaliteit

 

Gemeentebelasting van 100 euro.

 

11. Vreemdelingenkaart - tijdelijk verblijf

 

Voor elke vernieuwing, verlenging of vervanging van een verblijfskaart type A is een vergoeding verschuldigd van 50 euro.

 

Deze vergoeding is maximaal éénmaal per jaar verschuldigd.

 

Zijn vrijgesteld van deze belasting:

-Erkende vluchtelingen

-Personen met subsidiaire bescherming

-Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen

-Personen die een humanitaire regularisatie artikel 9bis kregen

-Slachtoffers van mensenhandel of mensensmokkel

-Minderjarigen op het moment van de aanvraag.

 

12. Wettiging van handtekening en eensluidend verklaren van documenten.

 

Gemeentetaks van 2,00 euro per exemplaar

Er wordt geen gemeentebelasting aangerekend bij het legaliseren van handtekeningen op een toelating voor minderjarigen voor het buitenland.

 

13. Afgifte van allerlei andere getuigschriften, uittreksels, afschriften, legalisaties, vergunningen, verbintenis tot tenlasteneming enz. die ambtshalve of op verzoek worden uitgereikt :

 

a) In kader van het e-loket wordt er geen gemeentebelasting aangerekend voor stukken ongeacht het om het eerste dan wel een bijkomend exemplaar gaat

b) Gemeentebelasting van 4,00 euro/adres voor het afleveren van adressen

c) Gemeentebelasting van 11,00 euro per geannomaliseerde lijst of statistiek voor het afleveren van adressenlijsten en statistieken via het rijksregister, vermeerderd met de administratieve kosten verbonden aan het opvragen van een lijst of statistiek (ingesteld door het rijksregister)

e) aanvragen en afgiften van arbeids- en beroepskaarten;

Gemeentebelasting van

- 4,00 euro voor de aanvraag

- 4,00 euro voor de afgifte

 

14. Kopijen

 

Kopijen in standaardformaat (A4) van administratieve stukken of dossiers kunnen, indien wettelijk toegelaten, bekomen worden aan 0,30 euro per kopij, o.a. ook voor de toepassing van het inzagerecht en de regelgeving met betrekking tot de openbaarheid van bestuur.

 

15. Afleveren van kopijen van plannen en uittreksels

 

Basisprijs opzoekwerk: 15 euro/dossier, verhoogd met eventuele kostprijs kopie

 

15.1 Stedenbouwkundige plannen of uittreksels

a.Formaat A4 (21 x 29.7 cm)0,30 euro

b.Formaat A3 (29.7 x 42 cm)0,60 euro

c.Formaat A2 (42 x 60 cm)11,00 euro

d.Formaat A1 (84 x 60 cm)17,00 euro

e.Formaat AO (84 x 112 cm)22,00 euro

f.Grotere formaten25,00 euro

 

15.2 Opsporen informatie onroerend goed:

Vergoeding per informatiedossier bedraagt 130,00 euro

 

16. Verplichte aansluiting op de riolering

 

Gemeentebelasting van 50 euro vermeerderd met de kosten aangerekend door de aanbestedingshouder van de werken (volgens de prijzen vastgesteld door Schepencollege)

 

17. Genealogische opzoeking

 

17.1 Opzoeking van maximum 1 uur:

Gemeentebelasting van 45 euro

 

17.2 Opzoeking met langere duurtijd

Gemeentebelasting van 45 euro per begonnen uur geleverd werk.

 

18. Verzendingskosten

 

De particulier of rechtspersoon die om verzending van administratieve stukken verzoekt is eveneens de verzendingskosten verschuldigd aan het bestuur, zelfs ook als de afgifte kosteloos is. Tevens worden voor de verzending vaste kosten aangerekend ten belope van 5,00 euro per verzending. Indien echter deze kopieën van administratieve stukken door het bestuur onmiddellijk en zonder extra kost via e-mail, al dan niet in PDF-formaat, kunnen worden verzonden, geschiedt dit kosteloos.

 

Artikel 4: wijze van inning

 

De belasting dient contant betaald te worden op het ogenblik van de aanvraag van het stuk. De belasting wordt contant betaald tegen de afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt ze een kohierbelasting.

 

Artikel 5: bezwaarprocedure

 

De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.

Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstmelding afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.

 

Artikel 6: beroepsprocedure

 

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen kan beroep worden ingediend bij de Rechtbank van Eerste Aanleg.

 

Artikel 7: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 8: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Opcentiemen op de heffing ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 170 § 4 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

 

Artikel 3.1.0.0.4§2 Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.

 

                      Feitelijke motivering:

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

 

Gelet op de noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Het is aangewezen om opcentiemen te heffen op de door het Vlaams Gewest geïnde heffing op de leegstand en verwaarloosde bedrijfsruimten.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het reglement betreffende de opcentiemen op de heffing ter bestrijding van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten, goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 2 nee-stemmen (Christelle Mayné en Emmanuel Donge), 4 onthoudingen (Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 worden er 138 opcentiemen geheven op de heffing van het Vlaamse Gewest ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten ingevoerd door het artikel 3.1.0.0.4,§2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.

 

Artikel 2: wijze van inning

 

De gemeente doet een beroep op de medewerking van de Vlaamse Belastingdienst en andere bevoegde instanties voor de inning van deze opcentiemen

 

Artikel 3: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 4: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

Vlaamse Belastingdienst

Aangetekende zending

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Retributie op het gemeentelijk recyclagepark

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 173 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Bijlage 5.1.4 van het Besluit van de Vlaamse regering van 17/02/2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Het retributiereglement is van toepassing sinds 01/01/2014. De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het retributiereglement betreffende het gemeentelijk recyclagepark, goedgekeurd in zitting van 25/09/2013, voor aanslagjaar 2014 en later, wordt aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 5 nee-stemmen (Christelle Mayné, Klaas Slootmans, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman), 1 onthouding (Perrine Marchal).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een retributie geheven op het gemeentelijk recyclagepark.

 

Artikel 2: voorwaarden

 

Het gemeentelijk recyclage park is enkel toegankelijk voor inwoners van Beersel.  Om te vermijden dat (commerciële) bedrijven en klusjesdiensten, of inwoners van omliggende gemeenten misbruik zouden maken, dient bij aanvoer van grote hoeveelheden afval (laadruimte  >  2m) de oorsprong van de afvalstoffen aangegeven worden via een registratieformulier in te vullen en te ondertekenen door de aanbieder.

 

Artikel 3: tarief

 

De basis van tarifering wordt gevormd door de afmetingen van de laadruimte van het voertuig dat gebruikt wordt voor het aanbrengen van afval en de aard van de aangebrachte afvalfracties.  Bij ontstentenis van een afgescheiden laadruimte worden de maximale afmetingen van het afval in rekening gebracht.

 

Volgende categorieën worden onderscheiden:

 

Catergorie 1

Personenwagen met lengte laadruimte < 1 m

Te voet, met de fiets

Categorie 2

Personenwagen met lengte laadruimte tussen 1 en 1,5m

Break, monovolume, SUV, jeep, met achterbank met lengte laadruimte < 1,5m

Kleine bestelwagens, minibussen met achterbank met lengte laadruimte < 1,5m

Categorie 3

Personenwagens met lengte laadruimte tussen 1,5m en 2m

Break, monovolume, SUV, jeep, zonder/met neergeklapte achterbank met lengte laadruimte < 2m

Minibussen met achterbank met lengte laadruimte < 2m en laadhoogte < 1m

Aanhangwagens, pick-up met lengte laadruimte < 2m en laadhoogte <1m

Categorie 4

Bestelwagens, minibussen, met lengte laadruimte < 2,5m en laadhoogte < 1m

Aanhangwagens, pick-up met lengte laadruimte < 2,5m en laadhoogte < 1m

 

Volgende tarieven worden gehanteerd:

 

 

categorie 1

categorie 2

categorie 3

categorie 4

Houtafval

3,50 euro

5,50 euro

16,50 euro

33,00 euro

Groenafval

3,50 euro

5,50 euro

16,50 euro

33,00 euro

Onzuiver steenpuin

5,50 euro

11,00 euro

22,00 euro

55,00 euro

Grof vuil

5,50 euro

11,00 euro

22,00 euro

55,00 euro

 

Bij aanvoer van verschillende soorten fracties is steeds het hoogste tarief van toepassing.

 

Aanvoer van afvalstoffen met andere voertuigen, dan gespecificeerd in artikel 2, zijn niet toegelaten (o.a. kleine vrachtwagens), evenals wagens met een laadvermogen van meer dan 750 kg worden niet toegelaten.

 

Artikel 4: retributieplichtige

 

De retributie is verschuldigd door de gebruiker van het recyclagepark.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Er is geen retributie verschuldigd indien er met voertuigen gespecificeerd in artikel 2 uitsluitend volgende afvalstoffen worden aangebracht:

-Textiel en lederwaren,

-Papier en karton

-PMD (in PMD zak)

-Restplastiek

-Glas: hol glas (flessen en bokalen) en vlak glas (venster- en spiegelglas)

-Elektrische en elektronische apparatuur

-Zuiver steenpuin

-Asbestcement

-Metaal

-Piepschuim/isomo

-Frituurvet en –olie

-KGA

 

De PMD fractie dient in de gemeentelijke blauwe PMD-zakken aangeboden te worden.

 

Artikel 6: wijze van inning

 

De retributie dient betaald tegen afgifte van de afvalfractie op het recyclagepark, door middel van een geautomatiseerd betaalsysteem, op rekening van de gemeente Beersel. De gebruikers verklaren zich, vanaf het moment dat zij het recyclagepark verlaten, automatisch akkoord met de aangerekende retributie

 

Artikel 7: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 8: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

OVAM

afschrift besluit

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Retributie op hakselen en ophalen van snoeiafval

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 173 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Het verhakselen en ophalen van snoeiafval is een tijdrovende en intensieve bezigheid voor de gemeentelijke diensten

 

Het gaat om een dienst die wordt verricht aan een derde en op diens vrijwillig verzoek, zodanig dat het passend is om hiervoor een billijke vergoeding tegen kostprijs aan te rekenen.

 

Het retributiereglement betreffende het hakselen en ophalen van snoeiafval, goedgekeurd in zitting van 19/12/2018 voor aanslagjaar 2019, dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 23 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Klaas Slootmans, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 5 onthoudingen (Christelle Mayné, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een retributie geheven voor het hakselen en ophalen van snoeiafval.

 

Artikel 2: datum

 

De hakselcampagne gaat jaarlijks door in het najaar. De exacte data en voorwaarden zullen jaarlijks verspreid worden via Rondenbosmagazine en gemeentelijke website.

 

Artikel 3: aanvraag

 

De inschrijver richt de aanvraag via mail (loods.info@beersel.be) of telefonisch (02 359 15 70) aan de technische uitvoeringsdiensten, uiterlijk vrijdagmiddag voor aanvang van de hakselcampagne in de betrokken deelgemeente.

 

Ingeval er een aanvraag wordt gedaan voor het ophalen van snoeiafval afkomstig van meerdere aangelanden en welke wordt verzameld op één centrale plaats, zal de globale afrekening worden verstuurd naar de hoofdinschrijver of diegene die de aanvraag telefonisch heeft gedaan.

 

Artikel 4: tarief

 

Er wordt een vergoeding aangerekend van € 45,00/uur indien de snippers ter plaatse blijven. Er wordt een vergoeding aangerekend van € 77,00/uur indien de snippers dienen meegenomen te worden.

 

Per inschrijver wordt er maximaal 1 uur gehakseld. Dit uur wordt geteld vanaf aankomst bij de inschrijver tot vertrek van beide tractoren.

 

De werkmannen noteren ter plaatse hoe lang er gewerkt wordt, met een maximum van 1 uur. Alle inschrijvers ontvangen achteraf een brief met de precieze afrekening en een overschrijvingsformulier.

 

Alle snoeihout dat binnen het tijdsbestek van 1 uur niet kon verhakseld worden, dient door de inschrijver binnen de 48u verwijderd te worden.

 

Artikel 5: voorwaarden - veiligheid

 

Het te versnipperen snoeihout moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

 

-Minimum lengte 1 m en maximaal 4 m;

-Diameter minimum 3 cm en maximaal 15 cm;

-De stukken mogen niet verkleind worden;

-Het kleine snoeihout moet samengebonden worden;

-Het moet vanaf de eerste dag van de campagne aan de rand van de weg klaarliggen;

-De takken moeten in dezelfde richting worden gestapeld, van dik naar dun;

-Het snoeisel mag niet gestapeld worden boven of in de onmiddellijke nabijheid van de kastjes van kabeldistributie, Belgacom (Proximus), Telenet, enz…;

-Alleen snoeihout uit eigen tuin wordt meegenomen;

-Alleen snoeihout zonder nagels, krammen, bladeren, gras, bramen, netels of allerhande vuil;

Het snoeihout moet vrij van wortels zijn. De wortels worden niet meegenomen;

 

Artikel 6: Aanrekenen van kosten

 

Er zullen kosten aangerekend worden indien:

 

-Het snoeisel niet aanwezig was na inschrijving (€ 45,00/uur)

-Er vreemde voorwerpen in het snoeisel aanwezig waren: stenen, metalen voorwerpen, grond, draden, afsluitingen, enz …, waardoor er schade wordt aangebracht aan de hakselmachine (gepresteerde werktijd volgens tarief vermeld in artikel 4 + reële kostprijs van de schade). De retributieplichtige kan bezwaar indienen tegen deze schadevergoeding bij de burgerrechtelijke rechtbank.

 

Als het snoeihout niet kan versnipperd worden en gebruikt worden door onze diensten en als aan de bovenvernoemde voorwaarden niet wordt voldaan, zal het snoeihout niet worden meegenomen. De inschrijver krijgt hiervan meteen een verwittiging in de brievenbus.

 

Artikel 7: wijze van inning

 

De retributie wordt ingevorderd via een schrijven met de precieze afrekening en overschrijvingsformulier.

Ze wordt betaald door overschrijving of storting op bankrekening BE 56 0910 0013 2088 van het Gemeentebestuur Beersel.

 

Artikel 8: belastingplichtige

 

De retributie is verschuldigd door de persoon die zich heeft ingeschreven

 

Artikel 9: dwangbevel

 

Bij niet-betaling en met het oog op de invordering van onbetwistbare en opeisbare retributie kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur. Een dergelijk dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot.

 

De schuldenaar moet vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief of met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek, en die een bewijs oplevert van deze melding, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens.

 

Artikel 10: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 11: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Retributie op het uitlenen van gemeentelijke signalisatie

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 173 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Er wordt een retributie gevraagd voor het uitlenen van signalisatie aan de inwoners van de gemeente Beersel en van burgers met eigendom in de gemeente Beersel.

Het is billijk hiervoor een vergoeding te vragen.

 

Het retributiereglement op het uitlenen van gemeentelijke signalisatie, goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 23 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Klaas Slootmans, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 5 onthoudingen (Christelle Mayné, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een retributie geheven op het uitlenen van gemeentelijke signalisatie..

 

Artikel 2: definitie

 

Een retributie wordt geheven op het door het gemeentebestuur ter beschikking stellen van signalisatie aan de inwoners van de gemeente Beersel en van burgers met eigendom in de gemeente Beersel. De aanvraag gebeurt ten vroegste 2 maanden en minimum 5 kalenderdagen vóór de aanvang van de geplande activiteit waarvoor de signalisatie noodzakelijk is. Afwijkingen mogelijk bij hoog dringendheid.

 

De signalisatie kan enkel gebruikt worden voor de periode en plaats zoals bepaald in de goedgekeurde aanvraag.

 

De ontleende signalisatie mag in geen geval onderverhuurd worden. De signalisatie wordt enkel uitgeleend voor activiteiten op het grondgebied van de gemeente Beersel.

 

De signalisatie wordt enkel ter beschikking gesteld van particulieren. Dit wil zeggen dat er bij de werken geen beroepsdoeleinden of handelsoogmerken vooropgesteld staan. Hieruit volgt dat de particulieren slechts gebruik kunnen maken van deze dienstverlening indien zij deze werken of handelingen zelf uitvoeren. De signalisatie mag in geen enkel geval ter beschikking worden gesteld van een aannemer die de werken of handelingen voor hen uitvoert. Iedere aannemer dient te voorzien in zijn eigen signalisatie.

 

Artikel 3: aanvraag

 

Alle aanvragen dienen rechtstreeks gericht te worden aan de dienst ruimtelijke ordening – Alsembergsteenweg 1046 te 1652 Alsemberg – of via e-mail op het adres openbaardomein@beersel.be.

 

Artikel 4: retributieplichtige

 

De retributie is verschuldigd door de aanvrager.

 

Artikel 5: tarief en wijze van inning

 

Per ontleend item (verkeersbord, nadar, oranje/geel knipperlicht), wordt een waarborg gevraagd van 55 euro, die bij afhaling van de signalisatie ter plaatse wordt voldaan (enkel via bancontact).

Er wordt maximaal 220 euro waarborg gevraagd.

 

De huurprijs per item bedraagt 6,00 euro/item/dag.

 

Voor het vervoer van nadars wordt een forfait geteld van 55 euro.

 

De waarborgsom zal uiterlijk 6 weken na het terugbrengen van de signalisatie, in de Gemeentelijke Loods in Huizingen, worden teruggestort op de bankrekening van de ontlener mits afhouding van de huurkosten, de kosten voor het laattijdig terugbrengen van de signalisatie of de kosten van de eventuele aangerichte schade.

 

Artikel 6: schadevergoeding

 

Bij laattijdig terugbrengen zonder verwittiging wordt een schadevergoeding gevraagd van 11 euro per dag. Bij verlies of diefstal van borden wordt een vergoeding aangerekend van 55 euro per bord.

In geval van schade wordt een vergoeding gevraagd overeenkomstig de herstellingskosten.

Dit bedrag wordt automatisch in mindering gebracht van de ontvangen waarborg. De retributieplichtige kan bezwaar indienen tegen deze schadevergoeding bij de burgerrechtelijke rechtbank.

 

 

Artikel 7: werkwijze

 

De signalisatie wordt afgehaald met goedgekeurde aanvraag in de Gemeentelijke Loods – Guido Gezellestraat 113 te 1654 Huizingen.

 

De ontlener zorgt zelf voor aangepast vervoer en draagt zorg voor een juiste plaatsing van de signalisatie. Het parkeerverbod moet minimum 48 uur voor ingang geplaatst worden.

 

Het vervoeren van nadars gebeurt steeds door de gemeentediensten.

 

De ontlener verbindt er zich toe de ontleende signalisatie terug te brengen, ook bij beschadiging. De ontlener moet spontaan het gemeentebestuur op de hoogte brengen van diefstal, beschadiging of verlies ven de geleende signalisatie. Diefstal moet gemeld worden bij de politie. Gehele of gedeeltelijke beschadiging, verlies of diefstal vallen ten laste van de ontlener. Zelf herstellen van de ontleende signalisatie is verboden, tenzij voorafgaandelijke toestemming vanwege de Technische Uitvoeringsdienst.

 

Artikel 8: meldingsplicht politie

 

De politie wordt door de ontlener schriftelijk in kennis gesteld van het effectief plaatsen van de borden en wordt eveneens schriftelijk in kennis gesteld van het wegnemen van de verkeersborden. Bij het nalaten van deze melding, kan de gemeente in geen geval aansprakelijk worden gesteld in geval er zich problemen voordoen.

 

Artikel 9: aansprakelijkheid

 

Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld bij ongevallen bij het gebruik van de ontleende signalisatie.

 

Het ter beschikking stellen van de signalisatie door het gemeentebestuur kan nooit als grond gebruikt worden om de gemeente aansprakelijk te stellen.

 

Artikel 13: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 14: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Retributie op parkeren

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 173 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

Artikel 10/1 en 10/3 van het Decreet van 16/05/2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens.

 

Artikel 27 van het Koninklijk Besluit van 01/12/1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg (Wegcode)

 

Ministerieel besluit van 07/05/1999 betreffende de parkeerkaart voor personen met een handicap en diens latere wijzigingen.

 

Ministerieel besluit van 09/01/2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart en diens latere wijzigingen.

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Het retributiereglement betreffende de retributie op parkeren, goedgekeurd in zitting van 27/02/2019, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 5 nee-stemmen (Christelle Mayné, Klaas Slootmans, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman), 1 onthouding (Perrine Marchal).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een retributie geheven op parkeren. Het reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar parkeren toegelaten is en waar het regelmatig gebruik van de parkeerautomaten of een ander systeem van betalend parkeren verplicht is.

 

Artikel 2: definitie

 

Openbare weg: de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden.

 

Met de openbare weg gelijkgestelde plaatsen: de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 2, van de wet van 25/06/1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.

 

Artikel 3: tarief

 

De retributie is verschuldigd van zodra het voertuig geparkeerd is.

 

Het bedrag van de retributie wordt als volg vastgesteld:

 

De eerste 15 minuten zijn gratis, het nemen van een parkeerticket is verplicht.

 

Tarief 1

De bestuurder die zonder andere tijdsbeperking wenst te parkeren, kan in de voormiddag (van 9u tot 13u.30), en/of in de namiddag (van 13u.30 tot 18u.) parkeren op de plaatsen met parkeermeters of parkeerautomaten, tegen betaling van een retributie van 25 euro per halve dag.

 

Tarief 2

Bestuurders die opteren voor een bepaalde parkeerduur betalen 0,10 euro per zes minuten (met een maximum parkeerduur van twee uur).

 

Het vooraf aan de parkeerautomaat of parkeermeter aangekochte parkeerticket moet door de bestuurder op een zichtbare wijze achter de voorruit van het voertuig worden aangebracht. Indien geen geldig ticket of een parkeerkaart voor mensen met een handicap duidelijk zichtbaar op de wettelijke voorziene plaats op het voertuig is aangebracht, of wanneer de parkeertijd met meer dan 5 minuten verstreken is, wordt de gebruiker van de parkeerplaats geacht te opteren voor tarief 1.

 

Artikel 4: retributieplichtige

 

De retributie is verschuldigd door de houder van de nummerplaat.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

a) Op zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli is geen retributie verschuldigd.

b) Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis. Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het MB van 07/05/1999.

c) Het parkeren van dienstvoertuigen van de politie, brandweer en de overige veiligheidsdiensten, evenals de dienstvoertuigen van de gemeentediensten is gratis

d) Het parkeren van voertuigen van B-Post is gratis.

 

Artikel 6: wijze van inning

 

Tarief 1: de retributie wordt betaald aan de onderneming City Parking, binnen de 5 dagen na ontvangst van het retributiebewijs.

 

Tarief:2: wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.

 

De retributie wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs

 

Bij toepassing van artikel 3 ontvangt de houder van de nummerplaat, die de forfaitaire retributie (tarief 1) niet betaald heeft binnen de voorgeschreven termijn, een aanmaning. Op dat ogenblik wordt de forfaitaire retributie vermeerderd met 5 euro voor de bijkomende dossierkosten.

 

Indien de houder van de nummerplaat alsnog nalaat te betalen, wordt het dossier voor invordering in der minne overgemaakt aan een gerechtsdeurwaarder. In geval van niet-betaling, na de door de gerechtsdeurwaarder ondernomen pogingen tot invordering in der minne, wordt de invordering verder gezet via gerechtelijke weg. De kosten, rechten en uitgaven gemaakt voor de invordering van de verschuldigde bedragen in alle fasen van de invordering vallen ten laste van de schuldplichtige van de retributie en zullen toegevoegd worden aan het initieel verschuldigd bedrag (bedrag van de retributie en administratieve kosten) door de debiteur. Deze kosten, rechten en uitgaven worden berekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 30/11/1976 dat het tarief vastlegt van de akten verricht door de gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van sommige uitkeringen.

 

 

Artikel 7: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 8: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Retributie op werken voor derden

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 173 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

Het is aangewezen dat derden een billijke vergoeding dienen te betalen voor prestaties/werken die worden uitgevoerd door gemeentelijke diensten en dit ingevolge overtreding van wetten, decreten, verordeningen of gemeentelijke reglementen.

 

Het retributiereglement betreffende de retributie op werken voor derden, goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 24 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Klaas Slootmans, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge en Jos Savenberg), 4 onthoudingen (Christelle Mayné, Perrine Marchal, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een retributie geheven op werken voor derden.

 

Artikel 2: definitie

 

Er dient een retributie betaald te worden op werken voor derden ingevolge een overtreding van wetten, decreten, verordeningen of gemeentelijke reglementen.

 

Artikel 3: tarief

 

Het bedrag van de retributie wordt als volg vastgesteld:

 

a) bij uitvoering der werken door een door het gemeentebestuur aangestelde aannemer:

het totaalbedrag van de regelmatige factuur;

 

b) bij uitvoering der werken door gemeentelijk personeel:

 

- personeel: 45 euro per uur, verhoogd met 50% voor prestaties uitgevoerd tussen 22u en 6u of op een zondag of een wettelijke feestdag.

- gebruik van een gewoon voertuig of een politiecombi : 25 euro per uur

- gebruik van kraan of klepelmaaier : 35 euro per uur

- gebruik van een kleine vrachtwagen : 35 euro per uur

- gebruik van een vrachtwagen: 60 euro per uur

- gebruik van een vrachtwagen met grijper: 65 euro per uur

- gebruik van een verhuiswagen: 65 euro per uur

- administratie kost: 20 euro forfaitair

 

De retributie wordt aangerekend per begonnen uur.

 

Artikel 4: retributieplichtige

 

De retributie is verschuldigd door diegene waartegen een proces-verbaal voor overtreding van wetten, decreten, verordeningen of gemeentelijke reglementen werd opgesteld en die ingevolge deze overtreding aangemaand wordt werken uit te voeren en dit nalaat.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Huidig retributiereglement is niet van toepassing op werken die reeds het voorwerp zijn van een andere gemeentelijke retributie.

 

Artikel 6: wijze van inning

 

De retributie moet betaald worden op het eerste verzoek van de financieel directeur. De betaling gebeurt tegen ontvangstbewijs.

 

Bij gebrek aan betaling in der minne, wordt de retributie burgerrechtelijk ingevorderd.

 

Artikel 7: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 8: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Retributie op terbeschikkingstelling van elektriciteit op markten, kermissen en evenementen.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 173 van de Grondwet

 

Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur,

 

                      Feitelijke motivering:

De financiële toestand van de gemeente;

 

De noodzaak van dekking van de verplichte en facultatieve uitgaven van de gemeente en van een begroting in evenwicht;

 

De gemeente heeft verspreid over haar grondgebied een aantal elektriciteitskasten staan om ter beschikking te stellen van gebruikers naar aanleiding van markten, kermissen en andere evenementen. Deze terbeschikkingstelling van elektriciteitskasten aan derden brengt voor de gemeente kosten mee, dewelke worden doorgerekend aan de effectieve gebruiker.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het retributiereglement voor terbeschikkingstelling van elektriciteit op markten, kermissen en evenementen goedgekeurd in zitting van 19/12/2018, voor aanslagjaar 2019 dient te worden aangepast voor de aanslagjaren 2020 tot 2025;

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 6 onthoudingen (Christelle Mayné, Klaas Slootmans, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: belastbaar feit

 

Voor de aanslagjaren 2020 tot 2025 wordt een retributie geheven op het ter beschikking stellen van elektriciteit op markten, kermissen en evenementen.

 

Artikel 2: definitie

 

De gemeente stelt aan de marktkramer, foorexploitant, vereniging of organisatie een vaste gemeentelijke aansluitkast ter beschikking voor elektriciteitsleveringen in laagspanning op een openbare plaats op haar grondgebied, ten behoeve van marktactiviteiten (wekelijkse markt, jaarmarkt), foorattracties en allerlei evenementen (braderie, kerstmarkt, concert, feest).

De marktkramer, foorexploitant, vereniging of organisatie mag deze kast niet voor andere doeleinden en ook niet ten behoeve van derden aanwenden.

 

Het College van Burgemeester en Schepenen dient vooraf zijn toestemming te geven voor elke toegang tot de gemeentelijke aansluitkast.

 

De kandidaat-energiegebruiker richt de aanvraag voor de toegang tot de gemeentelijke aansluitkast aan het College van Burgemeester en Schepenen, dit minstens 60 kalenderdagen voor de start van de markt, de kermis of het betrokken evenement.

 

Hij bezorgt hiervoor een aanvraag per brief, per fax of per e-mail (info@beersel.be) gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen.

Volgende gegevens dienen te worden overgemaakt:

- identiteit/adres/telefoonnummer/e-mailadres van de aanvrager

- doel van het gebruik van de aansluitkast

- situering van de activiteit (adres)

- opgesteld vermogen

- eenfasig of driefasig

- tijdstip en periode van gebruik (aantal dagen)

 

De kandidaat-energiegebruiker kan voor alle inlichtingen terecht op de technische dienst van de gemeente (02 359 15 70 – loods.info@beersel.be).

 

Het College van Burgemeester en Schepenen deelt binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag zijn beslissing mede aan de marktkramer, foorexploitant, vereniging of organisatie.

 

Artikel 3: tarief

 

Het bedrag van de retributie wordt als volg vastgesteld:

 

a) Markten (wekelijkse markt)

 

- € 5,50 voor vermogen tot 0 tot 4 kVA

- € 16,50 voor vermogen van meer dan 4 kVA

 

Het bedrag van de retributie geldt per aftakking per halve dag.

 

b) Kermissen en openlucht activiteiten

 

 

1 dag

2 dagen

3 dagen

4 dagen

5 dagen

6 dagen

7 dagen

tot 5 kVA

 

 

€ 33,00

€ 44,00

€ 55,00

€ 66,00

€ 77,00

€ 88,00

€ 99,00

>5 kVA – 10 kVA

 

€ 55,00

€ 71,50

€ 88,00

€ 104,50

€ 121,00

€ 137,50

€ 154,00

>10 kVA – 15 kVA

 

€ 88,00

€ 110,00

€ 132,00

€ 154,00

€ 176,00

€198,00

€ 220,00

>15 kVA – 20 kVA

 

€132,00

€ 165,00

€ 198,00

€ 231,00

€ 264,00

€ 297,00

€ 330,00

>20 kVA – 25 kVA

 

€ 154,00

€ 187,00

€ 220,00

€ 253,00

€ 286,00

€ 319,00

€ 352,00

>25 kVA – 30 kVA

 

€ 176,00

€ 214,50

€ 253,00

€ 291,50

€ 330,00

€ 368,50

€ 407,00

>30 kVA – 35 kVA

 

€ 192,50

€ 236,50

€ 280,50

€324,50

€ 368,50

€ 412,50

€ 456,50

>35 kVA – 40 kVA

 

€ 209,00

€ 258,50

€ 308,00

€ 357,50

€ 407,00

€456,50

€ 506,00

>40 kVA – 45 kVA

 

€ 225,50

€ 280,50

€ 335,50

€ 390,50

€ 445,50

€ 500,50

€ 555,50

 

 

Artikel 4: retributieplichtige

 

De retributie is verschuldigd door

- de marktkramer

- de foorexploitant, vereniging of organisatie

 

Zij betalen aan de gemeente een ‘all in’-vergoeding voor het gebruik van de gemeentelijke aansluitkast.

De gebruiksvergoeding dekt zowel de vaste kosten als de variabele kosten van de gemeente.

 

Artikel 5: vrijstellingen

 

Vrijgesteld van retributie zijn

- de in de gemeente georganiseerde jaarmarkten

 

Artikel 6: wijze van inning

 

De betaling is verschuldigd bij elke toekenning van een toelating tot de gemeentelijke aansluitkast. De aanvrager zal hiertoe een uitnodiging tot betaling ontvangen vanwege het Gemeentebestuur Beersel.

De uitnodiging tot betaling voor de wekelijkse markt wordt driemaandelijks vooraf opgestuurd.

 

Bij niet-betaling en met het oog op de invordering van onbetwistbare en opeisbare retributie kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen conform artikel 177 van het Decreet Lokaal bestuur. Een dergelijk dwangbevel wordt betekend bij deurwaardersexploot.

 

De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief. Bij gebreke aan betaling na de eerste aanmaning zal een tweede aanmaning worden verstuurd en worden 17 euro administratiekosten aangerekend.

 

Bij gebrek aan tijdige betaling vervalt de toelating van de marktkramer, de foorexploitant, de vereniging of de organisatie.

 

Alleen in uitzonderlijke gevallen (ziekte, ongeval, overmacht en na voorlegging van voldoende bewijsstukken hiervan), kan tot terugbetaling overgegaan worden, indien het Gemeentebestuur van Beersel hiervan minstens 24u voor de inname in kennis werd gesteld.

 

Artikel 7: betaaltermijn

 

De retributie moet betaald worden binnen de 30 dagen na de verzending van de factuur.

 

Artikel 8: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 9: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Retributie op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Art 173 van de Grondwet

 

Artikel 40 en 41 van het decreet  over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

 

                      Feitelijke motivering:

De gemeente en de burgers worden voortdurend geconfronteerd met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op het gemeentelijke grondgebied.

 

Deze nutsvoorzieningen vergen werkzaamheden langs de gemeentelijke wegen en hebben aldus een impact op het openbaar domein.

 

De beraadslaging van de gemeenteraad in zitting van 22 februari 2001 waarbij het “gemeentelijk reglement betreffende werken in het kader van nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein” werd goedgekeurd.

 

De beraadslaging van de gemeenteraad in zitting van 27 juni 2001 waarbij de “Administratieve en technische bepalingen voor werken in het kader van nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein” werd aangevuld met de mogelijkheid tot het stellen van een globale waarborg.

 

De goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden.

 

Deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten,

 

Op het vlak van het onderhoud en de herstellingen moeten er ook geregeld dringende werken worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein.

 

Sedert verschillende jaren kunnen de gemeenten een retributie aanrekenen op het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan de nutsvoorzieningen  langs gemeentewegen.

 

Het typereglement is universeel en toepasbaar op alle maatschappijen die werken op gemeentelijk domein uitvoeren. De effectieve uitwerking (betaling) is afhankelijk van het feit of deze maatschappijen op basis van statuten, decretale of wettelijke bepalingen al dan niet vrijgesteld zijn van heffingen door de gemeenten.

 

Het retributiereglement dat in zitting van de gemeenteraad van 30/11/2016  goedgekeurd werd vervalt per 31 december 2019.

 

Het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen openbaar domein periode 2020, 2021 en 2022 goedgekeurd in zitting van 27/11/2019 wordt opgeheven ingevolge het schrijven van 06/12/2019 van Fluvius waarin zij mededelen dat er een materiële vergissing is gebeurd m.b.t. de basisbedragen.

 

 

                      Financiering

De ontvangsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 5 onthoudingen (Christelle Mayné, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1: Algemeen

 

Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

 

Permanente nutsvoorzieningen zijn:

-alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen, …), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten, palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten …) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,

-telecommunicatie,

-radiodistributie en kabeltelevisie,

-de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,

-alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

 

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

 

Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2022.

 

Artikel 2: Retributie naar aanleiding van sleufwerken.

 

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,14 euro, voor werken in voetpaden 1,64 euro en voor werken in aardewegen 0,99 euro.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

 

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

 

Artikel 3: Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken.

 

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3m2, wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

 

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

Deze retributie is verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

 

Artikel 4: Inning.

 

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.

 

Artikel 5: Toezicht.

 

Deze beslissing wordt aan de hogere overheid toegezonden voor toepassing van het algemeen toezicht.

 

Artikel 6: inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking op 01/01/2020.

 

Artikel 7: communicatie en bestuurlijk toezicht

 

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de burger

website

de financiële dienst

afschrift besluit

de toezichthoudende overheid

afschrift besluit

Fluvius

brief

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring beleidsplan IGS Tewerkstelling

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

 

                      Feitelijke motivering:

Beersel maakt sinds 2013 deel uit van een intergemeentelijk samenwerkingsverband rond tewerkstelling en de lokale sociale economie. Sinds 2017 maakt ook het OCMW hier deel van uit en werd aan deze IGS de organisatie van wijk-werken ingebed.

 

Voor de periode 2020-2025 dient een nieuwe aanvraag, met bijhorend beleidsplan, opgemaakt te worden. Het IGS zal bestaan uit Beersel, Halle en Sint-Pieters-Leeuw. Dilbeek is conform de statuten aangesloten voor het luik wijk-werken. Halle is in deze de beherende gemeente en zal via hun strategisch meerjarenplan de indiening en rapportering verzorgen. Het IGS kan op deze wijze een subsidie van 50.000 euro per jaar krijgen.

 

Het beleidsplan, goedgekeurd op het beheerscomité van 27/11/2019, moet geagendeerd en goedgekeurd worden door de raad, alsook moet er een bijhorend inlichtingenformulier en verbintenisverklaring ondertekend worden.

 

De leden van de raad kunnen het beleidsplan, in bijlage opgenomen, raadplegen.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het beleidsplan zoals in bijlage toegevoegd goed te keuren.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad gelast de algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad tot ondertekening van het inlichtingenformulier en de verbintenisverklaring.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Departement werk en sociale economie Vlaanderen

Besluit

Halle

Besluit, inlichtingenformulier & verbintenisverklaring

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring aanpassing geïntegreerde rechtspositieregeling voor gemeente - en OCMW personeel.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 7/12/2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van het OCMW.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 23/11/2012 tot wijziging van bovengenoemd besluit.

Het decreet lokaal bestuur van 22/12/2017 en meer bepaald art. 41 en art. 78 en de artikels in afdeling 3 inzake de rechtspositie van het gemeente en ocmw personeel.

 

                      Feitelijke motivering:

Het besluit van de gemeenteraad van 27/09/2017 en van de OCMW-raad van  28/09/2017 houdende goedkeuring van de recentste rechtspositieregeling voor het gemeente- en OCMWpersoneel.

 

Alle voorgestelde aanpassingen, schrappingen en verduidelijkingen zijn terug te vinden in de nota toegevoegd als bijlage.

 

Het syndicale overleg inzake de aanpassingen en aanvullingen van de geïntegreerde en gecoördineerde versie rechtspositieregeling gemeente- en OCMW-personeel tijdens het onderhandelingscomité gemeente-OCMW op 16 december 2019.

 

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL BEHEERDER

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de aanpassingen aan de rechtspositieregeling voor het gemeente - en OCMW personeel zoals opgenomen in de nota in bijlage goed met ingang van 1 januari 2020.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Het personeel

brief met belangrijkste wijzigingen - digitale versie RPR beschikbaar stellen

De toezichthoudende overheid

Afschrift beslissing

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Aanpassingen en actualisering van het arbeidsreglement voor gemeente - en OCMW personeel.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

De richtlijn 91/533/EEG van de Raad van de Europese Unie van 14 oktober 1991, betreffende de verplichting van de werkgever om de werknemer te informeren over de voorwaarden die op zijn arbeidsovereenkomst of -verhouding van toepassing zijn.

 

De Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen ( BS 5 mei 1965).

 

Artikel 19bis ingevoegd in de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel door de wet van 06 juli 1989.

 

De Wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen voor de openbare sector (BS 14 januari 2003).

 

De Memorie van toelichting bij de Wet van 18 december 2002 tot wijziging van de Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen.

 

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

                      Feitelijke motivering:

De goedkeuring van de recentste aanvullingen en aanpassingen aan het arbeidsreglement door de gemeenteraad in zitting van 27 juni 2018 en de OCMW-raad van 26 juni 2018.

 

Het overzicht van actualisering en aanvullingen van het arbeidsreglement van toepassing op het gemeente- en OCMW-personeel, zoals opgenomen in bijlagen.
 

Het syndicale overleg hierover tijdens het onderhandelingscomité gemeente-OCMW op 16 december 2019.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL BEHEERDER

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De aanpassingen aan het arbeidsreglement voor het gemeente- en OCMW-personeel, zoals opgenomen in bijlagen, worden goedgekeurd.

 

Artikel 2:

Het geactualiseerde arbeidsreglement is van toepassing vanaf 01/01/2020 tenzij anders aangeven.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Het personeel

Mail/ Brief met overzicht belangrijkste wijzigingen

De toezichthoudende overheid

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring informatieveiligheidsbeleidsplan

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering

Verordening 2016/679 van het Europees Parlement van 27 april 2016 (Algemene verordening Gegevensbeheer).

 

De wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen mbt de verwerking van persoonsgegevens.

 

Het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensbeheer, zoals gewijzigd bij decreet van 17 december 2009.

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2018 betreffende de functionarissen voor gegevensbescherming, vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische gegevensverkeer.

 

Artikel 40 en 41 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

                      Feitelijke motivering

 

De beslissing van de gemeenteraad d.d. 24 februari 2016 inzake het principe tot afsluiten van een overeenkomst exclusieve dienstverlening tussen de gemeente Beersel en de Intercommunale IgSv Haviland.

 

De overeenkomst "exclusieve dienstverlening" tot terbeschikkingstelling van een externe veiligheidsconsulent. afgesloten door het CBS d.d. 30/03/2016.

 

Het besluit van de gemeenteraad d.d. 27/04/2016 tot goedkeuring van het informatieveiligheidsbeleidsplan.

 

Het besluit van het CBS d.d. 13/02/2019 houdende samenstelling van de veiligheidscel. 

 

Het ontwerp van het informatieveiligheidsbeleidsplan dat integraal deel uitmaakt van deze beslissing.

 

                      Financiering

De vereiste budgetten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

VISUM FINANCIEEL BEHEERDER

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het informatieveiligheidsbeleidsplan goed, zoals bijgevoegd in bijlage. Dit beleidsplan is van toepassing op personeelsleden en externe krachten die tijdelijk of voor onbepaalde duur werkzaam zijn binnen of voor het bestuur.

 

Artikel 2:

Het vorige informatieveiligheidsbeleidsplan, goedgekeurd door de gemeenteraad op 27/04/2016, vervalt.

 

Artikel 3:

De gemeenteraad neemt eveneens kennis van de maturiteitsmeting voor de gemeente Beersel uitgevoerd door informatieveiligheidsconsulent Frank Desmet van Haviland en het algemeen risico-rapport.

 

Artikel 4:

Een plan van aanpak voor de werkpunten uit de maturiteitsmeting wordt opgesteld.

 

Artikel 5:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de heer Frank Desmet, informatieveiligheidsadviseur

afschrift besluit

diensthoofden

via diensthoofdenoverleg +tekst beleidsplan

externe werkkrachten die tijdelijk of voor onbepaalde duur werkzaam zijn binnen of voor het bestuur

via overeenkomsten

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Haviland. Goedkeuring verlenging overeenkomst aanstelling sanctionerend ambtenaar.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet Lokaal Bestuur;

 

De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

 

Art. 119bis van de Nieuwe Gemeentewet waarbij de gemeenten de mogelijkheid krijgen om administratieve sancties op te leggen.

 

                      Feitelijke motivering:

Naar aanleiding van de verlenging van de bestaansduur van Haviland liep de aanstelling als sanctionerend ambtenaar in principe vorige maand af. De nieuwe overeenkomst (verlenging) voorziet in een contract van onbepaalde duur met een opzegmogelijkheid met opzegtermijn van drie maanden (ontwerp van overeenkomst in bijlage).

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist de overeenkomst met Haviland, zoals gevoegd in bijlage, aangaande de verlenging van de overeenkomst tot aanstelling van een sanctionerend ambtenaar goed te keuren.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist dhr. Jan Bloemen, mevr. Line De Wolf en mevr. An Van Den Stockt, personeelsleden van Haviland, aan te stellen als sanctionerend ambtenaar voor onbepaalde duur.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Haviland (Dhr. Jan Bloemen)

Uittreksel

Politiezone Zennevallei

Uittreksel

Procureur des konings van Halle-Vilvoorde

Uittreksel + brief

Gemeentelijke GAS-vaststellers

Uittreksel

Dienst gemeenschapswachten

Uittreksel

Financieel directeur

Uittreksel

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

VVSG - aanduiding vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van 5 december 2019.  Bekrachtiging collegebeslissing van 4 december 2019.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering

Artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere aanpassingen.

 

                      Feitelijke motivering

De gemeente is aangesloten bij VVSG.

 

De uitnodiging ontvangen op 25 november 2019 voor de algemene vergadering van VVSG vzw op 5 december 2019 met volgende agenda:

 

Verwelkoming door voorzitter W. Dries

Samenstelling bureau en aanduiding stemopnemers

1.Beslissingen

1.1.Kennisname van het ontslag van rechtswege van een lid van de raad van Bestuur (B.                                           Somers) – aanduiding van een vervangend lid

1.2.Goedkeuring van het verslag vorige vergadering

1.3.Goedkeuring van de begroting dienstjaar 2020

1.4.Goedkeuring van het huishoudelijk reglement

1.5.Voorstel en goedkeuring van statutenwijziging

2.Kennisgevingen

1.2.Kennisname van de samenstelling van de bestuurlijke commissies

1.3.Kennisname van het definitief strategisch plan VVSG

3.Varia

3.1Het kennisnetwerk van de VVSG

 

Het besluit van de gemeenteraad van 27 februari 2019, waarbij mevrouw Kristien Vanhaverbeke, schepen, werd aangeduid als vertegenwoordiger en mevrouw Elsie De Greef, schepen, als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergaderingen van VVSG.

 

De collegebeslissing van 4 december 2019 houdende de aanduiding van een vertegenwoordiger en de goedkeuring van de agenda.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL BEHEERDER

Niet van toepassing.

 

Besluit:

Met 17 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem en Jos Savenberg), 10 onthoudingen (Christelle Mayné, Jan Steyaert, Perrine Marchal, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1:

De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 december 2019 houdende de aanduiding van een vertegenwoordiger en de goedkeuring van de agenda voor de algemene vergadering van VVSG op 4 december 2019.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

VVSG

digitaal

Vertegenwoordiger

digitaal

Plaatsvervangend vertegenwoordiger

digitaal

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Jubilea - aanpassing procedures en bedragen. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

 

 

                      Feitelijke motivering:

De beraadslaging van de gemeenteraad in zitting van 30 december 2013 houdende de vaststelling van de bedragen inzake gouden-, diamanten- en briljanten en platina bruiloften. De regeling inzake de viering van 100-jarigen dient aangepast inzake de afstemming van procedures en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring d.d. 28/11/2019.

 

 

                      Financiering

De uitgaven/inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Het raadsbesluit van 30 december 2013 houdende de vaststelling van de bedragen inzake gouden-, diamanten- en briljanten en platina bruiloften wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 


HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN.

 

Artikel 1.

Binnen de perken van de kredieten, wordt aan de echtelingen die hun gouden, diamanten, briljanten en platina bruiloft vieren en voor de viering van 100-jarigen, een premie toegekend volgens de normen en voorwaarden, die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 2.

Dit reglement is van toepassing op toekenning van premies voor de viering van de 100-jarige Beerselaars en de huwelijksverjaardagen:

gouden bruiloft - 50 jaar huwelijk

diamanten bruiloft - 60 jaar huwelijk

briljanten bruiloft - 65 jaar huwelijk

platina bruiloft - 70 jaar huwelijk

van inwoners van Beersel.

 


HOOFDSTUK II.PROCEDURE

 

Aanvragen van premies

 

Artikel 3.

De jubilarissen en de 100- jarigen worden aangeschreven met de vraag een invulformulier terug te bezorgen.

De jubilarissen en de eeuwelingen hebben de keuze uit volgende mogelijkheden :

ontvangst door de gemeenteraadsleden en raadsleden van het OCMW op het gemeentehuis met receptie en overhandiging huldedocument en geschenkbon (op zaterdag van 10u tot 14u)

kort bezoek door afvaardiging van het schepencollege bij de jubilarissen thuis of eventueel feestadres (van maandag tot vrijdag enkel na 17u, zaterdag van 10u tot 18u)

afhalen van uw documenten binnen de drie maand op de dienst burgerlijke stand tijdens de kantooruren

 

 

Uitbetaling van premies

 

Artikel 4.

1° Aan de echtelingen die hun gouden, diamanten, briljanten en platina bruiloft vieren en voor de viering van 100-jarigen, wordt een geschenkbon ter waarde van 100 euro toegekend te besteden bij een handelaar van Beersel (of aan een goed doel).

2° Indien de jubilarissen wensen ontvangen te worden op het gemeentehuis wordt het bedrag van 100 euro verminderd met 40 euro voor de onkosten van de receptie.

3° bij de viering van 100-jarigen wordt tevens een ruiker bloemen aangekocht voor een bedrag van 50,00 euro

4° indien de jubilarissen en de 100-jarige een ontvangst op het gemeentehuis wensen door de gemeenteraadsleden en raadsleden van het OCMW of een kort bezoek wensen door

een afvaardiging van het college bij hen thuis (of eventueel op het feestadres), wordt er ter promotie van onze streekproducten een geschenk gegeven ter waarde van 25 euro.

 

 

 

Terugvordering en beroepsmogelijkheden

 

Artikel 5.

Tegen de beslissing van de vaststelling van de premie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van premies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 


HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN.

 

Artikel 6.

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van heden het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Aanpassing subsidie 3W+ Malleboot. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 en de omzendbrief van 26 oktober 2018

 

                      Feitelijke motivering:

3W+ verzorgt in opdracht van de gemeente Beersel de buitenschoolse kinderopvang op 5 locaties. De opvang in Malleboot Huizingen, Lot, Dworp en Beersel wordt geregeld volgens het subsidiereglement goedgekeurd door de raad van 3/10/2007.

 

De subsidie betrof oorspronkelijk 136.000 euro met jaarlijkse indexering. N.a.v. het besparingstraject werd de subsidie in 2016 verlaagd en sindsdien werd de indexering niet meer toegepast. Sindsdien bedraagt deze 131 853,00 euro, komende van 151.406,26 euro. Artikel 3.1 vermeldt de mogelijkheid van de gemeenteraad om deze subsidie aan te passen met oog op verruiming van het opvangaanbod.

 

Met het oog op de verhoging van de kwaliteit van de opvang heeft 3W+ 2 halftijdse medewerkers aangeworven om de stijging van het aantal opvangen kinderen op te vangen conform de kwaliteitsratio van 1 medewerker per 14 kinderen. Dit wordt gedeeltelijk opgevangen door een indexering van de ouderbijdrage met 6,5%. Daarnaast vraagt 3W+ in dit kader een verhoging van de subsidie. Dit zou op jaarbasis € 20.050 zijn.

 

De leden van de raad kunnen de drie scenario's in bijlage vinden. 3W+ opteerde uiteindelijk voor het derde scenario.

 

In de budgetwijziging werd voor 2019 een verhoging vanaf 1 oktober ingeschreven. Dit betreft 5012,50 euro. Vanaf 2020 verhoogt de subsidie naar 151.903 euro.

 

                      Financiering

De uitgaven/inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist de werkingssubidie 3W+ te verhogen conform scenario 3. Voor 2019 gaat deze conform de budgetwijziging in op 1 oktober.

 

Artikel 2:

De vereiste budgetten zijn voorzien als volgt:

 

Financieel meerjarenplan

2014-2019

Budgetjaar

2019

Bedrag uitgave/ontvangst inclusief BTW:

€ 5012,50

Actienummer

Algemene rekening

Beleidsdomein

Beleidsveld

Beleidsitem

1419/001/029/004/001

64920000

 

094502

 

 

 

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

3W+

Besluit

Financiële dienst, deskundige kindbeleid

Besluit

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring aanpassing reglement werkingssubsidie

aan organisaties met een sociaal karakter

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 en de omzendbrief van 26 oktober 2018

 

                      Feitelijke motivering

Het raadsbesluit van 27 mei 2014 m.b.t. de vaststelling van het reglement werkingssubsidie aan organisaties met een sociaal karakter dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen.

 

Los van de toepassing van de indexering van 10% werden geen inhoudelijke wijzigingen toegepast.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

De leden vinden de versie met wijzigingen in groen in bijlage.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 23 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Jan Steyaert, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Perrine Marchal, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi en Jos Savenberg), 4 onthoudingen (Christelle Mayné, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het reglement betreffende de toekenning van de werkingssubsidie aan organisaties met een sociaal karakter goed te keuren.

 

Het reglement wordt als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I.  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN.

 

Artikel 1. Het gemeentebestuur van Beersel verleent een werkingssubsidie aan organisaties met een sociaal karakter. Deze subsidie heeft als doel organisaties te ondersteunen die vanuit een sociaal oogpunt Beerselaars begeleiden of ondersteunen of die bijdragen aan de doelstellingen en acties van het lokaal sociaal beleid van Beersel.

 

Artikel 2. Dit subsidiereglement is van toepassing vanaf 1 januari 2020.

 

Artikel 3. Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting en rekening houdende met de geboden mogelijkheden om welbepaalde gemeentelijke voorzieningen zoals gebouwen, terreinen en diensten te gebruiken, wordt aan de organisaties met een sociaal karakter een subsidie verleend, volgens de voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 4. Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies aan organisaties met een sociaal karakter. Worden onder meer aanzien als organisatie met een sociaal karakter:

Organisaties voor begeleid wonen, buurthuizen, organisaties armoedebestrijding, opvoedingsondersteunende organisaties, vormingsinitiatieven, organisaties geestelijke gezondheidszorg, onthaalcentra en opvanghuizen, diensten voor palliatieve zorgen.

 

Deze opsomming wordt enkel als voorbeeld gehanteerd en is niet limitatief.

 

Artikel 5. Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en de toekenning van de subsidies.

 

Artikel 6. De subsidies worden onderverdeeld in:

1.Subsidie voor Beerselse organisaties (met zetel in Beersel) met een sociaal karakter.

2.Subsidie voor niet-Beerselse organisaties met een sociaal karakter die begeleiding bieden aan personen die in Beersel gedomicilieerd zijn.

 

Enkel organisaties die hun specifieke activiteiten uitoefenen ten bate van inwoners van de gemeente Beersel komen in aanmerking voor deze subsidie.

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Afdeling 1.  Aanvragen van werkingssubsidies

 

Artikel 7. De subsidies, verleend in functie van het krediet ingeschreven in de begroting van het lopende dienstjaar, worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten betreffende het vorige werkingsjaar. Als werkingsjaar wordt beschouwd de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 8. De organisatie is verplicht een aanvraag te richten op het daartoe bestemde formulier aan het gemeentebestuur Beersel, dienst welzijn, H. Torleylaan 13, 1654 Huizingen, e-mail: welzijn@beersel.be, vóór 1 maart. vergezeld van de nodige bewijsstukken volgens het aanvraagformulier en dit reglement:

1.Een verslag over gerealiseerde activiteiten tijdens het vorige werkjaar van de organisatie.

2.De vermelding van het rekeningnummer van de organisatie, evenals de naam van de verantwoordelijke van de organisatie.

3.Niet-Beerselse organisaties voegen een overzicht toe van de personen aan wie zij begeleiding boden en die in Beersel gedomicilieerd zijn.

 

Artikel 9. Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

 

Afdeling 2.  Berekeningswijze voor de verdeling van de basis en werkingssubsidies.

 

Artikel 10. Het krediet ingeschreven in de begroting, bestemd voor de subsidiëring van organisaties met een sociaal karakter, wordt opgesplitst in:

1.Subsidies voor Beerselse organisaties met een sociaal karakter: 825 euro

2.Subsidies voor niet-Beerselse organisaties met een sociaal karakter die begeleiding bieden aan personen die in Beersel gedomicilieerd zijn: 275 euro

 

Afdeling 3.  Uitbetaling van de basis- en werkingssubsidies.

 

Artikel 11. De uitbetaling van de toelage gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de rekening van de organisatie, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 12. Indien de totaaluitgave voor de aanvaarde aanvragen de voorziene kredieten overtreft, zal een procentuele verdeling worden toegepast.

 

Afdeling 4. Terugvordering en beroepsmogelijkheid

 

Artikel 13. Indien blijkt dat door de organisatie onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.

 

Artikel 14. Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN.

 

Artikel 15. Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 16. Organisaties kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring reglement werkingssubsidie opvang personen met handicap

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 en de omzendbrief van 26 oktober 2018

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 27 mei 2014 m.b.t. de vaststelling van het reglement voor een subsidie voor de opvang van personen met een handicap dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen.

 

Los van de toepassing van de indexering van 10% werden geen inhoudelijke wijzigingen toegepast. Er werd wel een apart reglement gemaakt voor de werkingssubsidie aan dienstverlenende instellingen enerzijds en een voor de toelage thuisopvang anderzijds.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

De leden vinden de versie met wijzigingen in groen in bijlage.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het reglement betreffende de werkingssubsidie voor de opvang van personen met een handicap goed te keuren.

 

Het reglement wordt als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I.  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN.

 

Afdeling 1: Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Het gemeentebestuur van Beersel verleent een werkingssubsidie aan instellingen die instaan voor de opvang van personen met een handicap.

Deze werkingssubsidie heeft als doel instellingen te ondersteunen die instaan voor de opvang en begeleiding van personen met een handicap.

 

Artikel 2. Dit subsidiereglement is van toepassing vanaf 1 januari 2020.

 

Artikel 3. Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting, wordt een werkingssubsidie verleend volgens de voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

 

Afdeling 2: Werkingssubsidies aan instellingen

 

Artikel 4.

§1. Dienstverlenende instellingen voor personen met een handicap die erkend zijn door het Vlaams agentschap voor personen met een handicap komen in aanmerking voor deze toelage.

 

Dienstverlenende instellingen zijn instellingen die hulp bieden bij de oplossing van de algemene en de dagelijkse problemen (dienstbetoon in de enge zin van het woord) van:

 

 ofwel alle personen met een handicap

 ofwel diegenen met een handicap waarvoor de vereniging is opgericht; dit volgens de statuten van de betreffende instelling.

 

§2. Enkel instellingen die kunnen aantonen dat zij het voorbije werkjaar dienstverlening aanboden aan personen met een handicap die volgens het rijksregister woonachtig zijn in de gemeente Beersel, komen in aanmerking voor deze werkingssubsidie.

Geven eveneens recht op deze werkingssubsidie: personen met een handicap die hun domicilie hebben in de instelling maar onmiddellijk daaraan voorafgaand hun domicilieadres hadden in de gemeente Beersel.

 

§3. Instellingen  kunnen geen werkingssubsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Afdeling 3.  Aanvragen door instellingen voor personen met een handicap

 

Artikel 5. De werkingssubsidies, verleend in functie van het krediet ingeschreven in de begroting van het lopende dienstjaar, worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten betreffende het vorige werkingsjaar. Als werkingsjaar wordt beschouwd de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 6.  De instelling is verplicht een aanvraag te richten op het daartoe bestemde formulier aan het gemeentebestuur Beersel, dienst welzijn, H. Torleylaan 13, 1654 Huizingen, e-mail: welzijn@beersel.be, vóór 1 maart, vergezeld van de nodige bewijsstukken volgens het aanvraagformulier en dit reglement:

1.Een verslag over gerealiseerde activiteiten tijdens het vorige werkjaar van de instelling.

2.De vermelding van het rekeningnummer van de organisatie, evenals de naam van de verantwoordelijke van de organisatie.

3.Een lijst van de opgevangen personen die volgens het rijksregister woonachtig zijn in de gemeente Beersel of die onmiddellijk voorafgaand aan hun opname hun domicilieadres hadden in de gemeente Beersel.

Artikel 7. Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

 

Afdeling 4.  Berekeningswijze voor de verdeling van de werkingssubsidies

 

Artikel 8. Het krediet ingeschreven in de begroting bestemd voor de betoelaging voor opvang van personen met een handicap bedraagt 138 euro per persoon met een handicap die door de instelling wordt opgevangen.

 

Artikel 9. Voor dezelfde persoon kan deze subsidie slechts 1 keer aangevraagd worden. Hetzij door de instelling, hetzij door de thuisopvang. Bij een dubbele aanvraag voor dezelfde persoon wordt voorrang gegeven aan de aanvraag door de thuisopvang.

 

Afdeling 5.  Uitbetaling van de werkingssubsidies.

 

Artikel 10. De uitbetaling van de werkingssubsidie gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de rekening van de organisatie, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 11. Indien de totaaluitgave voor de aanvaarde aanvragen de voorziene kredieten overtreft, zal een procentuele vermindering worden toegepast.

 

Artikel 12. De subsidie wordt uitgekeerd door overschrijving op post-of bankrekening overeenkomstig de wettelijke bepalingen inzake de gemeentecomptabiliteit.

 

Afdeling 6. Terugvordering en beroepsmogelijkheid

 

Artikel 13. Indien blijkt dat door de instellingen onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.

 

Artikel 14. Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN.

 

Artikel 15. Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 16. Instellingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Burger

Reglement

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring reglement toelage voor thuisopvang personen met een handicap

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Decreet lokaal sociaal beleid van 9 februari 2018 en de omzendbrief van 26 oktober 2018

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 27 mei 2014 m.b.t. de vaststelling van het reglement voor een subsidie voor de opvang van personen met een handicap dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen.

 

Los van de toepassing van de indexering van 10% werden geen inhoudelijke wijzigingen toegepast. Er werd wel een apart reglement gemaakt voor de werkingssubsidie aan dienstverlenende instellingen enerzijds en een voor de toelage thuisopvang anderzijds.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

De leden vinden de versie met wijzigingen in groen in bijlage.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het reglement betreffende de toelage voor de thuisopvang van personen met een handicap goed te keuren.

 

Het reglement wordt als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I.  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN.

 

Afdeling 1: Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Het gemeentebestuur van Beersel verleent een toelage aan inwoners die instaan voor de thuisopvang van een persoon met een handicap

Deze toelage heeft als doel personen te ondersteunen die instaan voor de opvang en begeleiding van personen met een handicap.

 

Artikel 2. Dit reglement is van toepassing vanaf 1 januari 2020.

 

Artikel 3. Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting, wordt een toelage verleend volgens de voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

 

Afdeling 2: Toelage aan inwoners die instaan voor de thuisopvang van een gehandicapt persoon

 

Artikel 4.  De persoon die zij opvangen:

§1. moet voor minstens 66 % gehandicapt zijn (oude regeling FOD Sociale Zekerheid) of een erkenning hebben van minstens 7 punten (nieuwe regeling FOD Sociale Zekerheid)

§2. moet gedomicilieerd zijn bij de aanvrager.

§3. dient onder normale omstandigheden thuis te verblijven bij de aanvrager - en te overnachten -  en is dus niet opgenomen in een instelling.

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Afdeling 1.  Aanvragen door inwoners die instaan voor de thuisopvang van een gehandicapte persoon

 

Artikel 5.  De aanvrager is verplicht een aanvraag te richten op het daartoe bestemde formulier aan het gemeentebestuur Beersel, dienst welzijn, H. Torleylaan 13, 1654 Huizingen, e-mail: welzijn@beersel.be, vóór 1 maart, vergezeld van de nodige bewijsstukken volgens het aanvraagformulier en dit reglement:

1.Het attest dat een handicap van minstens 66% of minstens 7 punten bewijst.

 

Artikel 6. Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

Afdeling 3.  Berekeningswijze voor de verdeling van de toelagen

 

Artikel 7. Het krediet ingeschreven in de begroting bestemd voor de betoelaging voor opvang van personen met een handicap bedraagt 138 euro per persoon met een handicap die thuis opgevangen wordt.

 

Afdeling 4.  Uitbetaling van de werkingssubsidies.

 

Artikel 8. De uitbetaling van de toelage gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de rekening van de organisatie, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 9. Indien de totaaluitgave voor de aanvaarde aanvragen de voorziene kredieten overtreft, zal een procentuele vermindering worden toegepast.

 

Afdeling 5. Terugvordering en beroepsmogelijkheid

 

Artikel 10. Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende toelage geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de aanvrager.

 

Artikel 11. Tegen de beslissing van de vaststelling van de toelage kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van toelagen en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN.

 

Artikel 12. Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Burger

Website

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het gemeenteraadsbesluit van 27 november 2013 houdende de aanpassing van subsidiereglement 'Educatieve en sensibiliserende initiatieven in het Noorden' van de GROS. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de 1.240 euro en 24.790 euro gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen, uitgezonderd voor de bepalingen van artikels 3 en 7.1° van voornoemde wet.

Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de 1.240 euro en de 24.790 euro bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen;

 

 

                      Feitelijke motivering:

Het gemeentelijk subsidiereglement houdende de aanpassing van subsidiereglement 'Educatieve en sensibiliserende initiatieven in het Noorden' van de GROS goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 27 november 2013 dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van de algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

 

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14 november 1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen en/of vrijwilligersorganisaties gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 27 november 2013 houdende de aanpassing van subsidiereglement 'Educatieve en sensibiliserende initiatieven in het Noorden' van de GROS wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

 

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1.

Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt een toelage verleend voor educatieve en sensibiliserende initiatieven in het Noorden volgens de voorwaarden van het reglement, die hierna worden vastgesteld. Deze toelage is cumuleerbaar, onderling en tevens met andere subsidies en premies van andere overheden.

 

Artikel 2.

Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies voor initiatieven die zich richten tot de inwoners van Beersel, met als hoofddoel mensen in het Noorden te sensibiliseren rond het Noord-Zuidbeleid. Initiatieven die enkel gedragen worden door individuen, zonder verankering in een organisatie/vereniging komen niet in aanmerking. Ook initiatieven die voornamelijk fondsenwerving als doel hebben, komen niet in aanmerking.

 

Artikel 3.

Het initiatief moet in zijn publicaties vermelden: ‘Met steun van de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking en het gemeentebestuur van Beersel’.

 

Artikel 4.

De aanvrager moet lid zijn van de GROS.

 

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Artikel 5.

            De aanvragen voor het bekomen van een toelage dienen voor 15 augustus te worden verstuurd op het daartoe bestemde formulier t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, dienst Noord-Zuid, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg of via gros@beersel.be.

            De aanvraag moet vergezeld zijn van een duidelijk omschreven raming.

            Er kan slechts 1 aanvraag  voor een ‘Educatief en sensibiliserend initiatief’ per organisatie/vereniging per jaar ingediend worden.

 

Artikel 6.

            Alle aanvragen worden doorgenomen door het Dagelijks Bestuur van de GROS.

            De GROS formuleert haar advies aan het College van Burgemeester en Schepenen.

            Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidie toe uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing. De aanvrager krijgt een brief met de beslissing.

 

Artikel 7.

            De toelage omvat de onkosten voor het initiatief met een maximum van het hiervoor uitgetrokken budget binnen noordwerking. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kosten van drukwerk, huur van de locatie, huur van didactisch en logistiek materiaal.

            Na het initiatief dient de aanvrager een verslag met een exemplaar van publiciteitsmateriaal, de afrekening en kostenbewijzen in.

            De uitbetaling gebeurt op het einde van het jaar op het rekeningnummer van de vereniging/organisatie.

 

Artikel 8.

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

Terugvordering en beroepsmogelijkheid

 

Artikel 9.

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer blijkt dat:

de bepalingen van dit reglement niet werden nageleefd;

onjuiste of onvolledige gegevens werden meegedeeld;

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van toelages en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 10.

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

Leden GROS

Schriftelijk

Desbetreffende gemeentelijke diensten

Schriftelijk

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het gemeenteraadsbesluit van 30 mei 2018 houdende de aanpassing van subsidiereglement ‘tot het verkrijgen van een toelage voor projecten in het Zuiden’. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen;

 

                      Feitelijke motivering:

Het gemeentelijk subsidiereglement houdende de wijziging ‘reglement toelage Zuidprojecten’ goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 30 mei 2018 dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van de algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

 

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14 november 1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen en/of vrijwilligersorganisaties gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 30 mei 2018 houdende de aanpassing van subsidiereglement ‘tot het verkrijgen van een toelage voor projecten in het Zuiden’ van de GROS wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

 

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

 

Artikel 1.

Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt een toelage verleend voor projecten in het Zuiden volgens de voorwaarden van het reglement, die hierna worden vastgesteld. Deze toelage is cumuleerbaar, onderling en tevens met andere subsidies en premies van andere overheden.

 

Artikel 2.

Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies voor projecten die voldoen aan onderstaande voorwaarden:

            Enkel projecten in ontwikkelingslanden komen in aanmerking.

            De betoelaagde projecten dragen bij tot maatschappelijke emancipatie en meer participatie van de lokale bevolking. Ze vergroten de capaciteit van de lokale bevolking om het heft in eigen handen te nemen en om actief hun leefsituatie te kunnen verbeteren.

            De betoelaagde projecten moeten gedragen worden door de lokale bevolking:

- Het project biedt een antwoord op een vraag van de lokale bevolking.

- De doelgroep wordt betrokken bij de totstandkoming en uitwerking van het project.

- De betoelaagde projecten leveren een bijdrage tot structurele verbeteringen van de situatie (mensenrechten, armoede, onderwijs, gezondheid, landbouw en economie).

 

Artikel 3.

De partners in het Zuiden (verenigingen, organisaties) die het project zullen realiseren, moeten voldoende menskracht en expertise bezitten om de gestelde doelstellingen te kunnen bereiken.

 

Artikel 4.

Projecten die enkel gedragen worden door individuen, zonder verankering in een organisatie/vereniging in het Zuiden én het Noorden (België), komen niet in aanmerking.

 

Artikel 5.

De aanvrager moet lid zijn van de GROS.

            De aanvrager is lid/vrijwilliger/sympathisant van de organisatie/vereniging die de Belgische partner is van de organisatie in het Zuiden van het betoelaagde project.

            De aanvrager is sterk betrokken bij het project.

 

Artikel 6.

De aanvrager werkt niet voor een NGO die betrokken is bij het project.

 

Artikel 7.

De correspondentie met de gemeente verloopt via de aanvrager.

 

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Artikel 8.

            De aanvragen voor het bekomen van een toelage dienen te worden verstuurd op het daartoe bestemde formulier t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, dienst Noord-Zuid, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg of via gros@beersel.be. De aanvraag wordt ingediend voor 15 augustus. Deze datum wordt beschouwd als het einde van een werkjaar. Een werkjaar loopt van 16 augustus tot en met 15 augustus van het daarop volgende kalenderjaar.

            De aanvraag moet vergezeld zijn van een jaarverslag met financiële duiding van het vorige jaar.

            Er kan slechts 1 aanvraag per organisatie/vereniging per jaar ingediend worden.

 

Artikel 9.

            Alle aanvragen worden doorgenomen door het Dagelijks Bestuur van de GROS.

            De GROS formuleert haar advies aan het College van Burgemeester en Schepenen over de    verdeling van de middelen.

            Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidie toe uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 10.

De uitbetaling gebeurt voor het einde van het jaar op het rekeningnummer van de Belgische vereniging/organisatie.

 

Artikel 11.

De aanvrager geeft een verslag/verantwoording van de besteding van de middelen. Hiermee wordt rekening gehouden bij het toekennen van een toelage bij een volgende aanvraag.

 

Artikel 12.

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

Artikel 13.

          De betoelaging bedraagt maximum 1200 euro.

          Het totale beschikbare bedrag wordt op evenredige wijze verdeeld a rato van het gecumuleerde puntenaantal dat de aanvragen bekomen volgens artikels 13, 14, 15 en 16 en 17 van dit reglement. Aanvragen die minder dan 70 punten behalen worden daarbij buiten beschouwing gelaten.

 

Artikel 14.

Aanvragen die voldoen aan alle voorwaarden van de artikelen 12 tot en met 78 van dit reglement krijgen 70 punten.

 

Artikel 15.

De verenigingen/organisaties waarvan de hoofdzetel in Beersel gevestigd is krijgen 10 punten. De zetel is het adres zoals vastgelegd in de statuten van de organisatie. Een organisatie kan slechts één hoofdzetel hebben. Indien het een (feitelijke) vereniging betreft en er geen statuten werden opgemaakt dan is een verklaring op eer van het stemgerechtigde groslid en vertegenwoordiger van de organisatie vereist.

 

Artikel 16.

De verenigingen/organisaties waarvan de vertegenwoordigers of plaatsvervangers aanwezig waren op minstens twee algemene vergaderingen in het werkjaar voorafgaand aan de aanvraag krijgen 8 punten.

 

Artikel 17.

          Verenigingen/organisaties die in het werkjaar voorafgaand aan de aanvraag minstens 4 shiften presteren op activiteiten van de GROS krijgen 12 punten.

          De vertegenwoordiger van de vereniging/organisatie of diens plaatsvervanger meldt voor aanvang van de activiteit welke vrijwilligers shiften presteren voor de vereniging/organisatie in kwestie.

          Prestaties van gemeentelijke ambtenaren of leden van het college van burgemeester en schepenen worden buiten beschouwing gelaten.

          Dit artikel geldt enkel indien er minstens drie officiële activiteiten van de GROS plaatsvinden in het desbetreffende werkjaar.

          Het dagelijks bestuur communiceert minstens een maand vooraf wanneer een officiële activiteit van de GROS plaatsvindt en welke prestaties als een “shift” beschouwd worden.

 

Terugvordering en beroepsmogelijkheid

 

Artikel 18.

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer blijkt dat:

de bepalingen van dit reglement niet werden nageleefd;

onjuiste of onvolledige gegevens werden meegedeeld;

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van toelages en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 19.

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

Leden GROS

Schriftelijk

Desbetreffende gemeentelijke diensten

Schriftelijk

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het gemeenteraadsbesluit van 24 februari 2016 houdende de wijziging subsidiereglement ‘tot het verkrijgen van een toelage voor een Zuidervaring voor jongeren’ GROS.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen;

 

                      Feitelijke motivering:

Het gemeentelijk subsidiereglement houdende de aanpassing van subsidiereglement ‘tot het verkrijgen van een toelage voor een Zuidervaring voor jongeren’ van de GROS goedgekeurd door de gemeenteraad in de zitting van 24 februari 2016 dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van de algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 24 februari 2016 houdende de aanpassing van subsidiereglement ‘Tot het verkrijgen van een toelage voor een Zuidervaring voor jongeren’ van de GROS wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

 

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1.

Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt een toelage verleend voor een Zuidervaring voor jongeren volgens de voorwaarden van het reglement, die hierna worden vastgesteld. Deze toelage is cumuleerbaar, onderling en tevens met andere subsidies en premies van andere overheden.

 

Artikel 2.

Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies voor inwoners van Beersel, die een Zuidervaring willen opdoen.

Het project wordt rechtstreeks gesteund door een NGO of een andere erkende ontwikkelingsorganisatie in België.

De aanvrager doet vrijwilligerswerk in het project of volgt er een vorm van stage.

 

Artikel 3.

De correspondentie met de gemeente verloopt via de aanvrager.

 

Artikel 4.

De aanvrager communiceert over zijn ervaring bijvoorbeeld door te getuigen op de algemene vergadering van de GROS. Ook andere vormen van communicatie met de inwoners van de gemeente worden voor de reis besproken en afgesproken.

 

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Artikel 5.

            De aanvragen voor het bekomen van een toelage dienen voor de reis aanvangt te worden verstuurd op het daartoe bestemde formulier t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, dienst Noord-Zuid, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg of via gros@beersel.be.

            De gemeente Beersel kan jaarlijks maximaal 8 aanvragen goedkeuren.

 

Artikel 6.

          Alle aanvragen worden doorgenomen door het Dagelijks Bestuur van de GROS.

          De GROS formuleert haar advies aan het College van Burgemeester en Schepenen.

          Het College van Burgemeester en Schepenen beslist over de toekenning van de toelagen.

 

Artikel 7.

            De toelage bedraagt maximaal 200 euro.

            De toelage kan slechts 1 keer per persoon aangevraagd worden.

            De uitbetaling gebeurt op het rekeningnummer van de Belgische NGO of andere erkende ontwikkelingsorganisatie.

 

Artikel 8.

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

Terugvordering en beroepsmogelijkheid

 

Artikel 9.

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer blijkt dat:

de bepalingen van dit reglement niet werden nageleefd;

onjuiste of onvolledige gegevens werden meegedeeld;

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van toelages en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 10.

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

GROS Beersel

Schriftelijk

Desbetreffende gemeentelijke diensten

Schriftelijk

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Wijziging raadsbesluit van 27 november 2013 betreffende het impulssubsidiereglement voor erkende sportverenigingen

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen;

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 27 november 2013 betreffende het impulssubsidiereglement voor erkende sportverenigingen, dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

De subsidies worden éénmalig met 10% verhoogd;

Het gunstig advies van de sportraad;

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14 november 1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

                      Financiering

De uitgaven/inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

of

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Gunstig - Ongunstig - Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

 

Het raadsbesluit van 27 november 2013 betreffende het impulssubsidiereglement voor erkende sportverenigingen wordt  gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I.  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN.

 

Artikel 1:

Binnen de perken van de door de gemeenteraad op het budget goedgekeurde kredieten, worden subsidies uitgekeerd aan sportverenigingen, erkend door de gemeenteraad en aangesloten bij een erkende Vlaamse sportfederatie voor het verhogen van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders volgens de bepalingen en de voorwaarden die hierna worden vastgesteld in dit reglement.

 

Artikel 2: Definities:

          Jeugdsport: sportparticipatie van kinderen en jongeren tot en met 18 jaar.

          De jeugdsportbegeleider (JSB): een sporttechnische begeleider voor jeugdsport die actief is in een erkende sportvereniging.

          De jeugdsportcoördinator (JSC): een sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleider die het jeugdsportbeleid in de erkende sportvereniging coördineert op het sporttechnische, beleidsmatige en organisatorische vlak.

          De erkende sportvereniging: een sportvereniging die aangesloten is bij een erkende Vlaamse sportfederatie en die erkend is door het gemeentebestuur.

          De erkende sportfederatie: de Vlaamse sportfederatie die erkend is in het kader van het decreet van 13 juli 2001 houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties, de koepelorganisatie en de organisaties voor de sportieve vrijetijdsbesteding.

          Werkingsjaar: als referteperiode voor het werkingsjaar geldt de periode van 1 juli tot en met 30 juni.

          Een opleiding: gaat enkel over Vlaamse Trainersschool (VTS) of erkend door VTS en leidt tot een “sportkwalificatie” met een diploma.

          Een bijscholing: kan door verschillende instanties georganiseerd worden als het thema en de doelgroep (JSB/JSC) maar specifiek zijn.

 

Artikel 3:

De vereniging moet erkend zijn door de Beerselse gemeenteraad en aangesloten zijn bij een erkende Vlaamse sportfederatie en dient deze aansluiting te bewijzen aan de hand van een door de federatie afgeleverd attest van het betreffende werkjaar.

 

Artikel 4:

De vereniging staat open voor iedere Beerselse inwoner en heeft een minimum van 10 verzekerde jeugdleden.

 

Artikel 5:

De vereniging dient een actieve jeugdsportwerking (trainingen gescheiden van de volwassenenwerking) te ontplooien.

 

Artikel 6:

De jeugdsportbegeleiding (lessen en trainingen) is inbegrepen in het lidgeld.

 

Artikel 7:

De jeugdwerking moet plaatsvinden op Beersels grondgebied en moet een permanent karakter vertonen. Indien de vereniging kan aantonen dat er geen, onvoldoende of niet aangepaste accommodatie aanwezig is op het gemeentelijk grondgebied, dan is deze voorwaarde niet van toepassing.

 

Artikel 8:

De vereniging moet over een bankrekening beschikken op naam van de vereniging.

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Afdeling 1.  Aanvragen van impulssubsidies.

 

Artikel 9:

§1. De vereniging is verplicht op het daartoe bestemde formulier een schriftelijke aanvraag te richten aan het schepencollege gemeentebestuur Beersel, sportdienst, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg, sport@beersel.be vóór 1 augustus van het lopende dienstjaar, vergezeld van de nodige bewijsstukken volgens het aanvraagformulier en dit reglement.

 

§ 2. De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de 1.240 euro en 24.790 euro gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen, uitgezonderd voor de bepalingen van artikels 3 en 7.1° van voornoemde wet.

Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de 1.240 euro en de 24.790 euro bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken.

 

Artikel 10:

Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

Afdeling 2.  Berekeningswijze voor de verdeling van de impulssubsidies.

 

Artikel 11:

Het subsidiebedrag per vereniging wordt berekend door middel van een puntensysteem dat betrekking heeft op inspanningen die het afgelopen werkingsjaar geleverd werden door de vereniging voor het verhogen van de kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders.

Het totale door de gemeente ter beschikking gestelde subsidiebedrag wordt evenredig verdeeld tussen de verenigingen, a rato van het bekomen aantal punten.

 

Artikel 12: Puntenverdeling

a) Actieve sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders:

Om voor betoelaging in aanmerking te komen, moet de jeugdsportbegeleider aan de volgende vereisten voldoen:

          Gedurende een volledig sportseizoen actief als jeugdsportbegeleider zijn van een aparte jeugdafdeling.

          Er worden geen extra kosten aangerekend bovenop het lidgeld voor de jeugdsportbegeleiding (jeugdsportbegeleiders die enkel privéles geven komen niet in aanmerking)

          De jeugdsportcoördinator wordt apart gevaloriseerd en komt onder dit punt niet in aanmerking.

          De jeugdsportbegeleider is in het bezit van een door de Vlaamse Trainersschool erkend (of geassimileerd) sporttechnisch diploma waarvoor volgende punten worden toegekend:

          Aspirant-initiator: 5 punten

          Initiator of studenten LO vanaf het 2de leerjaar: 10 punten

          Trainer B Instructeur B, Bachelor LO, Master LO: 15 punten

          Trainer A: 20 punten

          Toptrainer: 25 punten

 

b) Actieve sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator (minimum VTS initiator) met functieomschrijving:

          Per sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator met diploma initiator Vlaamse Trainersschool: 25 punten

          Per sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator trainer B Vlaamse Trainersschool, Bachelor LO of Master LO: 50 punten

          Per sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator trainer A Vlaamse trainersschool: 60 punten

          Per aanvullend attest VTS-jeugdsportcoördinator “basis”: 30

          Per aanvullend attest VTS-jeugdsportcoördinator “specialisatie”: 40

 

 

 

 

 

 

c) Indien de sportvereniging de vervoersonkosten vergoedt, voor het volgen van een sportgerelateerde opleiding van de Vlaamse Trainersschool of erkend door de Vlaamse Trainersschool van de eigen jeugdsportbegeleiders en/of sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren:

          per rit heen en terug op een locatie in de provincie Vlaams-Brabant: 5 punten

          per rit heen en terug op een locatie buiten de provincie Vlaams-Brabant: 10 punten

 

d) Per gevolgde sportgerelateerde bijscholing van de eigen jeugdsportbegeleiders en/of sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren:

 

          Minder dan 3 uren: 5 punten

          Vanaf 3 uren tot 7 uren: 10 punten

          Vanaf 8 uren tot 10 uren: 15 punten

          Vanaf 11 uren tot 20 uren: 20 punten

          Vanaf 21 uren tot 30 uren: 25 punten

          Meer dan 31 uren: 30 punten

           

e) De vereniging organiseert zelf een door de VTS erkende bijscholing voor jeugdsportbegeleiders en/of sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren:

 

          Minder dan 3 uren: 10 punten

          Vanaf 3 uren tot en met 7 uren: 20 punten

          Vanaf 8 uren tot 10 uren: 30 punten

          Vanaf 11 uren tot 20 uren: 40 punten

          Vanaf 21 uren tot 30 uren: 50 punten

          Meer dan 31 uren: 60 punten

 

f) De vereniging staat in voor de vergoeding van loonkosten (eigen personeel, vlabus, sociaal secretariaat) van de sportgekwalificeerde jeugdsportbegeleiders en sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinatoren in officiële dienst van de sportvereniging (vrijwilligersvergoedingen komen niet in aanmerking):

 

          Minder dan € 500 per jaar 100 punten

          € 501 tot € 1000 per jaar 125 punten

          € 1001 tot € 3000 per jaar 150 punten

          € 3001 tot € 5000 per jaar 175 punten

          € 5001 tot € 7000 per jaar 200 punten

          € 7001 tot € 9000 per jaar 275 punten

          Meer dan € 9 000 per jaar 300 punten

 

Afdeling 3.  Uitbetaling van de basis- en werkingssubsidies.

 

Artikel 13:

Het college van burgemeester en schepenen zal het definitieve resultaat van de puntenberekening aan de erkende sportverenigingen meedelen.

De uitbetaling van de toelage gebeurt in overeenstemming met de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de rekening van de vereniging, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 14: Terugvordering en Beroepsmogelijkheid

Indien blijkt dat door de erkende sportverenigingen onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement, het dossier niet verwerken en toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken verenigingen

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

 

 

Artikel 15:

Door ondertekening van het aanvraagformulier aanvaarden de voorzitter en secretaris van de sportvereniging elke controle van het gemeentebestuur in verband met de aangevraagde impulssubsidie.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALING.

 

Artikel 16:

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 17:

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Aanpassing raadsbesluit van 26 november 2008 betreffende het subsidiereglement voor bijzondere subsidies in de sport

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen;

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 26 november 2008 betreffende het subsidiereglement voor bijzondere subsidies in de sport, dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

Het gunstig advies van de sportraad;

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14 november 1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen en/of vrijwilligersorganisaties gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging;

 

                      Financiering

De uitgaven/inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

of

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Gunstig - Ongunstig - Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Het raadsbesluit van 26 november 2008 betreffende de bijzondere subsidies in de sport wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I.  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN.

 

Artikel 1:

Naast de gewone jaarlijkse basis- en werkingssubsidies kan het schepencollege ten behoeve van één of meer erkende sportverenigingen, organisaties met bovenlokale uitstraling, individuele sportbeoefenaars met uitzonderlijke sportprestaties bijkomende subsidies inschrijven in de begroting of andere tegemoetkomingen of voorzieningen toekennen om de activiteiten of manifestaties van uitzonderlijke aard of waarde mogelijk te maken.

 

Artikel 2:

Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en de toekenning van de bijzondere subsidies.

 

Artikel 3: Welke verenigingen komen in aanmerking.

Erkende sportverenigingen, organisaties met bovenlokale uitstraling, individuele sportbeoefenaars met uitzonderlijke sportprestaties komen in aanmerking voor bijzondere subsidies.

 

Artikel 4: Bijzondere subsidies kunnen onderverdeeld worden in drie (4) categorieën:

 

Categorie I :

          Bijzondere subsidie aan jubilerende verenigingen : 25-, 50-, 75-, 100-jarig bestaan en meer.

 

Categorie II :

          Bijzondere subsidie voor het opluisteren van officiële plechtigheden.

 

Categorie III :

          Bijzondere toelage voor erkende sportverenigingen:

          Bij fusie van 2 clubs, krijgt de nieuwe club een éénmalige tussenkomst van 1240 euro., onder bepaalde voorwaarden.

          Een speciale toelage wordt voorzien voor sportverenigingen waarvan de 1ste ploeg in een hogere afdeling speelt.

 

Categorie IV :

          Bijzondere subsidie voor de organisatie van uitzonderlijke sportmanifestaties of –wedstrijden met bovenlokale uitstraling en voor individuele sportbeoefenaars met uitzonderlijke sportprestaties.

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Afdeling 1.  Bijzondere subsidies - Categorie I.

 

Artikel 5:

Binnen de perken van de kredieten van de begroting kan het gemeentebestuur, indien het hiervoor de nodige voorwaarden aanwezig acht, bijzondere toelagen verstrekken aan erkende sportverenigingen voor activiteiten vermeld in artikel 4. De appreciatie van de activiteiten behoort tot de exclusieve bevoegdheid van het schepencollege.

 

Artikel 6:

§1. De aanvragen om de bijzondere toelagen van categorie I dienen minstens 6 maanden vóór de activiteit te worden aangevraagd bij het gemeentebestuur, samen met :

 

          een gedetailleerde onkosten- en batenraming in tweevoud;

          zonodig de bewijsstukken van het ontstaan der vereniging.

 

§2. Indien twee of meer erkende verenigingen samenwerken moet één van deze verenigingen als subsidieaanvrager optreden.  De toelage zal onverdeeld aan deze vereniging worden toegekend en uitbetaald.  De betrokken verenigingen moeten zelf instaan voor de onderlinge verdeling van de toelage.

§3. Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet zijn nageleefd kan het gemeentebestuur de bijzondere subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de betrokken vereniging(en) van verdere subsidiëring uitsluiten.

 

Artikel 7:

Bij de berekening van de toe te kennen toelagen kunnen eventueel volgende posten voor subsidiëring in aanmerking komen voor zover zij bovendien naar het oordeel van het gemeentebestuur, binnen een redelijk niveau blijven met een maximum volgens de criteria in artikel 8:

 

          de uitgaven voor administratieve voorbereiding (briefport, telefoon, verzending, e.d.);

          de kosten van drukwerk (circulaires, affiches, e.d.);

          de uitgaven voor eventuele zaalhuur, tent, enz., met de kosten welke voortvloeien uit het onderhoud, de verwarming en de verlichting of het in orde brengen van lokalen en zalen (versiering, aanpassing van de elektrische installaties, e.d.);

          de uitgaven, welke voortvloeien uit de huur van films, decors, kostuums, honoraria van sprekers, e.d.);

          de representatiekosten;

          het aantal bestaansjaren der jubilerende verenigingen.

 

Artikel 8:

De maximum toelage die kan toegekend worden voor een jubilerende vereniging is de volgende :

          voor 25-jarig jubileum: 250 euro

          voor 50-jarig jubileum: 500 euro

          voor 75-jarig jubileum:   750 euro

          voor eeuwfeest:                                  1000 euro

          voor 125-jarig jubileum1250 euro

          voor 150-jarig jubileum           1500 euro       

 

Opmerking : Erkende sportverenigingen die geen activiteiten organiseren voor hun jubileumviering kunnen evenwel een subsidie verkrijgen doch de toelage is beperkt tot de helft van voornoemde bedragen.  Zij richten daartoe vóór 1 oktober van het jubileumjaar een aanvraag aan het schepencollege vergezeld van de bewijsstukken van het ontstaan van de vereniging.

 

Artikel 9:

Bij de berekening van deze toelagen blijven evenwel volgende posten buiten beschouwing:

 

          de uitgaven welke in geen enkel opzicht in verband staan met het volksopvoedend karakter van de manifestatie zoals bals, tombola’s, kantine-exploitatie, e.d., en hoofdzakelijk betrekking hebben op activiteiten met het doel inkomsten te verwerven;

          de kosten van receptie, banketten, geschenken, attenties, prijzen, e.d.

 

Artikel 10:

Het gemeentebestuur deelt zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de organisatoren mede of zij voor subsidiëring in aanmerking komen.

 

Artikel 11:

De organisatoren zijn verplicht binnen de twee maanden na afloop van de manifestatie, een door het bestuur der vereniging(en) voor echt verklaard financieel verslag aan het gemeentebestuur te laten geworden, gestaafd door documenten, bewijsstukken en rekeningen.

 

Artikel 12:

Aan het gemeentebestuur dienen alle gevraagde bewijsstukken te worden getoond en alle inlichtingen verstrekt die het noodzakelijk acht.

 

Artikel 13:

Het gemeentebestuur bepaalt, na ontvangst van de in artikel 12 genoemde stukken, het definitieve bedrag der toelage, rekening houdend met de door haar aanvaarde raming.

 

 

 

Artikel 14:

De subsidie wordt aan de organisatoren uitgekeerd door overschrijving op de door hen aangeduide post- of bankrekening.  Indien naar het oordeel van het gemeentebestuur de gegronde redenen aanwezig zijn, kan men voorschotten op de subsidie verstrekken welke 50 procent van de maximumsubsidie niet mogen overschrijden.

 

Afdeling 2.  Bijzondere subsidies - Categorie II.

 

Artikel 15:

Het college van burgemeester en schepenen kan, binnen de perken van het krediet voorzien in de begroting, aan erkende sportverenigingen die op vraag van het gemeentebestuur hun medewerking verlenen aan het opluisteren van een officiële plechtigheid een bijzondere financiële toelage toekennen.

 

Artikel 16:

De appreciatie van de aard en omvang van de bijzondere subsidie behoort exclusief tot de bevoegdheid van het schepencollege.

Voor het bepalen van de omvang van de subsidie zijn volgende richtlijnen van toepassing:

Bijzondere subsidie voor het opluisteren van officiële plechtigheden:

          200 euro voor de beperkte opluistering van een plechtigheid;

          400 euro voor een volwaardig optreden (minimum 45 min.);

Deze betaalde opluistering mag niet opgenomen worden in de opgave van de jaarlijkse werking met het oog op de subsidies voor erkende sportverenigingen.

 

Artikel 17:

De bijzondere subsidie wordt aan de erkende verenigingen uitgekeerd door overschrijving op de door hen aangeduide rekening, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

Afdeling 3.  Bijzondere subsidies - Categorie III.

 

Artikel 18:

Het college van burgemeester en schepenen, kan binnen de perken voorzien in de begroting , een bijzondere toelage toekennen voor erkende sportverenigingen.

          Bij fusie van 2 sportverenigingen met hun zetel in de gemeente, krijgt de nieuwe club een éénmalige toelage van 1240 euro onder bepaalde voorwaarden:

          Beide verenigingen hebben een zelfstandige activiteit van minimum 5 jaar.

          Beide verenigingen doen zowel aan jongeren- als volwassenensportbeoefening.

          De nieuwe vereniging moet minstens nog 3 ploegen in competitie hebben.

          De nieuwe vereniging dient gebruik te maken van gemeentelijk infrastructuur.

          De nieuwe naam moet na aanpassing verwijzen naar de gemeente “Beersel”.

 

          Indien de 1ste ploeg speelt in een hogere afdeling kan deze vereniging jaarlijks een speciale toelage krijgen.

Voor voetbalverenigingen, spelende in:

          Heren2de klasse            2480 euro 

3de klasse            1860 euro 

4de klasse            1240 euro 

          Dames 2de nationale              500 euro

Voor basketbalverenigingen, spelende in:

          Heren 2de nationale            2480 euro  

3de nationale            1860 euro 

4de nationale            1240 euro 

Voor volleybalverenigingen, spelende in:

          Heren1ste nationale            2480 euro 

1ste divisie             1860 euro 

2de divisie            1240 euro 

          Dames  1ste divisie              620 euro 

 

De thuiswedstrijden dienen gespeeld te worden in de gemeente Beersel.

 

Afdeling 4.  Bijzondere subsidies - Categorie IV.

 

Artikel 19:

Het college van burgemeester en schepenen, kan binnen de perken voorzien in de begroting, een bijzondere subsidie toekennen voor de organisatie van uitzonderlijke sportmanifestaties of –wedstrijden met bovenlokale uitstraling en voor individuele sportbeoefenaars met uitzonderlijke sportprestaties.

 

Artikel 20:

De appreciatie van de aard en omvang van de bijzondere subsidie behoort exclusief tot de bevoegdheid van het schepencollege.

 

Artikel 21: Terugvordering en Beroepsmogelijkheid

Indien blijkt dat door de erkende sportverenigingen onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement, het dossier niet verwerken en toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken verenigingen.

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALING.

 

Artikel 22:

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 23:

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Aanpassing raadsbesluit van 24 september 2014 betreffende het subsidiereglement voor erkende sportverenigingen.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen;

 

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van  24 september 2014 betreffende het subsidiereglement voor erkende sportverenigingen, dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

De subsidies worden éénmalig met 10% verhoogd;

Het gunstig advies van de sportraad;

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14 november 1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

                      Financiering

De uitgaven/inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

of

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Gunstig - Ongunstig - Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Het raadsbesluit van 24 september 2014 betreffende het subsidiereglement voor erkende sportverenigingen wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I.  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN.

 

Artikel 1:

Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting en rekening houdende met de geboden mogelijkheden om welbepaalde gemeentelijke voorzieningen zoals gebouwen, terreinen en diensten te gebruiken, worden aan de door de gemeenteraad erkende sportverenigingen, subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden, die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 2:

Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en de toekenning van de subsidies.

 

Artikel 3:

De subsidies kunnen onderverdeeld worden in:

- basissubsidies;

- werkingssubsidies;

 

Basissubsidies worden aan de erkende sportverenigingen toegekend op basis van kwantitatieve criteria

 

Werkingssubsidies worden aan de erkende sportverenigingen toegekend op basis van kwalitatieve criteria

 

Artikel 4: Welke verenigingen komen in aanmerking:

Alleen sportverenigingen die door de gemeente erkend zijn en dus voldoen aan de erkenningsvoorwaarden gesteld in het gemeentelijk erkenningsreglement, komen in aanmerking voor subsidies.

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

BASIS- EN WERKINGSSUBSIDIES.

 

Afdeling 1.  Aanvragen van basis- en werkingssubsidies.

 

Artikel 5:

§1.De basis- en werkingssubsidies, verleend in functie van de kredieten ingeschreven in de begroting van het lopende dienstjaar, worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten betreffende het vorige werkingsjaar.

 

§2. Als werkingsjaar wordt beschouwd: van 1 juli tot en met 30 juni

 

Artikel 6:

§1. De vereniging is verplicht op het daartoe bestemde formulier een schriftelijke aanvraag te richten aan het gemeentebestuur Beersel, sportdienst, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg, sport@beersel.be vóór 1 augustus van het lopende dienstjaar, vergezeld van de nodige bewijsstukken volgens het aanvraagformulier en dit reglement.

 

§ 2. De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de 1.240 euro en 24.790 euro gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen, uitgezonderd voor de bepalingen van artikels 3 en 7.1° van voornoemde wet.

Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de 1.240 euro en de 24.790 euro bij hun aanvraag  de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie  gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag van vorig werkingsjaar dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

Artikel 7:

Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

Artikel 8:

Aan het college van burgemeester en schepenen worden alle documenten voorgelegd die door het college van burgemeester en schepenen noodzakelijk geacht worden.

 

Afdeling 2.  Berekeningswijze voor de verdeling van de basis- en werkingssubsidies volgens volgende groepsindeling:

A.Voetbal in openlucht

B.Zaalsporten:

1. Volley en basket

2. Turnen, tafeltennis, badminton

3. Judo en andere vechtsporten

4. Zaalvoetbal

5. Petanque

C.Kaatsen, boogschieten, darts, zwemmen, triatlon wielertoeristen, joggingclubs, omnisporten, paardensporten, gezinssportfederaties

 

Het schepencollege kan, na advies van de sportraad, nieuwe verenigingen indelen onder rubriek A tot  C. Elke sportvereniging kan slechts onder één rubriek vallen.

 

Artikel 9:

De kredieten, ingeschreven in de verschillende begrotingsartikelen per groepssoort, worden gesplitst in enerzijds, de basissubsidie (= kwantiteit 40%) en anderzijds, de werkingssubsidie (= kwaliteit  60%).

          De basissubsidie:

Het bedrag van de basissubsidie wordt onder alle belanghebbende erkende sportverenigingen op evenredige wijze verdeeld a rato van het puntenaantal dat zij bekomen hebben volgens de kwantitatieve criteria onder de hoofding “basissubsidie” van hun groepssoort.

 

          De werkingssubsidie:

Het bedrag van de werkingssubsidie wordt gedeeld door het totaal aantal punten onder de hoofding “werkingssubsidie” die aan de betrokken sportverenigingen werden toegekend op basis van hun activiteiten van het voorgaande werkingsjaar.  Aldus bekomt men de geldwaarde van één punt.

De werkingssubsidie per sportvereniging bekomt men door het aantal punten van elke sportvereniging te vermenigvuldigen met de geldwaarde van één punt.

 

Artikel 10:

Per groepsindeling van de sportbeoefening door volwassenen of jeugd worden volgende punten toegekend:

 

Basissubsidie = kwantitatieve criteria:

          Leden:

- voor minder dan 50 leden: 10 punten

- voor 50 tot en met 99 leden: 30 punten

- voor 100 en meer leden: 40 punten

- per clublid woonachtig op het grondgebied van Beersel boven de vereiste meerderheid: 1 punt

          Basistoekenning van de punten voor de groepen A en B:

Per thuiswedstrijd in competitie- en bekerwedstrijden of vriendschappelijke wedstrijden. Verenigingen die niet per ploeg deelnemen: deelname met minstens 9 leden: 10 punten

Per training evenredig met het aantal ploegen: 2 punten

          Volgende coëfficiënten worden toegepast op de basissubsidie:

Voor de groepen A, B: Verenigingen met minder dan 15 trainingen per sportseizoen: x 0,5

 

          Basistoekenning van de punten voor groep C:

Per deelname aan wedstrijden met minstens 5 leden - max. per dag: 4 punten

Per fietsuitstap of training met minstens  9 leden - max. per dag: 1 punt

Per wedstrijdorganisatie die openstaat voor iedereen - max. per dag: 20 punten

 

 

 

Werkingssubsidies = kwalitatieve criteria:

          Trainers:

- trainers met universitair diploma lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen (master) en diploma lichamelijke opvoeding van het niet-universitair hoger onderwijs (bachelor): 5 punten

- trainers met VTS – diploma toptrainer: 7 punten

- trainers met VTS – diploma Trainer A: 6 punten

- trainers met VTS – diploma Trainer B: 5 punten

- trainers met VTS – diploma Initiator: 4 punten

Moeten minimum gedurende 22 weken 2 uur per week les geven in dezelfde club. Uitgezonderd voor de verenigingen die maar 1 u. per week training aanbieden (= 1 u. per week de voorwaarde gedurende 22 weken).

 

          Bijscholing:

- bijscholing van een trainer of bestuurslid bij een Vlaamse erkende sportfederatie of de Regiowerking Zuidwest Rand: 2 punten

 

          Communicatie:

- het gebruik van verschillende communicatiekanalen: 5 punten/informatiekanaal

 

          Vrijwilligers:

- de vereniging die de taken van de vrijwilligers duidelijk heeft uitgeschreven en dit aan de vrijwilligers heeft doorgegeven: 15 punten

 

          Doelgroepen:

- drempelverlagende initiatieven gericht naar minder bereikbare doelgroepen (andersvaliden, kansarmen,…): 25 punten

 

          Activiteiten:

- per sportactiviteit die buiten de reguliere werking valt met het karakter van sportpromotie én openstaat voor leden van andere verenigingen of iedereen (bvb. tornooien, opendeurdagen buiten de gewone lesuren): max. per dag: 10 punten

- de vereniging die een sportactiviteit organiseert naast het verenigingseigen sportaanbod en openstaat voor iedereen: max. per dag 10  punten

- medewerking aan een activiteit georganiseerd door de Provincie, Sport Vlaanderen Bloso of andere overheidsinstanties (bovenlokale sportactiviteiten): max. per dag 5 punten

 

          Structuur van de vereniging:

De vereniging is een vereniging zonder winstoogmerk: 10 punten

 

Afdeling 3.  Uitbetaling van de basis- en werkingssubsidies.

 

Artikel 11:

Het college van burgemeester en schepenen zal het definitieve resultaat van de puntenberekening in overeenstemming met de tabellen opgenomen in artikel 11 van dit reglement aan de erkende sportverenigingen mededelen.

De uitbetaling van de toelage gebeurt in overeenstemming met de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de rekening van de vereniging, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 12: Voorschotregeling:

De verenigingen waarvan het totaal van de te betalen gebruiksvergoedingen van het voorgaande werkingsjaar een bedrag van 745 euro overschrijdt, kunnen beroep doen op uitbetalingen van een voorschot op de te verwachten toelage, ten einde hun financiële last ter zake te verlichten.

Deze uitbetaling is per kalenderkwartaal beperkt tot ¼ van het bedrag hiervoor gereserveerd in de begroting, zonder dat dit voorschot echter de reële kostprijs van de gebruiksvergoedingen in het betrokken kalenderkwartaal mag overschrijden.

Aanvragen hiertoe moeten gericht worden aan het schepencollege vóór 1 april van het lopende dienstjaar.

 

 

Artikel 13: Terugvordering en Beroepsmogelijkheid:

Indien blijkt dat door de erkende sportverenigingen onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement, het dossier niet verwerken en toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken verenigingen.

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALING.

 

Artikel 14:

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 15:

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring reglement jeugdraad.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 decreet lokaal bestuur 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

6 juli 2012 decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid

 

                      Feitelijke motivering:

Statuten, afspraken en huishoudelijk reglement jeugdraad van Beersel goedgekeurd in gemeenteraad dd. 26/03/2003 dienen aangepast te worden.

 

Het reglement jeugdraad, als bijlage bij deze beslissing gevoegd, maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om het reglement van de jeugdraad goed te keuren, als volgt:

 

Gemeentelijk reglement

Betreffende de jeugdraad

Goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 18 december 2019

 

 

HOOFDSTUK I:  ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1

De jeugdraad is een adviserend en stimulerend overlegorgaan dat als officieel erkende woordvoerder van de groep jongeren optreedt en de samenwerking bevordert tussen jeugdwerkverenigingen, diensten, instellingen en organisaties die actief zijn in deze sector.

 

Artikel 2

Het hoofddoel van de jeugdraad is advies geven over alle aangelegenheden die de jeugdraad belangrijk vindt in het kader van het lokaal jeugdbeleid.

 

Artikel 3

Bij de samenstelling richt de jeugdraad zich op de erkende Beerselse jeugdwerkverenigingen en op geïnteresseerde jongeren tussen 16 en 30 jaar. Het is de bedoeling dat de jeugdraad bevragingen organiseert om zoveel mogelijk Beerselse jongeren te betrekken.

Politieke mandatarissen kunnen geen deel uitmaken van de jeugdraad.

De schepen bevoegd voor jeugd kan als waarnemer de vergaderingen volgen.

De jeugdconsulent volgt de vergaderingen als waarnemer.

 

Artikel 4

De gemeentelijke jeugdraad bestaat uit een sturend team en een team van raadgevers. De jeugdraad zorgt er telkens voor dat er zoveel mogelijk Beerselse jongeren betrokken worden, dit door bevragingen te organiseren over een welbepaald thema. De jeugdraad komt minstens 3 tot maximum 10 keer samen per werkjaar. Een werkjaar loopt van oktober tot en met september.

 

HOOFDSTUK II  STRUCTUUR

 

Artikel 5

Sturend team

 

Leeftijd: vanaf 16 jaar tot en met 30 jaar.

Structuur: Minimum 1 tot maximum 9 personen

Aanstelling: Aangesteld door het college van burgemeester en schepenen

Opdracht: voor een periode van minstens 1 jaar.

Aan de opdracht komt een einde bij drie opeenvolgende niet-gemotiveerde afwezigheden.

Deelnemers: Jongeren die een binding, ervaring, deskundigheid hebben met het jeugdwerk-verenigingsleven in Beersel. (leiding, oud- leiding, volwassenbegeleiders, …)

Functie: Aansturen en bewaken deskundige wettelijke werking van de jeugdraad, formuleren missie en doelstellingen, coördinerend werken, raadgevers oproepen en samenroepen, voorbereiden van vergaderingen, overleg met jeugdconsulent over werking jeugdraad, evalueren, bijsturen algemene werking, het uitvoeren van de taken om het doel van de jeugdraad te verwezenlijken, opmaak/wijziging van het reglement van de jeugdraad, externe communicatie, kenbaar maken van de werking van de jeugdraad bij de Beerselse bevolking en andere jeugdraden/jeugdverenigingen/jeugdorganisaties, het gemeentebestuur adviseren over jeugdbeleid (jeugdwerk, speelvoorzieningen, rechten van jongeren, …), bevragingen organiseren gericht naar de jonge Beerselse bevolking over een welbepaald thema.

Werking: minimum 3 tot maximum 10 samenkomsten per werkjaar (oktober-september).

 

Artikel 6

Raadgevend team

 

Leeftijd: vanaf 16 jaar tot en met 30 jaar.

Structuur: Thematisch en hierdoor tijdelijke en ongebonden samenstelling van één of twee vertegenwoordigers van de erkende Beerselse jeugdverenigingen.

Aanstelling: max twee vertegenwoordigers van elke Beerselse jeugdvereniging voor één werkjaar aangesteld.

Opdracht: Op uitnodiging, los, thematisch, vrijblijvend

Deelnemers: Jongeren die een binding, ervaring, deskundigheid hebben met het jeugdverenigingsleven in Beersel. (leiding, oud- leiding, volwassenbegeleiders, …)

Functie: Het gemeentebestuur adviseren over jeugdbeleid (jeugdwerk, speelvoorzieningen, rechten van jongeren, …), mee bevragingen organiseren gericht naar de jonge Beerselse bevolking over een welbepaald thema.

Werking: Op uitnodiging door het sturend team voor een bijeenkomst.

 

HOOFDSTUK III  OVERLEG EN BESLUITVORMING

 

Artikel 7

Sturend team

Alle leden zijn stemgerechtigd en tellen voor 1 stem

Besluit en adviseert bij gewone meerderheid van stemmen

In functie van de thema’s, onderwerpen duidt men een moderator en verslaggever aan.

Raadgevend team

Iedere jeugdvereniging heeft 1 stem

Ieder lid mag niet meer dan 1 jeugdvereniging, organisatie of persoon vertegenwoordigen.

Het team raadgevers besluit en adviseert bij gewone meerderheid van stemmen

Het sturend team waakt steeds over het geldig uitbrengen van advies.

 

HOOFDSTUK IV: ERKENNING

 

Artikel 8

De jeugdraad vraagt zijn erkenning aan de gemeenteraad

Elk werkjaar zal een werkingsverslag + nieuwe installatie van de jeugdraad opgesteld worden dat aan de gemeenteraad ter informatie dient voorgelegd te worden.

Elk vergaderverslag van de jeugdraad zal naar de gemeenteraad gestuurd worden na goedkeuring van het college van burgemeester en schepenen.

 

De erkenning door het gemeentebestuur impliceert dat het gemeentebestuur :

1.Advies vraagt betreffende alle kinder-, tiener-, en jongerenaangelegenheden.

2.Een vergaderlokaal ter beschikking stelt.

3.De nodige kredieten voorziet in het meerjarenplan voor financiering van de werking van de jeugdraad. De controle van de aanwending van het budget zal gebeuren door het CBS

4.Het bijwonen van de overlegmomenten door de jeugdconsulent.

5.Administratieve en logistieke ondersteuning door de gemeentelijke diensten.

 

HOOFDSTUK V: ADVIES

 

Artikel 9

 

Gemeentebestuur vraagt advies:

Het gemeentebestuur zal de adviesvraag schriftelijk of mondeling stellen. Deze mondelinge vraag kan via de schepen van jeugd of via de jeugdconsulent. Deze vraag bevat altijd volgende informatie:

-Duidelijke omschrijving van de vraag

-Opgave van de wettelijke en financiële randvoorwaarden waarmee de jeugdraad rekening moet houden.

-Opgave van de uiterste datum van inlevering van het advies bij het gemeentebestuur.

 

Advies beantwoorden:

-Minimaal 6 weken de tijd waarin de jeugdraad een antwoord kan voorzien aan het gemeentebestuur. In onderlinge afspraak tussen de jeugdraad en het gemeentebestuur kan de termijn ook verlengd worden.

-Om uitzonderlijke redenen en omwille van hoogdringendheid kan het gemeentebestuur deze termijn gemotiveerd inkorten.

-In onderlinge afspraak tussen de jeugdraad en het gemeentebestuur kan de termijn ook verlengd worden.

Advies uitbrengen:

-De jeugdraad zal de adviezen steeds schriftelijk opmaken via het sjabloon ‘advies jeugdraad’ dat het ter beschikking wordt gesteld via de jeugdconsulent.

-Het gemeentebestuur zal binnen een termijn van 6 weken een schriftelijk gemotiveerd antwoord op het advies bezorgen aan de jeugdraad.

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Artikel 2:

De statuten, afspraken en huishoudelijk reglement van de jeugdraad goedgekeurd op de gemeenteraad op 26/03/2003 worden hiermee opgegeven.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Jeugdraad

Mail

Bevolking

Website

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring tarief -en verhuurreglement uitleendienst jeugd

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid bepaalt de voorwaarden waaronder gemeentebesturen de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gesubsidieerd voor de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten jeugdbeleid en bepaalt de bevoegdheden van de provinciebesturen m.b.t. het jeugdbeleid;

Het cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

                      Feitelijke motivering:

De mogelijkheid bestaat dat voor het organiseren van activiteiten van erkende verenigingen, gemeentelijke diensten, of scholen materiaal nodig is;
 

De gemeente beschikt over dergelijk materiaal en het is aangewezen dat zij dit op een objectieve en rationele manier ter beschikking stelt van de bevolking, rekening houdend met het niet-discriminatie-principe opgenomen in het cultuurpact;
 

Het verantwoord is voor het gebruik van materiaal een redelijke prijs aan te rekenen;
 

Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex;
 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring 28 november 2019;

 

De tarieven worden opgenomen in de catalogus van de uitleendienst, als bijlage bij deze beslissing gevoegd. De catalogus maakt integraal deel uit van deze beslissing.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om het tarief -en verhuurreglement van de uitleendienst georganiseerd door de jeugddienst, goed te keuren, als volgt:

 

Tarief -en verhuurreglement Uitleendienst Jeugd

 

Artikel 1: De gemeentelijke uitleendienst stelt materiaal ter beschikking aan erkende Beerselse verenigingen en aan de gemeentelijke diensten, adviesraden, onderwijsinstellingen. Herbruikbare bekers en geluidsmeters zijn ook mogelijk uit te lenen door particulieren.

 

Artikel 2: De tarieven voor het uitlenen van het materiaal worden in de catalogus uitleendienst jeugd opgenomen als bijlage van dit reglement.

 

Artikel 3: Bij de gemeentelijke jeugddienst (T 02 359 16 14/15 of jeugd@beersel.be) kan je informeren naar de beschikbaarheid van het gewenste materiaal.

-Alle aanvragen dienen te gebeuren via het aanvraagformulier uitleendienst jeugd.

Dit formulier is te vinden op de website van de gemeente (www.beersel.be), kan aangevraagd worden via e-mail jeugd@beersel.be of kan ter plaatse bij in kantoor jeugddienst worden ingevuld, na afspraak.

-De aanvragen kunnen ten vroegste 1 jaar en moeten tenminste 2 weken voor de geplande activiteit ingediend worden. Bij aanvraag tot ontlening wordt prioriteit verleend volgens de datum van aanvraag.

 

Artikel 4: De ontlener maakt een afspraak met de jeugddienst om het materiaal op te halen en terug te brengen, tijdens de kantooruren. Er wordt geen waarborg gevraagd voor het materiaal.

De ontlener zorgt zelf voor aangepast vervoer en draagt zorg voor een juist gebruik van de materialen.

 

Artikel 5: Het materiaal wordt ter beschikking gesteld voor maximum 15 dagen. Bij laattijdig terugbrengen wordt een schadevergoeding gevraagd van € 12 per dag. Deze schadevergoeding kan vermeden worden door tijdig contact op te nemen met de uitleendienst.

 

Artikel 6: De ontlener is verantwoordelijk voor alle schade aan en/of verlies van (een deel van) het materiaal aangebracht vanaf het ogenblik van afname tot bij het teruggeven aan de jeugddienst.

Vergoeding bij schade of verlies van (deel van) het materiaal:

100% van het aankoopbedrag in het eerste jaar na aankoop

75% van het aankoopbedrag in het 2de jaar na aankoop

50% van het aankoopbedrag in het 3de jaar na aankoop

Vanaf het 4e jaar na aankoop: 10€ voor keuken-, sport-, spel- en organisatiemateriaal, 30€ voor fuifmateriaal en camera.

 

Artikel 7: Bij de ondertekening van deze aanvraag erkent u het materiaal in goede staat ontvangen te hebben en verbindt u zich ertoe bij de beschadiging de bovenstaande kosten integraal aan het gemeentebestuur te betalen. Eventuele gebreken worden bij de afhaling genoteerd door de jeugddienst. Zelf herstellen van het ontleende materiaal is in principe verboden, tenzij voorafgaandelijke toestemming van het schepencollege.

 

Artikel 8: De ontlener verbindt er zich toe alle materialen terug te brengen, ook bij beschadiging. De ontlener moet spontaan de uitleendienst op de hoogte brengen van diefstal, beschadiging of verlies van het geleende materiaal. Diefstal moet gemeld worden bij de lokale politie.

Gehele of gedeeltelijke beschadiging, verlies of diefstal vallen ten laste van de ontlener.

 

Artikel 9: Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk worden gesteld bij ongevallen bij het gebruik van ontleend materiaal.

 

Artikel 10: Het ontleende materiaal mag in geen geval aan derden doorverhuurd worden.

 

Artikel 11: Bij het terugbrengen van het materiaal krijgt de ontlener het overschrijvingsformulier met de kosten voor de uitleen en eventuele schade. Het bedrag moet binnen de 7 werkdagen betaald worden.

 

Artikel 12: De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen te allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

De aanvragen van buitengewone aard en eventuele betwistingen in verband met het uitlenen van materiaal van de uitleendienst cultuur zullen door het college van burgemeester en schepenen worden beslecht.

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

Gemeentelijke adviesraden

Mail

Gemeentediensten

Mail

Onderwijsinstellingen

Mail

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening raadsbesluit 27/11/13: Subsidiereglement betreffende de toekenning van een toelage voor kadervorming aan jeugdwerkverenigingen

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen.

 

Het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid bepaalt de voorwaarden waaronder gemeentebesturen de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gesubsidieerd voor de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten jeugdbeleid en bepaalt de bevoegdheden van de provinciebesturen m.b.t. het jeugdbeleid.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012.

 

 

                      Feitelijke motivering:

Het reglement dat gewijzigd wordt: het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende vaststelling van het subsidiereglement voor basis en werking dient aangepast inzake:

-Afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen

-Gezien de huidige werking van de door de Beerselse jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen evolueert dient de ondersteuning van de subsidies daarin mee te gaan om een zo goed mogelijke ondersteuning te bieden aan het Beersels jeugdwerk.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

Het gunstig advies van de jeugdraad in zijn vergadering dd. 08 oktober 2019

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt aanpassing van het subsidiereglement betreffende de toekenning van een toelage voor kadervorming aan jeugdwerkverenigingen goed.

 

Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de toekenning van een toelage voor kadervorming aan jeugdwerkverenigingen wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

Subsidiereglement betreffende betreffende de toekenning van een subsidie voor kadervorming aan jeugdwerkers

 

HOOFDSTUK I:  ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1

Binnen de perken van het krediet, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting wordt aan de medewerkers van het erkende Beerselse jeugdwerk en/of inwoners van Beersel vanaf 15 tem 30 jaar, een toelage voor kadervorming verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 2

Onder jeugdwerk wordt verstaan: groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven op basis van niet-commerciële doelen voor of door jeugd, die daaraan deelneemt op vrijwillige basis, in een sfeer van vrije tijd en onder educatieve begeleiding.

De verenigingen worden naargelang de aard van hun werking opgedeeld in twee categorieën:

 

-Jeugdbewegingen: “Een werking die overwegend voor eigen leden openstaat en verschillende domeinen van het vrijetijds- of vormingswerk omvat. Per afdeling minimaal tien activiteiten per jaar op lokaal vlak.”

 

-Open jeugdwerking: “Een werking niet alleen voor eigen leden maar ook voor buitenstaanders.  De ontmoetingsactiviteiten zullen in de eerste plaats georganiseerd worden op die ogenblikken dat de jeugd vrij is. Daarnaast zal de vereniging minimaal 6 activiteiten per jaar aan zijn leden aanbieden.”

 

Artikel 3

De toelage voor kadervorming wordt aan de medewerkers van het erkende Beerselse jeugdwerk en/of inwoners van Beersel van 15 tem 30 jaar, toegekend voor het volgen van kadervorming ingericht door erkende jeugdorganisaties.

 

Artikel 4

Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en de toekenning van de toelagen.

 

Artikel 5

Het schepencollege legt jaarlijks het begrotingskrediet door middel van de jaarplannen ter advies voor aan de gemeentelijke jeugdraad.

 

HOOFDSTUK II:  PROCEDURE

 

Artikel 6

§1. De medewerker aan het jeugdwerk is verplicht op het daartoe door de jeugddienst ter beschikking gestelde formulier een schriftelijke of digitale aanvraag te richten aan het gemeentebestuur Beersel, dienst jeugd, alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg, e-mail; jeugd@beersel.be, vergezeld van volgende bewijsstukken:

 

1. Een attest van deelname afgestempeld door een erkende jeugdorganisatie.

2. Een verklaring op eer van de cursist dat hij/zij elders geen toelage ontvangt, op het daartoe door de jeugddienst ter beschikking gestelde formulier.

3. De vermelding van het bankrekeningnummer waarop de toelage gestort mag worden.

 

§2. De aanvragen voor het bekomen van een toelage voor kadervorming dienen te worden verstuurd vóór 30 september van het lopende dienstjaar.

§4. De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de € 1.240  en € 24.790 gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen van voornoemde wet. Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de € 1.240 en € 24.790 bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

§3. Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

HOOFDSTUK III:  BEREKENINGSWIJZE

 

Artikel 7

§1. Iedere medewerker aan het Beerselse jeugdwerk vanaf 15 tem 30 jaar die vóór 30 september van het lopende dienstjaar op de jeugddienst een attest van deelname aan kadervorming kan voorleggen, krijgt 60 % van het inschrijvingsgeld terugbetaald.

 

§2. Iedere inwoner van Beersel vanaf 15 tem 30 jaar die niet actief is in het Beerselse jeugdwerk en die voor 30 september van het lopende dienstjaar op de jeugddienst een attest van deelname aan kadervorming kan voorleggen, krijgt 20% van het inschrijvingsgeld terugbetaald.

 

Artikel 8

Het werkingsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

 

Artikel 9

Eventueel worden de op 1 september van het lopende dienstjaar niet aangewende kredieten van toelage voor kadervorming evenredig verdeeld over de jeugdwerkverenigingen a rato van hun aandeel in de basis- en werkingssubsidie.

 

HOOFDSTUK IV:  UITBETALING VAN DE TOELAGE VOOR KADERVORMING

 

Artikel 11

De uitbetaling van de toelage gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het College van Burgemeester en Schepenen door overschrijving op de bankrekening van de aanvrager ten laatste 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 12

Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het College van Burgemeester en Schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.

 

HOOFDSTUK V:  SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 13

Tegen deze beslissing kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijk en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift lift bij de indiener.

 

Artikel 14

Het schepencollege beslist binnen de drie maanden na ontvangst van het beroep tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

Artikel 15

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 16

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

Jeugdwerkverenigingen

Jeugdraad

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening raadsbesluit 27/11/13: Subsidiereglement betreffende de toekenning van een subsidie voor lokalen aan jeugdwerkverenigingen.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen.

 

Het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid bepaalt de voorwaarden waaronder gemeentebesturen de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gesubsidieerd voor de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten jeugdbeleid en bepaalt de bevoegdheden van de provinciebesturen m.b.t. het jeugdbeleid.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012.

 

                      Feitelijke motivering:

Het reglement dat gewijzigd wordt: het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende vaststelling van het subsidiereglement voor diensten en materiaal dient aangepast inzake:

-Afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen

-Gezien de huidige werking van de door de Beerselse jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen evolueert dient de ondersteuning van de subsidies daarin mee te gaan om een zo goed mogelijke ondersteuning te bieden aan het Beersels jeugdwerk.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

Het gunstig advies van de jeugdraad in zijn vergadering dd. 08 oktober 2019

 

 

• Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt aanpassing van het subsidiereglement betreffende de toekenning van een toelage voor energieverbruik lokalen aan jeugdwerkverenigingen goed.

 

Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de toekenning van een toelage voor lokalen aan jeugdwerkverenigingen wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

Subsidiereglement betreffende de toekenning van een subsidie voor energieverbruik lokalen aan jeugdwerkverenigingen.

 

 

HOOFDSTUK I:  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1

Binnen de perken van het krediet, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting wordt aan de door de gemeentelijke jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen een toelage voor energieverbruik lokalen verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 2

Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies aan de door de jeugdraad erkende verenigingen voor jeugdwerk.

 

§1. Onder jeugdwerk wordt verstaan: groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven op basis van niet-commerciële doelen voor of door de jeugd, die daaraan deelneemt op vrijwillige basis, in een sfeer van vrije tijd en onder educatieve begeleiding.

 

§2. De verenigingen worden naargelang de aard van hun werking opgedeeld in twee categorieën:

 

-Jeugdbewegingen: “De jeugdwerkverenigingen met een werking die overwegend voor eigen leden openstaat en verschillende domeinen van het vrijetijds- of vormingswerk omvat. Per afdeling minimaal tien activiteiten per jaar op lokaal vlak.”

 

-Open jeugdwerking: “Een werking niet alleen voor eigen leden maar ook voor buitenstaanders.  De ontmoetingsactiviteiten zullen in de eerste plaats georganiseerd worden op die ogenblikken dat de jeugd vrij is. Daarnaast zal de vereniging minimaal 6 activiteiten per jaar aan zijn leden aanbieden.”

 

§3. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen dient verder minstens 50 % van de leden van de jeugdwerkvereniging inwoner te zijn van Beersel en/of naar school te gaan in Beersel.

 

§4. De vereniging dient het Nederlands als voertaal te hanteren.

 

Artikel 3

De toelage voor lokalen wordt aan erkende jeugdwerkverenigingen toegekend als tussenkomst in hun uitgaven voor elektriciteit- en verwarmingskosten.

 

Artikel 4

Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en de toekenning van de toelagen.

 

Artikel 5

Het schepencollege legt jaarlijks het begrotingskrediet door middel van de jaarplannen ter advies voor aan de gemeentelijke jeugdraad.

 

HOOFDSTUK II:  PROCEDURE


Artikel 6

§1. De vereniging is verplicht op het daartoe door de jeugddienst ter beschikking gestelde formulier een schriftelijke of digitale aanvraag te richten aan het gemeentebestuur, dienst jeugd, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg, e-mail: jeugd@beersel.be, vergezeld van volgende bewijsstukken:

 

1. een originele of digitale factuur m.b.t. het voorbije werkingsjaar op naam van de jeugdwerkvereniging en/of op naam van een leid(st)er opgenomen in de ledenlijst, met daarop de vermelding van de locatie;

 

OF

Een aanrekening (deelfactuur) opgesteld door de beheerder vergezeld van de originele of digitale totaalfactuur.

 

2. De vermelding van het bankrekeningnummer van de vereniging;

 

§2. De aanvragen voor het bekomen van een toelage voor energieverbruik lokalen dienen te worden verstuurd vóór 30 september van het lopende dienstjaar. Het werkingsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

 

§3. De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de € 1.240  en € 24.790 gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen van voornoemde wet. Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de € 1.240 en € 24.790 bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

§4. Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

HOOFDSTUK II.  BEREKENINGSWIJZE

 

Artikel 7

§1. Elke jeugdbeweging zal een deel van het subsidiebedrag bekomen in evenredigheid met haar aandeel in het totaal van de ingediende facturen vóór 30 september van het lopende dienstjaar.

 

§2. De toelage per jeugdbeweging kan evenwel nooit meer bedragen dan het bedrag van de door haar ingediende facturen.

 

Artikel 8

Bij de berekening van de toelage voor energieverbruik lokalen wordt enkel rekening gehouden met facturen die betrekking hebben op het voorbije werkingsjaar. Het werkingsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

 

Artikel 9

Aanrekeningen (deelfacturen) opgesteld door de beheerder worden gelijkgesteld met facturen indien de aanrekening vergezeld is van de originele of digitale totaalfactuur.

 

Artikel 10

Eventueel worden de op 1 september van het lopende dienstjaar niet aangewende kredieten van toelage voor energieverbruik lokalen evenredig verdeeld over de jeugdwerkverenigingen a rato van hun aandeel in de basis- en werkingssubsidie.

 

HOOFDSTUK IV:  UITBETALING VAN DE TOELAGE VOOR LOKALEN AAN JEUGDBEWEGINGEN

 

Artikel 11

De uitbetaling van de toelage gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het College van Burgemeester en Schepenen door overschrijving op de post- of bankrekening van de vereniging ten laatste 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 12

Indien blijkt dat door jeugdwerkverenigingen onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het College van Burgemeester en Schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.

 

 

HOOFDSTUK V:  SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 13

Tegen deze beslissing kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de  30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijk en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan de College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift lift bij de indiener.

 

Artikel 14

Het schepencollege beslist binnen de drie maanden na ontvangst van het beroep tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

Artikel 15

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 16

Verenigingen die subsidies via een ander gemeentelijk reglement verkrijgen, worden uitgesloten van subsidiëring d.m.v. dit reglement.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

Jeugdwerkverenigingen

Jeugdraad

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 27 november 2013 betreffende de toekenning van een jongerenproject- en startsubsidie.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen.

 

Het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid bepaalt de voorwaarden waaronder gemeentebesturen de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gesubsidieerd voor de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten jeugdbeleid en bepaalt de bevoegdheden van de provinciebesturen m.b.t. het jeugdbeleid.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012.

 

 

                      Feitelijke motivering:

Het reglement dat gewijzigd wordt: het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende vaststelling van het subsidiereglement voor jongerenproject- en startsubsidie dient aangepast inzake:

-Afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen

-Gezien de huidige werking van de door de Beerselse jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen evolueert dient de ondersteuning van de subsidies daarin mee te gaan om een zo goed mogelijke ondersteuning te bieden aan het Beersels jeugdwerk.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

Het gunstig advies van de jeugdraad in zijn vergadering dd. 08 oktober 2019

 

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt aanpassing van het subsidiereglement betreffende de toekenning van een toelage voor jongerenproject- en startsubsidie aan jeugdwerkverenigingen goed.

 

Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de toekenning van een toelage voor jongerenproject- en startsubsidie aan jeugdwerkverenigingen wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

Subsidiereglement betreffende een toekenning van een startsubsidie aan een startende jeugdwerkvereniging.

 

HOOFDSTUK I:  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1

Binnen de perken van het krediet, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting worden aan Beerselse jongeren tot en met 30 jaar startsubsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 2

De startsubsidie is bedoeld als eenmalige opstartsubsidie voor nieuwe jeugdwerkverenigingen die een permanente werking nastreven binnen gemeente Beersel.

 

Onder jeugdwerk wordt verstaan: groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven op basis van niet-commerciële doelen voor of door de jeugd, die daaraan deelneemt op vrijwillige basis, in een sfeer van vrije tijd en onder educatieve begeleiding.

De vereniging kan naargelang de aard van haar werking ondergebracht worden in een van de volgende twee categorieën:

 

-jeugdbewegingen: “een werking die overwegend voor eigen leden openstaat en verschillende domeinen van het vrijetijds- of vormingswerk omvat. Per afdeling minimaal tien activiteiten per jaar op lokaal vlak.”

 

-open jeugdwerking: “Een werking niet alleen voor eigen leden maar ook voor buitenstaanders. De ontmoetingsactiviteiten zullen in de eerste plaats georganiseerd worden op die ogenblikken dat de jeugd vrij is. Daarnaast zal de vereniging minimaal 6 activiteiten per jaar aan zijn leden aanbieden.”

 

Om voor subsidiëring in aanmerking te komen dient verder minstens 50 % van de leden van de jeugdvereniging inwoner te zijn van Beersel en/of in Beersel naar school gaan.

 

De vereniging dient het Nederlands als voertaal te hanteren.

 

Artikel 3

De nieuwe jeugdwerkvereniging wordt opgestart door een groep van minstens 5 jongeren. Hiervan komen er minstens 3 uit de gemeente Beersel en zijn er minstens 3 tussen de 18 en 30 jaar.

 

Artikel 4

De startsubsidie bedraagt € 500.

 

Artikel 5

Het Schepencollege gaat over tot de vaststelling en de toekenning van de subsidies.

 

Artikel 6

Het Schepencollege legt jaarlijks de begrotingskredieten door middel van de jaarplannen ter advies voor aan de gemeentelijke jeugdraad.

 

HOOFDSTUK II  PROCEDURE

 

Artikel 7

De aanvraag dient gericht te worden aan het gemeentebestuur Beersel, jeugddienst, Alsembergsteenweg 1046, 1652 Alsemberg, e-mail: jeugd@beersel.be, op het daartoe door de jeugddienst ter beschikking gestelde formulier.

 

Artikel 8

Er zijn jaarlijks drie deadlines voor het indienen van de aanvragen:

 

Vóór 30 april

Vóór 31 augustus

Vóór 31 december

 

Artikel 9

§1. De aanvraag wordt door het College van Burgemeester en Schepenen voor advies voorgelegd aan de algemene vergadering van de jeugdraad. De algemene vergadering van de jeugdraad verstrekt een gemotiveerd advies aan het College van Burgemeester en Schepenen. Dit advies betreft het al dan niet toekennen van de startsubsidie en bijgevolg het toetreden van de jeugdwerkvereniging tot de algemene vergadering van de jeugdraad.

 

§2. Binnen twee maanden na de aanvraag worden de aanvragers op de hoogte gebracht van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 10

§1. Een jaar na de ontvangst van de toelage, brengen de aanvragers schriftelijk verslag uit aan het College van Burgemeester en Schepenen. Uit dit verslag moet blijken dat de toelage gebruikt werd voor de werking van de vereniging.

 

§2. De aanvrager vult hiertoe een door de jeugddienst ter beschikking gesteld formulier in en vergezelt dit van de stavingstukken voor de gemaakte kosten.

 

§3. Na het indienen van een correct verslag en nadat het verslag goedgekeurd is door de algemene vergadering van de jeugdraad, komt de jeugdwerkvereniging in aanmerking voor subsidiering volgens de andere gemeentelijke reglementen voor subsidiëring van jeugdwerkverenigingen.

 

HOOFDSTUK III:  BEREKENINGSWIJZE

 

Artikel 11

De startsubsidie bestaat uit een éénmalige toelage van € 500.

 

Artikel 12

Eventueel worden de op 1 september van het lopende dienstjaar niet aangewende kredieten voor startsubsidies evenredig verdeeld over de jeugdwerkverenigingen a rato van hun aandeel in de basis- en werkingssubsidie.

 

HOOFDSTUK IV: UITBETALING VAN DE STARTSUBSIDIE

 

Artikel 13

De uitbetaling van de toelage gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het College van Burgemeester en Schepenen door overschrijving op de bankrekening van de jeugdwerkvereniging of het initiatief.

 

Artikel 14

Elke goedgekeurde nieuwe jeugdwerkvereniging krijgt een subsidie van € 500. De uitbetaling van dit bedrag is afhankelijk van het moment van indienen van de aanvraag.

 

Vóór 30 april=> uitbetaling ten laatste in juni

Vóór 31 augustus=> uitbetaling ten laatste in oktober

Vóór 31 december=> uitbetaling ten laatste in februari

 

Artikel 15

De begunstigden aanvaarden de controle van de bevoegde gemeentedienst over de opstart van de nieuwe jeugdwerkvereniging. Indien blijkt dat door de aanvragers onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet worden nageleefd kan het College van Burgemeester en Schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties of personen.

 

HOOFDSTUK V.  SLOTBEPALINGEN.

 

Artikel 15

Tegen deze beslissing kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijk en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift lift bij de indiener.

 

Artikel 16

Het schepencollege beslist binnen de drie maanden na ontvangst van het beroep tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

Artikel 17

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 18

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

Jeugdwerkverenigingen

Jeugdraad

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening raadsbesluit 27/11/13: Subsidiereglement betreffende de toekenning van een toelage voor vervoer van leden en diensten en materiaal aan jeugdwerkverenigingen.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen.

 

Het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid bepaalt de voorwaarden waaronder gemeentebesturen de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gesubsidieerd voor de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten jeugdbeleid en bepaalt de bevoegdheden van de provinciebesturen m.b.t. het jeugdbeleid.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012.

 

 

                      Feitelijke motivering:

Het reglement dat gewijzigd wordt: het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende vaststelling van het subsidiereglement voor diensten en materiaal dient aangepast inzake:

-Afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen

-Gezien de huidige werking van de door de Beerselse jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen evolueert dient de ondersteuning van de subsidies daarin mee te gaan om een zo goed mogelijke ondersteuning te bieden aan het Beersels jeugdwerk.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

Het gunstig advies van de jeugdraad in zijn vergadering dd. 08 oktober 2019

 

 

•Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt de aanpassing van het subsidiereglement betreffende de toekenning van een toelage voor vervoer van leden en diensten en materiaal aan jeugdwerkverenigingen goed.

 

Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de toekenning van een toelage voor vervoer van leden en diensten en materiaal aan jeugdwerkverenigingen wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

Subsidiereglement betreffende de toekenning van een subsidie voor vervoer van leden en materiaal aan jeugdwerkverenigingen

 

HOOFDSTUK I:  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1

Binnen de perken van het krediet, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting wordt aan de door de gemeentelijke jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen een toelage voor vervoer van leden en materiaal verleend volgens de normen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 2

Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies aan de door de jeugdraad erkende verenigingen voor jeugdwerk;

 

§1. Onder jeugdwerk wordt verstaan: groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven op basis van niet-commerciële doelen voor of door de jeugd, die daaraan deelneemt op vrijwillige basis, in een sfeer van vrije tijd en onder educatieve begeleiding.

 

§2. De verenigingen worden naargelang de aard van hun werking opgedeeld in twee categorieën:

 

-Jeugdbewegingen: “De jeugdwerkverenigingen met een werking die overwegend voor eigen leden openstaat en verschillende domeinen van het vrijetijds- of vormingswerk omvat. Per afdeling minimaal tien activiteiten per jaar op lokaal vlak.”

 

-Open jeugdwerking: “Een werking niet alleen voor eigen leden maar ook voor buitenstaanders.  De ontmoetingsactiviteiten zullen in de eerste plaats georganiseerd worden op die ogenblikken dat de jeugd vrij is. Daarnaast zal de vereniging minimaal 6 activiteiten per jaar aan zijn leden aanbieden.”

 

§3. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen dient verder minstens 50 % van de leden van de jeugdwerkvereniging inwoner te zijn van Beersel en/of naar school te gaan in Beersel.

 

§4. De vereniging dient het Nederlands als voertaal te hanteren.

 

Artikel 3

§1. De toelage voor vervoer van materiaal wordt aan erkende jeugdwerkverenigingen toegekend als tussenkomst in volgende uitgaven:

-Het vervoer van kampmateriaal in het binnenland, tijdens de zomervakantie. De kostprijs hiervan mag noch in zijn geheel noch gedeeltelijk doorgerekend zijn aan leden of derden. Deze tussenkomst gebeurt per vereniging slechts éénmaal per jaar.

 

§2. De toelage voor vervoer van leden wordt aan erkende jeugdwerkverenigingen toegekend voor:

-personenvervoer in het binnenland met autobus of openbaar vervoer naar aanleiding van een kamp tijdens de zomervakantie of activiteit met een vormend karakter. De kostprijs hiervan mag noch in zijn geheel noch gedeeltelijk doorgerekend zijn aan leden of derden.

 

Artikel 4

Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en de toekenning van de toelagen.

 

Artikel 5

Het schepencollege legt jaarlijks het begrotingskrediet door middel van de jaarplannen ter advies voor aan de gemeentelijke jeugdraad.

 

HOOFDSTUK II:  PROCEDURE

 

Artikel 6

§1. De vereniging is verplicht op het daartoe door de jeugddienst ter beschikking gestelde formulier een schriftelijke of digitaal aanvraag te richten aan het schepencollege, vergezeld van volgende bewijsstukken:

 

vervoer van materiaal

 

1. een originele of digitale factuur m.b.t. het voorbije werkingsjaar op naam van de jeugdwerkvereniging en/of op naam van een leid(st)er opgenomen in de ledenlijst, met daarop de vermelding van datum en bestemming;

2. De vermelding van het bankrekeningnummer van de vereniging.

 

vervoer van leden

 

1. een originele of digitale factuur m.b.t. het voorbije werkingsjaar op naam van de jeugdwerkvereniging en/of op naam van een leid(st)er opgenomen in de ledenlijst, met daarop de vermelding van datum en bestemming;

2. De vermelding van het bankrekeningnummer van de vereniging.

 

§2. De aanvragen voor het bekomen van een toelage voor vervoer van leden en materiaal, dienen te worden verstuurd vóór 30 september van het lopende dienstjaar. Het werkingsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

 

§3. De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de € 1.240  en € 24.790 gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen van voornoemde wet. Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de € 1.240 en € 24.790 bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

§4. Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

HOOFDSTUK III:  BEREKENINGSWIJZE

 

Artikel 7

§1. Elke jeugdbeweging zal een deel van het subsidiebedrag bekomen in evenredigheid met haar aandeel in het totaal van de ingediende facturen vóór 30 september van het lopende dienstjaar.

 

§2. De toelage per jeugdbeweging kan evenwel nooit meer bedragen dan het bedrag van de door haar ingediende facturen.

 

Artikel 8

§1. Bij de berekening van de toelage voor vervoer van leden en materiaal wordt enkel rekening gehouden met ingediende facturen die betrekking hebben op het voorbije werkingsjaar. Het werkingsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

 

Artikel 9

Eventueel worden de op 1 september van het lopende dienstjaar niet aangewende kredieten van toelage voor vervoer van leden en materiaal evenredig verdeeld over de jeugdwerkverenigingen a rato van hun aandeel in de basis- en werkingssubsidie.

 

HOOFDSTUK IV:  UITBETALING VAN DE TOELAGE VOOR VERVOER VAN LEDEN EN MATERIAAL

 

Artikel 10

De uitbetaling van de toelage gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het College van Burgemeester en Schepenen door overschrijving op de post- of bankrekening van de vereniging ten laatste 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 11

Indien blijkt dat door jeugdwerkverenigingen onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het College van Burgemeester en Schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.   

 

HOOFDSTUK V:  SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 12

Tegen deze beslissing kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de  30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijk en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan de College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift lift bij de indiener.

 

Artikel 13

Het schepencollege beslist binnen de drie maanden na ontvangst van het beroep tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

Artikel 14

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 15

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

Jeugdwerkverenigingen

Jeugdraad

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit 27 november 2013: Subsidiereglement betreffende de toekenning van een basis- en werkingssubsidie aan jeugdwerkverenigingen.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen.

 

Het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid bepaalt de voorwaarden waaronder gemeentebesturen de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gesubsidieerd voor de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten jeugdbeleid en bepaalt de bevoegdheden van de provinciebesturen m.b.t. het jeugdbeleid.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012.

 

                      Feitelijke motivering:

Het reglement dat gewijzigd wordt: het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende vaststelling van het subsidiereglement voor basis en werking dient aangepast inzake:

-Afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen

-Gezien de huidige werking van de door de Beerselse jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen evolueert dient de ondersteuning van de subsidies daarin mee te gaan om een zo goed mogelijke ondersteuning te bieden aan het Beersels jeugdwerk.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

Het gunstig advies van de jeugdraad in zijn vergadering dd. 08 oktober 2019

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt aanpassing van het subsidiereglement betreffende de toekenning van een basis- en werkingssubsidie aan jeugdwerkverenigingen goed.

 

Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de toekenning van een basis- en werkingssubsidie aan jeugdwerkverenigingen wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

 

Subsidiereglement betreffende de toekenning van een basis- en werkingssubsidie aan jeugdwerkverenigingen

 

 

HOOFDSTUK I:  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1

Binnen de perken van het krediet, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting worden aan de door de gemeentelijke jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen basis- en werkingssubsidies verleend volgens de normen en voorwaarden, die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 2

Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies aan de door de jeugdraad erkende verenigingen voor jeugdwerk;

 

§1. Onder jeugdwerk wordt verstaan: groepsgerichte sociaal-culturele initiatieven op basis van niet-commerciële doelen voor of door de jeugd, die daaraan deelneemt op vrijwillige basis, in een sfeer van vrije tijd en onder educatieve begeleiding.

 

§2. De verenigingen worden naargelang de aard van hun werking opgedeeld in twee categorieën:

 

-Jeugdbewegingen: “Een werking die overwegend voor eigen leden openstaat en verschillende domeinen van het vrijetijds- of vormingswerk omvat. Per afdeling minimaal tien activiteiten per jaar op lokaal vlak.”

 

-Open jeugdwerking: “Een werking niet alleen voor eigen leden maar ook voor buitenstaanders.  De ontmoetingsactiviteiten zullen in de eerste plaats georganiseerd worden op die ogenblikken dat de jeugd vrij is. Daarnaast zal de vereniging minimaal 6 activiteiten per jaar aan zijn leden aanbieden.”

 

§3. Enkel de leden die in Beersel wonen en/of in Beersel naar school gaan, komen in aanmerking voor subsidiëring.

 

§4 De verenging dient het Nederlands als voertaal te hanteren.

 

Artikel 3

De subsidies worden  onderverdeeld in :

- basissubsidies;

- werkingssubsidies

 

§1. Basissubsidies worden aan de erkende jeugdwerkverenigingen toegekend op basis van het ledenaantal en de behaalde hoofd-, EHBO- en animatorattesten van de leiding.

 

§2. Werkingssubsidies worden aan de erkende verenigingen toegekend op grond van de door hen ontwikkelde activiteiten.

 

Artikel 4

Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en de toekenning van de subsidies.

 

Artikel 5

Het schepencollege legt jaarlijks de begrotingskredieten door middel van de jaarplannen ter advies voor aan de gemeentelijke jeugdraad.

 

HOOFDSTUK II:  PROCEDURE

 

Artikel 6

§1. De vereniging is verplicht op het daartoe door de jeugddienst ter beschikking gestelde formulier een schriftelijke of digitale aanvraag te richten aan het gemeentebestuur Beersel, dienst jeugd, Alsembergsteenweg 1046 – 1652 Alsemberg, e-mail: jeugd@beersel.be, vergezeld van volgende bewijsstukken:

 

1. Een verslag over gerealiseerde activiteiten tijdens het vorige werkingsjaar van de vereniging. Dit verslag moet opgesteld worden volgens de structuur van het invulformulier en vergezeld worden van de op het invulformulier gevraagde bewijsmiddelen;

2. De vermelding van het post- of bankrekeningnummer van de vereniging;

3.  Een lijst van de verzekerde leden of ledenlijst bedoeld voor een officiële instantie, met vermelding van naam, voornaam, adres, school en geboortedatum.

4. De behaalde hoofd-, EHBO- en animatorattesten van de leiding.

 

§2. De aanvragen voor het bekomen van basis-en werkingssubsidies dienen te worden verstuurd vóór 30 september van het lopende dienstjaar. Het werkingsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

 

§3. De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de € 1.240  en € 24.790 gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen van voornoemde wet. Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de € 1.240 en € 24.790 bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

§4. Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

HOOFDSTUK III:  BEREKENINGSWIJZE

 

Artikel 7

Het krediet voor basis- en werkingssubsidie wordt opgesplitst in twee rubrieken, één per categorie van jeugdwerkverenigingen. Dit gebeurt volgens een verdeelsleutel vastgelegd door het schepencollege na advies van de jeugdraad. Binnen elke categorie volgt vervolgens een opsplitsing in enerzijds de basissubsidie (10 %) en anderzijds de werkingssubsidie (90 %).

 

Artikel 8

De basis- en werkingssubsidies worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten betreffende het vorige werkingsjaar. Het werkingsjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus.

 

Artikel 9

Enkel de actieve leden vanaf de 5 tem 30 jaar,  wonend en/of schoolgaand in Beersel, voorkomende op de lijst van de verzekeringspolis of op een ledenlijst bedoeld voor een officiële instantie in het begin van het werkjaar, komen voor subsidiëring in aanmerking.

 

Artikel 10

§1. Berekeningswijze van de basissubsidie:

Het bedrag van de basissubsidie wordt binnen elk van de twee categorieën onder alle belanghebbende erkende verenigingen op evenredige wijze verdeeld a rato van het puntenaantal dat zij bekomen hebben volgens de volgende criteria:

 

Elke jeugdvereniging krijgt sowieso 1 punt.

Per schijf van 25 actieve leden:1 punt bij.

 

Elke leid(st)der die een hoofd- en/of animatorattest en/of basisattest-EHBO kan voorleggen: 1 punt éxtra erbij per voorgelegd attest.

 

§2. Berekeningswijze van de werkingssubsidie:

 

Het bedrag van de werkingssubsidie wordt binnen elk van de twee categorieën onder alle belanghebbende erkende verenigingen op evenredige wijze verdeeld a rato van het puntenaantal dat zij bekomen hebben volgens de volgende criteria:

 

Voor de categorie jeugdbeweging:

 

a) per repetitieve groepsactiviteit per dagdeel (maximum 1 dag per week)20punten

b) per weekend met afdeling van de groep (maximum 5 per jaar)40 punten

c) per deelnemer per kampdag1punt

 

Voor de categorie open jeugdwerking:

 

Per zelfgeorganiseerde activiteit in Beersel10 punten

 

Artikel 12

Eventueel worden de op 1 september van het lopende dienstjaar niet aangewende kredieten van toelage voor vervoer van leden en materiaal, kadervorming, start- en projectsubsidie en toelage voor energieverbruik lokalen evenredig verdeeld over de jeugdwerkverenigingen a rato van hun aandeel in de basis- en werkingssubsidie.

 

HOOFDSTUK IV:  UITBETALING VAN DE BASIS EN WERKINGSSUBSIDIES

 

Artikel 13

De uitbetaling van de toelage gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het College van Burgemeester en Schepenen door overschrijving op de post- of bankrekening van de vereniging ten laatste 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 14

Indien blijkt dat door jeugdwerkverenigingen onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het College van Burgemeester en Schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.

 

HOOFDSTUK V: SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 15

Tegen deze beslissing kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijk en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift lift bij de indiener.

 

Artikel 16

Het schepencollege beslist binnen de drie maanden na ontvangst van het beroep tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

Artikel 17

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 18

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

Jeugdwerkverenigingen

Jeugdraad

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring subsidiereglement bijzondere subsidies aan jeugdwerkverenigingen.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen.

 

Het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid bepaalt de voorwaarden waaronder gemeentebesturen de Vlaamse Gemeenschapscommissie worden gesubsidieerd voor de uitvoering van de Vlaamse beleidsprioriteiten jeugdbeleid en bepaalt de bevoegdheden van de provinciebesturen m.b.t. het jeugdbeleid.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012.

 

 

                      Feitelijke motivering:

Afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen

 

Gezien de huidige werking van de door de Beerselse jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen evolueert dient de ondersteuning van de subsidies daarin mee te gaan om een zo goed mogelijke ondersteuning te bieden aan het Beersels jeugdwerk.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

Het gunstig advies van de jeugdraad in zijn vergadering dd. 08 oktober 2019

 

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad keurt het subsidiereglement betreffende de toekenning van een toelage voor bijzondere subsidies aan jeugdwerkverenigingen goed.

 

Het reglement wordt  als volgt vastgesteld:

 

Subsidiereglement betreffende de toekenning van een bijzondere subsidie voor gemeenschapsvormende activiteiten van uitzonderlijke aard.

 

 

HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1

Naast de gewone jaarlijkse basis- en werkingssubsidies kan de gemeenteraad ten behoeve van een of meer erkende jeugdverenigingen bijkomende subsidies inschrijven in de begroting of andere tegemoetkomingen of voorzieningen toekennen om gemeenschapsvormende activiteiten van uitzonderlijke aard of waarde mogelijk te maken.

 

Artikel 2

Bijzondere subsidies kunnen onderverdeeld worden in twee categorieën:

 

§1. Categorie 1:

Bijzondere subsidie aan jubilerende verenigingen: 25-, 50-, 75-, 100-jarig bestaan en meer (per 25 jaar).

 

§2. Categorie 2:

Bijzondere subsidie voor gemeenschapsvormende activiteiten van uitzonderlijke aard, is bedoeld voor de financiering van bijzondere initiatieven en projecten, die beantwoorden aan onderstaande voorwaarden.

 

          Het is een in tijd beperkt initiatief, dat zich afspeelt binnen een tijdspanne van maximum 6               maanden;

 

          Het is een zelfstandige identiteit. Als het project deel uitmaakt van een groter organisatorisch geheel, dan moet het project getuigen van een grote zelfstandigheid en erkenbaarheid;

          Het richt zich naar een doelgroep die zich voor meer dan 50% bevindt in de leeftijdsgroep van 0 tot 30 jaar;

          De doelstelling sluit duidelijk aan op de leefwereld van de beoogde kinderen en jongeren en is bij voorkeur voorzien van een vernieuwend aspect;

          Het project is vormend en/of ontspannend en/of cultureel met een toegankelijkheid voor alle jongeren van de gemeente Beersel;

          Het project vindt plaats op het grondgebied van de gemeente Beersel;

          Het project is georganiseerd op basis van een maatschappelijk engagement waaruit de eerbied en stimuli voor meer democratie, verdraagzaamheid, burgerzin, gelijkheid, openheid en creativiteit duidelijk blijken;

          De organisatie van het project houdt een aanwijsbaar financieel risico in en heeft geen winstoogmerk.

          Tijdens het project wordt steeds het Nederlands als voertaal gebruikt.

 

Het project wordt georganiseerd door:

 

          Ofwel een groep van minstens 3 kinderen en/of jongeren die zich in een occasioneel verbond rond dit project organiseren in eventuele samenwerking met een Beerselse jeugdwerkvereniging om ervaring, achterban te delen en hulp te bieden aan de organisatoren. De initiatiefnemers bestaan uit een groep kinderen en/of jongeren die qua samenstelling minstens voor 2/3 jonger is dan 30 jaar en voor minstens 2/3 in Beersel woont;

          Ofwel een samenwerkingsverband van jeugdverenigingen die gesubsidieerd worden in het kader van het meerjarenplan van Gemeente Beersel;

          Ofwel een jeugdvereniging die gesubsidieerd wordt in het kader van het meerjarenplan van Gemeente Beersel, indien zij een activiteit organiseert die haar reguliere werking overstijgt.

 

Artikel 3

Jeugdwerkverenigingen die door de gemeentelijke jeugdraad erkend zijn en voldoen aan de erkenningsvoorwaarden gesteld in het gemeentelijk erkenningsreglement, komen in aanmerking voor bijzondere subsidies.

 

Artikel 4

Binnen de perken van de kredieten van de begroting kan het gemeentebestuur, indien het hiervoor de nodige voorwaarden aanwezig acht, bijzondere toelagen verstrekken aan de door de jeugdraad erkende jeugdwerkverenigingen voor activiteiten vermeld in artikel 2. De appreciatie van de activiteiten behoort tot de exclusieve bevoegdheid van het schepencollege.

 

HOOFDSTUK II: PROCEDURE

 

Artikel 5

 

Categorie 1: Bijzondere subsidie aan jubilerende verenigingen: 25-, 50-, 75-, 100-jarig bestaan en meer (per 25 jaar);

 

§1. Aanvraag dient gericht aan het gemeentebestuur, jeugddienst, Alsembergsteenweg 1046, 1652 Alsemberg (jeugd@beersel.be), minstens 6 maanden vóór de activiteit met gedetailleerde kosten- en batenraming van de feestelijke activiteit in het kader van het jubileum én zo nodig de bewijsstukken van het ontstaan van de vereniging.

 

§2. Indien twee of meer erkende verenigingen samenwerken moet één van deze verenigingen als subsidieaanvrager optreden. De toelage zal onverdeeld aan deze vereniging worden toegekend en uitbetaald. De betrokken verenigingen moeten zelf instaan voor de onderlinge verdeling van de toelage.

 

§3. Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet zijn nageleefd kan het gemeentebestuur de bijzondere subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de betrokken vereniging(en) van verdere subsidiëring uitsluiten.

 

Categorie 2: Bijzondere subsidie voor bijzondere gemeenschapsvormende activiteiten;

 

§4. Het college van burgemeester en schepenen kan, binnen de perken van het krediet voorzien in de begroting, aan erkende jeugdwerkverenigingen voor activiteiten vermeld in Artikel 2 §2. Een bijzondere financiële toelage toekennen.

 

§5. De appreciatie van de aard en omvang van de bijzondere subsidie behoort exclusief tot de bevoegdheid van het schepencollege. Voor het bepalen van de omvang van de subsidie zijn volgende richtlijnen van toepassing:

 

§6. De aanvraag dient gericht aan het gemeentebestuur, jeugddienst, Alsembergsteenweg 1046, 1652 Alsemberg (jeugd@beersel.be), minstens 1 maand vóór de activiteit plaatsvindt, ingediend te worden en bevat volgende gegevens:

-Naam, adres en telefoonnummer van de initiatiefnemer(s).

-Plaats en datum van de activiteit

-Omschrijving van de activiteit

-Rekeningnummer waarop deze subsidie kan gestort worden en naam en adres van de gevolmachtigden

-Kosten- en batenraming van de activiteit

-Motivatie waarom deze activiteit georganiseerd wordt.

 

De toelage kan pas gestort worden nadat de activiteit heeft plaatsgevonden en mits het dossier gestaafd is met bewijsstukken (facturen) van de uitgaven.

Volgende kosten komen in aanmerking:

a)Drukwerk (uitnodigingen, affiches, flyers, e.d.)

b)De uitgaven, welke voortvloeien uit de huur die het doel van de activiteit beklemtonen. (huur muziekgroepen, PA, films, decors, …)

 

HOOFDSTUK V: Berekeningswijze

 

Artikel 6

Categorie 1 én categorie 2: Bijzondere subsidie aan jeugdwerkverenigingen;

Bij de berekening van de toe te kennen toelagen kunnen eventueel volgende posten voor subsidiëring in aanmerking komen, voor zover zij bovendien naar het oordeel van het gemeentebestuur, binnen een redelijk niveau blijven, met een maximum volgens de criteria in artikel 7:

1-de uitgaven voor administratieve voorbereiding (briefpost, telefoon, verzending, e.d.);

2-de kosten van drukwerk (circulaires, affiches, e.d.);

3-de uitgaven voor eventuele zaalhuur, tent, enz., met de kosten welke voortvloeien uit het onderhoud, de verwarming en de verlichting of het in orde brengen van lokalen en zalen (versiering, aanpassing van de elektrische installaties, e.d.);

4-de uitgaven, welke voortvloeien uit de huur van films, decors, kostuums, honoraria van sprekers, e.d.

5-de representatiekosten;

 

Artikel 7

§1. Categorie 1: De maximum toelage die kan toegekend worden voor een jubilerende vereniging is de volgende;

- voor 25-jarig jubileum: 250 euro

- voor 50-jarig jubileum: 500 euro

- voor 75-jarig jubileum: 750 euro

- voor eeuwfeest: 1000 euro

- voor 125-jarig jubileum: 1250 euro

- voor 150-jarig jubileum: 1500 euro

 

Opmerking: Erkende verenigingen die geen activiteiten organiseren voor hun jubileumviering kunnen evenwel een subsidie verkrijgen, doch de toelage is beperkt tot de helft van voornoemde bedragen. Zij richten daartoe vóór 1 oktober van het jubileumjaar een aanvraag aan het schepencollege, vergezeld van de bewijsstukken over het ontstaan van de vereniging.

 

§2. Categorie 2: De maximum toelage die kan toegekend worden voor een gemeenschapsvormende activiteit of project is de volgende;

 

De subsidie bedraagt maximum € 500 per goedgekeurd project/activiteit.

 

Artikel 8

Het gemeentebestuur deelt zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de organisatoren mede of zij voor subsidiëring in aanmerking komen.

 

Artikel 9

De organisatoren zijn verplicht binnen de twee maanden na afloop van de organisatie van de activiteit, een door het bestuur der vereniging(en) voor echt verklaard financieel verslag aan het gemeentebestuur te laten geworden, gestaafd door documenten, bewijsstukken en rekeningen.

 

Artikel 10

Aan het gemeentebestuur dienen alle gevraagde bescheiden te worden getoond en alle inlichtingen verstrekt die het noodzakelijk acht.

 

Artikel 11

Het gemeentebestuur bepaalt, na ontvangst van de in artikel 9 genoemde stukken, het definitieve bedrag der toelage, rekening houdend met de door haar aanvaarde raming.

 

Artikel 12

De subsidie wordt aan de organisatoren uitgekeerd door overschrijving op de door hen aangeduide rekening. Indien naar het oordeel van het gemeentebestuur gegronde redenen aanwezig zijn, kan men voorschotten op de subsidie verstrekken, welke 50 procent van de maximumsubsidie niet mogen overschrijden.

 

HOOFDSTUK VI: SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 13

Indien blijkt dat door de erkende vereniging onjuiste gegevens werden versterkt of indien de voorwaarden van dit reglement niet worden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.

 

Artikel 14

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Artikel 15

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

Artikel 16

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 17

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Bevolking

Website

Jeugdwerkverenigingen

Jeugdraad

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Goedkeuring subsidiereglement voor investeringen in niet-gemeentelijke jeugdinfrastructuur.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning  en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen.

 

                      Feitelijke motivering:

Gezien niet alle jeugdverenigingen voor hun werking terecht kunnen in gemeentelijke infrastructuur;

Gezien het belang dat jeugdverenigingen hun werking kunnen organiseren in een aangename, aangepaste, veilige en duurzame infrastructuur;

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14/11/1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen en/of  vrijwilligersorganisaties gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om het subsidiereglement voor investeringen in niet-gemeentelijke jeugdinfrastructuur, als volgt vast te stellen:

 

HOOFDSTUK I.  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1. Binnen de perken van het krediet, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting, wordt een subsidie toegekend aan de erkende jeugdvereniging die investeren in niet-gemeentelijke infrastructuur, volgens de voorwaarden die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 2. Alle erkende jeugdverenigingen, erkend door de gemeente of een gemeentelijke adviesraad, komen in aanmerking voor de investeringssubsidie voor niet-gemeentelijke jeugdinfrastructuur.

 

Artikel 3. De investeringssubsidie wordt toegekend als tussenkomst in de uitgaven voor infrastructuurwerken aan niet-gemeentelijke jeugdinfrastructuur.

Volgende kosten komen hierbij in aanmerking:

1° het ereloon voor de opstellers van het ontwerp;

2° de kosten voor de uitvoering van de werken en aankoop materialen voor de werken.

 

Het project dient bij te dragen tot de verhoging van de duurzaamheid van de accommodatie en tot een energiezuinige exploitatie ervan.

Het realiseren van het project moet in overeenstemming gebeuren met de wettelijke of reglementaire bepalingen. In voorkomend geval moet een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden.

 

Artikel 4. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de investeringssubsidies voor niet-gemeentelijke jeugdinfrastructuur zijn:

1° de infrastructuur ligt op het grondgebied van Beersel;

2° minstens 40% van de kosten wordt gedragen door een inbreng van eigen middelen, door een inbreng van middelen van de eigenaar of door subsidies van een andere overheid. De gemeentelijke investeringssubsidie bedraagt nooit meer dan 60% van de kosten;

3° de aanvrager heeft een beschikkingsmacht over de infrastructuur als eigenaar. Als de aanvrager geen eigenaar is van de infrastructuur, maar huurder, erfpachter of gebruiker, bewijst hij een beschikkingsmacht (bv. huurovereenkomst) voor minstens vijf jaar vanaf de datum van de subsidiebeslissing of vanaf de datum dat de aanvrager kan beschikken over de infrastructuur, als die laatste datum later valt;

4° de aanvrager aanvaardt het toezicht op de besteding van de subsidie, de instandhouding, de renovatie en het onderhoud van de gesubsidieerde infrastructuur.

 

HOOFDSTUK II.  PROCEDURE

 

Aanvraagprocedure

Artikel 5.

De erkende jeugdbeweging is verplicht op het daartoe ter beschikking gestelde formulier een schriftelijke aanvraag te richten t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, dienst jeugdinfrastructuur, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg, jeugdinfrastructuur@beersel.be uiterlijk op 31/01/2020 en 31/01/2023.

Een aanvraag bevat:

1° de identificatie van de aanvrager en van de infrastructuur;

2° een beschrijving en motivatie van het investeringsproject (een technische beschrijving van de voorgenomen werken, ruimten en afmetingen);

3° een geldige offerte op naam van de erkende jeugdbeweging;

4° een overzicht van de voorziene uitgaven van het project met aanduiding van inbreng van eigen middelen en/of middelen van de eigenaar en/of subsidies van een andere overheid;

5° een kopie van de stedenbouwkundige vergunning, indien vereist;

6° een bewijs dat de aanvrager instaat voor kosten en onderhoud van infrastructuur a.h.v. een juridische titel (bv. eigendomstitel, huurovereenkomst,…);

7° een schriftelijk akkoord van de eigenaar van het gebouw, indien vereist.

De aanvrager moet met het aanvraagdossier duidelijk bewijzen dat wordt voldaan aan de voorwaarden zoals  vermeld in artikel 4.

 

Artikel 6.

De aanvrager legt na voltooiing van de werken volgende bewijsstukken voor:

1° facturen van de uitvoering van werken of de aankoop van materialen en het bewijs van betaling;

2° minstens twee foto’s die de toestand vóór aanvang van de werken en de toestand na de werken aantonen.

Het gemeentebestuur kan bijkomende bewijsstukken vragen.

 

De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de 1.240 euro en 24.790 euro gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen, uitgezonderd voor de bepalingen van artikels 3 en 7.1° van voornoemde wet.

Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de 1.240 euro en de 24.790 euro bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

Artikel 7. Berekeningswijze

Op basis van de ingediende aanvraagdossiers wordt een driejaarlijkse meerjarenplanning opgemaakt. Een vereniging kan slecht 1 keer om de drie jaar genieten van deze subsidie.  Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en de gespreide toekenning van de toelagen op basis van de meerjarenplanning, met een maximum van 10.000 euro investeringssubsidies per jaar.

 

Tijdens de beleidsperiode 2020-2025 wordt er prioriteit gegeven aan investeringen inzake:

1° brandveiligheid;

2° vernieuwing van elektriciteit;

3° vernieuwing van sanitair;

4° het energiezuiniger maken van infrastructuur, isolatie- en dakwerken, vernieuwing van verwarmingsinstallaties.

 

Artikel 8. Uitbetaling

De uitbetaling van de investeringssubsidie gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de rekening van de vereniging, en dit na uitvoering van de werken en op voorlegging  van de bewijsstukken zoals vermeld in artikel 7, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing tot uitbetaling.

 

Artikel 9. Voorschotregeling

Indien gewenst kan er na voorlegging van de offerte al overgegaan worden tot het uitbetalen van  4/5de van de subsidie na voorlegging van een voorschotfactuur op basis van de offerte. Na voltooiing van de werken dient de slotfactuur te worden binnengebracht om aan te tonen dat de werken zijn uitgevoerd.

 

Artikel 10. Terugvordering en beroepsmogelijkheid

Indien blijkt dat door de erkende jeugdbeweging onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

De aanvrager gaat de verbintenis aan tot de terugbetaling van de subsidie bij een vervreemding van de infrastructuur of bij een bestemmingswijziging ervan, voor voltooiing en betaling van de werkzaamheden of binnen de 5 jaar na ontvangst subsidie. 

Het bedrag van de terugbetaling wordt berekend, rekening houdend met een jaarlijkse afschrijving van 5 % als het project onroerende werken betreft en met een jaarlijkse afschrijving van 33 % als het project roerende goederen betreft. Bij vervreemding betaalt de aanvrager 60 % van de verwezenlijkte meerwaarde terug.

 

HOOFDSTUK III.   SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 11.

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen. Deze investeringssubsidies zijn wel cumuleerbaar met subsidies en premies van andere overheden.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende het subsidiereglement voor sociaal-culturele verenigingen met een specifieke jeugdwerking.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning  en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen.

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de vaststelling van het subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen met een specifieke jeugdwerking dient aangepast inzake de afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

De richtlijnen voor de subsidies voor vakantiestages van culturele jeugdverenigingen worden toegevoegd;

De subsidies worden éénmalig met 10 % verhoogd;

Gezien het wenselijk is aan sociaal-culturele verenigingen met een specifieke jeugdwerking een extra toelage toe te kennen, gezien hun werking om jongeren een kunst-educatieve opleiding te geven louter berust op privé-initiatief van vrijwilligers;

Gelet op het gunstig advies van de cultuurraad van 5 november 2019;

Gelet op het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14/11/1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen en/of  vrijwilligersorganisaties gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de vaststelling van het subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen met een specifieke jeugdwerking, wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen en voorwaarden

 

Artikel 1: Het gemeentebestuur wil investeren in creativiteit en jong talent. Op jonge leeftijd aan cultuurbeoefening doen, verhoogt ook later de kans op cultuurparticipatie. Het bestuur vindt naast de officiële academies die kunsteducatie aanbieden ook de initiatieven die op vrijwillige basis plaatsvinden waardevol. Met een extra ondersteuning wil het gemeentebestuur socio-culturele verenigingen die een specifieke werking hebben naar jeugd, stimuleren die werking verder te zetten en/of uit te bouwen.

 

Artikel 2: Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op het gemeentebudget, worden aan de hierna vernoemde verenigingen subsidies verleend volgens de voorwaarden die hierna worden beschreven.

 

Artikel 3: Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en toekenning van de subsidies.

 

Artikel 4: Elke vereniging, erkend door de Beerselse cultuurraad, die inspanningen levert om jeugd in hun werking te betrekken, kan in aanmerking komen voor betoelaging. Onder jeugd wordt begrepen jonge mensen van 4 tot en met 30 jaar. De culturele jeugdwerking heeft minimaal 10 leden uit Beersel binnen de leeftijdsgroep.

 

De subsidies worden onderverdeeld in :

- werkingssubsidies;

- bijzondere subsidies voor culturele vakantiestages.

 

Artikel 5: De werking moet betrekking hebben op één van de volgende vier cultuurvormen:

MUZIEK: instrumentale en vocale muziek

TAAL & WOORD: literatuur, poëzie, cabaret, toneel en mime

DANS: dans, choreografie, volksdans en ballet

BEELDENDE KUNST

 

De werking moet hoofdzakelijk actieve cultuurparticipatie van kinderen en jongeren tot doel hebben. Bij een actief gebeuren wordt de jongere geacht zelf creatief uit de hoek te komen: zelf tekenen of schilderen, acteren, dansen en musiceren. De culturele jeugdwerking moet resulteren in minstens 1 toonmoment per jaar.

De activiteiten moeten plaatsvinden op het grondgebied van Beersel.

 

Hoofdstuk 2: Procedure

 

Categorie I: werkingssubsidies

Afdeling 1. Aanvragen van subsidies

 

Artikel 6: Aanvragen gebeuren schriftelijk door middel van het daartoe bestemde aanvraagformulier en dienen, vergezeld van de nodige bewijsstukken opgesomd in artikel 9, t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, cultuurdienst, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg, cultuur@beersel.be, uiterlijk vóór1 maart van het lopende dienstjaar.

Trekkers van een subsidie dienen bij een aanvraag eveneens een uitgavenstaat toe te voegen zodat kan nagegaan worden of het subsidiebedrag de uitgaven van het vorige werkingsjaar dekt.

 

Artikel 7:

De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de 1240 euro en 24790 euro gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen, uitgezonderd voor de bepalingen van artikels 3 en 7.1° van voornoemde wet.

Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de 1240 euro en de 24790 euro bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

 

Afdeling 2. Berekeningswijze voor de verdeling van de subsidies

 

Artikel 8:

§1. De subsidies, verleend in functie van het krediet ingeschreven in het budget van het lopende dienstjaar, worden berekend op basis van prestaties betreffende het vorige werkingsjaar.

§2. Als werkingsjaar wordt beschouwd de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 9:

§1. De cultuurdienst berekent aan de hand van de ter beschikking gestelde gegevens het aantal punten per vereniging. Voor volgende criteria worden punten toegekend:

 

Criteria

Punten

Bewijsstukken

 

Per lid (inwoner van Beersel) in de leeftijdscategorie van 4 tot en met 25 jaar.

 

1 lid is 1 punt

 

Ledenlijst

 

Per uniek toonmoment: voorstelling, optreden of tentoonstelling*

(maximum van 5 per jaar)

 

1 voorstelling met hoofdzakelijk jeugd is 10 punten. In dit geval bestaat minstens 75% van de podiumbezetting uit jongeren.

 

Promotiemateriaal, uitnodigingen, krantenknipsels, e.d.

 

Per groepsles/repetitie (GRL)**

- GRL uitsluitend voor jeugd minstens 5/week 100 punten

- GRL uitsluitend voor jeugd op wekelijkse basis, tussen 1 en 5/week  50 punten

- GRL uitsluitend voor jeugd op niet-wekelijkse basis, maar >10/jaar 10 punten

- GRL uitsluitend voor jeugd < 10/jaar 1 punt

 

Week of uurroosters

 

Het inrichten van individuele lessen

 

is 5 punten

Week of uurroosters

 

Medewerking van de vereniging aan gemeenteactiviteiten

 

-Aanwezigheid op de algemene vergadering van cultuurraad of jeugdraad is 1 punt

-Medewerking aan gemeentelijke activiteiten

5 punten/ activiteit

-Kosteloos opluisteren van gemeentelijke activiteiten is 15 punten (deze activiteit krijgt geen punten als toonmoment)

/

 

 

*Een zelfde optreden/voorstelling die meermaals wordt opgevoerd telt maar als 1 toonmoment.

** Een les is een groepsles/repetitie vanaf minstens 5 personen

 

§2. De geldwaarde van één punt wordt bekomen door het totale bedrag voor de betoelaging van socio-culturele verenigingen met specifieke jeugdwerking -ingeschreven in het budget van het lopende dienstjaar- te delen door het totaal aantal punten van alle verenigingen.

 

 

 

Afdeling 3. Uitbetaling van de subsidies

 

Artikel 10:

§1. Het college van burgemeester en schepenen bepaalt, overeenkomstig de puntenberekening, het maximale bedrag van de toelage per vereniging. Het maximum van de toelage per vereniging bedraagt 12.500 euro per jaar.

§2. Het subsidiebedrag toegekend aan een vereniging dient minimaal de uitgaven van het vorige werkingsjaar te dekken. Indien de reële uitgaven lager liggen dan het berekende subsidiebedrag, dan wordt slechts een bedrag dat overeenkomt met de reële uitgaven uitbetaald.

 

Artikel 11: De uitbetaling van de toelage gebeurt op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de rekening van de vereniging, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

De verenigingen waarvan het totaal van de te betalen gebruiksvergoedingen van het voorgaande werkingsjaar een bedrag van 745 euro overschrijdt, kunnen beroep doen op uitbetaling van een voorschot op de te verwachten toelage, ten einde hun financiële last ter zake te verlichten.

Deze uitbetaling is per kalenderkwartaal beperkt tot ¼ van het bedrag hiervoor gereserveerd in het gemeentebudget, zonder dat dit voorschot echter de reële kostprijs van de gebruiksvergoedingen in het betrokken kalenderkwartaal mag overschrijden.

Aanvragen hiertoe moeten gericht worden aan het schepencollege vóór 1 april van het lopende dienstjaar.

 

Categorie II: bijzondere subsidie voor culturele vakantiestages

Artikel 12:

Culturele vakantiestages door culturele jeugdverenigingen ontvangen een bijzondere subsidie volgens volgende procedure, criteria en timing:

•Maximaal 500 euro per vereniging.

•Maximaal 1 aanvraag per vereniging.

• Vakantieperiodes die in aanmerking voor de projectsubsidie:

1. Stages die plaatsvinden in de krokusvakantie

2. Stages die plaatsvinden in de paasvakantie

3. Stages die plaatsvinden in de zomervakantie

4. Stages die voorzien zijn voor de herfstvakantie en kerstvakantie.

In dat geval wordt uiterlijk de eerste werkdag na de kerstvakantie door de aanvrager een verslag met bewijsstukken ingediend.

•Criteria:

De culturele vakantiestage:

-bevat cultuur- en/of natuureducatieve activiteiten

-is gericht naar kinderen en/of jongeren (leeftijd 4-30 jaar)

-vindt plaats tijdens de officiële vakantieperiodes

-vindt plaats in Beersel

-staat open voor iedereen en wordt breed gecommuniceerd.

 

Subsidie-aanvragen worden ingediend uiterlijk de laatste werkdag van september en bevatten minstens volgende elementen:

-Identificatie van de aanvrager en financiële gegevens.

-Beschrijving van de activiteit met toelichting bij de criteria.

-Financiële bewijsstukken (tot een maximaal subsidiebedrag van 500 euro) of een

gedetailleerde begroting voor de activiteiten die nog moeten plaatsvinden.

 

De uitbetaling van de toelage gebeurt op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de rekening van de vereniging, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

TERUGVORDERING EN BEROEPSMOGELIJKHEID

 

Artikel 13:

Indien blijkt dat door de erkende verenigingen onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN.

 

Artikel 14.

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 15:

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de vaststelling van het subsidiereglement voor het plaatselijk sociaal-cultureel werk.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning  en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen.

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de vaststelling van het subsidiereglement voor het plaatselijk sociaal-cultureel werk dient aangepast inzake de afstemming van procedure en formulering van algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

De richtlijnen voor de subsidies voor jaarmarkten en de subsidie Buurtcultuur worden toegevoegd aan het subsidiereglement voor het plaatselijk sociaal-cultureel werk;

De subsidies worden éénmalig met 10 % verhoogd;

Het gunstig advies van de cultuurraad in zijn bestuursvergadering van 5 november 2019;

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14/11/198;

Gezien het steeds om erkende verenigingen en/of  vrijwilligersorganisaties gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de vaststelling van subsidiereglement voor het plaatselijk sociaal-cultureel werk wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I.  ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN.

 

Artikel 1. Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op de gemeentebegroting en rekening houdende met de geboden mogelijkheden om welbepaalde gemeentelijke voorzieningen zoals gebouwen, terreinen en diensten te gebruiken, worden aan de door de gemeentelijke cultuurraad erkende verenigingen subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden, die hierna worden vastgesteld.

 

Artikel 2 Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies aan erkende verenigingen voor sociaal-cultureel werk, jaarmarktcomités en buurtcomités.

 

Artikel 3. Het schepencollege gaat over tot de vaststelling en de toekenning van de subsidies.

 

Artikel 4. De subsidies kunnen onderverdeeld worden in :

- basissubsidies;

- werkingssubsidies;

- bijzondere subsidies.

 

Basissubsidies worden aan de erkende verenigingen toegekend op basis van het werkingsverslag dat het bestaan zelf van die vereniging bewijst.

 

Werkingssubsidies worden aan de erkende verenigingen toegekend op grond van de door hen ontwikkelde activiteiten.

 

Bijzondere subsidies kunnen aan de erkende verenigingen, jaarmarktcomités of buurtcomités worden toegekend voor activiteiten van uitzonderlijke aard zoals verder in dit reglement beschreven.

 

Artikel 5. Welke verenigingen komen in aanmerking.

Alleen verenigingen die door de Cultuurraad erkend zijn en jaarlijks minstens 6 activiteiten (uitgezonderd vergaderingen) op het grondgebied van Beersel kunnen bewijzen komen in aanmerking voor subsidiëring.

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

BASIS- EN WERKINGSSUBSIDIES.

 

Afdeling 1.  Aanvragen van basis- en werkingssubsidies.

 

Artikel 6.

§1.De basis- en werkingssubsidies, verleend in functie van het krediet ingeschreven in de begroting van het lopende dienstjaar, worden berekend op basis van de gegevens en activiteiten betreffende het vorige werkingsjaar.

 

§2. Als werkingsjaar wordt beschouwd de periode van 1 januari tot en met 31 december.

 

Artikel 7.

§1. De vereniging is verplicht op het daartoe bestemde formulier een schriftelijke aanvraag te richten aan het schepencollege, vergezeld van volgende bewijsstukken:

 

1.een verslag over gerealiseerde activiteiten tijdens het vorige werkjaar van de vereniging;

2.de vermelding van het post- of bankrekeningnummer van de vereniging;

3.een nota met vermelding van de wijzigingen, die zich desgevallend hebben voorgedaan op het gebied van de samenstelling van het bestuur, de structuur en de statuten van de vereniging.

 

§2. De aanvragen voor het bekomen van basis- en werkingssubsidies dienen te worden verstuurd t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, cultuurdienst, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg, cultuur@beersel.bevóór 1 maart van het lopende dienstjaar.

 

§3. De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de 1.240 euro en 24.790 euro gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen, uitgezonderd voor de bepalingen van artikels 3 en 7.1° van voornoemde wet.

Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de 1.240 euro en de 24.790 euro bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

Artikel 8. Met laattijdig ingediende aanvragen zal geen rekening worden gehouden.

 

Afdeling 2.  Berekeningswijze voor de verdeling van de basis en werkingssubsidies.

 

Artikel 9. Voor zover deze voldaan hebben aan de bepalingen betreffende de erkenning en betreffende de aanvragen van de subsidies worden de subsidies voor plaatselijk sociaal-cultureel werk verdeeld overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 10 en 11.

 

Artikel 10. Het krediet ingeschreven in de begroting bestemd voor de betoelaging van sociaal-cultureel werk wordt gesplitst in enerzijds, de basissubsidie (10 %) en anderzijds, de werkingssubsidie (90 %).

 

1.De basissubsidie:

Iedere vereniging heeft door haar lidmaatschap bij de cultuurraad recht op een vast bedrag van €5,00 voor haar aanwezigheid op de jaarlijkse algemene vergadering. De aanwezigheid op de algemene vergadering kan niet vergoed worden aan verenigingen die geen werkingsverslag indienen. Het saldo van de basissubsidie wordt gelijk verdeeld onder alle verenigingen die een werkingsverslag indienen.

 

2.De werkingssubsidie:

Het bedrag van de werkingssubsidie wordt gedeeld door het totaal aantal punten onder de hoofding “werkingssubsidie” die aan de betrokken verenigingen werden toegekend op basis van hun activiteiten van het voorgaande werkingsjaar.  Aldus bekomt men de geldwaarde van één punt. De werkingssubsidie per vereniging bekomt men door het aantal punten van elke vereniging te vermenigvuldigen met de geldwaarde van één punt.

 

Opmerkingen:

De subsidies zijn in de eerste plaats bedoeld voor de ondersteuning van activiteiten van een vereniging  die een toegevoegde waarde geven op cultureel of sociaal vlak:

1.Alleen de activiteiten waarvan er genummerde bewijsstukken bij de jaarlijkse chronologische werkingsopgave gevoegd werden komen in aanmerking voor subsidiëring.

2.Voor winstgevende activiteiten (teerfeesten, jaarmarkten, ...) en bijkomende werkzaamheden (voorbereidende vergaderingen, rondhalen prijzen, ...) worden geen punten toegekend, tenzij de opbrengst bestemd is voor charitatieve of humanitaire doelen.

3.Beroepsactiviteiten en bezoldigde activiteiten door andere inkomsten dan die van gemeentelijke culturele diensten, van toeschouwers of deelnemers worden niet gesubsidieerd. Uitzondering wordt gemaakt voor charitatieve of humanitaire doelen.

4.Sponsoring aan de organisatoren van een activiteit sluit subsidiëring niet uit.

5.Verenigingen die regionaal werken, kunnen alleen subsidie ontvangen voor activiteiten die geheel of hoofdzakelijk in de deelgemeenten van Beersel plaatsvinden.

 

6.Bij het organiseren van samenkomsten voor eigen leden met zelf georganiseerde animatie worden geen extra punten toegekend indien verschillende animatievormen beoefend worden.

7.Samenwerking tussen verschillende verenigingen wordt beloond: de punten worden aan elke vereniging toegekend.

8.Verenigingen kunnen zich slechts eenmaal door de gemeente laten subsidiëren voor activiteiten.

9.Aan ouderraden of erkende verenigingen verbonden aan scholen wordt enkel een werkingssubsidie toegekend voor activiteiten buiten de schooluren.

10.Het eigen tijdschrift verschijnt minimaal 4x per jaar en telt minimaal 4 pagina’s waarvan 50% van de bladspiegel uit eigen teksten over de eigen werking (publiciteit en uitnodigingen uitgesloten) bestaat.

11.Voor occasioneel huis- of ziekenbezoek door leden van een vereniging worden geen punten toegekend.

12.Er komen maximaal 6 vergaderingen (algemene, bestuur- , gewest-, werk- of redactievergaderingen) voor subsidiëring in aanmerking.

 

Artikel 11. In de werksoorten sociaal vormings- en ontwikkelingswerk, socio-cultureel vormings- en ontwikkelingswerk en beoefening van de amateurkunsten worden volgende werkingspunten toegekend:

 

 

Aard van de activiteit

Werkingspunten

1

Zelfgeorganiseerde activiteit voor cultuurspreiding voor een extern publiek:

een opvoering met eigen spelers, per dag opvoering

organisatie van een tentoonstelling, per tentoonstelling

 

 

 

            10

2

Uitgave van een eigen tijdschrift

Eigen website of digitale nieuwsbrief

              8

 

             10

3

Lokaal organiseren van een activiteit die kadert in een nationaal, gewestelijk, regionaal cultureel evenement             

 

 

 

               5

4

Lokaal organiseren van of optreden bij een feestelijkheid met een uitzonderlijk karakter van algemeen belang

 

 

               5

5

Organiseren van geregelde structurele dienstverlening aan maatschappelijk kwetsbare groepen in de gemeente, per campagne

Dienstverlening aan de bevolking

Permanent organiseren van dienstverlening aan de bevolking, per jaar

 

 

               5

 

 

 

               5

 

             15

 

 

6

Organiseren van een activiteit met charitatief of humanitair doel

 

               5

7

Lokaal organiseren van een activiteit met uitnodigen van een gastspreker / deskundige voor extern publiek             

 

               4

8

Organiseren van een activiteit voor cultuurspreiding met gastoptreden, film of quiz voor extern publiek

Optreden als gast bij een activiteit voor cultuurspreiding georganiseerd voor extern publiek

 

 

                4

 

                4

9

Organiseren van een bezoek (museum/ theater/ film/ concert) of studiereis

Deelnemen aan een bezoek, studiereis of voordracht

 

 

              3

 

             1.5     

10

Organiseren van een les of lessenreeks in eigen vereniging of voor extern publiek, per les (maximum 20/jaar).

 

              2

 

 

11

Leden die opleiding volgen in het DKO of gelijkwaardig, in functie van de kunstvorm die in de vereniging beoefend wordt, per leerling             

 

 

 

                        2

12

Organiseren van een openluchtactiviteit hoofdzakelijk in de eigen gemeente

Deelnemen aan een openluchtactiviteit in de eigen gemeente

 

                        2

 

                        1

13

Organiseren van oefenbijeenkomsten voor verschillende sporten en van denksporten, per dag (maximum 52/jaar).              1

                        1

14

Repetities, oefenbijeenkomsten voor amateurkunsten in voorbereiding op podiumoptreden, per dag

Repetities voor amateurkunsten zonder podiumoptreden,

      per dag (maximum 52/jaar)

 

 

                        1

 

                        1          

15

Organiseren van samenkomsten voor eigen leden met zelf georganiseerde animatie

                        1

16

Vergadering, tot maximum 6 per jaar

                        1

17

Deelnemen aan erkende tornooien voor amateurkunsten

Fanfares                     Koren                       Toneel

Superieur                    Ere-afdeling               Uitmuntendheid       10

Ere-afdeling                Uitmuntendheid         1ste afdeling              8

Uitmuntendheid          1ste afdeling              2de afdeling               6

1ste afdeling               2de afdeling               3de afdeling              4

2de afdeling                3de afdeling               4de afdeling              2

3de afdeling

 

 

 

18

Organiseren van een voorstellings- of onthaalactiviteit voor een breed en nieuw publiek, buiten het regulier activiteitenprogramma

(bijv. opendeurdag, openlesdag, actieve en gratis deelname aan een gemeentelijke publieksactiviteit of jaarmarkt, …)

                        5

 

 

 

Artikel 12 Bij het vaststellen van de aan de erkende verenigingen toe te kennen subsidiebedragen kan het college van burgemeester en schepenen in de betrokken puntentabel de activiteiten, die reeds door een ander openbaar bestuur werden gesubsidieerd, na raadpleging van de Cultuurraad, schrappen.

 

Afdeling 3.  Uitbetaling van de basis- en werkingssubsidies.

 

Artikel 13. Het college van burgemeester en schepenen zal het definitieve resultaat van de puntenberekening overeenkomstig de tabellen opgenomen in artikel 11 van dit reglement aan de erkende verenigingen mededelen.

De uitbetaling van de toelage gebeurt overeenkomstig de reglementering betreffende de gemeentelijke comptabiliteit, op bevel van het college van burgemeester en schepenen door overschrijving op de rekening van de vereniging, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

Artikel 14. Voorschotregeling

De verenigingen waarvan het totaal van de te betalen gebruiksvergoedingen van het voorgaande werkingsjaar een bedrag van 745 euro overschrijdt, kunnen beroep doen op uitbetalingen van een voorschot op de te verwachten toelage, ten einde hun financiële last ter zake te verlichten.

Deze uitbetaling is per kalenderkwartaal beperkt tot ¼ van het bedrag hiervoor gereserveerd in de begroting, zonder dat dit voorschot echter de reële kostprijs van de gebruiksvergoedingen in het betrokken kalenderkwartaal mag overschrijden.

Aanvragen hiertoe moeten gericht worden aan het schepencollege vóór 1 april van het lopende dienstjaar op het hiertoe bestemde formulier.

 

BIJZONDERE SUBSIDIES.

 

Artikel 15. Naast de gewone jaarlijkse basis- en werkingssubsidies kan de gemeenteraad ten behoeve van een of meer erkende verenigingen bijkomende subsidies inschrijven in de begroting of andere tegemoetkomingen of voorzieningen toekennen om de activiteiten of manifestaties van uitzonderlijke aard of waarde mogelijk te maken.

 

Artikel 16. Bijzondere subsidies kunnen onderverdeeld worden in twee categorieën:

§ 1 : Categorie I :

Bijzondere subsidie aan jubilerende verenigingen: 25-, 50-, 75-, 100-jarig bestaan en meer.

 

§ 2 : Categorie II :

a)  Bijzondere subsidie voor het opluisteren van officiële plechtigheden.

b) Bijzondere subsidie voor de organisatie van bijzondere manifestaties, met een uitzonderlijke weerslag of met een zekere  weerklank buiten de gemeente zoals jaarmarkten.

c) Bijzondere subsidie voor bijzondere gemeenschapsvormende activiteiten en culturele animatie op wijkfeesten.

d) Bijzondere subsidie voor drempelverlagende initiatieven gericht naar minder bereikbare doelgroepen (andersvaliden, kansarmen,…) en voor activiteiten ter bevordering van de Nederlandstalige participatie van anderstaligen en nieuwkomers.

 

Afdeling 1.  Bijzondere subsidies - Categorie I.

 

Artikel 17. Binnen de perken van de kredieten van de begroting kan het gemeentebestuur, indien het hiervoor de nodige voorwaarden aanwezig acht, bijzondere toelagen verstrekken aan erkende verenigingen voor activiteiten vermeld in artikel 16§1. De appreciatie van de activiteiten behoort tot de exclusieve bevoegdheid van het schepencollege.

 

Artikel 18.

§ 1. De aanvragen om de bijzondere toelagen van categorie I dienen minstens 6 maanden vóór de activiteit te worden aangevraagd bij het gemeentebestuur, samen met:

- een gedetailleerde onkosten- en batenraming;

- zonodig de bewijsstukken van het ontstaan der vereniging.

 

§ 2. Indien twee of meer erkende verenigingen samenwerken moet één van deze verenigingen als subsidieaanvrager optreden. De toelage zal onverdeeld aan deze vereniging worden toegekend en uitbetaald. De betrokken verenigingen moeten zelf instaan voor de onderlinge verdeling van de toelage.

 

§ 3. Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet zijn nageleefd kan het gemeentebestuur de bijzondere subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de betrokken vereniging(en) van verdere subsidiëring uitsluiten.

 

Artikel 19. Bij de berekening van de toe te kennen toelagen kunnen eventueel volgende posten voor subsidiëring in aanmerking komen, voor zover zij bovendien naar het oordeel van het gemeentebestuur, binnen een redelijk niveau blijven, met een maximum volgens de criteria in artikel 20:

 

a)de uitgaven voor administratieve voorbereiding (briefport, telefoon, verzending, e.d.);

b)de kosten van drukwerk (circulaires, affiches, e.d.);

c)de uitgaven voor eventuele zaalhuur, tent, enz., met de kosten welke voortvloeien uit het onderhoud, de verwarming en de verlichting of het in orde brengen van lokalen en zalen (versiering, aanpassing van de elektrische installaties, e.d.);

d)voor de culturele manifestaties: eventueel betaalde uitkoopsommen;

e)de uitgaven, welke voortvloeien uit de huur van films, decors, kostuums, honoraria van sprekers, e.d.;

f)de representatiekosten;

 

Artikel 20: De maximum toelage die kan toegekend worden voor een jubilerende vereniging is de volgende :

-voor 25-jarig jubileum: 250 euro

-voor 50-jarig jubileum: 500 euro

-voor 75-jarig jubileum:   750 euro

-voor eeuwfeest:                     1000 euro            

-voor 125-jarig jubileum1250 euro

-voor 150-jarig jubileum1500 euro

 

Opmerking : Erkende verenigingen die geen activiteiten organiseren voor hun jubileumviering kunnen evenwel een subsidie verkrijgen, doch de toelage is beperkt tot de helft van voornoemde bedragen.  Zij richten daartoe vóór 1 oktober van het jubileumjaar een aanvraag aan het schepencollege, vergezeld van de bewijsstukken over het ontstaan van de vereniging.

 

Artikel 21. Het gemeentebestuur deelt zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de organisatoren mede of zij voor subsidiëring in aanmerking komen.

 

Artikel 22. De organisatoren zijn verplicht binnen de twee maanden na afloop van de manifestatie, een door het bestuur der vereniging(en) voor echt verklaard financieel verslag aan het gemeentebestuur te laten geworden, gestaafd door documenten, bewijsstukken en rekeningen.

 

Artikel 23. Aan het gemeentebestuur dienen alle gevraagde bescheiden te worden getoond en alle inlichtingen verstrekt die het noodzakelijk acht.

 

Artikel 24. Het gemeentebestuur bepaalt, na ontvangst van de in artikel 23 genoemde stukken, het definitieve bedrag der toelage, rekening houdend met de door haar aanvaarde raming, bedoeld in artikel 18 van dit reglement.

 

Artikel 25. De subsidie wordt aan de organisatoren uitgekeerd door overschrijving op de door hen aangeduide rekening, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing. Indien naar het oordeel van het gemeentebestuur gegronde redenen aanwezig zijn, kan men voorschotten op de subsidie verstrekken, welke 50 procent van de maximumsubsidie niet mogen overschrijden.

 

Afdeling 2.  Bijzondere subsidies - Categorie II.

 

Artikel 26. Het college van burgemeester en schepenen kan, binnen de perken van het krediet voorzien in de begroting, aan erkende verenigingen, jaarmarktcomités of buurtcomités voor activiteiten vermeld in artikel 16§2 een bijzondere financiële toelage toekennen.

 

Artikel 27. § 1. De appreciatie van de aard en omvang van de bijzondere subsidie behoort exclusief tot de bevoegdheid van het schepencollege.

Voor het bepalen van de omvang van de subsidie zijn volgende richtlijnen van toepassing:

a)  Bijzondere subsidie voor het opluisteren van officiële plechtigheden:

250 euro voor de beperkte opluistering van een plechtigheid door een zangkoor, een muziek-, dans- of toneelvereniging. (slechts enkele muziekstukken of volksliederen);

400 euro voor een volwaardig optreden (minimum 45 min.) door een zangkoor, een muziek-, dans- of toneelvereniging.

Deze betaalde opluistering mag niet opgenomen worden in de opgave van de jaarlijkse werking met het oog op de subsidie voor sociaal-cultureel werk.

 

b) Bijzondere subsidie voor jaarmarkten:

Onder jaarmarkt wordt verstaan een publiek en gratis toegankelijke jaarlijkse markt op het grondgebied van Beersel, ingericht door de gemeente i.s.m. een jaarmarktcomité, die slechts 1 keer per jaar telkens in dezelfde periode plaatsvindt.

Onder dierenprijskamp wordt verstaan een publiek en gratis toegankelijke jaarlijkse activiteit op het grondgebied van Beersel, ingericht door de gemeente, waarbij schapen en geiten, pluim- en kleinvee, koeien, paarden en pony’s door officiële keurders worden gekeurd.

 

Binnen de perken van het krediet voorzien in de begroting en mits de voorlegging van bewijsstukken, wordt een subsidie van maximum 6.000 euro toegekend aan 1 jaarmarkt per deelgemeente, met tevens een verdubbeling van dit subsidiebedrag bij de organisatie van dierenprijskampen.

 

Voorschotregeling

Gelet op het feit dat de gemeente organisator is en gezien er aanzienlijke voorschotten moeten betaald worden door het jaarmarktcomité om de organisatie tot stand te brengen, kan een voorschot toegekend worden tot maximaal 4/5de van de subsidie.

 

c)  Subsidie Buurtcultuur: Bijzondere subsidie voor culturele animatie op wijkfeesten.

Doelstelling

Het doel van de  subsidie buurtcultuur is de culturele bedrijvigheid op wijkfeesten en de ontmoeting rond cultuur bevorderen. Voor een erkende vereniging die een aanvraag indient, mag de organisatie van een buurtfeest niet opgenomen worden in de opgave van de jaarlijkse werking met het oog op de subsidie voor sociaal-cultureel werk.

Een buurtfeest richt zich tot de bewoners van een buurt of lokale gemeenschap. Iedereen van de buurt krijgt gratis toegang tot de activiteiten. Eenzelfde buurt kan zowel voor een zomer- als voor een eindejaarsactiviteit een ondersteuning krijgen.

 

Welke activiteiten komen voor ondersteuning in aanmerking?

De culturele activiteiten die in aanmerking komen voor ondersteuning zijn: muziek, toneel, cabaret, straat- of kinderanimatie, film, kooroptreden, tentoonstelling en vuurwerk. Voorbeelden van eindejaars-animatie: kerstman, kerstorkest, fakkeltocht, kerstgeschenken,..

Indien een bepaalde activiteit niet tot deze lijst behoort, kan het college van burgemeester en schepenen oordelen of de betreffende activiteit al dan niet als culturele activiteit kan omschreven worden.

Organisatoren van kleinschalige initiatieven kunnen bij het gemeentebestuur een aanvraag indienen voor volksspelen of een springkasteel. Opgelet: de subsidie buurtcultuur (250 euro) vervalt indien men gebruik maakt van het springkasteel.

 

Hoeveel bedraagt de ondersteuning?

De ondersteuning bedraagt per wijk- of buurtfeest maximaal 275 euro. Wanneer beroep wordt gedaan op een plaatselijke muziekvereniging erkend door de cultuurraad dan kan bovenop de toelage nogmaals 275 euro toegekend worden als vergoeding voor die vereniging. De initiatiefnemers van de feesten dienen vooraf met de muziekverenigingen de volgende 3 punten te bespreken:

-Speelduur: minimum 45 min. (eventueel onderbroken met één of meer pauzes);

-Bezetting: minimum 15 muzikanten;

-Locatie: een terrein met een podium of minstens een verharde ondergrond op een

                goed zichtbare plaats

 

Aanvraagprocedure

Om in aanmerking te komen voor de subsidie buurtcultuur of om beroep te doen op het springkasteel of de volksspelen, dient een aanvraag gericht aan het gemeentebestuur (cultuur@beersel.be - p.a. cultuurdienst - Alsembergsteenweg 1046, 1652 Alsemberg). De initiatiefnemers moeten woonachtig zijn in de betrokken straat, wijk of plein.

De aanvraag dient uiterlijk een maand vóór het evenement plaatsvindt ingediend te worden, en bevat volgende gegevens:

-           Naam, adres en telefoonnummer van de initiatiefnemer(s).

-           Plaats en datum van de activiteit

-           Omschrijving van de activiteit of de keuze van animatie

-           Rekeningnummer waarop deze subsidie kan gestort worden en naam en adres van

            de gevolmachtigden

 

De toelage kan pas gestort worden nadat het feest heeft plaatsgevonden en mits het dossier gestaafd is met bewijsstukken (facturen) van de uitgaven voor culturele animatie.

Volgende kosten komen in aanmerking:

a) drukwerk (uitnodigingen, affiches, e.d.);

b) culturele animatie: eventueel betaalde uitkoopsommen;

c) de uitgaven, welke voortvloeien uit de huur van films, decors, kostuums.

 

Voor eindejaarsactiviteiten kan de aanvraag gebeuren uiterlijk tot 1 december. Bewijsstukken worden binnen gebracht uiterlijk op 15 januari van het volgende jaar.

 

Verplichtingen

Van de organisatoren van het buurtfeest wordt verwacht dat zij in al hun communicatie de gemeente Beersel vermelden als ondersteunende instantie van hun activiteit. Een spandoek met de vermelding “Beersel ondersteunt Buurtcultuur” wordt door elk organiserend comité op een duidelijk zichtbare plaats opgehangen.

 

d) Bijzondere subsidie voor drempelverlagende initiatieven gericht naar minder bereikbare doelgroepen (andersvaliden, kansarmen,…) en voor activiteiten ter bevordering van de Nederlandstalige participatie van anderstaligen en nieuwkomers.

De ondersteuning bedraagt maximaal 275 euro per project.

De activiteit mag niet opgenomen worden in de opgave van de jaarlijkse werking met het oog op de subsidie voor sociaal-cultureel werk.

De aanvraag dient uiterlijk een maand vóór het evenement plaatsvindt, gericht aan het gemeentebestuur (cultuur@beersel.be - p.a. cultuurdienst - Alsembergsteenweg 1046, 1652 Alsemberg).

De aanvraag bevat volgende gegevens:

-           Naam vereniging

-           Plaats en datum van de activiteit

-           Omschrijving van de activiteit en van de te bereiken doelgroep

-           Rekeningnummer waarop deze subsidie kan gestort worden en naam en adres van

            de gevolmachtigden

De toelage kan pas gestort worden nadat de activiteit heeft plaatsgevonden en mits het dossier gestaafd is met bewijsstukken (facturen) van de uitgaven.

De kosten zoals vermeld in artikel 19 komen in aanmerking voor ondersteuning.

 

§ 2. De nominatie van de verenigingen die uitzonderlijke activiteiten hebben gepresteerd kan ook op voorstel of voordracht van de Cultuurraad aan het schepencollege.

 

Artikel 28. De subsidie wordt aan de verenigingen jaarmarktcomités of buurtcomités uitgekeerd door overschrijving op de door hen aangeduide rekening, uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

TERUGVORDERING EN BEROEPSMOGELIJKHEID

 

Artikel 29.

Indien blijkt dat door de erkende verenigingen onjuiste gegevens werden verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden nageleefd kan het college van burgemeester en schepenen de op grond van dit reglement toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken instanties.

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN.

 

Artikel 30.

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 (subsidies voor werking 2019) en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

 

Artikel 31.

Verenigingen kunnen geen subsidies voor hetzelfde doel of dezelfde activiteit ontvangen via andere gemeentelijke kanalen.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het gemeenteraadsbesluit van 30 december 2013 houdende het gemeentelijk subsidiereglement voor groendaken. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen;

 

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009;

 

                      Feitelijke motivering

Het gemeentelijk subsidiereglement voor groendaken goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 december 2013 dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van de algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

 

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14 november 1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen en/of vrijwilligersorganisaties gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

 

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

Groendaken zorgen voor de verbetering van het microklimaat (zuivering van de lucht door opname en afbreken van schadelijke stoffen; zuivering van regenwater via infiltratie). 

 

Door het waterbufferend vermogen dragen groendaken ook bij tot vermindering van wateroverlast (regenwater wordt gebufferd en loopt niet onmiddellijk via de afvoerpijpen naar de riolering).

 

Om de aanleg van groendaken extra te stimuleren, is het aangewezen hiervoor subsidies te verlenen.

 

Het behoud van de subsidie past in een aanmoedigingsbeleid;

 

                      Financiering

Deze beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 30 december 2013 houdende de vaststelling van het subsidiereglement voor groendaken wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1. Onderhavig reglement is van toepassing op het aanleggen van een groendak op een woning of andere gebouwen op het grondgebied van de gemeente Beersel voor zover dit niet verplicht wordt door bestaande wettelijke of reglementaire bepalingen.

 

Onder groendak wordt in dit reglement verstaan: een extensief groendak (vetplanten-, mos-, gras- en/of kruidendak). Het betreft een daksysteem waarbij minstens een draineerlaag, een substraatlaag en een vegetatielaag aanwezig zijn.  Indien het dak hellend is, is een draineerlaag niet noodzakelijk.

 

Per aanvraagdossier moet minimum 10 m² groenoppervlakte aangebracht worden.

 

Artikel 2.

§1. Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt een subsidie verleend van maximum 33 euro per vierkante meter groendak dat aangelegd wordt met een maximum van 660 euro.  Indien de aanlegkosten (inclusief BTW) van het groendak lager zijn dan 33 euro/ m², wordt de werkelijke kostprijs beschouwd als het subsidiebedrag.

§2. Om in aanmerking te komen voor subsidie moet het groendak aangelegd zijn op een gebouw waarvan de benutte oppervlakte hoofdzakelijk dient voor privégebruik. De BTW mag niet worden ingebracht voor de aftrek (voor BTW-plichtigen). Indien de aanvrager geen eigenaar is van het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via mede-ondertekening van de aanvraag, zijn akkoord.

 

Artikel 3.

§1. Het betreffende dak kan slechts éénmaal betoelaagd worden.

§2. De aanvraag tot het bekomen van de subsidie dient vóór het uitvoeren van de werken te worden ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen. Voor het aanvragen van de subsidie moet gebruik gemaakt worden van het subsidieaanvraagformulier dat daarvoor door de gemeente ter beschikking wordt gesteld.

§3. Op dit formulier moeten duidelijk de volgende elementen worden vermeld:

- naam, adres en rekeningnummer van de aanvrager;

- adres van de woning waar het extensief groendak wordt geplaatst;

- het aantal m² extensief groendak en een aanduiding op plan van de plaats op het dak;

- een gedetailleerde beschrijving van de concrete zaken waarvoor men een premie vraagt, waaronder een beschrijving van de verschillende elementen die tot de installatie of voorziening behoren en een schets van de installatie of voorziening;

- een verklaring op eer dat de aanvraag correct is ingevuld;

- een toelating tot controle van de aanleg van het groendak en van de goede staat van het dak gedurende de periode zoals bepaald in artikel 3§7.

§4. De gemeente is in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de werken en hun uitvoering, noch voor de eventuele schade die eruit kan voortvloeien.

§5. De subsidie kan alleen toegekend worden voor vergunde gebouwen, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, en latere wijzigingen.

§6. De handelingen die uitgevoerd worden voor het realiseren van het groendak, moeten overeenkomstig de bestaande wettelijke bepalingen gebeuren. In voorkomend geval moet tijdig een omgevingsvergunning aangevraagd worden.

§7. Mislukte aanplantingen of werken dienen hersteld te worden. Gebeurt dit niet, dan zullen de subsidies teruggevorderd worden.

De aanvrager engageert zich om minimum 10 jaar lang het groendak in goede staat te behouden.

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Artikel 4.

1. De aanvragen voor het bekomen van subsidie dienen te worden verstuurd op het

daartoe bestemde formulier t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, milieudienst, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg of via milieu@beersel.be.

2. Na ontvangst van de schriftelijke aanvraag onderzoekt de dienst Leefmilieu het dossier

en adviseert het College;

3. Het College neemt een principiële beslissing m.b.t. het uitbetalen van de uit te voeren werken;

4. De aanvrager wordt schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing.  Bij een gunstige principiële beslissing komen de werken in aanmerking voor subsidiëring en ontvangt de aanvrager een betalingsaanvraagformulier;

5. De werken worden uitgevoerd overeenkomstig de aanvraag;

6. De betalingsaanvraag wordt ingediend bij de dienst Leefmilieu.  De betalingsaanvraag dient te gebeuren binnen het jaar na de aanleg van het groendak. Alle nuttige bewijsstukken (facturen, betalingsbewijzen, foto’s, …) moeten aan de aanvraag worden toegevoegd;

7. Een afgevaardigde van het gemeentebestuur kan ter plaatse de uitgevoerde werken controleren alvorens tot betaling wordt overgegaan. De dienst Leefmilieu adviseert het College;

8. Het College neemt een beslissing m.b.t. het uitbetalen van de subsidie voor de

uitgevoerde werken. Bij een gunstige beslissing wordt de goedgekeurde subsidie uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing uitbetaald.

 

Terugvordering en beroepsmogelijkheid

 

Artikel 5.

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer blijkt dat:

1° de bepalingen van dit reglement niet werden nageleefd;

2° onjuiste of onvolledige gegevens werden meegedeeld;

3° de installatie gedurende tien jaar niet in stand gehouden of niet goed onderhouden wordt.

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 6.

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Desbetreffende gemeentelijke diensten

Schriftelijk

Bevolking

Website

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het gemeenteraadsbesluit van 30 december 2013 houdende het gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige gemeentelijke toelagen;

 

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd bij besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009;

 

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning;

 

Besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 2018 houdende een coördinatie van de wateregelgeving.

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater en latere wijzigingen;

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 8 april 2011 houdende bepalingen van rechten en plichten van de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk en hun klanten met betrekking tot de levering van water bestemd voor menselijke consumptie, de uitvoering van de saneringsverplichting en het algemeen waterverkoopreglement;

Het ministerieel besluit van 28 juni 2011 betreffende de keuring van de binneninstallatie en keuring van de privéwaterafvoer;

 

De provinciale stedenbouwkundige verordening met betrekking tot verhardingen, goedgekeurd door het Ministerieel besluit van 12 september 2014;

 

                      Feitelijke motivering:

Het gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 30 december 2013

dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van de algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

 

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14 november 1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen en/of vrijwilligersorganisaties gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

Het water dat gebruikt wordt voor spoeling van toiletten, gebruik in de tuin, schoonmaak, en andere laagwaardige toepassingen (wasmachine) hoeft niet de kwaliteit van drinkwater te hebben;

 

Door het gebruik van hemelwater wordt er minder drinkwater verbruikt; moet er minder water opgepompt worden uit de grondwaterlagen; hiermee wordt het aanwenden van een schaarse grondstof op een oordeelkundige en duurzame manier beperkt;

 

Hemelwater moet maximaal worden afgekoppeld van de openbare riolering en in de mate van het mogelijke worden hergebruikt opdat dit een positieve invloed zou uitoefenen op de efficiëntie en het rendement van de rioolwaterzuiveringsinstallaties;

 

Hemelwaterputten en infiltratiezones vormen een bufferopvang van hemelwater en verkleinen zo bij hevige regenval de druk op het rioleringsstelsel en beperken de kans op mogelijke overstromingen en overstorten;

 

Door de aanleg van infiltratievoorzieningen vloeit er minder hemelwater rechtstreeks naar de riolering; het hemelwater wordt trager naar de oppervlaktewateren afgevoerd en de grondwaterreserves worden sneller aangevuld waardoor de lokale wateroverlast enerzijds en de verdroging anderzijds afneemt;

 

Aanvragen voor een stedenbouwkundige vergunning na 7 september 1999 moeten volgens de Vlaamse algemene bouwverordening een hemelwaterinstallatie hebben;

 

Het behoud van de subsidies past in een aanmoedigingsbeleid;

 

Enkel premies worden verleend voor vrijwillige initiatieven, bijgevolg kan er geen premie verleend worden voor het plaatsen van installaties die wettelijk of reglementair verplicht zijn door Vlaamse of Provinciale wetgevingen.

 

                      Financiering

Deze beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 30 december 2013 houdende de vaststelling van het subsidiereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1. Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt een subsidie verleend van 550 euro voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en 550 euro voor de aanleg van een infiltratievoorziening volgens de voorwaarden van het subsidiereglement, die hierna worden vastgesteld. Deze subsidies zijn cumuleerbaar, onderling en tevens met andere subsidies en premies van andere overheden.

 

Artikel 2. Dit reglement is van toepassing op de toekenning van subsidies voor woningen en lokalen van verenigingen.

 

Artikel 3. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1° Hemelwater: de verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater;

2° Hemelwaterput: reservoir voor het opvangen en opslaan van hemelwater;

3° Hemelwaterinstallatie: een geïnstalleerde hemelwaterput, gecombineerd met één of meer tapkranen, al dan niet gecombineerd met een pomp en een verbinding met wasmachine(s) en WC-spoelbak(ken);

4° Dakoppervlakte: de oppervlakte van de projectie van de buitenafmetingen van alle

dakvlakken van het gebouw op een horizontaal vlak;

5° Verharde oppervlakte: de som van alle verhardingen op een terrein, waarvan het niet vervuilde hemelwater kan worden opgevangen, zoals daken, terrassen, opritten en verharde parkeerplaatsen;

6° Infiltratievoorziening: een voorziening voor het doorsijpelen van hemelwater in de bodem;

7° Rechtstreekse infiltratie via een voorziening in de ondergrond: een verharding met steenslag, dolomiet of houtspaanders, met doorlatende betonstenen of met grote voegen, of met grastegels in beton of kunststof;

8° Berging en infiltratie in een open voorziening: een infiltratiekom of wadi, waarnaar het water wordt aangevoerd via een open goot of een buis net onder de grond;

9° Berging en infiltratie in een ondergrondse voorziening: een put, horizontale buis omgeven door grind/kiezel en een geotextiel of een andere speciale infiltratievoorziening op de eigen kavel waarnaar het hemelwater wordt afgevoerd;

10° Code van goede praktijk: de hemelwaterinstallatie, infiltratie en/of drainagevoorzieningen moeten voldoen aan de code van goede praktijk zoals vermeld in de omzendbrief van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling van 23 maart 1999 en in tweede instantie met de gewestelijke en provinciale stedenbouwkundige verordening;

 

Artikel 4: Om in aanmerking te komen voor een premie moeten de hemelwaterinstallatie, infiltratievoorziening of het groendak voldoen aan de volgende algemene voorwaarden:

1° gelegen zijn op het grondgebied van de gemeente;

2° gebouwd zijn volgens de code van goede praktijk voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen;

3° een permanent en definitief karakter hebben;

4° de aanleg niet verplicht zijn door bestaande wettelijke of reglementaire bepalingen.

 

Artikel 5: Het realiseren van het project moet in overeenstemming gebeuren met de wettelijke of reglementaire bepalingen. In voorkomend geval moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden.

 

Artikel 6: De subsidie kan slechts toegekend worden voor hoofdzakelijk vergunde gebouwen, zoals bedoeld in het decreet betreffende de omgevingsvergunning.

 

Artikel 7: Voor hetzelfde project of onderdeel ervan kan slechts één maal een subsidie worden verleend.

 

Artikel 8: De begunstigde van een premie heeft de verplichting de installatie gedurende tien jaar in stand te houden en goed te beheren.

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

HEMELWATERINSTALLATIES

 

Artikel 9: Aanvragen voor gebouwen waarvoor een stedenbouwkundige of omgevingsvergunning werd verleend na 7 september 1999 komen niet in aanmerking.

 

Artikel 10:

§ 1. Het volume van de hemelwaterput moet in verhouding staan tot de aangesloten verhardingen, als volgt:             

 

Aangesloten oppervlakte

Minimale inhoud

40 tot 60 m²

3 000 liter

61 tot 80 m²

4 000 liter

81 tot 100 m²

5 000 liter

101 tot 120 m²

6 000 liter

121 tot 140 m²

7 000 liter

141 tot 160 m²

8 000 liter

161 tot 180 m²

9 000 liter

181 tot 200 m²

10 000 liter

Meer dan 200 m²

5 000 liter per 100 m²

 

§ 2. De volledige dakoppervlakte exclusief het groendak is aangesloten op de hemelwaterput. Indien de dakoppervlakte slechts gedeeltelijk aangesloten is op de hemelwaterput, moet de aanvrager de reden hiervan afdoend motiveren.

 

Artikel 11: Het water opgevangen in de hemelwaterput wordt hergebruikt door middel van een vaste pompinstallatie.

 

Artikel 12: Op de hemelwaterinstallatie moet minstens één WC-spoelbak of wasmachine aangesloten zijn.

 

Artikel 13: Er mag geen directe verbinding bestaan tussen het drinkwaternet en het leidingennet voor hemelwater.

 

Artikel 14: De overloop van de hemelwaterput wordt indien technisch mogelijk aangesloten op een infiltratievoorziening, drainagegracht, wadi of tuinvijvertje.

 

Indien technisch niet mogelijk mag de overloop ook afgeleid worden naar een openbare infiltratievoorziening, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater.

Wanneer een gescheiden rioolstelsel aanwezig is, mag de overloop aangesloten worden op het gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater.

Als er geen openbare riolering bestemd voor hemelwater aanwezig is, mag het hemelwater op de gemengde openbare riolering aangesloten worden. Wel moeten tot aan het lozingspunt op de openbare riolering het hemel- en afvalwater gescheiden worden.

 

Artikel 15:

§1. De hemelwaterinstallatie is gebouwd volgens, of in overeenstemming gebracht met, de code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en de provinciale stedenbouwkundige verordening inzake afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken.

 

§2. Een kopie van de facturen dient door de bouwheer voorgelegd te worden.

 

INFILTRATIEVOORZIENINGEN

 

Artikel 16:

§ 1. Infiltratievoorzieningen moeten voldoen aan de volgende eisen:

 

De infiltratieoppervlakte van de infiltratievoorziening bedraagt minimaal 4 m²/100m² afwaterende oppervlakte. Het buffervolume bedraagt minimaal 25 liter/m² afwaterende oppervlakte.

 

Bij het inrekenen van het volume van de infiltratievoorziening mag het volume van de voorziening die zich beneden het grondwater bevindt niet worden ingerekend. Als grondwaterstand mag men de gemiddelde grondwaterstand gebruiken.

 

Artikel 17:

§1. De infiltratievoorziening is gebouwd volgens, of in overeenstemming gebracht met, de code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen, de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en de provinciale stedenbouwkundige verordening inzake afkoppeling van hemelwater afkomstig van dakvlakken.

 

§2. Een kopie van de facturen dient door de bouwheer voorgelegd te worden.

 

Artikel 18:

§1. De subsidie voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie bedraagt 550 euro.

 

§2. De subsidie voor de aanleg van een infiltratievoorziening bedraagt 550 euro.

 

Artikel 19:  Het ingediende project komt niet in aanmerking voor een premie wanneer blijkt dat:

1. de voorwaarden van dit reglement niet nageleefd zijn;

2. onwettige of frauduleuze praktijken gebeurd zijn;

3. de verklaringen in de aanvraag manifest onjuist zijn;

4. de installatie niet beantwoordt aan de geest van dit reglement.

 

De aanvrager kan zijn project aanpassen en een nieuwe aanvraag indienen.

 

Artikel 20: De aanvraag tot het bekomen van een subsidie wordt bij voorkeur ingediend vóór de aanleg van de installatie.

De aanvrager kan voor vragen over de aanleg van installaties en infiltratievoorzieningen terecht bij de dienst Leefmilieu.

 

Artikel 21:

 

§ 1. De aanvragen voor het bekomen van een subsidie dienen te worden verstuurd op het daartoe bestemde formulier t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, milieudienst, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg of via milieu@beersel.be vergezeld van volgende bewijsstukken:

 

- een gedetailleerd overzicht van de uitgaven voor het project, met een kopie van de facturen die tenminste de aankoop van het materiaal aantonen;

- een kopie van de omgevingsvergunning indien vereist;

- minstens twee foto's.

 

Het gemeentebestuur kan bijkomende bewijsstukken vragen.

 

De bevoegde ambtenaren van het gemeentebestuur kunnen ter plaatse controleren of aan alle voorwaarden is voldaan.

 

§ 2. Het gemeentebestuur brengt de aanvrager van die beslissing schriftelijk op de hoogte binnen de maand na de datum van het voorleggen van de bewijsstukken. Deze termijn begint pas te lopen vanaf wanneer alle gevraagde bewijzen geleverd zijn.

 

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen kent de subsidie toe wanneer het project gerealiseerd is en uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.

 

Terugvordering en beroepsmogelijkheid

 

Artikel 22:

De subsidie kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer blijkt dat:

1° de bepalingen van dit reglement niet werden nageleefd;

2° onjuiste of onvolledige gegevens werden meegedeeld;

3° de installatie gedurende tien jaar niet in stand gehouden of niet goed onderhouden wordt.

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 23.

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Desbetreffende gemeentelijke diensten

Schriftelijk

Bevolking

Website

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het gemeenteraadsbesluit van 26 september 2012 houdende het gemeentelijk subsidiereglement voor de aankoop van natuurgebieden door natuurverenigingen. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

De gemeenteraad verleent aan de trekkers van subsidies met een waarde tussen de 1.240 euro en 24.790 euro gehele vrijstelling van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen, uitgezonderd voor de bepalingen van artikels 3 en 7.1° van voornoemde wet.

Daartoe dienen trekkers van een subsidie met een waarde tussen de 1.240 euro en de 24.790 euro bij hun aanvraag de nodige stavingstukken toe te voegen zodat kan worden nagegaan of de subsidie gebruikt is voor het doel waarvoor ze werd toegekend. Bijgevoegde facturen of rekeningen moeten dus minimaal het subsidiebedrag dekken. Bij een voorschotregeling worden de stavingstukken na afloop van de activiteit bezorgd.

 

                      Feitelijke motivering:

Het gemeentelijk subsidiereglement voor de aankoop van natuurgebieden door natuurverenigingen goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 26 september 2012 dient aangepast te worden inzake de afstemming van procedure en formulering van de algemene principes in alle gemeentelijke subsidiereglementen;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring van 28 november 2019;

 

Feitelijke motivering voor de vrijstelling van de wet 14 november 1983:

Gezien het steeds om erkende verenigingen gaat en om de administratieve verplichtingen proportioneel te houden met de grootteorde van de subsidies;

De verantwoording van het gebruik van de subsidie door de vereniging weegt meer door dan de financiële toestand van de vereniging.

 

De noodzaak om de ecologische waardevolle gebieden in de gemeente te beschermen;

 

De aankoop van natuurgebieden door terreinbeherende natuurverenigingen is het beste instrument voor het behoud en beheer van  het natuurlijk patrimonium en de meest ecologisch kwetsbare gebieden;

 

Een goed beheer van de natuurgebieden zorgt ervoor dat de biodiversiteit behouden blijft en zelfs verhoogt;

 

De subsidiëring van erkende terreinbeherende natuurverenigingen is financieel de meest voordelige en eenvoudigste optie voor de gemeente om deze ecologische waardevolle gebieden te bewaren;

 

                      Financiering

Deze beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

Het gemeenteraadsbesluit van 26 september 2012 houdende de vaststelling van het subsidiereglement voor de aankoop van natuurgebieden door natuurverenigingen wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN EN VOORWAARDEN

 

Artikel 1. Binnen de perken van de jaarlijkse voorziene begrotingskredieten kan het gemeentebestuur subsidies toekennen aan natuurverenigingen voor aankoop van gronden binnen de gemeente Beersel met de bedoeling deze veilig te stellen, in te richten en te beheren als natuurgebied.

 

Artikel 2. De voor subsidiëring in aanmerking komende natuurverenigingen zijn alle verenigingen die door de Vlaamse overheid erkend zijn als terreinbeherende natuurverenigingen.

 

Artikel 3. Hogergenoemde verenigingen maken aan het gemeentebestuur een afschrift over van hun statuten en geven onmiddellijk kennis van eventuele wijzigingen in hun statuten.

 

Artikel 4. De aankoop van gronden wordt niet gesubsidieerd als deze verworven worden van een andere natuurvereniging.

 

Artikel 5. De toegekende subsidie bedraagt maximaal 10% van het aankoopbedrag, zoals deze voorkomt in de aankoopakte, inclusief de notaris- en registratiekosten.

De cumulatie met andere subsidies kan maximaal 100% van de totale kosten bedragen.

De concrete gemeentelijke subsidie wordt vastgesteld op basis van het aandeel van de subsidies van de andere bestuurlijke overheden (i.c. de Europese, federale, gewestelijke of provinciale overheden).

De vereniging bewijst deze kosten aan het gemeentebestuur.

De gemeenteraad kan te allen tijde per aankoop een limiet stellen aan de subsidie en bij gemotiveerde aanvraag een hoger percentage subsidiëren.

 

 

HOOFDSTUK II. PROCEDURE

 

Artikel 6. De aanvraag tot het bekomen van een subsidie voor de aankoop dient ingediend te worden t.a.v. het gemeentebestuur Beersel, milieudienst, Alsembergsteenweg 1046 - 1652 Alsemberg of via milieu@beersel.be vergezeld van volgende bewijsstukken:

 

1) Een afschrift van de aankoopaktes en de betalingsbewijzen;

2) Een precieze opgave van de subsidiebedragen, die kunnen bekomen worden ingevolge subsidiereglementen van de Europese, federale, gewestelijke of provinciale overheden voor het aan te kopen gebied;

3) Een beknopte beschrijving van de ecologische kenmerken van de betrokken gebieden met een beknopt overzicht van de aangetroffen fauna en flora;

4) Een beknopte beschrijving van het beheersplan op korte en lange termijn, inclusief het natuureducatief aspect, met eventueel een overzicht van de te treffen maatregelen met het oog op de bescherming van de gebieden;

5) Een beknopte beschrijving van de (mogelijk) bedreigende knelpunten voor de gebieden;

6) Het rekeningnummer (met projectnummer) waarop de gemeentelijke subsidie kan worden gestort.

 

Artikel 7. Binnen de veertig dagen na datum van ontvangst van het aanvraagdossier deelt het gemeentebestuur de aanvrager mee of de geplande aankoop al dan niet voor subsidie in aanmerking komt.

 

Artikel 8. Na aankoop stelt het college van burgemeester en schepenen, op basis van de door de vereniging ingediende stukken, het juiste bedrag van de subsidie vast.  Van deze beslissing wordt de aanvragende vereniging in kennis gesteld.

 

Artikel 9. Op basis van het besluit, vermeld in artikel 8, wordt overgegaan tot uitbetaling van de toelage uiterlijk 4 weken na de collegebeslissing.  Het gemeentebestuur is geenszins intresten verschuldigd voor een eventuele laattijdige uitbetaling van de toelagen.

 

Artikel 10. De bestemming en het gebruik van de verworven gronden moet uitdrukkelijk in de aankoopakte vermeld worden.

 

Artikel 11. De gronden waarvan de aankoop door de gemeente Beersel werden gesubsidieerd mogen niet verkocht worden, noch aan het gebruik en bestemming als natuurgebied worden onttrokken zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 12. De betrokken vereniging is gehouden steeds toezicht van gemeenteambtenaren toe te staan.

 

Artikel 13. Alle betwistingen aangaande onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 14. Op het einde van elk werkingsjaar dient de natuurvereniging, welke subsidie verkreeg voor de aankoop van gronden zoals bedoeld in artikel 1, een jaarverslag van haar werking voor te leggen aan het gemeentebestuur.

 

Terugvordering en beroepsmogelijkheid

 

Artikel 15. Bij niet naleving van dit reglement kan het gemeentebestuur overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de verleende subsidies.

 

Tegen de beslissing van de vaststelling van de subsidie kan de aanvrager beroep aantekenen. Dit gebeurt binnen de 30 dagen na kennisname van deze beslissing met een schriftelijke en voldoende gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan het College van Burgemeester en Schepenen. De bewijslast van het indienen van het bezwaarschrift ligt bij de indiener.

 

Het schepencollege beslist tot eventuele terugvorderingen van subsidies en beoordeelt de ingediende beroepen na advies van de werkgroep subsidiëring. De werkgroep subsidiëring bestaat minstens uit vertegenwoordigers van de administratie en vertegenwoordigers van de adviesraden. De controle omvat eveneens een juridische toetsing.

 

HOOFDSTUK III. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 16.

Alle bestaande reglementen inzake deze materie worden opgeheven met ingang van het nieuwe kalenderjaar 2020 en worden vervangen door het huidig reglement met uitzondering van lopende aanvragen.

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Desbetreffende gemeentelijke diensten

Schriftelijk

Bevolking

Website

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 27 februari 2019 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke feestzaal Beersel en de keuken.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 41 van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 2012;

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake  milieuhygiëne zoals gewijzigd.

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 27 februari 2019 houdende de vaststelling van tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke feestzaal en keuken;

 

De mogelijkheid bestaat dat voor de beoefening van sociaal-culturele activiteiten infrastructuur nodig is;

 

De privé-sector er meestal niet in slaagt om op een afdoende wijze in deze infrastructuur te voorzien en dat hier dus een taak is weggelegd voor de gemeente;

 

De gemeente over dergelijke infrastructuur beschikt, zij die ook op een objectieve en rationele manier moet ter beschikking stellen van de bevolking, rekening houdend met het niet-discriminatie-principe opgenomen in het cultuurpact;

 

Het verantwoord is voor het gebruik van de infrastructuur een redelijke prijs aan te rekenen;

 

Het verantwoord is hierbij een onderscheid te maken tussen bewoners van Beersel en van andere gemeenten, omdat deze laatsten niet (of in mindere mate) hebben bijgedragen tot de totstandkoming van de infrastructuur;

 

De algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties.

 

De erkenningsmodaliteiten van de gemeentelijke Beerselse adviesraden;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring d.d. 28 november 2019.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om het raadsbesluit van 27 februari 2019 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke feestzaal Beersel en de keuken te wijzigen en als volgt vast te stellen:

 

I. ALGEMENE BEPALINGEN.

 

Artikel 1:

Het ter beschikking stellen van infrastructuur, materialen en diensten wordt door de gemeente geregeld als een openbare dienst.

De betrokken infrastructuur en goederen behoren tot het openbare domein.

Onderhavig reglement bepaalt de modaliteiten, de tarieven en de voorwaarden waaraan die diensten, materialen en infrastructuur ter beschikking worden gesteld evenals de personen en groepen die daarvoor in aanmerking kunnen komen.

Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd overeenkomsten af te sluiten voor de exploitatie van deze installaties.

 

Artikel 2:

Alle in dit besluit opgenomen tarieven zijn niet van toepassing voor activiteiten georganiseerd door de gemeente, haar adviesraden en comités, in overleg of op voorstel van het college van burgemeester en schepenen.

 

II. DE SOCIAAL-CULTURELE INFRASTRUCTUUR:

GEMEENTELIJKE FEESTZAAL BEERSEL

 

2.1. Aanvraagmodaliteiten en betalingswijze

 

Aanvraagmodaliteiten

 

Artikel 3:

Behoudens andersluidende bepalingen moet de aanvraag (schriftelijk of per mail) tot het gebruik van deze infrastructuur gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen.

Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen occasioneel gebruik en repetitief gebruik. Doorheen dit tariefreglement wordt een onderscheid gemaakt tussen huur van de feestzaal met of huur van de feestzaal zonder keuken of afwasruimte.

 

Een optie moet binnen de maand vastgelegd worden, anders komt zij te vervallen.

 

Artikel 4:

Met occasioneel gebruik wordt bedoeld, het gebruik voor eenmalige activiteiten zonder repetitief karakter.

De aanvraag moet minstens 2 maanden voor de activiteit ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen op het daartoe bestaande formulier.

Voor activiteiten die plotseling of onverwacht worden georganiseerd (bv. koffietafel t.g.v. een begrafenis) kan het schepencollege hierop afwijkingen toestaan.

 

Artikel 5:

De aanvrager ontvangt een reserveringsformulier dat hij volledig invult, goedkeurt en terugstuurt naar gemeente Beersel. Bij dit reserveringsformulier hoort een huishoudelijk reglement met bedieningshandleiding van de keukentoestellen waarvan een ondertekend exemplaar bij de reservering gevoegd wordt. Na beslissing van het schepencollege ontvangt de huurder een bevestigingsbrief en een rekening die hij binnen de 30 dagen na factuurdatum betaalt.

 

Artikel 6:

Met repetitief gebruik wordt bedoeld, het gebruik voor activiteiten die met regelmatige tussenposen op welbepaalde dagen worden georganiseerd. De grote keuken van de feestzaal en de afwasruimte kunnen niet op repetitieve basis gehuurd worden. Voor de grote keuken en de afwasruimte gelden uitsluitend de tarieven voor occasioneel gebruik.

Een programmajaar loopt in principe van september tot augustus van het volgende jaar.

 

Artikel 7:

Voor repetitief of permanent gebruik moet de aanvraag schriftelijk of per mail ingediend worden bij het schepencollege vóór 15 mei.

Het schepencollege doet uitspraak vóór 1 juli daaropvolgend en de beslissing wordt aan de betrokkenen meegedeeld.

Bij verzuim van zulke aanvraag kan het schepencollege de toelating tot het verder gebruik van het lokaal intrekken.

 

Artikel 8:

Indien verscheidene kandidaat-gebruikers éénzelfde infrastructuur op hetzelfde ogenblik wensen te gebruiken en zij onderling niet tot een regeling kunnen komen beslist het schepencollege autonoom over de toewijzing.

 

Uitzondering uitsluitend voor Beerselse erkende verenigingen en adviesraden:

De aanvraagtermijn voor het huren van bepaalde gemeentelijke zalen voor een vergadering zondermeer wordt teruggebracht tot 14 dagen. Voor de gemeentelijke feestzaal heeft deze regeling betrekking op de feestzaal en lokaal 1. Het gebruik voor een vergadering is gratis. Ook de borgsom vervalt voor deze verhuringen. De aanvraag wordt gericht aan dienst Onthaal - info@beersel.be. De aanvrager wordt binnen de 5 werkdagen geantwoord.

 

Voor bals, dansfeesten en fuiven worden feestzalen in de loop van hetzelfde kalenderjaar slechts éénmaal aan één vereniging verhuurd. Eénzelfde vereniging kan de zalen wel meermaals per kalenderjaar voor een andere activiteit huren.

Feestzalen worden voor dansfeesten, fuiven, bals of teerfeesten slechts aan één gebruiker per weekend verhuurd. De eerste werkdag na een feestactiviteit staat de feestzaal niet ter beschikking voor verhuur.

 

De gemeentelijke infrastructuur wordt principieel niet ter beschikking gesteld op 24, 25 en 31 december en op 1 januari. Het college van burgemeester en schepenen kan afwijkingen toestaan.

 

Artikel 9:

De bestemming van een lokaal wijzigen kan enkel toegestaan worden door het schepencollege.

 

Betalingswijze

 

Artikel 10:

De wijze van betaling van de gebruiksvergoeding wordt als volgt geregeld:

 

a. Voor occasioneel gebruik:

De gebruikersvergoeding wordt 30 dagen na factuurdatum betaald door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel.

 

b. Voor repetitief gebruik:

De gebruiksvergoeding wordt halfjaarlijks aangerekend.

De vergoeding wordt betaald door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel binnen de maand na ontvangst van de factuur.

N.B. - Het schepencollege kan hierop steeds afwijkingen toestaan.

 

Artikel 11:

a) De borgsom voor het gebruik van de gemeentelijke feestzaal voor, privéfeesten, eetfestijnen e.d. wordt vastgesteld op € 522.

b) De borgsom moet betaald worden bij elke verhuur van de grote keuken of van de afwasruimte.

c) Bij gebruik van materiaal uit de keuken, zonder effectief gebruik van de keuken, dient een borgsom betaald van 150 euro.

d) De waarborg is niet verschuldigd voor alle andere situaties voorzien in dit reglement.

Categorie C wordt vrijgesteld van betaling van waarborg.

De borgsom wordt minstens één maand na factuurdatum en steeds voor aanvang van de huurperiode, betaald op de rekening van de gemeente.

De borgsom zal uiterlijk 6 weken na de activiteit teruggestort worden mits afhouding van kosten van de aangerichte schade en eventueel opruimen.

 

2.2. Verantwoordelijkheden

 

Artikel 12:

De huurders blijven steeds burgerlijk en contractueel aansprakelijk bij alle verhuringen die bij het college van burgemeester en schepenen worden aangevraagd.

 

De huurder heeft de mogelijkheid om in te tekenen op de gemeentelijke abonnementspolis inzake Burgerlijke en Contractuele Aansprakelijkheid.

 

De huurder is volledig en uitsluitend verantwoordelijk voor zijn organisatie (inhoud/organisatie/participanten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle door hem en/of zijn publiek veroorzaakte schade, zowel aan derden als aan de verhuurder (m.n. schade aan en in de door hem gehuurde lokalen en directe toegangsruimtes of zones).

 

Artikel 13:

De huurder is verantwoordelijk voor alle materiaal dat hij meebrengt en is verplicht dit onmiddellijk na het beëindigen van de activiteit te verwijderen.

 

De huurder/gebruiker staat zelf in voor de afvoer van het huishoudelijk afval:

Men dient gebruik te maken van een privé-ophaaldienst of men dient gebruik te maken van de gemeentelijke selectieve ophaalrondes. Men dient zich evenwel te schikken naar de reglementering terzake (zie huisvuilkalender).

 

De organisatoren ruimen eventueel zwerfafval afkomstig van de activiteit op in de omgeving van de zalen: op stoepen, omliggende straten of pleinen. Het gebruik van wegwerpbekers is verboden. Het uitleenreglement van de jeugddienst stelt herbruikbare bekers ter beschikking aan organisatoren in Beersel. www.beersel.be/product/1105/uitleendienst-jeugd

 

Artikel 14:

De politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van gemeente Beersel moet door de huurder nageleefd worden en in het bijzonder op het gebied van lawaaihinder, ordeverstoring en brandpreventie.

 

Alle activiteiten in gemeentelijke culturele infrastructuur dienen om 24.00 uur te eindigen. Gebruikers die een reglementaire toestemming hebben mogen na 24.00 uur open blijven zonder evenwel het sluitingsuur en heropeningsuur vermeld in het gemeentelijk politiereglement te overschrijden. Dit sluitingsuur is 01.00 uur. Voor huwelijksfeesten en andere privéfeesten kan de burgemeester afwijkingen toestaan. Overtredingen hierop kan de burgemeester bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

De gebruiker waakt erover dat de wetgeving inzake de geluidsnormen zoals vervat in de Vlaremwetgeving strikt wordt nageleefd.

 

Artikel 15:

Alle auteursrechten, billijke vergoedingen en accijnsrechten vallen ten laste van de gebruikers.

 

Voor de auteursrechten moet de huurder bij activiteiten met reproductie van tekst of muziek (ook achtergrondmuziek) steeds op voorhand contact opnemen met SABAM www.sabam.be

 

De ‘billijke vergoeding’ moet ervoor zorgen dat uitvoerende artiesten (zangers en muzikanten) en producenten van muziek vergoed worden telkens wanneer vooraf opgenomen muziek weergegeven wordt voor publiek. Gemeente Beersel betaalt voor de feestzaal Beersel het basisjaartarief voor gebruik van opgenomen muziek in zaal met drank, zonder dans. De billijke vergoeding voor gebruik van opgenomen muziek in zaal met drank, zonder dans is inbegrepen in de huurprijs. De gebruikers van de zaal moeten de vergoeding met drank zelf regelen bij Outsourcing Partners n.v. -https://www.ikgebruikmuziek.be.

 

Artikel 16:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het opstellen van het huishoudelijke reglement van de gemeentelijke feestzaal en de keuken. Het huishoudelijke reglement moet strikt nageleefd worden. De huurder ontvangt een exemplaar van het huishoudelijke reglement bij de aanvraag van de zaal. De gebruiksaanwijzingen van de installaties liggen ook ter beschikking in de keuken.

 

Artikel 17:

Elke onderverhuring of in huur nemen voor een andere gebruiker dan de aanvrager dan deze vermeld in de aanvraag is verboden.

Het overnachten in de gemeentelijke infrastructuur is ten strengste verboden.

 

Artikel 18:

Activiteiten met een openbaar karakter, d.w.z. toegankelijk zijn voor het publiek, moeten Nederlandstalig zijn. Uitsluitend het Nederlands wordt gebruikt in de interne en externe communicatie rond de activiteit naar leden, publiek, pers. Enkel het Nederlands wordt als voertaal gebruikt tijdens de activiteiten. Gemotiveerde afwijkingen bvb. in het kader van internationale congressen, wedstrijden, e.d., worden exclusief behandeld door het schepencollege.

 

2.3. De gebruikscategorieën.

 

2.3.1. Occasioneel gebruik.

 

Artikel 19:

Uitsluitend volgende personen, verenigingen of instellingen mogen gebruik maken van de sociaal-culturele infrastructuur. Deze gebruikers worden onderverdeeld in volgende categorieën:

 

Categorie A :

Alle  handelsvennootschappen, onderwijsinstellingen van buiten de gemeente, verenigingen of privépersonen die niet onder B of C vallen.

 

Categorie B:

- Fysieke personen uit Beersel, ondernemingen uit Beersel en politieke partijen met zetel in Beersel voor een lokale activiteit.

 

Categorie C:

- Verenigingen met zetel in Beersel aangesloten bij een Beerselse adviesraad of erkend door de gemeenteraad;

- Onderwijsinstellingen en DKO met zetel in Beersel;

- Kinderopvang en kinderkribbe met overeenkomst met gemeente Beersel.

 

Uitzonderingen

1. Mits toestemming van het schepencollege geldt er voor basisscholen vrijstelling van gebruiksvergoeding voor:

- strikt pedagogische activiteiten

- het gebruik van de eigen schoolinfrastructuur, ook door de ouderverenigingen.

2. Op voorstel van het schepencollege kunnen activiteiten met een promotioneel karakter voor de gemeente Beersel, vrijstelling van gebruiksvergoeding krijgen.

3. Bij het gratis ter beschikking stellen van infrastructuur is het gratis zijn van een activiteit een basisvoorwaarde. Voor adviesraden en scholen die betalende activiteiten met winstoogmerk inrichten wordt gunsttarief C toegepast.

 

2.3.2. Repetitief gebruik

 

Artikel 20:

Uitsluitend verenigingen met zetel in Beersel aangesloten bij een Beerselse erkende adviesraad met uitzondering van deskundigen en van de instellingen en organisaties met professionele werking, mogen repetitief gebruik maken van de sociaal-culturele infrastructuur.

 

2.4. De tarieven.

 

Voor de tarieven wordt een onderscheid gemaakt voor gebruik van de feestzaal met of zonder keuken en afwasruimte. De prijzen gelden per dag.

 

Artikel 21:

a) De huurprijs van de feestzaal zonder keuken en zonder afwasruimte omvat:

- Het gebruik van de zaal met de voorhanden zijnde tafels en stoelen en de baruitrusting.

- Het water- en energieverbruik.

- Het sanitaire gedeelte.

 

Bijkomend materiaal kan extra gehuurd worden volgens het tariefreglement van materiaalverhuur.

Servies en serveermateriaal uit de keuken kan extra gehuurd worden conform dit reglement. Dit materiaal kan niet gehuurd worden conform het tariefreglement van materiaalverhuur.

 

b) De huurprijs van de feestzaal met enkel afwasruimte:

- Zelfde modaliteiten als onder a)

- De afwasruimte wordt supplementair aangerekend conform dit reglement.

 

c) De huurprijs van de feestzaal met keuken (inclusief afwasruimte) omvat:

- Het gebruik van de zaal en de keuken met het beschikbaar materiaal.

- Het waterverbruik.

- Het sanitair gedeelte.

Bijkomend materiaal wordt extra aangerekend conform het tariefreglement voor materiaalverhuur.

 

d) Gebruik feestzaal en keuken zonder toestellen

 

Voor verdere gebruiksmodaliteiten zie artikel 15 (huishoudelijk reglement).

 

2.4.1. Occasioneel gebruik.

 

Artikel 22:

De sociaal-culturele infrastructuur kan door de voornoemde gebruikerscategorieën occasioneel gebruikt worden mits toepassing van volgende tarieven:

Categorie A: gewoon tarief;

Categorie B: gunsttarief 1 = 1/3 van gewoon tarief;

Categorie C: gunsttarief 2 = 1/5 van gewoon tarief.

 

Tarief A

 

Sociaal-cultureel gebruik (zonder keuken)

 

 

€ 381

 

Kookles (enkel keuken)

 

Uitsluitend bij een kookles georganiseerd door erkende verenigingen is bijkomend gratis gebruik van lokaal 1 mogelijk voor het nuttigen van de bereide maaltijd, mits de vereniging zelf instaat voor de schoonmaak van het lokaal.

 

 

€ 220

 

 

Lokaal 1

 

 

€ 33

 

Een dag bijkomend gebruik: levering, klaarzetten zaal, repetitie

 

 

€ 66

 

Gebruik afwaskeuken of gebruik keuken zonder kooktoestellen

 

 

€ 117

 

 

 

 

Privéfeest - Eetfestijn  (met keuken) voor cat. A+B

 

 

€ 825/dag - € 1320/2 dagen - € 1650/3 dagen

 

 

Privéfeest - Eetfestijn  (met keuken) voor cat. C

 

 

€ 398/dag -  € 693/2 dagen - € 957/3 dagen

 

 

Toeslag voor bijkomend gebruik (vast tarief te betalen door alle gebruikscategorieën)

 

 

Gebruik frigo’s en gebruik materiaal keuken

 

 

€ 50

 

 

Bijkomende voorwaarden:

Tijdens het weekend wordt de feestzaal in principe slechts eenmaal verhuurd. Van vrijdag op zaterdag (of van zaterdag op zondag) beschikt de gemeente immers niet over poetspersoneel voor een grondige reiniging/onderhoud, bovenop de normale poetsbeurt van de vereniging die de feestzaal huurt.

Indien, nadat de feestzaal al een eerste maal werd verhuurd, zich op een latere datum een tweede kandidaat huurder aanbiedt voor een zaalhuur tijdens hetzelfde weekend, kan dit enkel onder de volgende voorwaarden: de tweede aanvrager staat zelf in voor de noodzakelijke complementaire onderhoudsbeurt.

 

2.4.2. Repetitief gebruik.

 

Artikel 24:

De gebruiksvergoedingen, per kalenderjaar, voor repetitief gebruik op een vaste dag of dagen, jaarlijks vooraf bepaald, zijn de volgende:

 

- zaal zonder gebruik van de keuken: € 715

- lokaal 1: € 114

- Indien keuken en feestzaal samen gehuurd worden vervalt het recht van repetitief gebruik op de feestzaal en valt de totaliteit onder de rubriek occasioneel gebruik.

 

Artikel 25:

Voor repetitief gebruik kunnen aanvullende activiteiten die niet in het vooraf overeengekomen programma zijn opgenomen, aangevraagd worden bij het schepencollege.

 

III. SANCTIES.

 

Artikel 26:

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt vóór de 14de dag vóór de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling. Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt tijdens de laatste 14 dagen vóór de activiteit, blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling.

 

Artikel 27:

Wie artikel 17(onderverhuring of doorverhuringen) overtreedt zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het college van burgemeester en schepenen zal de schadeloosstelling bepalen.

 

Artikel 28:

Aan wie zich niet houdt aan de verplichtingen zoals opgesomd in het huishoudelijke reglement zal de kostprijs gefactureerd worden.

 

Artikel 29:

Aan de aanvrager/huurder te dekken zal het college alle rechtsmiddelen aanwenden om de nog verschuldigde sommen in te vorderen.

 

Artikel 30:

Wordt bedrieglijk verzwegen schade vastgesteld na een verhuring dan zal de vereniging of particuliere gebruiker gedurende 3 jaar uitgesloten worden van elke reservering.

 

Artikel 31:

Overtredingen op artikel 12 en 13 kan het schepencollege bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

IV. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN.

 

Artikel 32:

Principieel wordt de gemeentelijke infrastructuur niet ter beschikking gesteld op 24, 25 en 31 december alsook op 1 januari. De beheerder kan, na gunstig advies van het college van burgemeester en schepenen, afwijkingen toestaan.

 

Artikel 33:

Alle niet-voorziene gevallen worden geregeld door het college van burgemeester en schepenen.

 

Artikel 34:

De gemeente behoudt zich het recht voor in gevallen van overmacht of in onvoorziene omstandigheden waarbij de gemeente zelf over de accommodatie dient te beschikken van ambtswege over te gaan tot de ontbinding van de lopende overeenkomsten zonder enig recht van schadevergoeding door de gebruiker.

 

Artikel 35:

De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen te allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 27 november 2019 betreffende het verhuurreglement jeugdinfrastructuur.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake  milieuhygiëne zoals gewijzigd.

 

                      Feitelijke motivering:

De mogelijkheid bestaat dat voor de beoefening van jeugdactiviteiten infrastructuur nodig is;

 

De privé-sector er meestal niet in slaagt om op een afdoende wijze in deze infrastructuur te voorzien en dat hier dus een taak is weggelegd voor de gemeente;

 

De gemeente over dergelijke infrastructuur beschikt, zij die ook op een objectieve en rationele manier moet ter beschikking stellen van de bevolking, rekening houdend met het niet-discriminatie-principe opgenomen in het cultuurpact;

 

Het verantwoord is voor het gebruik van de infrastructuur een redelijke prijs aan te rekenen;

 

Het verantwoord is hierbij een onderscheid te maken tussen bewoners van Beersel en van andere gemeenten, omdat deze laatsten niet (of in mindere mate) hebben bijgedragen tot de totstandkoming van de infrastructuur;

 

Aangezien het wenselijk is voor jeugdinfrastructuur een apart reglement op te stellen;

 

Het gunstig advies van de subsidiëringscommissie dd. 16 oktober 2013 en de jeugdraad dd. 8 oktober 2013;

 

De algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties;

 

De erkenningsmodaliteiten van de sport-, jeugd- en cultuurraad;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring d.d. 28 november 2019.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

Het raadsbesluit van 27 november 2013 betreffende het verhuurreglement jeugdinfrastructuur wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

JEUGDINFRASTRUCTUUR: VERHUURREGLEMENT VAN GEMEENTELIJKE INFRASTRUCTUUR VOOR VASTE GEBRUIKERS

 

I. ALGEMENE BEPALINGEN.

 

Artikel 1: Het ter beschikking stellen van infrastructuur, materialen en diensten voor cultuur wordt door de gemeente geregeld als een openbare dienst.

De betrokken infrastructuur en goederen behoren tot het openbare domein.

Onderhavig reglement bepaalt de modaliteiten, de tarieven en de voorwaarden waaraan die infrastructuur ter beschikking wordt gesteld evenals de personen en groeperingen die daarvoor in aanmerking kunnen komen.

 

Artikel 2: Alle in dit besluit opgenomen tarieven zijn niet van toepassing voor activiteiten georganiseerd door de gemeente, haar adviesraden en comités, in overleg of op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

II. JEUGDINFRASTRUCTUUR VOOR PERMANENT GEBRUIK

 

2.1 Lijst van de infrastructuur en hun gebruikers.

 

Artikel 3: De socio-culturele jeugdinfrastructuur voor permanent gebruik omvat:

 

-Lokalen Chiro Lot (Kloosterstraat):10, 11, 12, 16, 17, 18, 20, 23, 24

-Lokalen JH ’t Vraagteken (Kloosterstraat):13, 14

-Lokalen Scouts Beersel (Moesjebaaz):1,2,3,4

-Lokalen JNM (Moesjebaaz):5

 

Uitzondering voor JH ’t Vraagteken: JH ’t Vraagteken kan occasioneel gehuurd worden door Chiro Lot. Hiertoe dienen zij toelating te vragen aan het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 4: De socio-culturele jeugdinfrastructuur voor repetitief gebruik omvat:

 

-Bufferlokalen Lot (Kloosterstraat):6,7

 

2.2 De gebruikerscategorieën

 

Artikel 5: Uitsluitend volgende personen, verenigingen of instellingen mogen occasioneel gebruik maken van de socio-culturele jeugdinfrastructuur:

 

Categorie C:

-Verenigingen met zetel in Beersel aangesloten bij een Beerselse adviesraad of erkend door de gemeenteraad.

-Onderwijsinstellingen en DKO met zetel in Beersel

-Kinderopvang en kinderkribbe met overeenkomst met gemeente Beersel

 

Artikel 6: Uitsluitend jeugdverenigingen met zetel in Beersel, aangesloten bij de jeugdraad van Beersel  mogen permanent gebruik maken van de socio-culturele jeugdinfrastructuur. Uitsluitend verenigingen met zetel in Beersel, aangesloten bij een gemeentelijke adviesraad van Beersel mogen repetitief gebruik maken van de socio-culturele jeugdinfrastructuur.

 

2.3 Aanvraagmodaliteiten

 

Artikel 7: De aanvraag tot huur van de socio-culturele jeugdinfrastructuur moet gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Met repetitief gebruik wordt bedoeld, het gebruik voor activiteiten die met regelmatige tussenposen op welbepaalde dagen worden georganiseerd.

 

Met permanent gebruik wordt bedoeld dat een bepaalde vereniging voor een bepaalde periode een exclusief gebruik bekomt van een bepaalde infrastructuur. Dit houdt in dat de vereniging haar werkingsmateriaal permanent in de lokalen mag stockeren en op vastgelegde dagen en uren van het lokaal gebruik mag maken voor haar werking. Voor publieksgerichte winstgevende activiteiten op niet afgesproken dagen dient een toelating voor occasioneel gebruik van het gemeentebestuur te worden bekomen en dient een tarief van € 3,163 per m² te worden betaald. Een programmajaar loopt in principe van september tot augustus.

 

Voor repetitief/permanent gebruik moet de aanvraag schriftelijk of via mail op het daartoe bestemde formulier ingediend worden bij het schepencollege. De beslissing wordt binnen de maand aan de betrokkenen meegedeeld.

 

De bestemming van een lokaal wijzigen kan enkel toegestaan worden door het schepencollege.

 

2.4 Tarieven

 

Artikel 8: Vermits het jeugdinfrastructuur betreft kan men voor activiteiten georganiseerd door of voor kinderen en jongeren (0-25 jaar) rekenen op een gunsttarief.

 

De gebruiksvergoeding voor permanent gebruik wordt als volgt bepaald:

 

-Werkingslokalen: verwarmde lokalen: 3,163/m²/jaar

-Opslaglokalen: niet-verwarmde lokalen: 1,898/m²/jaar

 

Kloosterstraat Lot

Opp.

Nederlandstalige activiteit voor of door kinderen en jongeren

Chiro Lot:

Lokaal 10 (werkingslokaal)

Lokaal 11 (werkingslokaal)

Lokaal 12 (werkingslokaal)

Lokaal 16 (werkingslokaal)

Lokaal 17 (werkingslokaal)

Lokaal 18 (werkingslokaal)

Lokaal 20 (werkingslokaal)

Lokaal 23 en 24 (werkingslokaal)

 

14

30

45

43

43

43

43

43

€ 44,30

€ 94,90

€ 142,35

€ 136,00

€ 136,00

€ 136,00

€ 136,00

€ 136,00

 

JH ’t Vraagteken

Lokaal 13 (werkingslokaal)

Lokaal 14 (werkingslokaal)

 

32

43

 

€ 101,25

€ 136,00

Moesjebaaz

Opp.

Nederlandstalige activiteit voor of door kinderen en jongeren

Scouts Beersel:

Lokaal 1 (werkingslokaal)

Lokaal 2 (werkingslokaal)

Lokaal 3 (werkingslokaal)

Lokaal 4 (opslaglokaal)

 

40

83

45

42

 

€ 126,55

€ 262, 55

€ 142,35

€ 79,95

JNM

Lokaal 5 (opslaglokaal)

 

17

 

€ 32,30

 

Voor de bufferlokalen in de Kloosterstraat te Lot worden volgende tarieven gebruikt:

-Repetitief gebruik:  3,163/m²/jaar

(enkel categorie C)

 

KLOOSTERSTRAAT

Repetitief gebruik

 

 

C

Bufferlokaal 6 (34m²)

€ 107,55

Bufferlokaal 7 (31m²)

€ 98,10

Voor de uitzonderlijke, occasionele activiteiten in JH ’t Vraagteken wordt volgend tarief gebruikt: € 23,1

 

2.5 Taalgebruik

 

Art. 9: Activiteiten met een openbaar karakter, d.w.z. toegankelijk zijn voor het publiek, moeten Nederlandstalig zijn. Uitsluitend het Nederlands wordt gebruikt in de interne en externe communicatie rond de activiteit naar leden, publiek, pers. Enkel het Nederlands wordt als voertaal gebruikt tijdens de activiteiten. Gemotiveerde afwijkingen bvb. in het kader van internationale congressen, wedstrijden, e.d., worden exclusief behandeld door het schepencollege.

 

2.6 Betalingswijze

 

Artikel 10: De wijze van betaling van de gebruiksvergoeding wordt als volgt geregeld:

 

a. Voor occasioneel gebruik :

De gebruiksvergoeding moet 30 dagen na ontvangst factuur betaald worden door overschrijving op rekening van de gemeente Beersel.

b. Voor repetitief of permanent gebruik:

De gebruiksvergoeding wordt halfjaarlijks aangerekend.

De vergoeding wordt betaald door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel binnen de 30 dagen na ontvangst van de factuur.

 

Artikel 11: De gebruiker moet het bewijs van betaling voorleggen bij ingebruikneming. Bij overhandiging van de borgsom door de gebruiker of bij afgifte van de sleutel aan de gebruiker zal een attest worden opgesteld met beschrijving van de infrastructuur en de aanwezige accommodatie.

 

Artikel 12: De permanent verhuurde gemeentelijke jeugdlokalen worden door de jeugddienst op onderhoud gecontroleerd volgens het gebruiksreglement. De jeugddienst stelt over deze controle een nota op waarin zij de eventuele pijnpunten aankaart. Aan de jeugdvereniging wordt hiervan een kopie bezorgd.

 

2.7 Verantwoordelijkheden

 

Artikel 13: Een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid door de huurder is verplicht voor alle verhuringen die bij het College van Burgemeester en Schepenen worden aangevraagd. Voor verhuringen waar dergelijke verzekering niet noodzakelijk zou blijken kan het schepencollege vrijstelling verlenen (vb. huren vergaderlokaal). De naam van de verzekeringsmaatschappij dient gemeld te worden bij de aanvraag of vermeld op het aanvraagformulier.

 

Artikel 14: De huurder is volledig en uitsluitend verantwoordelijk voor zijn organisatie (inhoud / organisatie / participanten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle door hem en/of zijn publiek veroorzaakte schade, zowel jegens derden als jegens de verhuurder (m.n. schade aan en in de door hem gehuurde lokalen en directe toegangsruimten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle materiaal dat hij meebrengt en is verplicht dit onmiddellijk na het beëindigen van de activiteit te verwijderen.

 

Artikel 15: De huurprijs van de lokalen omvat het gebruik van de ruimte, de verlichting, het waterverbruik en de normaal voorhanden zijnde tafels en stoelen tenzij anders bepaald in dit reglement. Bijkomend materieel zal extra worden aangerekend conform het tariefreglement voor materiaalverhuur. Voor occasionele en repetitieve huur is ook de verwarming inbegrepen.

 

Artikel 16: Iedereen die een lokaal gebruikt, zal alles zelf klaarzetten en onmiddellijk na het beëindigen van de activiteit (of in samenspraak met de verantwoordelijke), het lokaal schoonmaken, tafels en stoelen reinigen, stapelen en alle restanten in plastieken huisvuilzakken verzamelen. De gebruikers dienen tevens de omgeving van de lokalen proper te houden.

Hierbij wordt het afval steeds selectief verzameld en dient er gebruik gemaakt te worden van de reglementaire bruine vuilniszakken voor restafval en de blauwe vuilniszakken voor PMD (zelf te voorzien).

Alle kosten voor het verwijderen van reclame die onder welke vorm ook aangebracht is op plaatsen die hiervoor niet bestemd zijn, vallen ten laste van de aanvrager/huurder.

 

Na verhuring moet het verhuurde gedeelte en de omgeving netjes worden opgeruimd en wordt reclame verwijderd. Laat de huurder dit na, dan zorgt het gemeentebestuur voor de opruim tegen kostprijs.

 

Artikel 17: Elke onderverhuring of in huur nemen voor een andere gebruiker dan de aanvrager dan deze vermeld in de aanvraag is verboden.

Het overnachten in de gemeentelijke infrastructuur is ten strengste verboden.

 

Artikel 18: De politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van gemeente Beersel moet door de huurder nageleefd worden in en het bijzonder op het gebied van lawaaihinder, ordeverstoring en brandpreventie.

 

Alle activiteiten in gemeentelijke infrastructuur dienen om 24.00 uur te eindigen. Gebruikers die een reglementaire toestemming hebben mogen na 24.00 uur open blijven zonder evenwel het sluitingsuur en heropeningsuur vermeld in het gemeentelijk politiereglement te overschrijden. Dit sluitingsuur is 01.00 uur. Voor huwelijksfeesten en andere privéfeesten kan de burgemeester afwijkingen toestaan. Overtredingen hierop kan de burgemeester bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

Artikel 19: Het gebruik van glazen of herbruikbare bekers is verplicht. Er mag geen gebruik gemaakt worden van wegwerpbekers. De uitleendienst jeugd kan steeds, op aanvraag van de gebruiker, herbruikbare bekers ter beschikking stellen aan de organisatoren. www.beersel.be/product/1105/uitleendienst-jeugd.

 

Artikel 20: De aanvrager/verantwoordelijke waakt erover dat de wetgeving i.v.m. de geluidsnormen zoals vervat in de Vlaremwetgeving strikt wordt nageleefd.

Indien zijn activiteit een geluidsniveau van 85 dB(A) overschrijdt (te meten bij LAeq15min) maakt hij spontaan gebruik van meet- en registratieapparatuur en zorgt hij er ook voor dat oordopjes ter beschikking worden gesteld indien een niveau van 95 dB(A) LAeq15min overschreden wordt. Op eenvoudige vraag van de zaalverantwoordelijke worden de nodige toelatingen voorgelegd en/of metingen en registraties uitgevoerd, zo niet kan de activiteit of de voorbereiding ervan door de zaalverantwoordelijke of de leidende ambtenaar onmiddellijk stilgelegd worden zonder dat de aanvrager/verantwoordelijke enige vorm van schadevergoeding zal eisen. In geen geval aanvaardt het gemeentebestuur de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van overtredingen van de wetgeving m.b.t. geluidsnormen door de aanvrager/verantwoordelijke.

 

In JH ‘t Vraagteken wordt een vast geluidsmeet- en registratiesysteem voorzien dat de huurder verplicht moet gebruiken bij activiteiten waar het geluidsniveau van 85dB(A) zal overschreden worden.

 

Voor activiteiten waar het geluidsniveau van 95 dB(A)LAeq15min zal overschreden worden, moet de organisator (via het aanvraagformulier) een uitzondering aan het College van Burgemeester en Schepenen aanvragen.

Het College van Burgemeester en Schepenen kan in deze gevallen voor deze muziekactiviteiten een maximaal geluidsniveau  ≤ 100 dB(A) LAeq60min toestaan conform de wetgeving voor:

-Ofwel muziekactiviteiten die maximaal 3 uur duren en doorgaan tussen 12u ’s middags en 24u ’s nachts en dit gedurende één periode per dag.

-Ofwel muziekactiviteiten die langer dan 3 uur duren, maar in dit geval maximaal 12 keer per jaar (en maximaal 2 keer per maand en het totaal aantal dagen mag maximaal 24 kalenderdagen zijn) en naar aanleiding van bijzondere gelegenheden.

 

De jeugddienst zal telkens samen met organisatoren bekijken welke stappen zij moeten nemen teneinde zich in regel te stellen met hogervermelde  wetgeving en hen hierin ook begeleiden.

 

2.8 Sancties

 

Artikel 21: Indien de huurder de huurovereenkomst  verbreekt voor de 14de dag voor de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente.

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt de laatste 14 dagen voor de activiteit blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente.

 

Artikel 22: Wie de lokalen onder- of doorverhuurt zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het College van Burgemeester en Schepenen zal de schadeloosstelling bepalen.

 

Artikel 23: Voor alle aangerichte schade zal het College alle rechtsmiddelen aanwenden om de nog verschuldigde sommen in te vorderen.

 

Artikel 24: Wordt bedrieglijk verzwegen schade vastgesteld na een verhuring dan zal de vereniging of particuliere gebruiker gedurende 3 jaar uitgesloten worden van elke reservering.

 

Artikel 25: Overtredingen op het sluitingsuur kan het schepencollege bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

III. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN.

 

Artikel 26: Principieel wordt de gemeentelijke infrastructuur niet ter beschikking gesteld op 24, 25 en 31 december alsook op 1 januari. De beheerder kan, na gunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen, afwijkingen toestaan.

 

Artikel 27: Alle niet voorziene gevallen worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 28: De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen te allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 31 mei 2017 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van het kasteel van Beersel.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake  milieuhygiëne zoals gewijzigd.

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 31 mei 2017 houdende vaststelling van de tarieven voor het gebruik van het kasteel van Beersel;

 

De mogelijkheid bestaat dat voor de beoefening van socio-culturele activiteiten infrastructuur nodig is;

 

De privésector slaagt er meestal niet in om op een afdoende wijze in deze infrastructuur te voorzien en hier is dus een taak  weggelegd voor de gemeente;

 

De gemeente beschikt over dergelijke infrastructuur, zij moet die ook op een objectieve en rationele manier ter beschikking stellen van de bevolking, rekening houdend met het niet-discriminatie-principe opgenomen in het cultuurpact;

 

Het is verantwoord voor het gebruik van de infrastructuur een redelijke prijs aan te rekenen;

 

Het is verantwoord hierbij een onderscheid te maken tussen bewoners van Beersel en van andere gemeenten, omdat deze laatsten niet (of in mindere mate) hebben bijgedragen tot de totstandkoming van de infrastructuur;

 

De algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties;

 

De erkenningsmodaliteiten van de gemeentelijke Beerselse adviesraden;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring d.d.  28 november 2019.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist De gemeenteraad beslist om het raadsbesluit van 31 mei 2017 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van het kasteel van Beersel te wijzigen en als volgt vast te stellen:

 

I. ALGEMENE BEPALINGEN.

 

Artikel 1. Het ter beschikking stellen van infrastructuur wordt door de gemeente geregeld als een openbare dienst.

De betrokken infrastructuur behoort tot het openbare domein, alsook het materiaal dat zich in het kasteel bevindt.

Onderhavig reglement bepaalt de tarieven en de voorwaarden waaraan die infrastructuur ter beschikking wordt gesteld evenals de personen en groeperingen die daarvoor in aanmerking kunnen komen.

 

Artikel 2. Alle in dit besluit opgenomen tarieven zijn niet van toepassing voor activiteiten georganiseerd door de gemeente, haar adviesraden en comités, in overleg of op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 3. Alle aanvragen om gebruik te maken van het kasteel moeten minstens 2 maanden voor de activiteit schriftelijk of per mail gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen.

Een optie moet binnen de maand vastgelegd worden, anders komt zij te vervallen.

 

Groepsbezoeken en gidsbeurten zijn alleen mogelijk op reservatie en moeten minstens 14 dagen voor het bezoek aangevraagd worden bij de dienst toerisme (toerisme@beersel.be).

 

Artikel 4. De wijze van betaling van de gebruiksvergoeding van het kasteel in toepassing van huidig tariefreglement wordt als volgt geregeld:

de gebruiksvergoeding moet binnen de 30 dagen na factuurdatum betaald worden door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel.

 

Artikel 5. De gebruiker moet het bewijs van betaling voorleggen bij ingebruikneming.

 

Artikel 6. Indien verscheidene kandidaat-gebruikers éénzelfde infrastructuur op hetzelfde ogenblik wensen te gebruiken en zij onderling niet tot een regeling kunnen komen beslist het schepencollege soeverein over de toewijzing.

 

Artikel 7. De bestemming van een lokaal wijzigen kan enkel toegestaan worden door het schepencollege.

 

Artikel 8. Indien de activiteiten ingericht door gebruikers een openbaar karakter hebben, d.w.z. toegankelijk zijn voor het publiek, moeten het Nederlandstalige activiteiten, manifestaties of congressen zijn. Uitsluitend het Nederlands wordt gebruikt in de interne en externe communicatie rond de activiteit naar leden, publiek en pers. Enkel het Nederlands wordt als voertaal gebruikt tijdens de activiteiten.

Gemotiveerde afwijkingen bvb in het kader van internationale congressen, wedstrijden e.d. worden exclusief beoordeeld door het schepencollege.

 

II. TARIEVEN.

 

Artikel 9. Toegangsgelden:

 

4 euro: Algemene toegang

 

3 euro:

Inwoners van Beersel

Groepen min.15 pers.(*)

+65 jaar

Combitarief Kasteel en BC De Lambiek 

Bezoekers via het steunpunt vakantieparticipatie

Mindervalidenkaart

Leden Herita

 

2 euro: Inwoners Beersel en 65+

 

1 euro:  Kinderen -12 jaar

 

Gratis:  Kinderen -3 jaar, Leraren op vertoon lerarenkaart            

 

Prijzen voor gidsbeurten

Voor de gidsbeurten worden de geldende tarieven bij gidsenvereniging ‘Streekgidsen Pajottenland & Zennevallei’ toegepast.

Voor de afrekening van de gidsbeurten geldt het aantal personen zoals doorgegeven bij de reservatie als minimum, ook al verschilt dit van het effectief aantal aanwezige bezoekers.

Bij elke reservatie wordt bovenop de gidsenvergoeding ook een administratiekost van 5 euro aangerekend.

 

Voor de speelpleinwerking Beersel, activiteiten van Beerselse jeugdbewegingen en bezoeken van Beerselse scholen is de toegang gratis op voorwaarde dat deze bezoeken onder toezicht gebeuren en mits voorafgaandelijke toestemming van het schepencollege.

 

Artikel 10. De tarieven voor verhuur.

 

De gebruikscategorieën

Categorie A :

Alle handelsvennootschappen, onderwijsinstellingen van buiten de gemeente, verenigingen of privépersonen die niet onder B of C vallen.

 

Categorie B:

Fysieke personen uit Beersel, ondernemingen uit Beersel en politieke partijen met zetel in Beersel voor een lokale activiteit.

 

Categorie C:

- Verenigingen met zetel in Beersel aangesloten bij een Beerselse adviesraad of erkend door de gemeenteraad;

- Onderwijsinstellingen en DKO met zetel in Beersel.

- Kinderopvang en kinderkribbe met overeenkomst met gemeente Beersel.

 

Categorie D:

Voor scholen, groeperingen of verenigingen, voor zover de geplande activiteit die zij in het kasteel inrichten een pedagogisch karakter heeft.

 

Uitzonderingen

1. Voor strikt pedagogische activiteiten georganiseerd door Beerselse basisscholen uit de gemeente Beersel of door onderwijsdiensten waarvan deze scholen gebruik maken, geldt vrijstelling van gebruiksvergoeding mits toestemming van het schepencollege.

2. Op voorstel van het schepencollege kunnen activiteiten met een promotioneel karakter voor de gemeente Beersel, vrijstelling van gebruiksvergoeding krijgen.

 

Het kasteel van Beersel (totaal complex, enkel weide of enkel torens) kan door de voornoemde gebruikerscategorieën occasioneel gebruikt worden mits toepassing van volgende tarieven per dag:

 

Tarieven

A en B-categorie946 euro

C-categorie473 euro

D-categorie237 euro

 

Voor energiegebruik staan aansluitkasten ter beschikking. Hierbij zijn de energiekosten ten laste van de huurder.

 

Waarborg

De borgsom voor het gebruik van kasteel van Beersel wordt vastgesteld op € 300.

Categorie C wordt vrijgesteld van betaling van waarborg.

De borgsom wordt minstens één maand na factuurdatum en steeds voor aanvang van de huurperiode, betaald op de rekening van de gemeente.

De borgsom zal uiterlijk 6 weken na de activiteit teruggestort worden mits afhouding van kosten van de aangerichte schade en eventueel opruimen.

 

III. BIJZONDERE VOORWAARDEN.

 

Artikel 11. Het kasteel blijft tijdens de openingsuren steeds toegankelijk voor individuele bezoekers, ook bij een verhuring.

 

Artikel 12. Principieel wordt de gemeentelijke infrastructuur niet ter beschikking gesteld op 24, 25 en 31 december alsook op 1 januari. Het College van Burgemeester en Schepenen kan afwijkingen toestaan.

 

Artikel 13. De huurders blijven steeds burgerlijk en contractueel aansprakelijk bij alle verhuringen die bij het college van burgemeester en schepenen worden aangevraagd.

Alle verzekeringspremies, auteursrechten en billijke vergoeding vallen ten laste van de gebruikers.

De huurder is volledig en uitsluitend verantwoordelijk voor zijn organisatie (inhoud/organisatie/participanten).

De huurder heeft de mogelijkheid om in te tekenen op de gemeentelijke abonnementspolis inzake Burgerlijke en Contractuele Aansprakelijkheid.

Bij het plaatsen van tent(en) in het kasteel en/of op de kasteelweide is de aanvrager verplicht deze te laten keuren door de brandweer of een onafhankelijk keuringsorganisme.

Op advies van de politie en de preventie-adviseur is bij verhuring van de weide het kasteel niet toegankelijk buiten de openingsuren of buiten aanwezigheid van een bevoegd persoon.

De maximale bezetting voor het kasteel bedraagt 180 personen.

 

Artikel 14. De huurprijs omvat het gebruik van het kasteel of een gedeelte ervan. Bijkomend materieel zal extra worden aangerekend volgens het tariefreglement.

 

Artikel 15. Elke onderverhuring van het kasteel is verboden. Het overnachten in de gemeentelijke infrastructuur is ten strengste verboden.

 

Artikel 16. De organisatoren ruimen eventueel zwerfafval afkomstig van de activiteit op in de omgeving van de zalen: op stoepen, omliggende straten of pleinen. Het gebruik van wegwerpbekers is verboden. Het uitleenreglement van de jeugddienst stelt herbruikbare bekers ter beschikking aan organisatoren in Beersel. www.beersel.be/product/1105/uitleendienst-jeugd

 

Artikel 17. Voor wat betreft verhuringen dient het verhuurde gedeelte netjes te worden geruimd. Bij gebreke hieraan te voldoen, zal deze opruiming geschieden door het gemeentebestuur tegen kostprijs.

De huurder/gebruiker staat zelf in voor de afvoer van het huishoudelijk afval:

- Hij/zij dient gebruik te maken van een privé-ophaaldienst (vb. huur container) of

- Hij/zij dient gebruik te maken van de gemeentelijke selectieve huisvuilophaalrondes.  Hij/zij dient zich dan evenwel te schikken naar de reglementering terzake (zie huisvuilkalender) en naar de schikkingen opgelegd door de zaal/gebouw-verantwoordelijke.

 

Artikel 18. De huurder is bij kennis dat aan het kasteel restauratiewerken worden uitgevoerd.  Hij aanvaardt deze werkzaamheden, zal deze niet belemmeren en de verhuurder niet in gebreke stellen.

 

Artikel 19.

De politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van gemeente Beersel moet door de huurder nageleefd worden in het bijzonder op het gebied van lawaaihinder, ordeverstoring en brandpreventie.

 

Alle activiteiten in gemeentelijke culturele infrastructuur dienen om 24.00 uur te eindigen. Gebruikers die een reglementaire toestemming hebben mogen na 24.00 uur open blijven zonder evenwel het sluitingsuur en heropeningsuur vermeld in het gemeentelijk politiereglement te overschrijden. Dit sluitingsuur is 01.00 uur. Voor huwelijksfeesten en andere privéfeesten kan de burgemeester afwijkingen toestaan. Overtredingen hierop kan de burgemeester bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

Op de kasteelweide mag de muziek niet meer hoorbaar zijn buiten het domein vanaf middernacht.

 

De gebruiker waakt erover dat de wetgeving inzake de geluidsnormen zoals vervat in de Vlaremwetgeving strikt wordt nageleefd.

 

Artikel 20. Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt vóór de 14de dag vóór de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling. Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt tijdens de laatste 14 dagen vóór de activiteit, blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling.

 

IV. SANCTIES.

 

Artikel 21. Wie de verbodsbepalingen inzake onderverhuring overtreedt zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het College van Burgemeester en Schepenen zal de schadeloosstelling bepalen.

 

Artikel 22. Voor alle aangerichte schade zal het College alle rechtsmiddelen aanwenden om de nog verschuldigde sommen in te vorderen.

 

Artikel 23. Wordt bedrieglijk verzwegen schade vastgesteld na een activiteit in het kasteel dan zal de aanvrager gedurende 3 jaar uitgesloten worden van elke reservering.

 

V. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN.

 

Artikel 24. Alle niet-voorziene gevallen worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 25.

De gemeente behoudt zich het recht voor in gevallen van overmacht of in onvoorziene omstandigheden waarbij de gemeente zelf over de accommodatie dient te beschikken van ambtswege over te gaan tot de ontbinding van de lopende overeenkomsten zonder enig recht van schadevergoeding door de gebruiker.

 

Artikel 26. De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen te allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 30 mei 2018 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van de gemeenschapslokalen Dworp.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake  milieuhygiëne zoals gewijzigd.

 

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 30 mei 2018 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van gemeenschapslokalen Dworp;

 

De mogelijkheid bestaat dat voor de beoefening van sociaal-culturele activiteiten infrastructuur nodig is;

 

De privésector er meestal niet in slaagt om op een afdoende wijze in deze infrastructuur te voorzien en dat hier dus een taak is weggelegd voor de gemeente;

 

De gemeente over dergelijke infrastructuur beschikt, zij die ook op een objectieve en rationele manier moet ter beschikking stellen van de bevolking, rekening houdend met het niet-discriminatie-principe opgenomen in het cultuurpact;

 

Het verantwoord is voor het gebruik van de infrastructuur een redelijke prijs aan te rekenen;

 

Het verantwoord is hierbij een onderscheid te maken tussen bewoners van Beersel en van andere gemeenten, omdat deze laatsten niet (of in mindere mate) hebben bijgedragen tot de totstandkoming van de infrastructuur;

 

De algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties;

 

De erkenningsmodaliteiten van de gemeentelijke Beerselse adviesraden;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring d.d. 28 november 2019.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het raadsbesluit van 30 mei 2018 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van gemeenschapslokalen Dworp gebruik te wijzigen en als volgt vast te stellen:

 

I. ALGEMENE BEPALINGEN.

 

Artikel 1: Het ter beschikking stellen van infrastructuur, materialen en diensten voor cultuur wordt door de gemeente geregeld als een openbare dienst.

De betrokken infrastructuur en goederen behoren tot het openbare domein.

Onderhavig reglement bepaalt de modaliteiten, de tarieven en de voorwaarden waaraan die infrastructuur ter beschikking wordt gesteld evenals de personen en groeperingen die daarvoor in aanmerking kunnen komen.

 

Artikel 2: Alle in dit besluit opgenomen tarieven zijn niet van toepassing voor activiteiten georganiseerd door de gemeente, haar adviesraden en comités, in overleg of op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

II. GEMEENSCHAPSLOKALEN DWORP

 

2.1 Lijst van de  beschikbare infrastructuur en hun gebruikers.

 

Artikel 3: De infrastructuur voor permanent gebruik omvat:

 

-Lokalen die ter beschikking wordt gesteld voor de Chirojongens Dworp:  lokalen 1,2,3,4,5; leidingslokaal; bergingsruimte gelijkvloers; bergingsruimte verdiep; centrale ruimte

 

Artikel 4: De infrastructuur voor occasioneel gebruik omvat:

 

-Centrale ruimte (kan enkel gehuurd worden op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag)

 

2.2 De gebruikerscategorieën

 

Artikel 5: Permanent gebruik: Uitsluitend jeugdverenigingen met zetel in Beersel, aangesloten bij de jeugdraad van Beersel  mogen permanent gebruik maken van de socio-culturele jeugdinfrastructuur. Voor de gemeenschapslokalen in Dworp worden de Chirojongens Dworp gezien als de permanente gebruiker.

 

Artikel 6: Occasioneel gebruik: Uitsluitend volgende, verenigingen of instellingen mogen occasioneel gebruik maken van de centrale ruimte

 

-Verenigingen met zetel in Beersel aangesloten bij een Beerselse adviesraad of erkend door de gemeenteraad.

-Onderwijsinstellingen en DKO met zetel in Beersel

-Kinderopvang en kinderkribbe met overeenkomst met gemeente Beersel

 

2.3 Aanvraagmodaliteiten

 

Artikel 7: De aanvraag tot huur van de gemeenschapslokalen moet gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Met permanent gebruik wordt bedoeld dat een bepaalde vereniging voor een bepaalde periode een exclusief gebruik bekomt van een bepaalde infrastructuur. Dit houdt in dat de vereniging haar werkingsmateriaal permanent in de lokalen mag stockeren en op vastgelegde dagen en uren van het lokaal gebruik mag maken voor haar werking.

 

Met occasioneel gebruik wordt bedoeld: het gebruik voor éénmalige activiteiten zonder repetitief karakter.

 

De bestemming van een lokaal wijzigen kan enkel toegestaan worden door het schepencollege.

 

2.4 Tarieven

 

Artikel 8: De gebruiksvergoeding voor permanent gebruik wordt als volgt bepaald:

 

-Werkingslokalen: verwarmde lokalen: 3,163/m²/jaar

-Opslaglokalen: niet-verwarmde lokalen: 1,898/m²/jaar

-

Gemeenschapslokalen Dworp

Opp.

Nederlandstalige activiteit voor of door kinderen en jongeren

Chirojongens Dworp:

 

Lokaal 1 (werkingslokaal)

Lokaal 2 (werkingslokaal)

Lokaal 3 (werkingslokaal)

Lokaal 4 (werkingslokaal)

Lokaal 5 (werkingslokaal)

Leidingslokaal (werkingslokaal)

Berging gelijkvloers (opslaglokaal)

Berging  1ste verdiep (opslaglokaal)

 

 

31

21

21

21

21

31

15

15

 

 

€ 98,05

€ 66,40

€ 66,40

€ 66,40

€ 66,40

€ 98

€ 28,50

€ 28,50

Gemeenschappelijke ruimtes:

Centrale ruimte (werkingslokaal)

 

84

€ 266

 

Artikel 9: De gebruiksvergoeding voor occasioneel gebruik wordt als volgt bepaald:

 

Gemeenschapslokalen Dworp

Opp.

Nederlandstalige activiteit

Centrale ruimte

84

€ 132/dag

2.5 Taalgebruik

 

Art. 10: Activiteiten met een openbaar karakter, d.w.z. toegankelijk zijn voor het publiek, moeten Nederlandstalig zijn. Uitsluitend het Nederlands wordt gebruikt in de interne en externe communicatie rond de activiteit naar leden, publiek, pers. Enkel het Nederlands wordt als voertaal gebruikt tijdens de activiteiten. Gemotiveerde afwijkingen bvb. in het kader van internationale congressen, wedstrijden, e.d., worden exclusief behandeld door het schepencollege.

 

2.6 Betalingswijze

 

Artikel 11: De wijze van betaling van de gebruiksvergoeding wordt als volgt geregeld:

 

a. Voor occasioneel gebruik :

De gebruiksvergoeding moet 30 dagen na ontvangst factuur betaald worden door overschrijving op rekening van de gemeente Beersel.

b. Voor permanent gebruik:

De gebruiksvergoeding wordt halfjaarlijks aangerekend.

De vergoeding wordt betaald door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel binnen de 30 dagen na ontvangst van de factuur.

 

Artikel 12: De gebruiker moet het bewijs van betaling voorleggen bij ingebruikneming. Bij afgifte van de sleutel aan de gebruiker zal een attest worden opgesteld met beschrijving van de infrastructuur en de aanwezige accommodatie.

 

Artikel 13: De permanent verhuurde gemeentelijke jeugdlokalen worden door de gemeente op onderhoud gecontroleerd volgens het gebruiksreglement. De gemeente stelt over deze controle een nota op waarin zij de eventuele pijnpunten aankaart. Aan de jeugdvereniging wordt hiervan een kopie bezorgd.

 

2.7 Verantwoordelijkheden

 

Artikel 14: Een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid door de huurder is verplicht voor alle verhuringen die bij het College van Burgemeester en Schepenen worden aangevraagd. Voor verhuringen waar dergelijke verzekering niet noodzakelijk zou blijken kan het schepencollege vrijstelling verlenen (vb. huren vergaderlokaal). De naam van de verzekeringsmaatschappij dient gemeld te worden bij de aanvraag of vermeld op het aanvraagformulier.

 

Artikel 15: De huurder is volledig en uitsluitend verantwoordelijk voor zijn organisatie (inhoud / organisatie / participanten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle door hem en/of zijn publiek veroorzaakte schade, zowel jegens derden als jegens de verhuurder (m.n. schade aan en in de door hem gehuurde lokalen en directe toegangsruimten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle materiaal dat hij meebrengt en is verplicht dit onmiddellijk na het beëindigen van de activiteit te verwijderen.

 

Artikel 16: De huurprijs van de lokalen voor permanent gebruik omvat het gebruik van de ruimte. De kostprijs voor water/elektriciteit/verwarming wordt in eerste fase betaald door de gemeente. Jaarlijks wordt een afrekening gemaakt voor de permanente gebruiker waarin het aantal verhuurde dagen voor occasioneel gebruik  wordt afgetrokken van de totaalfactuur voor de permanente gebruiker.

 

De huurprijs voor occasioneel gebruik omvat het gebruik van de ruimte en de verbruikskosten (verwarming/elektriciteit/water)

 

Artikel 17: Iedereen die de centrale ruimte gebruikt zal alles zelf klaarzetten en onmiddellijk na het beëindigen van de activiteit (of in samenspraak met de gebouwverantwoordelijke) opruimen en kuisen. Het is niet toegestaan om materiaal te stockeren in de centrale ruimte (tenzij anders overeengekomen met de gebouwverantwoordelijke).

De gebruikers dienen tevens de omgeving van de lokalen proper te houden.

Hierbij wordt het afval steeds selectief verzameld en dient er gebruik gemaakt te worden van de reglementaire bruine vuilniszakken voor restafval en de blauwe vuilniszakken voor PMD (zelf te voorzien).

 

Na verhuring moet het verhuurde gedeelte en de omgeving netjes worden opgeruimd en wordt reclame verwijderd. Laat de huurder dit na, dan zorgt het gemeentebestuur voor de opruim tegen kostprijs.

 

Alle auteursrechten en billijke vergoedingen vallen ten laste van de gebruikers.

 

Voor de auteursrechten moet  de huurder bij activiteiten met reproductie van tekst of muziek (ook achtergrondmuziek) steeds op voorhand contact opnemen met SABAM. www.sabam.be

 

De ‘billijke vergoeding’ moet ervoor zorgen dat uitvoerende artiesten (zangers en muzikanten) en producenten van muziek vergoed worden telkens wanneer vooraf opgenomen muziek weergegeven wordt voor publiek. De billijke vergoeding moet naast de factuur van SABAM betaald worden. De huurders van de zalen moeten de vergoeding zelf regelen bij Outsourcing Partners N.V. https://www.ikgebruikmuziek.be.

 

Artikel 18: Elke onderverhuring of in huur nemen voor een andere gebruiker is verboden.

Het overnachten in de gemeentelijke infrastructuur is ten strengste verboden.

 

Artikel 19: De politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van gemeente Beersel moet door de huurder nageleefd worden en in het bijzonder op het gebied van lawaaihinder, ordeverstoring en brandpreventie.

 

Alle activiteiten in gemeentelijke infrastructuur dienen om 24.00 uur te eindigen. Gebruikers die een reglementaire toestemming hebben mogen na 24.00 uur open blijven zonder evenwel het sluitingsuur en heropeningsuur vermeld in het gemeentelijk politiereglement te overschrijden. Dit sluitingsuur is 01.00 uur. Voor huwelijksfeesten en andere privéfeesten kan de burgemeester afwijkingen toestaan. Overtredingen hierop kan de burgemeester bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

Artikel 20: Het gebruik van glazen of herbruikbare bekers is verplicht. Er mag geen gebruik gemaakt worden van wegwerpbekers. De uitleendienst jeugd kan steeds, op aanvraag van de gebruiker, herbruikbare bekers ter beschikking stellen aan de organisatoren. www.beersel.be/product/1105/uitleendienst-jeugd.

 

Artikel 21: De aanvrager/verantwoordelijke waakt erover dat de wetgeving i.v.m. de geluidsnormen zoals vervat in de Vlaremwetgeving strikt wordt nageleefd.

Indien zijn activiteit een geluidsniveau van 85 dB(A) overschrijdt (te meten bij LAeq15min) maakt hij spontaan gebruik van meet- en registratieapparatuur en zorgt hij er ook voor dat oordopjes ter beschikking worden gesteld indien een niveau van 95 dB(A) LAeq15min overschreden wordt. Op eenvoudige vraag van de zaalverantwoordelijke worden de nodige toelatingen voorgelegd en/of metingen en registraties uitgevoerd, zo niet kan de activiteit of de voorbereiding ervan door de zaalverantwoordelijke of de leidende ambtenaar onmiddellijk stilgelegd worden zonder dat de aanvrager/verantwoordelijke enige vorm van schadevergoeding zal eisen. In geen geval aanvaardt het gemeentebestuur de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van overtredingen van de wetgeving m.b.t. geluidsnormen door de aanvrager/verantwoordelijke.

 

Voor activiteiten waar het geluidsniveau van 95 dB(A)LAeq15min zal overschreden worden, moet de organisator (via het evenementenloket) een uitzondering aan het College van Burgemeester en Schepenen aanvragen.

Het College van Burgemeester en Schepenen kan in deze gevallen voor deze muziekactiviteiten een maximaal geluidsniveau  ≤ 100 dB(A) LAeq60min toestaan conform de wetgeving voor:

-Ofwel muziekactiviteiten die maximaal 3 uur duren en doorgaan tussen 12u ’s middags en 24u ’s nachts en dit gedurende één periode per dag.

-Ofwel muziekactiviteiten die langer dan 3 uur duren, maar in dit geval maximaal 12 keer per jaar (en maximaal 2 keer per maand en het totaal aantal dagen mag maximaal 24 kalenderdagen zijn) en naar aanleiding van bijzondere gelegenheden.

 

De gebouwverantwoordelijke zal telkens samen met organisatoren bekijken welke stappen zij moeten nemen teneinde zich in regel te stellen met hogervermelde  wetgeving en hen hierin ook begeleiden.

 

2.8 Sancties

 

Artikel 22: Indien de huurder de huurovereenkomst  verbreekt voor de 14de dag voor de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente.

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt de laatste 14 dagen voor de activiteit blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente.

 

Artikel 23: Wie de lokalen onder- of doorverhuurt zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het College van Burgemeester en Schepenen zal de schadeloosstelling bepalen.

 

Artikel 24: Voor alle aangerichte schade zal het College alle rechtsmiddelen aanwenden om de nog verschuldigde sommen in te vorderen.

 

Artikel 25: Wordt bedrieglijk verzwegen schade vastgesteld na een verhuring dan zal de vereniging of particuliere gebruiker gedurende 3 jaar uitgesloten worden van elke reservering.

 

Artikel 26: Overtredingen op het sluitingsuur kan het schepencollege bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

III. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN.

 

Artikel 27: Principieel wordt de gemeentelijke infrastructuur niet ter beschikking gesteld op 24, 25 en 31 december alsook op 1 januari. De beheerder kan, na gunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen, afwijkingen toestaan.

 

Artikel 28: Alle niet voorziene gevallen worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 29: De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen te allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

 

Artikel 30: Gemeente Beersel behoudt zich het recht voor in gevallen van overmacht of in onvoorziene omstandigheden waarbij de gemeente zelf over de accommodatie dient te beschikken van ambtswege over te gaan tot de ontbinding van de lopende overeenkomsten. In dat geval wordt er samen met de gebruiker naar mogelijke oplossingen gezocht, evenwel zonder enig recht van schadevergoeding voor de gebruiker.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 27 november 2013  betreffende het verhuurreglement zaal Moesjebaaz.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake  milieuhygiëne zoals gewijzigd.

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende verhuurreglement jeugdinfrastructuur;

 

De mogelijkheid bestaat dat voor de beoefening van jeugdactiviteiten infrastructuur nodig is;

 

De privé-sector er meestal niet in slaagt om op een afdoende wijze in deze infrastructuur te voorzien en dat hier dus een taak is weggelegd voor de gemeente;

 

De gemeente over dergelijke infrastructuur beschikt, zij die ook op een objectieve en rationele manier moet ter beschikking stellen van de bevolking, rekening houdend met het niet-discriminatie-principe opgenomen in het cultuurpact;

 

Het verantwoord is voor het gebruik van de infrastructuur een redelijke prijs aan te rekenen;

 

Het verantwoord is hierbij een onderscheid te maken tussen bewoners van Beersel en van andere gemeenten, omdat deze laatsten niet (of in mindere mate) hebben bijgedragen tot de totstandkoming van de infrastructuur;

 

Aangezien het wenselijk is voor jeugdinfrastructuur een apart reglement op te stellen;

Het gunstig advies van de subsidiëringscommissie dd. 16 oktober 2013 en de jeugdraad dd. 8 oktober 2013;

 

De algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties;

 

De erkenningsmodaliteiten van de sport-, jeugd- en cultuurraad;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring d.d. 28 november 2019.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 17 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem en Jos Savenberg), 5 nee-stemmen (Jan Steyaert, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer en Ahmed Alaoui Mhammedi), 5 onthoudingen (Christelle Mayné, Perrine Marchal, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1:

Het raadsbesluit van 27 november 2013 betreffende het verhuurreglement jeugdinfrastructuur wordt gewijzigd en als volgt vastgesteld:

 

JEUGDINFRASTRUCTUUR: VERHUURREGLEMENT ZAAL MOESJEBAAZ

 

I. ALGEMENE BEPALINGEN.

 

Artikel 1: Het ter beschikking stellen van infrastructuur, materialen en diensten voor cultuur wordt door de gemeente geregeld als een openbare dienst.

De betrokken infrastructuur en goederen behoren tot het openbare domein.

Onderhavig reglement bepaalt de modaliteiten, de tarieven en de voorwaarden waaraan die infrastructuur ter beschikking wordt gesteld evenals de personen en groeperingen die daarvoor in aanmerking kunnen komen.

 

Artikel 2: Alle in dit besluit opgenomen tarieven zijn niet van toepassing voor activiteiten georganiseerd door de gemeente, haar adviesraden en comités, in overleg of op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

II. MOESJEBAAZ.

 

Artikel 3: De te huren ruimte bevat de instuif van het jeugdontmoetingscentrum Moesjebaaz te Beersel.

 

2.1 De gebruikerscategorieën

 

Artikel 4: Volgende personen, verenigingen of instellingen kunnen occasioneel/repetitief de Moesjebaaz huren, zij zijn onderverdeeld in volgende categorieën:

 

Categorie A : Alle  handelsvennootschappen, ,onderwijsinstellingen van buiten de gemeente, verenigingen of privépersonen die niet onder B of C vallen.

Categorie B: Fysieke personen uit Beersel, ondernemingen uit Beersel en politieke partijen met zetel in Beersel voor een lokale activiteit.

Categorie C:

-Verenigingen met zetel in Beersel aangesloten bij een Beerselse adviesraad of erkend door de gemeenteraad.

-Onderwijsinstellingen en DKO met zetel in Beersel

-Kinderopvang en kinderkribbe met overeenkomst met gemeente Beersel

 

Uitzonderingen

§1 Mits toestemming van het schepencollege geldt er voor basisscholen vrijstelling van gebruiksvergoeding voor:

- strikt pedagogische activiteiten

- het gebruik van de eigen schoolinfrastructuur, ook door de ouderverenigingen.

§2. Op voorstel van het schepencollege kunnen activiteiten met een promotioneel karakter voor de gemeente Beersel, vrijstelling van gebruiksvergoeding krijgen.

§3. Bij het gratis ter beschikking stellen van infrastructuur is het gratis zijn van een activiteit een basisvoorwaarde. Voor adviesraden en scholen die betalende activiteiten met winstoogmerk inrichten wordt gunsttarief C toegepast.

 

2.2 Aanvraagmodaliteiten

 

Artikel 5: De aanvraag tot huur van de Moesjebaaz moet gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen, via een formulier te verkrijgen bij de jeugddienst of het e-loket op www.beersel.be.

De aanvraag moet minstens 1 maand en maximum 1 jaar voor de activiteit ingediend worden. Voor activiteiten die plotseling of onverwacht worden georganiseerd kan het College van Burgemeester en Schepenen hierop afwijkingen toestaan.

 

Met occasioneel gebruik wordt bedoeld: het gebruik voor éénmalige activiteiten zonder repetitief karakter.

 

Met repetitief gebruik wordt bedoeld: het gebruik voor activiteiten die met regelmatige tussenpozen op welbepaalde dagen worden georganiseerd.

 

2.3 Tarieven

 

Artikel 6: De gebruiksvergoeding wordt als volgt bepaald:

 

A

B

C

Moesjebaaz weekdag(*)

 

€ 77

€ 25,30

 

€ 15,40

 

Moesjebaaz weekend (**)

 

€ 660

€ 220

€ 132

 

Repetitief gebruik  Moesjebaaz

€ 138/dag

€ 44/dag

€ 27,5/dag

 

(*): maandag, dinsdag, woensdag, donderdag

(**): vrijdag, zaterdag, zondag, feestdag, avond voor feestdag

 

2.4 Taalgebruik

 

Artikel 7: Activiteiten met een openbaar karakter, d.w.z. toegankelijk zijn voor het publiek, moeten Nederlandstalig zijn. Uitsluitend het Nederlands wordt gebruikt in de interne en externe communicatie rond de activiteit naar leden, publiek, pers. Enkel het Nederlands wordt als voertaal gebruikt tijdens de activiteiten. Gemotiveerde afwijkingen bvb. in het kader van internationale congressen, wedstrijden, e.d., worden exclusief behandeld door het schepencollege.

 

2.5 Betalingswijze

 

Artikel 8: De wijze van betaling van de gebruiksvergoeding wordt als volgt geregeld:

 

De gebruiksvergoeding moet 30 dagen na ontvangst factuur betaald worden door overschrijving op rekening van de gemeente Beersel.

 

Artikel 9: De gebruiker moet het bewijs van betaling voorleggen bij ingebruikneming. Bij overhandiging van de borgsom door de gebruiker of bij afgifte van de sleutel aan de gebruiker zal een attest worden opgesteld met beschrijving van de infrastructuur en de aanwezige accommodatie.

 

2.6 Verantwoordelijkheden

 

Artikel 10: Een verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid door de huurder is verplicht voor alle verhuringen die bij het College van Burgemeester en Schepenen worden aangevraagd. Voor verhuringen waar dergelijke verzekering niet noodzakelijk zou blijken kan het schepencollege vrijstelling verlenen (vb. huren vergaderlokaal). De naam van de verzekeringsmaatschappij dient gemeld te worden bij de aanvraag of vermeld op het aanvraagformulier.

 

De huurder heeft de mogelijkheid om in te tekenen op de gemeentelijke abonnementspolis inzake Burgerlijke en Contractuele Aansprakelijkheid.

 

Artikel 11: Occasionele/repetitieve huur van de instuif van de Moesjebaaz kan enkel voor volgende activiteiten:

 

Optredens

Culturele voorstellingen of activiteiten (toneel, workshops, tentoonstellingen,…)

Vormingsactiviteiten (lezingen, studiedagen,…)

Vergaderingen

Instuiven of praatcafés

Aspi- en jincafés

Privé-feesten (vb. feest van jongere die 18 wordt)

 

De max. capaciteit van de zaal van de Moesjebaaz is door de brandweer Halle vastgelegd op 120 personen

 

Artikel 12: De huurder is volledig en uitsluitend verantwoordelijk voor zijn organisatie (inhoud / organisatie / participanten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle door hem en/of zijn publiek veroorzaakte schade, zowel jegens derden als jegens de verhuurder (m.n. schade aan en in de door hem gehuurde lokalen en directe toegangsruimten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle materiaal dat hij meebrengt en is verplicht dit onmiddellijk na het beëindigen van de activiteit te verwijderen.

 

Artikel 13: Alle auteursrechten en billijke vergoedingen vallen ten laste van de gebruikers.

 

Voor de auteursrechten moet  de huurder bij activiteiten met reproductie van tekst of muziek (ook achtergrondmuziek) steeds op voorhand contact opnemen met SABAM. www.sabam.be

 

De ‘billijke vergoeding’ moet ervoor zorgen dat uitvoerende artiesten (zangers en muzikanten) en producenten van muziek vergoed worden telkens wanneer vooraf opgenomen muziek weergegeven wordt voor publiek. De billijke vergoeding moet naast de factuur van SABAM betaald worden. De huurders van de zalen moeten de vergoeding zelf regelen bij Outsourcing Partners N.V. https://www.ikgebruikmuziek.be.

 

Artikel 14: De huurprijs van de lokalen omvat het gebruik van de ruimte, de verlichting, het waterverbruik en de normaal voorhanden zijnde tafels en stoelen tenzij anders bepaald in dit reglement. Bijkomend materieel zal extra worden aangerekend conform het tariefreglement voor materiaalverhuur. Voor occasionele en repetitieve huur is ook de verwarming inbegrepen.

 

Artikel 15: Iedereen die de Moesjebaaz gebruikt, zal alles zelf klaarzetten en onmiddellijk na het beëindigen van de activiteit (of in samenspraak met de verantwoordelijke), het lokaal schoonmaken, tafels en stoelen reinigen, stapelen en alle restanten in plastieken huisvuilzakken verzamelen. De gebruikers dienen tevens de omgeving van de zaal (o.m. het park en de omliggende straten en pleinen) schoon te maken.

Hierbij wordt het afval steeds selectief verzameld en dient er gebruik gemaakt te worden van de reglementaire bruine vuilniszakken voor restafval en de blauwe vuilniszakken voor PMD (zelf te voorzien).

 

Na verhuring moet het verhuurde gedeelte en de omgeving netjes worden opgeruimd en wordt reclame verwijderd. Laat de huurder dit na, dan zorgt het gemeentebestuur voor de opruim tegen kostprijs.

 

Bij gebruik van de tapkastinstallatie (spoelbaken, glazen e.d.) zal de gebruiker deze grondig schoonmaken.

Aan wie deze afspraken niet respecteert zal de kostprijs gefactureerd worden.

 

Artikel 16: Elke onderverhuring of in huur nemen voor een andere gebruiker dan de aanvrager dan deze vermeld in de aanvraag is verboden.

Het overnachten in de gemeentelijke infrastructuur is ten strengste verboden.

 

Artikel 17: De politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van gemeente Beersel moet door de huurder nageleefd worden en in het bijzonder op het gebied van lawaaihinder, ordeverstoring en brandpreventie.

 

Alle activiteiten in gemeentelijke infrastructuur dienen om 24.00 uur te eindigen. Gebruikers die een reglementaire toestemming hebben mogen na 24.00 uur open blijven zonder evenwel het sluitingsuur en heropeningsuur vermeld in het gemeentelijk politiereglement te overschrijden. Dit sluitingsuur is 01.00 uur. Voor huwelijksfeesten en andere privéfeesten kan de burgemeester afwijkingen toestaan. Overtredingen hierop kan de burgemeester bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

Artikel 18: Het gebruik van glazen of herbruikbare bekers is verplicht in de instuif van de Moesjebaaz. Er mag geen gebruik gemaakt worden van wegwerpbekers. De uitleendienst jeugd kan steeds, op aanvraag van de gebruiker, herbruikbare bekers ter beschikking stellen aan de organisatoren. www.beersel.be/product/1105/uitleendienst-jeugd.

 

Artikel 19: De aanvrager/verantwoordelijke waakt erover dat de wetgeving i.v.m. de geluidsnormen zoals vervat in de Vlaremwetgeving strikt wordt nageleefd.

Indien zijn activiteit een geluidsniveau van 85 dB(A) overschrijdt (te meten bij LAeq15min) maakt hij spontaan gebruik van meet- en registratieapparatuur en zorgt hij er ook voor dat oordopjes ter beschikking worden gesteld indien een niveau van 95 dB(A) LAeq15min overschreden wordt. Op eenvoudige vraag van de zaalverantwoordelijke worden de nodige toelatingen voorgelegd en/of metingen en registraties uitgevoerd, zo niet kan de activiteit of de voorbereiding ervan door de zaalverantwoordelijke of de leidende ambtenaar onmiddellijk stilgelegd worden zonder dat de aanvrager/verantwoordelijke enige vorm van schadevergoeding zal eisen. In geen geval aanvaardt het gemeentebestuur de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van overtredingen van de wetgeving m.b.t. geluidsnormen door de aanvrager/verantwoordelijke.

 

In de Moesjebaaz wordt een vast geluidsmeet- en registratiesysteem voorzien dat de huurder verplicht moet gebruiken bij activiteiten waar het geluidsniveau van 85dB(A) zal overschreden worden.

 

Voor activiteiten waar het geluidsniveau van 95 dB(A)LAeq15min zal overschreden worden, moet de organisator (via het aanvraagformulier) een uitzondering aan het College van Burgemeester en Schepenen aanvragen.

Het College van Burgemeester en Schepenen kan in deze gevallen voor deze muziekactiviteiten een maximaal geluidsniveau  ≤ 100 dB(A) LAeq60min toestaan conform de wetgeving voor:

 

-Ofwel muziekactiviteiten die maximaal 3 uur duren en doorgaan tussen 12u ’s middags en 24u ’s nachts en dit gedurende één periode per dag.

-Ofwel muziekactiviteiten die langer dan 3 uur duren, maar in dit geval maximaal 12 keer per jaar (en maximaal 2 keer per maand en het totaal aantal dagen mag maximaal 24 kalenderdagen zijn) en naar aanleiding van bijzondere gelegenheden.

 

De jeugddienst zal telkens samen met organisatoren bekijken welke stappen zij moeten nemen teneinde zich in regel te stellen met hogervermelde  wetgeving en hen hierin ook begeleiden.

 

2.7 Sancties

 

Artikel 20: Indien de huurder de huurovereenkomst  verbreekt voor de 14de dag voor de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente.

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt de laatste 14 dagen voor de activiteit blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente.

 

Artikel 21: Wie de lokalen onder- of doorverhuurt zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het College van Burgemeester en Schepenen zal de schadeloosstelling bepalen.

 

Artikel 22: Voor alle aangerichte schade zal het College alle rechtsmiddelen aanwenden om de nog verschuldigde sommen in te vorderen.

 

Artikel 23: Wordt bedrieglijk verzwegen schade vastgesteld na een verhuring dan zal de vereniging of particuliere gebruiker gedurende 3 jaar uitgesloten worden van elke reservering.

 

Artikel 24: Overtredingen op het sluitingsuur kan het schepencollege bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

III SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN.

 

Artikel 25: Principieel wordt de gemeentelijke infrastructuur niet ter beschikking gesteld op 24, 25 en 31 december alsook op 1 januari. De beheerder kan, na gunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen, afwijkingen toestaan.

 

Artikel 26: Alle niet voorziene gevallen worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 27: De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen te allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 31 mei 2017 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur voor sociaal-cultureel gebruik.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake  milieuhygiëne zoals gewijzigd.

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 30 december 2013 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van gemeentelijke infrastructuur voor sociaal-cultureel gebruik;

 

De mogelijkheid bestaat dat voor de beoefening van sociaal-culturele activiteiten infrastructuur nodig is;

 

De privésector er meestal niet in slaagt om op een afdoende wijze in deze infrastructuur te voorzien en dat hier dus een taak is weggelegd voor de gemeente;

 

De gemeente over dergelijke infrastructuur beschikt, zij die ook op een objectieve en rationele manier moet ter beschikking stellen van de bevolking, rekening houdend met het niet-discriminatie-principe opgenomen in het cultuurpact;

 

Het verantwoord is voor het gebruik van de infrastructuur een redelijke prijs aan te rekenen;

 

Het verantwoord is hierbij een onderscheid te maken tussen bewoners van Beersel en van andere gemeenten, omdat deze laatsten niet (of in mindere mate) hebben bijgedragen tot de totstandkoming van de infrastructuur;

 

De algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties;

 

De erkenningsmodaliteiten van de gemeentelijke Beerselse adviesraden;

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex;

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring d.d. 28 november 2019.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist De gemeenteraad beslist het raadsbesluit van 31 mei 2017 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van gemeentelijke infrastructuur voor sociaal-cultureel gebruik te wijzigen en als volgt vast te stellen:

 

I. ALGEMENE BEPALINGEN.

 

Artikel 1:

Het ter beschikking stellen van infrastructuur voor cultuur wordt door de gemeente geregeld als een openbare dienst.

De betrokken infrastructuur en goederen behoren tot het openbare domein.

Onderhavig reglement bepaalt de modaliteiten, de tarieven en de voorwaarden waaraan de infrastructuur ter beschikking wordt gesteld evenals de personen en groeperingen die daarvoor in aanmerking kunnen komen.

 

Artikel 2:

Alle in dit besluit opgenomen tarieven zijn niet van toepassing voor activiteiten georganiseerd door de gemeente, haar adviesraden en comités, in overleg of op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

II. DE SOCIAAL-CULTURELE INFRASTRUCTUUR.

 

2.1. Lijst van de infrastructuur.

 

Artikel 3:

De sociaal-culturele infrastructuur omvat:

 

a. te Alsemberg:- gemeenschapslokalen de Grote Sleutel

b. te Dworp:- turnzaal gemeenteschool

- overdekte speelplaats gemeenteschool

c. te Lot:- chalet

- lokalen Kloosterstraat

- feestzaal Lot

- lokalen oud-gemeentehuis

- lokaal Goutstouwersstraat

d. te Huizingen:- kleine refter gemeenteschool (tussen turnzaal en refter)

- turnzaal lagere school

-turnzaal kleuterschool

e. te Beersel:- lokaal Kerkeveld

 

2.2. Aanvraagmodaliteiten en betalingswijze

 

Aanvraagmodaliteiten

 

Artikel 4:

Behoudens andersluidende bepalingen moet de aanvraag (schriftelijk of per mail) tot het gebruik van deze infrastructuur gericht worden aan het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen:

- occasioneel gebruik;

- repetitief gebruik;

- permanent gebruik.

 

Een optie moet binnen de maand vastgelegd worden, anders komt zij te vervallen.

 

Artikel 5:

Met occasioneel gebruik wordt bedoeld, het gebruik voor eenmalige activiteiten zonder repetitief karakter.

De aanvraag moet minstens 2 maanden voor de activiteit ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen op het daartoe bestaande formulier.

Voor activiteiten die plotseling of onverwacht worden georganiseerd (bv. koffietafel t.g.v. een begrafenis) kan het schepencollege hierop afwijkingen toestaan.

 

Artikel 6:

Met repetitief gebruik wordt bedoeld, het gebruik voor activiteiten die met regelmatige tussenposen op welbepaalde dagen worden georganiseerd.

Met permanent gebruik wordt bedoeld dat een bepaalde persoon of vereniging voor een bepaalde periode een exclusief gebruik bekomt van een bepaalde infrastructuur.

Een programmajaar loopt in principe van september tot augustus van het volgend jaar.

Voor repetitief of permanent gebruik moet de aanvraag schriftelijk ingediend worden bij het schepencollege vóór 15 mei.

Het schepencollege doet uitspraak vóór 1 juli daaropvolgend en de beslissing wordt aan de betrokkenen medegedeeld.

Bij verzuim van zulke aanvraag kan het schepencollege de toelating tot het verder gebruik van het lokaal intrekken.

 

Uitzondering uitsluitend voor Beerselse erkende verenigingen en adviesraden:

De aanvraagtermijn voor het huren van bepaalde gemeentelijke zalen voor een vergadering zondermeer wordt teruggebracht tot 14 dagen. De aanvraag wordt gericht aan dienst Onthaal - info@beersel.be. De aanvrager wordt binnen de 5 werkdagen geantwoord.

Het gebruik voor een vergadering is gratis. Volgende Beerselse vergaderzalen komen voor deze regeling in aanmerking:

 

Alsemberg: Van Wilderodezaal (zie tariefreglement CC de Meent)

Lot: Chalet

Beersel: Feestzaal en Lokaal 1

Dworp: de overdekte speelplaats (na 20u)

Huizingen: kleine refter (tussen turnzaal en refter)

 

Artikel 7:

Indien verscheidene kandidaat-gebruikers éénzelfde infrastructuur op hetzelfde ogenblik wensen te gebruiken en zij onderling niet tot een regeling kunnen komen beslist het schepencollege soeverein over de toewijzing.

 

Artikel 8:

De bestemming van een lokaal wijzigen kan enkel toegestaan worden door het schepencollege.

 

Betalingswijze

 

Artikel 9:

De wijze van betaling van de gebruiksvergoeding in de sociaal-culturele infrastructuur in toepassing van huidig tariefreglement wordt als volgt geregeld :

 

a. Voor occasioneel gebruik :

De gebruiksvergoeding moet minstens moet binnen de 30 dagen na factuurdatum betaald worden door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel.

 

b. Voor repetitief of permanent gebruik :

De gebruiksvergoeding wordt halfjaarlijks aangerekend.

De vergoeding wordt betaald door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel binnen de maand na ontvangst van de rekenstaat.

N.B. - Het schepencollege kan hierop steeds afwijkingen toestaan.

 

Artikel 10:

De gebruiker moet het bewijs van betaling voorleggen bij ingebruikneming. Bij afgifte van de sleutel aan de gebruiker zal een attest worden opgesteld met beschrijving van de infrastructuur en de aanwezige accommodatie.

 

2.3. Verantwoordelijkheden

 

Artikel 11:

De huurders blijven steeds burgerlijk en contractueel aansprakelijk bij alle verhuringen die bij het college van burgemeester en schepenen worden aangevraagd.

 

De huurder heeft de mogelijkheid om in te tekenen op de gemeentelijke abonnementspolis inzake Burgerlijke en Contractuele Aansprakelijkheid.

 

De huurder is volledig en uitsluitend verantwoordelijk voor zijn organisatie (inhoud/organisatie/participanten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle door hem en/of zijn publiek veroorzaakte schade, zowel jegens derden als jegens de verhuurder (m.n. schade aan en in de door hem gehuurde lokalen en directe toegangsruimten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle materiaal dat hij meebrengt en is verplicht dit onmiddellijk na het beëindigen van de activiteit te verwijderen.

 

Betreffende de Feestzaal te Lot dient de organisatie van eetfestijnen -in het kader van brandveiligheid- te gebeuren in overeenstemming met de geldende brandweernormen.

 

Artikel 12:

Alle auteursrechten en billijke vergoedingen vallen ten laste van de gebruikers.

 

Voor de auteursrechten moet  de huurder bij activiteiten met reproductie van tekst of muziek (ook achtergrondmuziek) steeds op voorhand contact opnemen met SABAM. www.sabam.be

 

De ‘billijke vergoeding’ moet ervoor zorgen dat uitvoerende artiesten (zangers en muzikanten) en producenten van muziek vergoed worden telkens wanneer vooraf opgenomen muziek weergegeven wordt voor publiek. De billijke vergoeding moet naast de factuur van SABAM betaald worden. De huurders van de zalen moeten de vergoeding zelf regelen bij Outsourcing Partners N.V. https://www.ikgebruikmuziek.be.

 

Artikel 13:

De huurprijs van een zaal omvat het gebruik van de zaal, de verwarming, de verlichting, het waterverbruik en de normaal voorhanden zijnde tafels en stoelen tenzij anders bepaald in dit reglement. Bijkomend materieel zal extra worden aangerekend conform het tariefreglement voor materiaalverhuur.

 

Artikel 14:

Na verhuring moet het verhuurde gedeelte en de omgeving netjes worden opgeruimd en wordt reclame verwijderd. Laat de huurder dit na, dan zorgt het gemeentebestuur voor de opruim tegen kostprijs.

 

Artikel 15:

Het schoonmaken van de gebruikte lokalen is in principe in de huurprijs begrepen tenzij anders bepaald in dit reglement. Wel dient iedereen die een lokaal gebruikt, alles zelf klaar te zetten en onmiddellijk na het beëindigen van de activiteit (of in samenspraak met de verantwoordelijke), tafels en stoelen te reinigen en te stapelen.

De huurder/gebruiker staat zelf in voor de afvoer van het huishoudelijk afval:

Men dient gebruik te maken van een privé-ophaaldienst of men dient gebruik te maken van de gemeentelijke selectieve ophaalrondes. Men dient zich evenwel te schikken naar de reglementering terzake (zie huisvuilkalender).

 

De organisatoren ruimen eventueel zwerfafval afkomstig van de activiteit op in de omgeving van de zalen: op stoepen, omliggende straten of pleinen. Het gebruik van wegwerpbekers is verboden. Het uitleenreglement van de jeugddienst stelt herbruikbare bekers ter beschikking aan organisatoren in Beersel. www.beersel.be/product/1105/uitleendienst-jeugd

 

Bij gebruik van een keuken of tapkastinstallatie (spoelbaken, glazen e.d.) zal de gebruiker deze grondig schoonmaken. De beheerder van de infrastructuur is gemachtigd overeenkomsten af te sluiten voor de exploitatie van deze installaties.

 

Artikel 16:

Elke onderverhuring of in huur nemen voor een andere gebruiker dan de aanvrager dan deze vermeld in de aanvraag is verboden.

Het overnachten in de gemeentelijke infrastructuur is ten strengste verboden.

 

Artikel 17:

De politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties van gemeente Beersel moet door de huurder nageleefd worden en in het bijzonder op het gebied van lawaaihinder, ordeverstoring en brandpreventie.

 

Alle activiteiten in gemeentelijke culturele infrastructuur dienen om 24.00 uur te eindigen. Gebruikers die een reglementaire toestemming hebben mogen na 24.00 uur open blijven zonder evenwel het sluitingsuur en heropeningsuur vermeld in het gemeentelijk politiereglement te overschrijden. Dit sluitingsuur is 01.00 uur. Voor huwelijksfeesten en andere privéfeesten kan de burgemeester afwijkingen toestaan. Overtredingen hierop kan de burgemeester bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

De gebruiker waakt erover dat de wetgeving inzake de geluidsnormen zoals vervat in de Vlaremwetgeving strikt wordt nageleefd.

 

Artikel 18:

Activiteiten met een openbaar karakter, d.w.z. toegankelijk zijn voor het publiek, moeten Nederlandstalig zijn. Uitsluitend het Nederlands wordt gebruikt in de interne en externe communicatie rond de activiteit naar leden, publiek, pers. Enkel het Nederlands wordt als voertaal gebruikt tijdens de activiteiten. Gemotiveerde afwijkingen bvb. in het kader van internationale congressen, wedstrijden, e.d., worden exclusief behandeld door het schepencollege.

 

2.4. De gebruikscategorieën.

 

Occasioneel gebruik.

 

Artikel 19:

Uitsluitend volgende personen, verenigingen of instellingen mogen gebruik maken van de socioculturele infrastructuur. Deze gebruikers worden onderverdeeld in volgende categorieën:

 

Categorie A :

Alle  handelsvennootschappen, onderwijsinstellingen van buiten de gemeente, verenigingen of privépersonen die niet onder B of C vallen.

 

Categorie B:

Fysieke personen uit Beersel, ondernemingen uit Beersel en politieke partijen met zetel in Beersel voor een lokale activiteit.

 

Categorie C:

-Verenigingen met zetel in Beersel aangesloten bij een Beerselse adviesraad of erkend door de gemeenteraad;

-Onderwijsinstellingen en DKO met zetel in Beersel

-Kinderopvang en kinderkribbe met overeenkomst met gemeente Beersel

 

Uitzonderingen

1. Mits toestemming van het schepencollege geldt er voor basisscholen vrijstelling van gebruiksvergoeding voor:

- strikt pedagogische activiteiten

- het gebruik van de eigen schoolinfrastructuur, ook door de ouderverenigingen.

2. Op voorstel van het schepencollege kunnen activiteiten met een promotioneel karakter voor de gemeente Beersel, vrijstelling van gebruiksvergoeding krijgen.

3. Bij het gratis ter beschikking stellen van infrastructuur is het gratis zijn van een activiteit een basisvoorwaarde. Voor adviesraden en scholen die betalende activiteiten met winstoogmerk inrichten wordt gunsttarief C toegepast.

 

Repetitief of permanent gebruik.

 

Artikel 20:

Uitsluitend verenigingen met zetel in Beersel aangesloten bij een Beerselse erkende adviesraad met uitzondering van deskundigen en van de instellingen en organisaties met professionele werking, mogen repetitief of permanent gebruik maken van de sociaal-culturele infrastructuur.

 

2.5. De tarieven.

 

Occasioneel gebruik.

 

Artikel 21:

De sociaal-culturele infrastructuur kan door de voornoemde gebruikerscategorieën occasioneel gebruikt worden mits toepassing van volgende tarieven:

 

Categorie A: gewoon tarief;

Categorie B: gunsttarief 1 = 1/3 van gewoon tarief;

Categorie C: gunsttarief 2 = 1/5 van gewoon tarief.

 

Artikel 22:

Rekening houdend met de aard der activiteiten wordt de gebruiksvergoeding per dag in het gewoon tarief als volgt vastgesteld:

 

Tarief A

 

Sociaal-cultureel gebruik

Privéfeest en feest MWO

D Turnzaal**

€ 49,5

/

D Overdekte speelplaats**

€ 231

/

L Feestzaal**

€ 198

€ 660*

L Chalet

€ 99

€ 216

Toeslag voor bijkomend gebruik

€ 55

€ 55

 

Sociaal-cultureel gebruik omvat volgende activiteiten: ledenactiviteit zonder winstoogmerk, podiumvoorstelling, filmvertoning, tentoonstelling, les of voordracht, quiz, …

Onder privéfeest en feest MWO wordt verstaan: bijeenkomsten met familiaal karakter, bedrijfsfeesten, eet- en dansfeesten  met winstoogmerk

 

A = Alsemberg - B = Beersel - D = Dworp - H = Huizingen - L = Lot

MWO = met winstoogmerk

Niet vermelde lokalen : € 0,95 per m²

* Verhuur voor eetfestijnen kan uitsluitend door gebruikers binnen categorie C en door politieke partijen. De frequentie van eetfestijnen wordt beperkt tot maximaal 10 per jaar en is uitdovend (alleen de bestaande en geen nieuwe gebruikers).

** enkel buiten de schooluren

 

Artikel 23:

De gebruiksvergoedingen, per kalenderjaar, voor repetitief gebruik op een vaste dag of dagen, jaarlijks vooraf bepaald, zijn de volgende:

L Kloossterstraat, lokalen 1-2-3€ 484

L Chalet€ 297

D Turnzaal€ 237

H turnzaal lagere school€ 440

H turnzaal kleuterschool€ 220

 

Permanent gebruik.

 

Artikel 24:

De gebruiksvergoeding per kalenderjaar, voor permanent gebruik zijn de volgende :

A Grote Sleutel,  lokaal 8€ 706

A Grote Sleutel,  lokaal 36€ 348

A Grote Sleutel,  lokaal 37€ 348

L Kloosterstraat, lokalen 4 of 5€ 216

L Kloosterstraat, lokaal 15€ 348

L Oud Gemeentehuis (raadzaal, balkon)€ 616

L Goutstouwersstraat€ 414

B lokaal Kerkeveld€ 583

 

Bijkomende voorwaarden:

Tijdens het weekend wordt de Chalet Lot in principe slechts eenmaal verhuurd. Van vrijdag op zaterdag (of van zaterdag op zondag) beschikt de gemeente immers niet over poetspersoneel voor een grondige reiniging/onderhoud, bovenop de normale poetsbeurt van de vereniging die de feestzaal huurt.

 

Indien, nadat de feestzaal al een eerste maal werd verhuurd, zich op een latere datum een tweede kandidaat huurder aanbiedt voor een zaalhuur tijdens hetzelfde weekend, kan dit enkel onder de volgende voorwaarden:

 

- de tweede aanvrager staat zelf in voor de noodzakelijke complementaire onderhoudsbeurt

- of zij kiest voor een door de gemeente georganiseerde onderhoudsbeurt door een externe firma en betaalt het geldend tarief.

 

Artikel 25:

De bedragen voor repetitief en permanent gebruik worden halfjaarlijks aangerekend, conform artikel 6

 

Artikel 26:

Voor repetitief en permanent gebruik kunnen aanvullende activiteiten die niet in het vooraf overeengekomen programma zijn opgenomen, aangevraagd worden bij het schepencollege.

Indien het tarief voor deze aanvullende activiteiten niet is voorzien in dit reglement onder rubriek “Occasioneel gebruik”, dan wordt dit vastgesteld door het schepencollege a rato van € 0,19 per m² grondoppervlakte voor categorie C.

 

Artikel 27:

Voor permanent of repetitief gebruik van niet in de verschillende gemeentelijke verhuurreglementen genoemde lokalen wordt de vergoeding door het schepencollege vastgesteld a rato van € 6,32 per m². 

 

III. SANCTIES.

 

Artikel 28:

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt vóór de 14de dag vóór de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling. Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt tijdens de laatste 14 dagen vóór de activiteit, blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling.

 

Artikel 29:

Wie artikel 16 (onderverhuring of doorverhuringen) overtreedt zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het College van Burgemeester en Schepenen zal de schadeloosstelling bepalen.

 

Artikel 30:

Aan wie zich niet houdt aan de verplichtingen zoals opgesomd in artikel 11, 14 en 15 van dit reglement zal de kostprijs gefactureerd worden.

 

Artikel 31:

Voor alle aangerichte schade of indien de waarborgsom niet volstaat om de kosten ten laste van de aanvrager/huurder te dekken zal het College alle rechtsmiddelen aanwenden om de nog verschuldigde sommen in te vorderen.

 

Artikel 32:

Wordt bedrieglijk verzwegen schade vastgesteld na een verhuring dan zal de vereniging of particuliere gebruiker gedurende 3 jaar uitgesloten worden van elke reservering.

 

Artikel 33:

Overtredingen op artikel 16 kan het schepencollege bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

IV. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN.

 

Artikel 34:

Principieel wordt de gemeentelijke infrastructuur niet ter beschikking gesteld op 24, 25 en 31 december alsook op 1 januari. De beheerder kan, na gunstig advies van het College van Burgemeester en Schepenen, afwijkingen toestaan.

 

Artikel 35:

Alle niet-voorziene gevallen worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 36:

De gemeente behoudt zich het recht voor in gevallen van overmacht of in onvoorziene omstandigheden waarbij de gemeente zelf over de accommodatie dient te beschikken van ambtswege over te gaan tot de ontbinding van de lopende overeenkomsten zonder enig recht van schadevergoeding door de gebruiker.

 

Artikel 37:

De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen te allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het raadsbesluit van 27 november 2013 houdende de vaststelling van het tariefreglement voor de uitleendienst cultuur.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

                      Feitelijke motivering:

Het besluit d.d. 27 november 2013 van de gemeenteraad houdende de vaststelling van het verhuurreglement voor tentoonstellingsmateriaal;

De mogelijkheid bestaat dat voor het beoefenen van socio-culturele activiteiten tentoonstellingsmateriaal en didactisch materiaal nodig is;

De gemeente beschikt over dergelijk materiaal en het aangewezen is dat zij dit op een objectieve en rationele manier ter beschikking stelt van de bevolking, rekening houdend met het niet-discriminatie-principe opgenomen in het cultuurpact;

Het verantwoord is voor het gebruik van materiaal een redelijke prijs aan te rekenen;

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex;

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring 28 november 2019.

 

                      Financiering

De uitgaven/inkomsten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

of

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Gunstig - Ongunstig - Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist Het verhuurreglement goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 27 november 2013 wordt herzien en aangepast en de tarieven voor het gebruik van materiaal worden als volgt vastgesteld:

 

Artikel 1: Gebruikers

De gemeentelijke uitleendienst cultuur stelt bij voorrang tentoonstellingsmateriaal (wissellijsten, panelen, tentoonstellingsbakken) en didactisch materiaal (beamer, scherm, projectortafel) ter beschikking van erkende Beerselse verenigingen.

 

Artikel 2: Aanvraagprocedure

Bij de gemeentelijke cultuurdienst (T 02 359 16 16 of cultuur@beersel.be) kan je informeren naar de beschikbaarheid van het gewenste materiaal. Alle aanvragen dienen schriftelijk te gebeuren per brief, fax of e-mail gericht aan het college van burgemeester en schepenen (dienst cultuur), Alsembergsteenweg 1046, 1652 Alsemberg, cultuur@beersel.be. 

De aanvragen kunnen ten vroegste 1 jaar en moeten tenminste 30 dagen voor de geplande activiteit ingediend worden. Bij aanvraag tot ontlening wordt prioriteit verleend volgens de datum van aanvraag.

 

Artikel 3: Gebruik

Het materiaal wordt uitsluitend voor educatief, volksontwikkelend of cultuurspreidend gebruik in een uitsluitend Nederlandstalige context ontleend. Het materiaal wordt niet uitgeleend voor commercieel en publicitair gebruik.

Het materiaal kan in geen geval doorgegeven of doorverhuurd worden aan derden.

De wissellijsten zijn voorzien van een wit en zwart inlegblad. Op de inlegbladen mogen voorwerpen uitsluitend met onzichtbare en verwijderbare tape (verkrijgbaar in vakhandel) licht vastgehecht worden.

Op de tentoonstellingspanelen mogen affiches of andere documenten uitsluitend met zelfklevende velcro of speldjes vastgehecht worden. Plakband en nagels mogen niet gebruikt worden.

De tentoonstellingsbakken zijn voorhanden in glas (5 stuks) of in hout met deksel in glas (10 stuks). De glazen bakken kunnen ondersteboven geplaatst gebruikt worden, om kunstobjecten of ander waardevolle voorwerpen op te stellen.

De beamer (inclusief afstandsbediening, net- en vga-kabel) bevindt zich in een draagtas en kan gebruikt worden voor digitale presentaties. De projector dient steeds in een horizontale positie en op een stabiele tafel geplaatst te worden. De lenskap dient eerst verwijderd te worden vooraleer het toestel wordt aangezet. Voor de lens of ventilator en bovenop het toestel mogen geen voorwerpen geplaatst worden. De kabels dienen losgemaakt alvorens het toestel wordt verplaatst.  De beamer kan geleverd worden met of zonder scherm en projectortafel.

 

Artikel 4: Duur ontlening

De ontlener kan materiaal ontlenen voor de duur van maximaal 14 dagen. Bij gebruik van maximaal 14 dagen moet het ontleende materiaal teruggebracht worden ten laatste op de eerste werkdag volgend op de periode van 14 dagen. Bij laattijdig terugbrengen wordt een schadevergoeding gevraagd van € 12 per dag. Deze schadevergoeding kan vermeden worden door tijdig contact op te nemen met de uitleendienst.

 

Artikel 5: Afhaling

Het materiaal wordt door de ontlener tijdens de kantooruren afgehaald en teruggebracht. Bij eigen transport zorgt de ontlener voor een aangepaste bescherming van het materiaal. De ontlener kan ook beroep doen op de technische dienst van de gemeente voor het transport van het tentoonstellingsmateriaal.

 

Artikel 6: Huurprijzen per weekblok

 

Aantal

Tentoonstellingsmateriaal

Zelf af te halen

Geleverd

50

Tentoonstellingspanelen 200 x 100 cm (kist met 5 stuks)

€1,65/kist

3,30/kist

 

50

Wissellijsten 40 x 50 cm

zwarte rand, met zwart en wit achtergrondpapier

(kist met 10 wissellijsten)

€1,1/kist

 

€2,20/kist

 

5

 

10

Glazen tentoonstellingsbakken (120 x 40 x 50)

 

Houten tentoonstellingsbakken met glazen deksel (60x120x25)

€1,65/aquarium

€1,65/bak

 

€3,30/aquarium

€3,30/bak

 

 

Beamer in draagtas (resolutie 1,024 x 768)

Scherm (180 x 180 cm) op voet met 3 poten

Projectietafel in hoogte verstelbaar, met boven- en onderblad

€6,60

 

€13,20

 

 

Artikel 7: Aansprakelijkheid

De ontlener verbindt zich ertoe alle materialen terug te brengen, ook bij beschadiging. De ontlener moet spontaan en zo spoedig mogelijk de uitleendienst op de hoogte brengen van diefstal, beschadiging of verlies van het geleende materiaal. Diefstal moet gemeld worden bij de politie. Zelf herstellen of vervangen van het ontleende materiaal is in principe verboden tenzij toestemming van het college.

Gehele of gedeeltelijke beschadiging, verlies of diefstal vallen ten laste van de ontlener.

Het gemeentebestuur kan niet aansprakelijk gesteld worden bij ongevallen bij het gebruik van ontleend materiaal.

 

Artikel 8:

De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen te allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

De aanvragen van buitengewone aard en eventuele betwistingen in verband met het uitlenen van materiaal van de uitleendienst cultuur zullen door het college van burgemeester en schepenen worden beslecht.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Herziening van het besluit van 29 november 2017 houdende het tariefreglement CC de Meent.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het cultuurpactdecreet van 28 januari 1974.

 

Artikel 40 en 41 van het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake  milieuhygiëne zoals gewijzigd.

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 29 november 2017 houdende de vaststelling der tarieven voor het gebruik cultuurcentrum de Meent.

 

De mogelijkheid bestaat dat voor de beoefening van sociaal-culturele activiteiten infrastructuur nodig is;

 

De privé-sector slaagt er meestal niet in om op een afdoende wijze in deze infrastructuur te voorzien. Hier is dus een taak weggelegd voor de gemeente;

 

Aangezien de gemeente over dergelijke infrastructuur beschikt, moet zij die ook op een objectieve en rationele manier ter beschikking stellen van de bevolking, rekening houdend met het niet-discriminatie-principe opgenomen in het cultuurpact.

 

Het is verantwoord voor het gebruik van de infrastructuur een redelijke prijs aan te rekenen.

 

Het is verantwoord hierbij een onderscheid te maken tussen bewoners van Beersel en van andere gemeenten, omdat deze laatsten niet (of in mindere mate) hebben bijgedragen tot de totstandkoming van de infrastructuur.

 

De algemene politieverordening met gemeentelijke administratieve sancties.

 

De erkenningsmodaliteiten van de gemeentelijke Beerselse adviesraden.

 

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

                      Financiering

 

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

Het besluit van de gemeenteraad d.d. 29 november 2017 houdende de vaststelling van de tarieven voor het gebruik van CC de Meent, wordt herzien als volgt:

 

I. ALGEMENE BEPALINGEN.

Artikel 1. Het ter beschikking stellen van infrastructuur, materialen en personeel voor cultuur wordt door de gemeente geregeld als een openbare dienst.

De betrokken infrastructuur en goederen behoren tot het openbare domein.

Onderhavig reglement bepaalt hoe, aan welk tarief en tegen welke voorwaarden  die infrastructuur, materialen en diensten ter beschikking worden gesteld, evenals de personen en groeperingen die daarvoor in aanmerking kunnen komen.

 

Artikel 2. Alle in dit besluit opgenomen tarieven zijn niet van toepassing voor activiteiten georganiseerd door de gemeente, haar cultuurcentrum,  haar adviesraden en comités, in overleg of op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

2. DE SOCIO-CULTURELE INFRASTRUCTUUR:

CC DE MEENT GEMEENVELDSTRAAT 34 1652 ALSEMBERG.

 

2.1. Aanvraagmodaliteiten en betalingswijze.

Artikel 3. Behoudens andersluidende bepalingen moet de aanvraag tot het gebruik van de infrastructuur van cultuurcentrum de Meent minstens 2 maand voor de activiteit ingediend worden bij cultuurcentrum de Meent.

Na advies van de beheerder van Congres-en cultuurcentrum de Meent ontvangt de huurder een reserveringsformulier dat hij volledig invult, ondertekend, goedkeurt en terugstuurt naar Congres- en cultuurcentrum de Meent. Het schepencollege beslist autonoom over de verhuuraanvraag. De huurder ontvangt een bevestigingsbrief en rekening die hij (ten laatste een maand voor de verhuurdatum) binnen de 30 dagen na factuurdatum betaalt.

Uitzondering uitsluitend voor Beerselse erkende verenigingen en adviesraden:

De aanvraagtermijn voor het huren van bepaalde gemeentelijke zalen voor een vergadering

zondermeer wordt teruggebracht tot 14 dagen.

Voor het cultuurcentrum heeft deze regeling betrekking op de Van Wilderodezaal en het cursuslokaal op -1 en het vergaderlokaal. Het gebruik voor een vergadering is gratis. Ook de borgsom vervalt voor deze verhuringen. Het lokaal wordt wel klaargezet en netjes achtergelaten door de huurder.

 

De aanvraag wordt gericht aan info@demeent.be. De aanvrager krijgt binnen de 5 werkdagen een antwoord.

 

Optieregeling

Huurders kunnen mogelijke data bij CC de Meent checken en een optie nemen op een datum. Een optie wordt omgezet in een boeking door na goedkeuring door bij het college van burgemeester en schepenen de zaal officieel aan te vragen.

Op twee momenten in het jaar wordt gevraagd opties vast te leggen. De eerste werkdag van januari wordt iedereen aangeschreven die voor het voorliggende jaar een optie heeft genomen op een zaal in CC de Meent, maar deze nog niet heeft omgezet in een zaalhuur. Ze hebben dan drie weken de tijd om zich in orde te stellen. Op 31 januari vervalt elke optie die niet is geformaliseerd naar het college. De betreffende data worden weer gewoon vrijgegeven. De eerste werkdag van september wordt deze procedure herhaald voor elke zaalhuur tot einde augustus van het erop volgende jaar. Elke optie die niet geformaliseerd is naar het college voor 30 september, vervalt.

Er worden geen verhuringen vastgelegd door het college, verder dan 1 jaar.

 

Verantwoordelijkheden

1. De huurder blijft steeds burgerlijk en contractueel aansprakelijk bij alle verhuringen die bij het college van burgemeester en schepenen worden aangevraagd. De huurder heeft de mogelijkheid om in te tekenen op de gemeentelijke abonnementspolis inzake Burgerlijke en Contractuele Aansprakelijkheid.

 

2. De huurder is volledig en uitsluitend verantwoordelijk voor zijn organisatie (inhoud / organisatie / participanten).

De huurder is verantwoordelijk voor alle door hem en/of zijn publiek veroorzaakte schade, zowel jegens derden als jegens de verhuurder (m.n. schade aan en in de door hem gehuurde lokalen en directe toegangsruimten en gebruikte materialen).

De huurder is verantwoordelijk voor alle materiaal dat hij meebrengt en is verplicht dit onmiddellijk na de beëindiging van de activiteit te verwijderen.

 

3. De huurder mag de gehuurde lokalen ten vroegste betrekken op de dag van de verhuring vanaf 07.00 uur. Tevens is de huurder verplicht de gehuurde lokalen (met inbegrip van de vestiaire en de inkomhal) ten laatste om 6 u ’s morgens van de dag, volgend op de activiteit, te verlaten. Dit dient te geschieden overeenkomstig de voorwaarden bepaald in artikel 3.26 van dit artikel De huurder moet voldoende mensen ter beschikking stellen om deze tijdslimiet te halen.

 

4. De huurder voldoet aan alle gangbare voorschriften en verplichtingen m.b.t. het organiseren van evenementen. De infrastructuur van CC de Meent is onderworpen aan de strengste eisen qua veiligheid en voldoet aan alle keuringen. Voorafgaandelijk aan elke ingreep op de infrastructuur (podium, tribune,..) moet de huurder een schriftelijk positief advies van de brandweer voorleggen.

 

5. De huurder waakt erover dat de wetgeving i.v.m. de geluidnormen zoals vervat in de Vlarem vanaf 01/01/2013 strikt wordt nageleefd. Indien zijn activiteit een geluidsniveau van 85 dB(A) overschrijdt (te meten bij LAeq 15 min) maakt hij spontaan gebruik van meet- en registratieapparatuur.  Indien een niveau van 95 dB(A) overschreden wordt, zorgt hij er ook voor dat oordopjes ter beschikking worden gesteld. Op eenvoudige vraag van de zaalverantwoordelijke worden de nodige toelatingen voorgelegd en/of metingen en registraties uitgevoerd, zoniet kan de activiteit of de voorbereiding ervan door de zaalverantwoordelijke of de leidende ambtenaar onmiddellijk stilgelegd worden zonder dat de aanvrager/verantwoordelijke enige vorm van schadevergoeding zal eisen. In geen geval aanvaardt het gemeentebestuur de verantwoordelijkheid voor de gevolgen van overtredingen van de wetgeving m.b.t. geluidsnormen door de aanvrager/verantwoordelijke.

 

6. Huurders van CC de Meent gebruiken verplicht parkingstewards van een organisatie geschikt bevonden door de politie én vanaf een vermoedelijke publieksopkomst van 400 personen.

Publieksopkomst 400 tot  636 personen: 3 stewards

Publieksopkomst meer dan 636 tot maximaal 760 personen: 3 stewards, maar huurder levert zelf 2 mensen die stewards bijstaan.

Keuze uit 2 dienstverleningen

• De activiteit heeft een aanvangsuur: stewards zijn aanwezig vanaf 1 uur voor tot een half uur na dit aanvangsuur. Kostprijs: 15 euro per parking-steward, 1 drankje.

• De activiteit heeft een verspreid verloop: stewards zijn aanwezig op door huurder

aangeduid tijdstip voor een maximale aaneengeschakelde periode van 6 uur. Kostprijs: 20

euro per steward, 2 drankjes en 2 broodjes.

In deze dienstverlening is inbegrepen: volledig uitgeruste stewards, uitrusting voor 2 mensen die stewards bijstaan, bijkomende verplaatsingskosten, prestatie als steward.

Fiscaal: Deze stewards ontvangen als vrijwilliger een onkostenvergoeding.

Verzekering: de huurder neemt de stewards op in zijn verzekering burgerlijke

aansprakelijkheid.

 

7. Bij manifestaties met reproductie van tekst of muziek (ook achtergrondmuziek) moet steeds op voorhand contact opgenomen worden met SABAM (contact@sabam.be).

 

8. De “billijke vergoeding” is inbegrepen in de gebruiksvergoeding.

 

9. De borgsom voor het gebruik van Congres-en cultuurcentrum de Meent wordt vastgesteld op 1044 euro. De borgsom dient (één maand voor de activiteit) binnen de 30 dagen na factuurdatum gestort te worden op de rekening van de gemeente. Deze borgsom zal uiterlijk 6 weken na de activiteit teruggestort worden mits afhouding van de kosten van de aangerichte schade. Gebruikers van categorie C genieten vrijstelling.

 

10. Huurders van de grote zaal en / of organisatoren van grote manifestaties komen vooraf ter plaatse kijken om een vlotte organisatie te waarborgen. Dit kan, na een afspraak, tijdens de openingsuren van het secretariaat van Congres-en cultuurcentrum de Meent.

De huurder beschikt vrij over het gehuurde lokaal en het beschikbare meubilair, binnen de globale veiligheids-en huurvoorschriften.

De huurder dient vooraf duidelijk afspraken te maken m.b.t. het gewenste meubilair, technische apparatuur en technische ondersteuning. Hiertoe vult hij het bijgevoegd reserveringsformulier in en bezorgt dit, samen met een gedetailleerd programmaverloop, aan CC de Meent, Gemeenveldstraat 34, 1652 Alsemberg, info@demeent.be

Bijkomend materiaal vraagt de huurder zelf aan bij de technische dienst van de gemeente (indien van toepassing) of huurt dit zelf.

De huurder is verplicht zich te houden aan de concessieovereenkomst betreffende drank. De huurder betrekt alle drank behalve wijn, koffie en sterke drank via Congres- en cultuurcentrum de Meent de concessionaris van het café van CC de Meent aan tarief inkoopprijs + 10%. Hiertoe geeft de huurder ten laatste twee weken op voorhand zijn gewenste bestelling. De concessionaris van het café van CC de Meent levert de gewenste drank, maakt begin-en eindstock en factureert het verbruik.

 

11. De keuken van CC de Meent kan enkel gebruikt worden door een erkende traiteur met een BTW-nummer en in het bezit van een vestigingsattest voor tafel-of restauranthouder. Het personeel van de traiteur dat in de zaal komt, spreekt uitsluitend Nederlands.

De kostprijs van de maaltijden en recepties en de daarbij horende dranken wordt volledig gedragen door de huurder.

De facturatie door een traiteur gebeurt rechtstreeks aan de huurder.

De traiteur betrekt al zijn dranken uitgezonderd wijn en sterke drank via CC de Meent. de concessionaris van het café van CC de Meent.

Wanneer men materiaal wenst te gebruiken dat niet standaard aanwezig is in CC de Meent, is de toestemming vereist van de cultuurfunctionaris. Deze heeft het recht de plaatsing of het gebruik van materiaal te verbieden dat niet aan de geldende veiligheidsvoorschriften voldoet. Bij eventueel defect van de installaties kan de huurder geen verhaal inbrengen tegen gemeente Beersel. Er kan geen schadevergoeding worden bedongen.

De traiteur krijgt toegang tot de gebouwen enkel op de dag van verhuring. Voor 6 uur van de volgende ochtend is de keuken opgeruimd en gekuist door de traiteur.

 

Het afval is selectief gesorteerd en meegenomen.

De kosten voor de eventueel aangerichte schade aan of het eventueel verlies van materiaal wordt gedragen door de huurder. De schadevergoeding omvat de volledige reparatiekosten, vermeerderd met 20% administratieve kosten.

Het gemeentebestuur kan op basis van negatieve ervaring een traiteur uitsluiten: bijv. bij onoordeelkundig gebruik van het ter beschikking gestelde materiaal of niet hygiënisch en netjes achterlaten van de keuken.

 

12. Versieringen worden uitsluitend in het gehuurde lokaal aangebracht; beschadiging van de infrastructuur en materiaal mag niet.

In de vloer van het podium mogen in geen enkel geval schroeven en/of spijkers worden gedraaid of geslagen.

Op de parketvloer in de foyer mag geen kleefband aangebracht worden. Aan de akoestische wanden in de Grote zaal wordt niets bevestigd.

Publiciteit buiten het gehuurde lokaal, in en om het cultuurcentrum, wordt aangebracht op de daartoe geëigende plaatsen, in overleg met het secretariaat. Versieringen en publiciteit worden onmiddellijk na de activiteit door de huurder verwijderd. Alle kosten voor het verwijderen van reclame die onder welke vorm ook aangebracht is op plaatsen die hiervoor niet bestemd zijn, vallen ten laste van de aanvrager/huurder en worden afgenomen van de waarborg.

 

13. Het Congres-en cultuurcentrum de Meent stelt een uitgebreid aanbod van ondersteunend materiaal ter beschikking in de lokalen die zich ertoe lenen. De aanvraag m.b.t. het gewenst materiaal (overheadprojector, scherm, muziekinstallatie,…) dient op het bijgevoegde reserveringsformulier te gebeuren.

 

14. De gespecialiseerde uitrusting zoals theaterinfrastructuur (belichting, geluid, trekkenwand, digitale filmprojector,…) wordt slechts ter beschikking gesteld met technische bijstand van het personeel van het Congres-en cultuurcentrum de Meent. Waar techniekers van CC de Meent opgeleid zijn voor technische ondersteuning, gaande van lichten ophangen, richten, uitlichten, inbrengen in de computer en programmeren, wordt huurders gevraagd personen met kennis en vakbekwaamheid te voorzien om de nodige technisch-artistieke ondersteuning te geven. De huurder maakt in dit verband vooraf de nodige afspraken op het reserveringsformulier: aantal uren, gewenst materiaal, gewenste dienstverlening,… en voegt een gedetailleerd programmaverloop toe. Op basis van de ontvangen info, technische vereisten, veiligheid,… kan Cultuur & Congrescentrum de Meent de afspraken aanpassen. Aanpassingen worden altijd doorgegeven aan de huurder. Wat de filmprojector betreft, betaalt de huurder 125 euro voor het visioneren en afspelen van de film. VZW de Meent stuurt de aanvrager hiervoor een factuur.

 

15. Ticketverkoop: Het secretariaat van CC de Meent kan de ticketverkoop van het evenement van huurders verzorgen: online tot en met de bemande avondkassa. Indien een huurder wenst van deze service gebruik te maken, neemt hij contact op met het secretariaat van CC de Meent. De huurder ontvangt een contract dat de werkwijze uiteenzet en de transfer van de inkomsten en het klantenbestand regelt.

Vzw de Meent stort alle ticketinkomsten door min 3% van de totale ticketomzet, dit zijn de onlinebetalingskosten. Deze dienstverlening is gratis voor erkende Beerselse verenigingen en Beerselse adviesraden.

 

16. Zelf klaar zetten en opruimen: De huurder verbindt zich ertoe voldoende mensen ter beschikking te stellen om onder leiding van een gemeenteverantwoordelijke de gehuurde lokalen volledig zelf klaar te zetten en op te ruimen overeenkomstig artikel 3.26.

Bij het niet nakomen van artikel 3.26 wordt, bovenop de kosten voor de schoonmaak aan €40 per uur per werkman, ten minste 50% van de waarborg ingehouden.

 

17. Wanneer er, gelijktijdig met de activiteit van de huurder, een tentoonstelling in de foyer van Congres-en cultuurcentrum de Meent plaatsvindt, is de huurder verantwoordelijk voor schade en/of diefstal van de tentoongestelde stukken en bijhorend materiaal. Wanneer er, gelijktijdig met de activiteit van de huurder, een voorstelling plaatsvindt in Congres-en cultuurcentrum de Meent, mag deze voorstelling hierdoor niet gestoord worden

(geluidsoverlast).

 

Veiligheid

 

18. Bezetting

Foyer CC de Meent: maximaal 500 personen (staand)

Grote zaal: maximaal 636 personen (staand).

-Bij opstelling met tribune is maximaal aantal toeschouwers beperkt tot  592 personen (576 op de tribune en 1 rij ervoor van maximaal 16 stoelen). Vooraan is 2 meter volledig vrij, de zijkanten van de tribune zijn volledig vrij.

-Bij tafelopstelling dienen tafels zodanig opgesteld te worden dat een evacuatieweg van 1m80 rondom wordt vrijgelaten. De tafels worden ofwel evenwijdig met het podium opgesteld, ofwel dwars op het podium waarbij evacuatiewegen worden vrijgehouden van 1m80, evenwijdig met het podium en rechtstreeks uitgevend op de nooduitgangen.

Foyer CC de Meent + grote zaal: maximaal 636 personen.

Bij gebruik van zaal + foyer dient de evacuatieweg tussen de deuren van de zaal en de deuren van de foyer volledig vrij gehouden te worden van obstakels.

De vooropgestelde maxima gelden voor het aanwezige publiek en mensen op het podium. Mensen in de loges worden door de organisator op een duidelijke manier op de hoogte gebracht van de extra evacuatiemogelijkheid via de loges.

Foyer CC de Meent + grote zaal + kleine foyer De Springveer: maximaal 760 personen.

Dezelfde veiligheidsvoorschriften gelden als hierboven.

De evacuatieweg tussen de deuren van de zaal en de uitgang via de kleine foyer dient volledig vrij gehouden te worden van obstakels.

Bij overschrijding van de maxima dient de aanvraag  tot zaalhuur vergezeld te zijn van een aanvraag aan de brandweer. Gemeentebestuur Beersel verstuurt de aanvraag administratief. Bij goedkeuring door de brandweer wordt de zaalaanvraag door het schepencollege behandeld. De door de brandweer opgelegde bijkomende maatregelen maken integraal deel uit van de verhuring. De huurder is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de opgelegde maatregelen.  

Meervoudige zaalhuur: De huurder die als eerste een zaal huurt in CC de Meent krijgt zijn aangevraagde bezetting. Alle volgende huurders van zalen voor diezelfde dag krijgen de resterende bezetting. Cultuur- en congrescentrum de Meent bepaalt de opportuniteit en de mogelijkheid van een verdere, secundaire verhuur van de accommodatie.

 

19. Signalisatie/nooduitgangen

Noch de brandweerkasten, noch enig ander veiligheidsmateriaal mogen bedekt worden.

Evenmin mag er een meubelstuk of een hindernis voor geplaatst worden.

Alle nooduitgangen/uitgangen en evacuatiewegen worden vrijgehouden van obstakels en worden ontgrendeld tijdens de activiteit.

Het brandscherm moet kunnen functioneren, er mogen geen decorelementen onder geplaatst worden

De veiligheidssignalisatie moet zichtbaar blijven.

De huurder waakt hier permanent over.

 

20. Bij elke zaalverhuring, uitgezonderd repetities zonder technische bijstand, cursussen en vergaderingen, is een zaalverantwoordelijke van Congres-en cultuurcentrum de Meent aanwezig.

 

Hij wisselt bij de start van de verhuring het Meentpermanentie gsm-nummer uit met een door de huurder aangeduid contactpersoon die de volledige verhuring aanwezig is. Hij blijft  gedurende de volledige verhuring in contact met de huurder via gsm.

Hij toont de huurder alle nooduitgangen en overloopt de nood-en evacuatieprocedure.

 

21. De huurder levert vier brandwachten die elk een taak toegewezen krijgen.

 

22. De toegang tot alle niet-publieksruimtes, het podium en de kleedkamers is verboden voor iedereen die er niet om dienstredenen moet aanwezig zijn.

 

23. Alle meegebracht materiaal moet in overeenstemming zijn met de geldende wetten, ARAB, AREI en Vlarem.

Zowel op het podium als in de publieksruimtes moeten decoratie-elementen brandvertragend behandeld zijn en uit de buurt van enige vorm van warmtebronnen gehouden worden.

In de publieksruimtes zijn alle aangebrachte decoratie-elementen, publiciteitsdragers … geattesteerd en worden deze oordeelkundig aangebracht.

De huurder zorgt ervoor

dat geen brandbaar materiaal tegen de gevel van het gebouw gestapeld wordt.

dat geen  hete of smeulende afvalresten in de vuilbak gegooid worden.

Roken en open vuur (speciale effecten, lassen, kaarsen, toortsen, enz.) op podium, backstage of in de zaal zijn verboden.

Alle lokalen moeten voldoende verlicht zijn. Alleen elektriciteit is toegelaten als algemene kunstmatige verlichtingsbron.

Het gebruik van gas in flessen is verboden, behalve voor de tapinstallatie.

 

24. CC de Meent is een rookvrij gebouw.

 

25. Brandblustoestellen mogen enkel gebruikt worden om ontstane brandjes te blussen. Indien gebruikt, meld dit altijd aan zaalverantwoordelijke op de dag van de verhuring.

In geval van brand moet de brandweer verwittigd worden, ook al lijkt de brand onder controle. Enkel de brandweer beslist of het gebouw veilig is.

 

26. Ontruimen – schoonmaken – recycleren

Artikel 3.26 is van toepassing op alle gebruikers van Congres-en cultuurcentrum de Meent.

 

Keukenhanddoeken, vaatdoekjes, vuilniszakken dienen zelf meegebracht door de huurder.

Borstels, rolwagens, transportkarretjes worden door de zaalverantwoordelijke ter beschikking gesteld.

 

Afval

• Plastic flessen, blikjes en drankkartons dienen verzameld te worden in de lichtblauwe Beerselse PMD-zak. Deze zak wordt – dichtgebonden - door de organisator buitengezet aan de dienstingang onder de loopbrug. Indien de huurder gebruik maakt van PMD-zakken van CC de Meent worden deze gefactureerd aan de huurder aan € 2/PMD-zak.

Het gebruik van wegwerpbekers is verboden. Het uitleenreglement van de jeugddienst stelt herbruikbare bekers ter beschikking aan organisatoren in Beersel. www.beersel.be/product/1105/uitleendienst-jeugd

• Groenten, fruit- en tuinafval wordt door de huurder in de daartoe bestemde grote GFT-zakken gezet en dichtgebonden buiten aan de dienstingang geplaatst.

• Papier en karton wordt door de huurder  in de kartoncontainer aan de dienstingang geplaatst.

• Restafval wordt door de organisator in dichtgebonden bruine Beerselse restafvalzakken aan de dienstuitgang buitengezet. Indien de huurder gebruik maakt van zakken van CC de Meent, worden deze gefactureerd aan de huurder aan € 3/bruine Beerselse restafvalzak.

• Het te recycleren glas van wijnflessen, … neemt de huurder op het einde van de verhuring mee.

• De huurder ruimt zwerfafval afkomstig van de activiteit op in de omliggende straten en pleinen.

Alle vuilnis dat niet correct gesorteerd wordt volgens bovenstaande richtlijnen, wordt als restafval aanzien en als zodanig gefactureerd.

 

 

Vaten, bakken, mobiele tapinstallaties

• In het dranklokaal plaatst de huurder volgens instructie van de concessionaris de door de huurder gebruikte mobiele tap, de lege en volle vaten, de gesorteerde lege en volle bakken. In de aan de huurder toegewezen frigo staan alleen nog volle flessen, de huurder maakt hiervan een eindstock op en overhandigt dit aan de concessionaris van het café van CC de Meent.

 

Grote zaal als feestzaal, Foyer CC de Meent, Kleine foyer de Springveer

• Rechthoekige tafels afwassen + drogen + opplooien en achteraan in de Grote zaal op de voorziene rolwagens plaatsen.

• Ronde tafels afwassen + drogen, opplooien en in de bergruimte van de Foyer plaatsen. Tenzij anders afgesproken met de zaalverantwoordelijke.

• Rode stoelen stapelen en in bergruimte van Foyer en grote zaal plaatsen. Andere stoelen kuisen, stapelen en achteraan in Grote zaal plaatsen. Tenzij anders afgesproken met de zaalverantwoordelijke.

• Tentoonstellingspanelen in hun rolcontainers terugplaatsen en in bergruimte achter de Grote zaal opbergen

• Alle vuilnisbakken legen

• Ronde bartafels afwassen

• Podium indien gebruikt volledig ontruimen en uitborstelen

• Zaal volledig uitborstelen

 

Grote zaal als theaterzaal

•Tribune volledig opruimen. U krijgt ze netjes, u geeft ze netjes terug. Eventueel moet u ze stofzuigen.

• Podium volledig ontruimen en uitborstelen

• Loges volledig ontruimen en uitborstelen

• Bar

• Alle glazen, kopjes en bordjes afwassen, drogen en op hun plaats zetten

• Tafels en toog afwassen

• Zaal volledig uitborstelen

 

Van Wilderodezaal – cursuslokaal

• Tafels en stoelen netjes maken en terugplaatsen zoals aangeduid op het zaalplannetje.

• Zaal volledig uitborstelen

 

Toog/Foyer CC de Meent

• Alle glazen, kopjes en bordjes afwassen, afdrogen en op hun plaats zetten.

Alle tafels en stoelen netjes maken en terugplaatsen.

Toog afwassen

Foyer volledig uitborstelen

 

Vestiaire

• U zet de kapstokken op volgorde en kijkt na of alle nummerplaatjes op de juiste plaats aanwezig zijn.

 

Sanitair

• U laat deze plaats netjes achter: alle wc’s zijn doorgespoeld en functioneren naar behoren, alle lavabo’s zijn leeg, er ligt niets meer op de grond en de vuilnisbakken zijn leeg. Bij probleem verwittigt u de zaalverantwoordelijke.

 

 

Financiële afspraken

 

27. De waarborg zal terugbetaald worden binnen de zes weken na vaststelling :

- dat al het gebruikte materiaal terug op zijn plaats werd gebracht

- dat er geen schade werd aangericht

- dat de eindafrekeningen werden vereffend.

 

28. Als de schade het bedrag van de waarborg overschrijdt, verbindt de huurder er zich toe deze schade onmiddellijk en volledig te vergoeden.

 

29. Elke  verandering of bijkomende toezegging na het opstellen van de factuur wordt geparafeerd door beide partijen. Bij de eindafrekening krijgt u hiervan de aanrekening.

 

30. Alle schikkingen, niet voorzien in dit reglement, worden getroffen door de cultuurfunctionaris, in overleg met de gebruikers. Ook suggesties, klachten en geschillen kunnen ten allen tijde aan de bevoegde ambtenaar of zijn vertegenwoordiger gesignaleerd worden. (Congres- en cultuurcentrum de Meent, t.a.v. de cultuurfunctionaris, Gemeenveldstraat 34, 1652 Alsemberg-Beersel, tel. 02/359 16 00, info@demeent.be).

 

2.2. De gebruikscategorieën voor occasioneel gebruik.

Artikel 4. Uitsluitend volgende personen, verenigingen of instellingen mogen gebruik maken van de CC de Meent. Deze gebruikers kunnen onderverdeeld worden in volgende categorieën :

 

- Categorie A : Alle  handelsvennootschappen, onderwijsinstellingen van buiten de gemeente, verenigingen of privépersonen die niet onder B of C vallen.

 

- Categorie B: Fysieke personen uit Beersel, ondernemingen uit Beersel en politieke partijen met zetel in Beersel voor een lokale activiteit

 

- Categorie C:

-Verenigingen met zetel in Beersel aangesloten bij een Beerselse adviesraad of erkend door de gemeenteraad

-Onderwijsinstellingen en DKO met zetel in Beersel

-Kinderopvang en kinderkribbe met overeenkomst met gemeente Beersel

 

Uitzonderingen

§1. Mits toestemming van het schepencollege geldt er voor basisscholen vrijstelling van gebruiksvergoeding voor:

- strikt pedagogische activiteiten

- het gebruik van de eigen schoolinfrastructuur, ook door de ouderverenigingen.

§2. Op voorstel van het schepencollege kunnen activiteiten met een promotioneel karakter voor de gemeente Beersel, vrijstelling van gebruiksvergoeding krijgen.

§3. Zaalverhuur aan Rode Kruis voor Bloedgiften is steeds gratis.

§4. Bij het gratis ter beschikking stellen van infrastructuur is het gratis zijn van een activiteit een basisvoorwaarde. Voor adviesraden en scholen die betalende activiteiten met winstoogmerk inrichten wordt gunsttarief C toegepast.

 

Activiteiten met een openbaar karakter, d.w.z. toegankelijk zijn voor het publiek, moeten

Nederlandstalig zijn. Uitsluitend het Nederlands wordt gebruikt in de interne en externe communicatie rond de activiteit naar leden, publiek en pers. Enkel het Nederlands wordt als voertaal gebruikt tijdens de activiteiten. Gemotiveerde afwijkingen bvb. in het kader van internationale congressen, wedstrijden e.d., worden exclusief behandeld door het schepencollege.

 

2.3. Tarieven.

Artikel 5. De Meent kan door voornoemde gebruikerscategorieën occasioneel gebruikt worden mits toepassing van volgende tarieven :

 

Categorie A : gewoon tarief.

Categorie B : gunsttarief 1: 1/3 van het gewone tarief.

Categorie C : gunsttarief 2: 1/5 van het gewone tarief.

 

Opmerking: Elke gebruiker van categorie C kan slechts 2 weekends per jaar genieten van het gunsttarief  2(*). Supplementair gebruik zal aangerekend worden volgens gunsttarief 1. Elke gebruiker van categorie C kan 4 keer gebruik per jaar genieten van het gunsttarief 2 voor voorstellingen, concerten op weekdagen. Supplementair gebruik zal aangerekend worden volgens gunsttarief 1. Voorgaande voordelen zijn niet cumuleerbaar.

 

 

Artikel 6. Voor De Meent wordt de gebruiksvergoeding per dag in het gewoon tarief als volgt vastgesteld :

 

a)- schouwburg (met foyer als doorgang):€ 1190

- foyer CC de Meent(**): € 468

- toog (**): € 316

- totaal nieuw complex (excl. A. Van Wilderodezaal en keuken): € 1885

- keuken:€ 316

 

b)- A. Van Wilderodezaal:€ 468

- kleine foyer De Springveer(glazenwandruimte+ klein podium): € 316

- cursuslokaal op -1: € 316

 

c) Repetitie op weekdag in schouwburg of foyer zonder bijstand van een personeelslid (met zaalverlichting = geen spots, geen decorwissels aan trekken) – huurder betreedt en verlaat het gebouw via ingang -1: € 55

 

(*) weekdagen: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag tot 18 uur

weekend: vrijdag vanaf 18 uur, zaterdag, verhuring op zondag tot 19 uur.

Wettelijke feestdagen worden gelijkgesteld met weekend. De dag voor een feestdag geldt vanaf 18 uur als weekend.

(**) Afzonderlijk afhuren van de foyer met of zonder toog mag het gebruik van de schouwburg niet hypothekeren. Toezegging van afzonderlijke huur van voornoemde lokalen zal pas in laatste instantie gebeuren, nl. wanneer met zekerheid kan gesteld worden dat de schouwburg niet zal gebruikt worden.

 

Een huurder vallend onder gebruikscategorie C kan het podium van de grote zaal in CC de Meent per weekblok afhuren, en dit voor maximaal 2 weekblokken per jaar.

Huur per weekblok houdt in: het podium is de hele periode verhuurd aan de huurder; tijdens repetities omvat de huur ook de grote zaal; tijdens voorstellingen omvat de huur de grote zaal + de foyer + de bar.

Een weekblok kan beginnen op maandag of op woensdag en loopt tot en met zondag 19 u.

Huurders betalen € 1056 voor een weekblok van maandag tot zondag. Begint het weekblok op woensdag, dan betalen ze € 942

Het aantal repetities of optredens binnen een weekblok zal de huurprijs niet beïnvloeden.

 

2.4 Diensten: het ter beschikking gesteld personeel van het cultuurcentrum

Artikel 7. In de gebruiksvergoeding per dag is 1 technieker inbegrepen die advies geeft en permanentie doet gedurende maximaal 8 werkuren voor middernacht. Bijkomende technische ondersteuning wordt vergoed tegen het gebruikelijke tarief.

De aanwezigheid van de technisch medewerkers is verplicht, tenzij men de expliciete vrijstelling heeft van de cultuurfunctionaris, bijvoorbeeld bij decoropbouw zonder spots en gebruik van de trekkenwanden, foyer- en baropbouw, repetitie met zaallicht, vergadering, cursus.

Naargelang de omvang van de activiteit, zullen er tot maximum 2 techniekers aanwezig zijn.

De bediening van de apparatuur van Cultuurcentrum de Meent:  MH3 geluidstafel, de CHAMSYS-lichttafel, de filmprojector, de Movingheads en de trekkenwand gebeurt uitsluitend door het personeel van het cultuurcentrum.

Cultuurcentrum de Meent  beschikt over een ploeg professionele theatertechnici die steeds haar beste beentje voorzet om de activiteit te laten slagen. De technici zijn ten alle tijden bereid om te helpen waar nodig. Ze kunnen echter in geen geval beschouwd worden als extra werkkracht of om tekortkomingen in de organisatie op te vangen. Ondanks de hectische omstandigheden waarin de voorbereiding van een evenement kan plaatsvinden, hebben de technici recht op minimum twee pauzes van een half uur en wel tussen 12.00 uur en 13.00 uur en tussen 17.00 uur en 18.00 uur.

 

Na toestemming van de cultuurfunctionaris kan de huurder uitzonderlijk schouwburg, foyer of vergaderlokaal gebruiken zonder technieker. De huurder is volledig aansprakelijk voor al wat er met het gebouw en de inboedel kan gebeuren én is verantwoordelijk voor de bewaking van de lokalen. Na afloop van de activiteit dient de huurder alles netjes op te ruimen, de verwarming af te zetten, de lichten te doven en alle deuren slotvast te maken conform de instructies van het personeel van Cultuurcentrum de Meent.

 

2.5. Andere kosten

Artikel 8 De andere kosten uit het bestaande reglement worden aangerekend als de huurder er gebruik van maakt, zonder onderscheid van de gebruikerscategorieën.

 

Aanrekening door gemeentebestuur Beersel :

Verplicht inhuren van maximaal 2 technische medewerkers: na de in de gebruiksvergoeding per dag inbegrepen maximaal 8 techniekerwerkuren voor middernacht: € 15/uur/technieker.

Indien de organisator om meer dan de door het cultuurcentrum voorziene techniekers verzoekt (3 of meer), dient hij hiervoor steeds een supplement van € 15/technieker/uur te betalen.

Van middernacht tot 01.00u komt er bovenop de normale vergoeding een supplement van €15/uur/technieker.

Als de techniekers later dan 01.00u in de morgen aanwezig dienen te zijn, wordt er bovenop de normale vergoeding een vergoeding van € 25/technieker/uur aangerekend.

De aanrekening van de werkuren gebeurt op basis van reële prestaties.

 

• Materiaal/diensten geplaatst door het personeel van Cultuurcentrum de Meent:

- Verwijderen balletvloer: € 150

- Omdraaien balletvloer (naar witte kant) op podium: €150

- groot lichtplan (indien de voorstelling van die aard is dat de basisopstelling dient te worden gewijzigd zal hier steeds een extra technieker worden voorzien. De tijd die hiervoor nodig is, valt binnen de duur van de zaalhuur): € 200

- Inschuiven tribune: € 100

- ¾ vleugelpiano: 110 (stemming inbegrepen)

- Vuilniszakken restafval à 3 euro per vuilniszak van max. 75l

- Blauwe PMD-zakken à 2 euro per blauwe zak.

- Parkingstewards vanaf 400 bezoekers, zie artikel 3.6

- Podium in foyer + geluidsversterking: € 200

- Ticketverkoop door Cultuurcentrum de Meent:  onlinebetalingskosten: 3% van de totale ticketomzet. Dit bedrag wordt voor categorie A en B afgetrokken van de doorstorting ticketverkoop door vzw de Meent

 

• Slecht opkuisen van de gebruikte lokalen: ten minste 50% van de waarborg ingehouden.

• Nalatigheid (sleutels verloren, lichten laten branden, nalaten verwarming uit te draaien,): € 50.

• Het niet of incorrect afsluiten van de buitendeuren/nooduitgangen van het cultuurcentrum: € 50.

 

Aanrekening door Technische uitvoeringsdiensten van gemeente Beersel:

• Meubilair en materiaal niet voorhanden in CC de Meent, zie Uitlenen gemeentemateriaal voor feesten en evenementen.

 

Aanrekening door vwz de Meent:

• Vuilniszakken restafval à 2 euro per vuilniszak van max. 75l

• Parkingstewards vanaf 400 bezoekers, zie artikel 3.6

• Gebruik piano: € 110

• Ticketverkoop door Cultuurcentrum de Meent:  onlinebetalingskosten: 3% van de totale ticketomzet. Dit bedrag wordt voor categorie A en B afgetrokken van de doorstorting ticketverkoop door vzw de Meent

• Eventuele bijkomende kost voor technieker-uren.

 

Aanrekening door concessiehouder van de bar van CC de Meent:

- Eindafrekening van de verbruikte drank

- Eventuele andere diensten geleverd door de concessiehouder van de bar van CC de Meent.

 

2.5 Bijkomende voorwaarden.

 

Artikel 9.

- Op zondag kan de grote zaal van CC de Meent gehuurd worden tot 19 uur. Om 19 uur moeten alle gehuurde lokalen opgeruimd zijn en sluit de bar van de vereniging. Vanaf 19 uur staat de zaal ter beschikking van CC de Meent voor de wekelijkse filmvoorstelling.

 

- Sluitingsuur: Repetities eindigen om 23 uur. Alle activiteiten in gemeentelijke culturele infrastructuur dienen om 24.00 uur te eindigen.

 

Organisatoren van bals, dansfeesten, e.d. die organiek toestemming hebben mogen na 24.00 uur open blijven zonder evenwel het sluitingsuur en heropeningsuur vermeld in het gemeentelijk politiereglement te overschrijden. Dit sluitingsuur is 01.00 uur. Voor huwelijksfeesten en andere privéfeesten kan de burgemeester afwijkingen toestaan. Overtredingen hierop kan de burgemeester bestraffen door weigering van nieuwe verhuringen of door intrekking van bestaande huurovereenkomst.

 

Artikel 10. De gebruiksvergoeding per dag van een zaal omvat het gebruik van de zaal, de verwarming, de verlichting, het waterverbruik en het ter beschikking gestelde personeel voor maximaal 8 techniekerwerkuren voor middernacht.

 

Artikel 11. Elke onderverhuring of in huur nemen voor een andere gebruiker dan deze vermeld in de aanvraag is verboden.

Het overnachten in de gemeentelijke infrastructuur is ten strengste verboden.

 

Artikel 12. Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt vóór de 14de dag vóór de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling.

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt tijdens de laatste 14 dagen vóór de activiteit, blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling.

 

Artikel 13. Algemeen leefmilieu-, brandpreventie- en politiereglement en Vlaremwetgeving.

Het algemeen geldende leefmilieu-, brandpreventie- en politiereglement en Vlaremwetgeving moet door de gebruiker nageleefd worden en in het bijzonder op het gebied van lawaaihinder, ordeverstoring en brandpreventie.

 

Artikel 14. Buitenactiviteiten aan de inkom en directe omgeving kunnen pas na overleg met de cultuurfunctionaris en na goedkeuring van het college. Vuurkorven, eetstanden en vergelijkbare activiteiten kunnen in geen geval aan de inkom van CC de Meent. Aangebrachte buitenversieringen, publiciteit,.. mogen in geen enkel geval schade aanbrengen aan het gebouw of de toegang tot het gebouw.

 

3. SANCTIES.

Artikel 15. a) Wie artikel 11 van dit reglement (onderverhuring of huren voor een andere vereniging) overtreedt zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het College van Burgemeester en Schepenen zal de schadeloosstelling bepalen;

b) Wie de voorwaarden van artikel 9 (sluitingsuur) van dit reglement niet nakomt zal een bijkomende vergoeding betalen van € 144.

 

Artikel 16. Voor alle aangerichte schade of indien de waarborgsom niet volstaat om de kosten ten laste van de aanvrager/huurder te dekken zal het College alle rechtsmiddelen aanwenden om de nog verschuldigde sommen in te vorderen.

 

Artikel 17. Wordt bedrieglijk verzwegen schade vastgesteld na een activiteit in een feestzaal of tent dan zal de vereniging of particuliere gebruiker gedurende 3 jaar uitgesloten worden van elke reservering.

 

4. SLOT-EN OVERGANGSBEPALINGEN.

Artikel 18. Het cultuurcentrum is, behoudens initiatieven van gemeentebestuur Beersel, gesloten: 1 week in de paasvakantie inclusief het paasweekend,  de laatste 2 weken van juli en de eerste 2 weken van augustus en van 24 december tot en met 1 januari.

 

Artikel 19. Alle niet-voorziene gevallen worden geregeld door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 20. De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen te allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

 

Artikel 21. Alle niet-voorziene gevallen worden geregeld door het college van Burgemeester en schepenen. Het college behoudt zich het recht voor in gevallen van overmacht of in onvoorziene omstandigheden waarbij het AGB Beersel zelf over de accommodatie dient te beschikken van ambstwege over te gaan tot de ontbinding van de lopende overeenkomsten zonder enig recht van schadevergoeding door de gebruiker.

 

 

Artikel 22. Deze beraadslaging zal voor kennisneming worden overgemaakt aan de Hogere Overheid.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Tariefreglement materiële dienstverlening. Herziening van het raadsbesluit van 27 februari 2019.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

Het decreet Lokaal Cultuurbeleid van 6 juli 2012;

 

Artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 27 februari 2019 houdende vaststelling van het tariefreglement voor het gebruik van materiële dienstverlening.

 

Bij het organiseren van activiteiten en evenementen door sport-, jeugd- en socio culturele verenigingen hebben zij vaak nood aan divers materiaal.

 

Aangezien de privé-sector er meestal niet in slaagt om op een afdoende wijze dit materiaal te voorzien, is er hier een taak weggelegd voor de gemeente.

De gemeente beschikt over dergelijk materiaal en bijgevolg kan zij dit ook op een objectieve en rationele manier ter beschikking stellen van de bevolking, rekening houdend met het non-discriminatieprincipe opgenomen in het cultuurpact.

 

Het is verantwoord om voor het gebruik van dit materiaal een redelijke prijs aan te rekenen.

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

De erkenningsmodaliteiten van de gemeentelijke Beerselse adviesraden:

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het tariefreglement voor het gebruik van materiële dienstverlening van 27 februari 2019 te wijzigen en als volgt vast te stellen:

 

I. ALGEMENE BEPALINGEN

 

Artikel 1:

Het ter beschikking stellen van materialen en diensten voor sport, cultuur en jeugd wordt door de gemeente geregeld als een openbare dienst.

De betrokken goederen behoren tot het openbare domein.

Onderhavig reglement bepaalt de tarieven en de voorwaarden waaraan die materialen ter beschikking worden gesteld evenals de personen en groeperingen die daarvoor in aanmerking kunnen komen.

 

Artikel 2:

Alle in dit besluit opgenomen tarieven zijn niet van toepassing voor activiteiten georganiseerd door de gemeente, haar adviesraden en comités, in overleg met of op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen, met uitzondering echter voor wat betreft het gebruik van de kadertent (zie artikel 16).

 

Artikel 3:

De aanvragen om gebruik te maken van materiële dienstverlening moeten ingediend worden via het formulier (e-loket) op de website minstens 2 en maximum 12 maanden voor de datum van de geplande activiteit.

 

II. MATERIËLE DIENSTEN

 

1. Uitleendienst

1.1. Overzicht materialen

Artikel 4:

De volgende materiële diensten kunnen, zo beschikbaar, aan de gebruikers uitgeleend worden:

a)tafels en stoelen;

b)receptietafels;

c)nadarafsluitingen;

d)herasafsluitingen;

e)tentoonstellingspanelen;

f)podium;

g)tafelgerei;

h)stemhokjes en stembussen

 

1.2. De gebruikerscategorieën

Artikel 5:

Uitsluitend volgende personen, verenigingen en vennootschappen mogen gebruik maken van de materiële dienstverlening:

 

Categorie A:

Alle handelsvennootschappen, onderwijsinstellingen van buiten de gemeente, verenigingen die niet onder B of C vallen;

 

Categorie B:

-Politieke partijen met zetel in Beersel voor een lokale activiteit;

-Ondernemingen uit Beersel

-Inwoners van de gemeente Beersel kunnen, enkel voor gebruik in gemeentelijke lokalen,

gebruik maken van de dienstverlening zoals bepaald in artikel 3 en 4;

 

Categorie C:

-Verenigingen met zetel in Beersel, aangesloten bij een Beerselse adviesraad of erkend door de

gemeenteraad

-Secundaire onderwijsinstellingen en DKO met zetel in Beersel

-Kinderopvang en kinderkribbe met overeenkomst met gemeente Beersel

-Inwoners van de gemeente Beersel kunnen bij het inrichten van wijkfeesten, aangemeld

als Buurtcultuur, gebruik maken van de dienstverlening zoals bepaald in artikel 3 en 4;

 

Uitzonderingen:

§1. Voor basisscholen geldt er vrijstelling van gebruiksvergoeding.

§2. Op voorstel van het schepencollege kunnen activiteiten met promotioneel karakter voor de

gemeente Beersel, vrijstelling van gebruiksvergoeding krijgen.

§3. Bij het gratis ter beschikking stellen van materiaal is het gratis zijn van een activiteit een

basisvoorwaarde. Voor adviesraden die betalende activiteiten met winstoogmerk inrichten wordt gunsttarief C toegepast.

§4. Voor jaarmarktcomités geldt vrijstelling van gebruiksvergoeding tijdens de jaarmarkt.

§5. Andere organisatoren van festiviteiten op het grondgebied van Beersel kunnen nadars, die

noodzakelijk zijn om de veiligheid te waarborgen, huren.

§6. De mogelijkheid bestaat dit materiaal tevens uit te lenen aan andere gemeenten of verenigingen

van andere gemeenten zo het hier een wederdienst betreft voor verkregen diensten van deze laatsten.

 

Opmerking: Activiteiten met een openbaar karakter, d.w.z. toegankelijk zijn voor het publiek, moeten Nederlandstalig zijn. Uitsluitend het Nederlands wordt gebruikt in de interne en externe communicatie rond de activiteit naar leden, publiek, pers. Enkel het Nederlands wordt als voertaal gebruikt tijdens de activiteiten.

Gemotiveerde afwijkingen bvb. in het kader van internationale congressen, wedstrijden, e.d., worden exclusief behandeld door het schepencollege.

 

1.3. De tarieven

Artikel 6:

De gebruiksvergoeding wordt vastgesteld als volgt:

 

categorie A: Basistarief

categorie B: Gunsttarief 1/3

categorie C: Gunsttarief 1/5

 

Basistarief (A):

a)Uitlenen van tafels – receptietafels: € 8,25 per stuk;

b)Uitlenen van stoelen: € 2,75 per stuk;

c)Uitlenen van tentoonstellingspanelen: € 8,25 per paneel;

d)Uitlenen van podium

Aluminium podium: € 33,00 per element;

Houten podium: € 33,00 per element;

e)Uitlenen van nadarafsluitingen: € 8,25 per element;

f)Uitlenen herasafsluitingen: € 8,25 per element;

Opmerking : De nadar- en herasafsluitingen die uit veiligheidsoverwegingen en/of overeenkomstig de reglementen van de wielerfederaties dienen geplaatst, worden gratis ter beschikking gesteld door het gemeentebestuur;

g)Uitlenen van tafelgerei (borden, kopjes, bestek, glazen en dgl.): uitsluitend voor gebruik in de                             gemeentelijke zalen opgenomen in de tarieven.

Per werkdag of weekend (vanaf vrijdag), met minimum van het aantal stuks per kist:

€ 0,55 per stuk;

h)Uitlenen van waterkaraffen (kraantjeswater): gratis

i)Uitlenen van stemhokjes en stembussen

Belgische of internationale bedrijven met een vestigingsadres in Beersel kunnen, enkel voor hun sociale verkiezingen, gebruik maken van stemhokjes en stembussen van de gemeente:

€ 11,00 euro.

 

Huurders uit categorie A en B betalen een waarborg van € 250,00.

Bij gebrekkig onderhoud: € 110,00 inhouding op waarborg.

 

Artikel 7:

Het vervoeren van tafels, receptietafels, stoelen, tentoonstellingspanelen, podium, nadarafsluitingen en herasafsluitingen gebeurt steeds door de gemeentediensten. Hiervoor wordt een forfait geteld van € 55,00. Indien tafelgerei of stemhokjes en stembussen moeten geleverd worden, dan wordt hiervoor eveneens het forfait van € 55,00 aangerekend.

Vervoer buiten de gemeente: forfait + € 1,10 per kilometer (vanaf loods Huizingen).

 

1.4. Betalingswijze van de gebruiksvergoeding

Artikel 8:

Alle gebruikerscategorieën zoals hierboven vermeld dienen minstens veertien dagen voor de geplande activiteit de gebruiksvergoeding te betalen door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel.

 

Artikel 9:

De borgsom van € 250,00, geldend voor categorie A en B, dient veertien dagen voor de activiteit gestort te worden op de rekening van de gemeente.

Deze borgsom zal uiterlijk 6 weken na de activiteit teruggestort worden mits afhouding van de kosten van de aangerichte schade.

 

1.5. Bijkomende voorwaarden

Artikel 10:

De uitleentermijn van dit materiaal bedraagt maximaal 3 opeenvolgende dagen.

 

Artikel 11:

Het transport van tafels en stoelen kan niet afzonderlijk aangerekend worden indien deze benodigdheden als normale voorzieningen worden beschouwd in een feestzaal van de gemeente.

 

Artikel 12:

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt vóór de 14de dag vóór de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling. Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt tijdens de laatste 14 dagen vóór de activiteit, blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling.

 

Artikel 13:

Elke onderverhuring of in huur nemen van materiaal voor een andere gebruiker dan de aanvrager vermeld in de aanvraag, is verboden.

 

Artikel 14:

Wie artikel 13 overtreedt, zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het College van Burgemeester en Schepenen zal de schadeloosstelling bepalen.

 

2. Aluminium kadertent

 

2.1. Technische bepalingen

Artikel 15:

De technische specificaties van de kadertent kunnen als volgt worden omschreven:

-lengte : 30 meter

-breedte : 10 meter

-hoogte : 2,40 meter (dakgoot) en 4,40 meter (nok)

-profiel : aluminium kader

-zeil : geplastificeerd polyester onbrandbaar doek

-opening : systeem met ringen en lussen aan alle zijkanten

-vloer : houten panelen

 

2.2. Gebruikerscategorieën

Artikel 16:

De kadertent wordt op initiatief van het Schepencollege kosteloos geplaatst op gemeentelijke activiteiten (jaarmarkten, jumelagefeesten, Kasteelfeesten, …).

 

Daarnaast kunnen volgende gebruikerscategorieën, mits betaling van de huurprijs, één weekend per jaar gebruik maken van de kadertent:

 

a)Organisators van wijkfeesten en kermissen erkend door het Schepencollege;

b)Gemeentelijke adviesraden van Beersel;

c)Erkende Beerselse verenigingen met zetel in Beersel met uitzondering van deskundigen en

van de instellingen met professionele werking.

 

Artikel 17:

Met andere gemeenten en de Provincie Vlaams-Brabant kan het Schepencollege akkoorden sluiten tot het wederzijds gebruiken aan dezelfde voorwaarden van mekaars kadertent.

 

2.3. De tarieven

Artikel 18:

De huurprijs van de aluminium kadertent bedraagt € 935,00 inclusief vloer, basisverlichting van 6 TL-armaturen, noodverlichting, pictogrammen, 1 brandblusser schuim en 1 brandblusser CO2.

 

Artikel 19:

De gebruiker is verplicht een verzekering van 7 dagen “alle risico’s” af te sluiten gedurende de uitleenperiode. Hiertoe kan de aanvrager:

-intekenen op de gemeentelijke polis : € 248,00 (exclusief vloer)

€ 250,00 (inclusief vloer)

-een verzekering afsluiten bij een verzekeringsmaatschappij naar keuze op voorwaarde dat de               waarborgen minstens gelijk zijn aan deze van de gemeentelijke polis;

Het contract dient te worden voorgelegd bij levering van de kadertent.

 

2.4. Betalingswijze van de gebruiksvergoeding

Artikel 20:

Alle gebruikerscategorieën zoals hierboven vermeld dienen minstens één maand voor de geplande activiteit de gebruikersvergoeding te betalen door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel.

In uitzonderlijke omstandigheden kan het Schepencollege de aanvrager toestemming verlenen om de gebruiksvergoeding binnen een termijn van 2 weken na de geplande activiteit te betalen.

 

Artikel 21:

De borgsom van € 600,00 dient één maand voor de activiteit gestort te worden op de rekening van de gemeente.

De borgsom zal uiterlijk 6 weken na de activiteit teruggestort worden mits afhouding van de kosten van de aangerichte schade.

 

2.5. Bijkomende voorwaarden

Artikel 22:

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt vóór de 14de dag vóór de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling.

 

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt tijdens de laatste 14 dagen vóór de activiteit, blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling.

 

Artikel 23:

Elke onderverhuring of in huur nemen van de tent voor een andere gebruiker dan de aanvrager vermeld in de aanvraag, is verboden.

 

Artikel 24:

Wie artikel 24 overtreedt zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het College van Burgemeester en Schepenen zal de schadeloosstelling bepalen.

 

Artikel 25:

De kadertent kan enkel gehuurd worden voor activiteiten die plaatsvinden op het grondgebied van de gemeente Beersel met uitzondering van artikel 17.

 

Artikel 26:

De kadertent wordt niet verhuurd in de maanden januari, februari, juli, augustus en december.

 

Artikel 27:

Het opstellen en afbreken van de kadertent gebeurt steeds op een werkdag tijdens de diensturen.

De aanvrager stelt 2 personen ter beschikking die de personeelsleden van de gemeente helpen bij het in- en uitladen van de plankenvloer van de kadertent.

 

Bij regenweer helpen voornoemde personen tevens met het ophangen van de zeilen in de gemeentelijke loods zodat deze kunnen drogen alvorens op te bergen.

De namen van de aangestelde personen dienen vermeld te worden op het aanvraagformulier.

Indien de voorwaarden van onderhavig artikel bij het opstellen van de kadertent niet worden nageleefd, dan zal de kadertent niet worden opgesteld. Indien de voorwaarden van dit artikel bij het afbreken van de kadertent niet worden nageleefd, dan blijft de waarborgsom eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling én wordt de vereniging voor het volgende kalenderjaar uitgesloten voor reservering van de kadertent.

 

III. SANCTIES

 

Artikel 28:

Voor alle aangerichte schade of indien de waarborgsom niet volstaat om de kosten ten laste van de aanvrager/huurder te dekken zal het College alle rechtsmiddelen aanwenden om de nog verschuldigde sommen in te vorderen.

 

Artikel 29:

Wordt bedrieglijk verzwegen schade vastgesteld na de activiteit aan het materiaal of kadertent, dan zal de aanvrager gedurende 5 jaar uitgesloten worden van elke reservering.

 

IV. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 30:

De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen ten allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

 

Artikel 31:

In geval van overmacht kan de gemeente deze overeenkomst zonder enige vorm van schadevergoeding opzeggen.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de bevolking

website

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Tariefreglement technisch materiaal. Herziening van het raadsbesluit van 27 februari 2019.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Cultuurpactdecreet van 28 januari 1974;

 

Het decreet Lokaal Cultuurbeleid van 6 juli 2012;

 

Artikel 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.

 

                      Feitelijke motivering:

Het raadsbesluit van 27 februari 2019 houdende vaststelling van het tariefreglement voor het gebruik van technisch materiaal.

 

Bij het organiseren van activiteiten en evenementen door sport-, jeugd- en socio culturele verenigingen hebben zij vaak nood aan divers technisch materiaal.

 

Aangezien de privé-sector er meestal niet in slaagt om op een afdoende wijze dit materiaal te voorzien, is er hier een taak weggelegd voor de gemeente.

De gemeente beschikt over dergelijk materiaal en bijgevolg kan zij dit ook op een objectieve en rationele manier ter beschikking stellen van de bevolking, rekening houdend met het non-discriminatieprincipe opgenomen in het cultuurpact.

 

Het is verantwoord om voor dit gebruik van technisch materiaal een redelijke prijs aan te rekenen.

De tarieven werden de laatste jaren niet aangepast. Het is billijk dat de tarieven worden afgestemd op de gezondheidsindex.

 

De erkenningsmodaliteiten van de gemeentelijke Beerselse adviesraden:

 

Het gunstig advies van de werkgroep subsidiëring dd. 28 november 2019.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het tariefreglement voor het gebruik van technisch materiaal van 27 februari 2019 te wijzigen en als volgt vast te stellen:

 

Tarieven voor het gebruik van technisch materiaal

 

I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1:

Het ter beschikking stellen van technische materialen en diensten voor sport, cultuur en jeugd wordt door de gemeente geregeld als een openbare dienst.

De betrokken goederen behoren tot het openbare domein.

Onderhavig reglement bepaalt de tarieven en de voorwaarden waaraan die materialen ter beschikking worden gesteld evenals de personen en groeperingen die daarvoor in aanmerking kunnen komen.

 

Artikel 2:

Alle in dit besluit opgenomen tarieven zijn niet van toepassing voor activiteiten georganiseerd door de gemeente, haar adviesraden en comités, in overleg met of op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Artikel 3:

De aanvragen om gebruik te maken van materiële dienstverlening moeten ingediend worden via het formulier (e-loket) op de website minstens 2 en maximum 12 maanden vóór de datum van de geplande activiteit.

 

II. MATERIËLE DIENSTEN

 

1.1. Overzicht materialen

Artikel 4:

De volgende materiële diensten kunnen, zo beschikbaar, aan de gebruikers uitgeleend worden:

a)verlengkabels;

b)verlichting;

c)noodverlichting;

d)verdeelkasten;

e)voedingskabels;

f)brandblussers;

g)waterslang op haspel;

h)standpijp, brandslangen en koppelingen

i)beschermmatten voor elektrische kabels (90 cm)

j)rijplaten 1000 x 2000 x 15 mm

 

1.2. De gebruikerscategorieën

Artikel 5:

Uitsluitend volgende personen, verenigingen en vennootschappen mogen gebruik maken van de materiële dienstverlening:

 

Categorie A:

Alle handelsvennootschappen, onderwijsinstellingen van buiten de gemeente, verenigingen die niet onder B of C vallen;

 

Categorie B:

-Politieke partijen met zetel in Beersel voor een lokale activiteit;

-Ondernemingen uit Beersel;

-Inwoners van de gemeente Beersel kunnen, enkel voor gebruik in gemeentelijke

lokalen, gebruik maken van de dienstverlening zoals bepaald in artikel 3 en 4;

 

Categorie C:

-Verenigingen met zetel in Beersel, aangesloten bij een Beerselse adviesraad of erkend door de

gemeenteraad

-Secundaire onderwijsinstellingen en DKO met zetel in Beersel

-Kinderopvang en kinderkribbe met overeenkomst met gemeente Beersel

 

-Inwoners van de gemeente Beersel kunnen bij het inrichten van wijkfeesten, aangemeld

als Buurtcultuur, gebruik maken van de dienstverlening zoals bepaald in artikel 3 en 4;

 

Uitzonderingen:

§1.Voor basisscholen geldt er vrijstelling van gebruiksvergoeding.

§2.Op voorstel van het schepencollege kunnen activiteiten met promotioneel karakter

voor de gemeente Beersel, vrijstelling van gebruiksvergoeding krijgen.

§3.Bij het gratis ter beschikking stellen van materiaal is het gratis zijn van een activiteit

een basisvoorwaarde. Voor adviesraden die betalende activiteiten met

winstoogmerk inrichten wordt gunsttarief C toegepast.

§4.Voor jaarmarktcomités geldt vrijstelling van gebruiksvergoeding tijdens de

jaarmarkt.

§5.Andere organisatoren van festiviteiten op het grondgebied van Beersel kunnen

nadars, die noodzakelijk zijn om de veiligheid te waarborgen, huren.

§6. De mogelijkheid bestaat dit materiaal tevens uit te lenen aan andere gemeenten of

verenigingen van andere gemeenten zo het hier een wederdienst betreft voor

verkregen diensten van deze laatsten.

 

Opmerking: Activiteiten met een openbaar karakter, d.w.z. toegankelijk zijn voor het publiek, moeten Nederlandstalig zijn. Uitsluitend het Nederlands wordt gebruikt in de interne en externe communicatie rond de activiteit naar leden, publiek, pers. Enkel het Nederlands wordt als voertaal gebruikt tijdens de activiteiten. Gemotiveerde afwijkingen bvb. in het kader van internationale congressen, wedstrijden, e.d., worden exclusief behandeld door het schepencollege.

 

1.3. De tarieven

Artikel 6:

De gebruiksvergoeding wordt vastgesteld als volgt:

 

categorie A: Basistarief

categorie B: Gunsttarief 1/3

categorie C: Gunsttarief 1/5

 

Basistarief (A):

a)Verlengkabel 1,50 mm² kort: € 5,50 per stuk ;

b)Verlengkabel 1,50 mm² 12,5 m : € 11,00 per stuk ;

c)Verlengkabel 1,50 mm² 25 m : € 22,00 per stuk ;

d)Verlengkabel 1,50 mm² 50 m : € 33,00 per stuk ;

e)Verlengkabel 1,50 mm² 100 m : € 55,00 per stuk ;

f)Verlengkabel 1,50 mm² - 25m stekker ♂zwart - ♀blauw: € 28,00 per stuk;

g)Verlengkabel 1,50 mm² - 25m stekker ♀blauw - ♀blauw: € 28,00 per stuk;

h)Halogeenstraler 150 W : € 55,00 per stuk ;

i)Halogeenstraler 500 W : € 72,00 per stuk ;

j)Halogeenstraler groot : € 110,00 per stuk

k)Verdeelkast op voet 63 Amp. : € 110,00 per stuk;

l)Verdeelkast op voet 125 Amp. : € 220,00 per stuk ;

m)Noodverlichting met kabel, stekker & pictogram : € 72,00 per stuk ;

n)Brandblusser schuim : € 60,00 per stuk ;

o)Brandblusser CO² : € 100,00 per stuk ;

p)Voedingskabel met stekkers 6mm² 50 m : € 110,00 per stuk ;

p)Voedingskabel met stekkers 6mm² 100 m : € 220,00 per stuk ;

q)Voedingskabel met stekkers 10 mm² 60 m : € 165,00 per stuk ;

r)Voedingskabel met stekkers 16 mm² 34 m : € 110,00 per stuk ;

s)Voedingskabel met stekkers 16 mm² 50 m : € 165,00 per stuk ;

t)Voedingskabel met stekkers 16 mm² 200 m : € 440,00 per stuk ;

u)Voedingskabel met stekkers 25 mm² 100 m : € 275,00 per stuk,

v)TL-armatuur met kap 36 W : € 28,00 per stuk;

w)Waterslang 25m op haspel : € 17,00 per stuk;

x)Standpijp : € 220,00 per stuk;

y)Brandslang 20m : € 17,00 per stuk;

z)Koppelstukken : € 6,00 per stuk;

aa)Beschermmat elektrische kabels (90 cm): € 6,00/stuk

abRijplaten 1000 x 2000 x 15 mm: € 6,00/stuk

Waarborg voor het huren van klein elektrisch materiaal: € 250,00 ;

Waarborg voor het huren van verdeelkasten en voedingskabels : € 500,00;

Waarborg voor het huren van een standpijp, brandslang en koppelstukken : € 500,00.

 

Het vervoer en de plaatsing wordt uitsluitend uitgevoerd door de technische uitvoeringsdienst. De kosten voor deze dienstverlening zijn inbegrepen in de verhuurprijs.

Bij gebrekkig onderhoud : € 110,00 inhouding op waarborg.

Vervoer buiten de gemeente: forfait € 55,00 + € 1,10 per kilometer (vanaf loods Huizingen).

 

1.4. Betalingswijze van de gebruiksvergoeding

Artikel 7:

Alle gebruikerscategorieën zoals hierboven vermeld dienen minstens veertien dagen voor de geplande activiteit de gebruiksvergoeding te betalen door overschrijving op de rekening van de gemeente Beersel.

 

Artikel 8:

De borgsom van € 250,00 of € 500,00, geldend voor categorie A en B, dient veertien dagen voor de activiteit gestort te worden op de rekening van de gemeente.

Deze borgsom zal uiterlijk 6 weken na de activiteit teruggestort worden mits afhouding van de kosten van de aangerichte schade.

 

1.5. Bijkomende voorwaarden

Artikel 9:

De uitleentermijn van dit materiaal bedraagt maximaal 3 opeenvolgende dagen.

 

Artikel 10:

Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt vóór de 14de dag vóór de activiteit, blijft de helft van de huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling. Indien de huurder de huurovereenkomst verbreekt tijdens de laatste 14 dagen vóór de activiteit, blijft de hele huurprijs eigendom van de gemeente ten titel van schadeloosstelling.

 

Artikel 11:

Elke onderverhuring of in huur nemen van materiaal voor een andere gebruiker dan de aanvrager vermeld in de aanvraag, is verboden.

 

Artikel 12:

Wie artikel 11 overtreedt, zal voor 5 jaar uitgesloten worden van iedere reservering en het College van Burgemeester en Schepenen zal de schadeloosstelling bepalen.

 

III. SANCTIES

 

Artikel 13:

Voor alle aangerichte schade of indien de waarborgsom niet volstaat om de kosten ten laste van de aanvrager/huurder te dekken zal het College alle rechtsmiddelen aanwenden om de nog verschuldigde sommen in te vorderen.

 

Artikel 14:

Wordt bedrieglijk verzwegen schade vastgesteld na de activiteit aan het elektrisch materiaal, dan zal de aanvrager gedurende 5 jaar uitgesloten worden van elke reservering.

 

IV. SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 15:

De tarieven en voorwaarden zoals bepaald in dit reglement treden in werking op 1 januari 2020. De tarieven kunnen ten allen tijde herzien worden door een beslissing van de gemeenteraad. Bij tariefwijziging krijgt de gebruiker de mogelijkheid om kosteloos te annuleren.

 

 

Artikel 16:

In geval van overmacht kan de gemeente deze overeenkomst zonder enige vorm van schadevergoeding opzeggen.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

de bevolking

website

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Ondersteuning duurzaam bouwadvies voor particulieren. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 56.

 

                      Feitelijke motivering:

Gelet op de toekenning van een provinciale subsidie aan Dialoog vzw voor de uitvoering van een aantal taken van het 'Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen', waaronder het geven van duurzaam bouwadvies aan particulieren;

 

De beslissing van de gemeenteraad van 27/01/2016 betreffende de goedkeuring om het Planadvies duurzaam bouwen gratis aan te bieden voor een particuliere woning gelegen op het grondgebied van de gemeente Beersel en hiertoe de overeenkomst met Dialoog vzw, als partner van het Provinciaal Steunpunt Duurzaam Bouwen, betreffende de ondersteuning van planadvies duurzaam bouwen, goed te keuren en te ondertekenen voor de periode 2016 tot en met 2019.

 

De samenwerkingsovereenkomst ‘Duurzaam bouwen voor particulieren’ tussen de gemeente Beersel en Dialoog vzw van 10 februari 2016, welke eindigt op 31 december 2019;

 

Dialoog vzw, als kennispartner van het 'Provinciaal Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen' geeft kwalitatief en onafhankelijk planadvies, gebaseerd op de Vlaamse Maatstaf Duurzaam Bouwen;

 

Door de financiële ondersteuning van de provincie Vlaams-Brabant is de particuliere bijdrage voor planadvies duurzaam bouwen van maximum 3 uur beperkt tot 25 euro voor een advies op basis van plannen en tot 50 euro voor een advies ter plaatse (in de woning van de bouwheer) ;

 

De gemeente kan de particuliere bijdrage van 25 en 50 euro op zich nemen en het planadvies duurzaam bouwen gratis aan haar inwoners en toekomstige inwoners aanbieden;

 

De gemeenteraad heeft in zitting van 27 mei 2014 haar goedkeuring gegeven om het Europese Burgemeestersconvenant (Convenant of Mayors) te ondertekenen. De gemeente engageert zich hiermee om de CO2-uitstoot op haar grondgebied tegen 2020 met minstens 20% te verminderen.

 

Daaropvolgend heeft de gemeenteraad in zitting van 28 oktober 2015 haar goedkeuring gegeven om het 'Klimaatplan Beersel' te ondertekenen. Het plan bevat 100 concrete acties om de CO2-uitstoot op het grondgebied van Beersel tegen 2020 met minstens 20% te verlagen, waaronder actie 29 'Gratis duurzaam bouwadvies'.

 

Het college heeft in zitting van 25 september 2019 beslist het Vlaams-Brabants klimaatengagement te ondertekenen.

 

Het is aangewezen dat Beersel een grote rol blijft spelen in het sensibiliseren van de inwoners tot duurzaam wonen en bouwen;

 

Het bijgevoegde ontwerp van overeenkomst met Dialoog vzw;

 

                      Financiering

De uitgaven worden voorzien in het financieel meerjarenplan 2020 - 2025.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het duurzaam bouwadvies gratis aan te bieden voor een particuliere woning gelegen op het grondgebied van de gemeente Beersel en hiertoe de overeenkomst met Dialoog vzw, als partner van het Provinciaal Steunpunt Duurzaam Bouwen, betreffende de ondersteuning van het duurzaam bouwadvies voor particulieren, goed te keuren en te ondertekenen voor de periode 2020 tot en met 2025.

 

Artikel 2:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Dialoog vzw

Brief

Desbetreffende gemeentelijke diensten

Mail

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Project UNIZAK: Invoering van een uniforme restafvalzak en GFT-zak in de 19 gemeenten van Intradura.  Goedkeuring deelname.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, in het bijzonder artikel 40 en 41.

 

                      Feitelijke motivering:

De gemeente Beersel is aangesloten bij Intradura die werd opgericht op 27 april 2017.

 

Intradura is een intergemeentelijke opdrachthoudende vereniging die wordt beheerst door het Decreet Lokaal Bestuur.

 

De opdrachthoudende vereniging, Intradura, is een samenwerkingsverband met beheersoverdracht, waaronder wordt verstaan het toevertrouwen door de deelnemende gemeenten aan het samenwerkingsverband van de uitvoering van de door hen genomen beslissingen in het kader van zijn doelstellingen, in die zin dat de gemeenten zich het recht ontzeggen zelfstandig of met derden dezelfde opdracht uit te voeren.

 

De gemeentelijke deelnemers beslissen over de beheersoverdracht overeenkomstig de statuten van het samenwerkingsverband.

 

De statuten, artikel 4, dat bepaalt dat de beheersoverdracht minstens de uitvoering van volgende opdrachten moet omvatten:

Preventie & Duurzaamheid;

Huis-aan-huisophaling van restafval;

Huis-aan-huisophaling van papier en karton;

Huis-aan-huisophaling van PMD;

Inzameling van glas;

Verwerking restafval;

Verwerking grofvuil;

Verwerking Fost Plus fracties (papier & karton, PMD, glas);

Samenaankoop afvalrecipiënten (zakken, glasbollen, containers, …);

 

De volgende argumentatie om in te stappen in het concept "Uniforme zak" ten voordele van de lokale besturen en de inwoners, zijnde:

          De realisatie van de OVAM-doelstellingen, beschreven in het memorandum van lntradura en in het ondernemingsplan.  Vanuit dit oogpunt is de prijszetting op 2€/zak voor een restafvalzak van 60l een minimum;

 

          ln 2021 gaat een nieuwe wetgeving van kracht (wijziging 7 van het Vlarema) die stelt dat een restafvalzak 80% recyclaat moet bevatten waarvan 50% gerecycleerde post consumer kunststoffen.  Vanaf 2025 dient de restafvalzak uit 100% recyclaat te bestaan.

Deze wetgeving zal tot gevolg hebben dat de technische specificaties van de huidige restafvalzak dient herbekeken te worden en mogelijks de kleur van de zak dient aangepast te worden naar de technische beschikbare mogelijkheden.  De voorgestelde uniforme restafvalzak beantwoordt aan deze wetgeving;

 

          lntradura verzekert een hoge kwaliteitsgraad van de uniforme zak;

 

          Kostefficiëntie ten voordele van de vennoten door toepassing van de schaalgrootte van lntradura bij de aanbesteding;

 

          ln 2021 zal de P+MD-zak uitgerold worden in het werkingsgebied waardoor er een aanzienlijke verschuiving van volume van de restafvalzak naar de P+MD-zak zal plaatsvinden.  Inwoners zullen daardoor eerder kiezen voor kleinere restafvalzakken en de inkomsten van de restafvalzak zullen dalen;

 

          De uitvoering van deze uniforme zakken zal volledig door lntradura gedragen worden en betekent een extra dienstverlening met voordelen voor de gemeente, haar inwoners alsook de verkooppunten.  En dit op vlak van bijvoorbeeld ontzorging, eenduidige en eenvoudige communicatie, schaalvoordeel en slagkracht, minder afvaltoerisme, minder stockage, meer beschikbaarheid van de verkooppunten.

 

          De uniforme zak versterkt de (h)erkenning van lntradura als referentie in een gemeenschappelijk afvalbeleid en dienstverlening.

 

Het is opportuun om de bepaling van de invoering van de prijszetting vast te leggen op het moment dat de uniforme restafval- en GFT-zak samen met de P+MD-zak gelanceerd worden, in het voorjaar 2021.

 

De vooropgestelde verkoopprijzen:

Restafvalzakken 60l: 2,00€/zak30l: 1,00€/zak15l: 0,50€/zak

GFT-zakken 60l: 1,00€/zak30l: 0,50€/zak15l: 0,25€/zak

 

Het bijgevoegd schrijven van 17 oktober 2019 waarbij Intradura de gemeente verzoekt deel te nemen aan de invoering van de uniforme restafvalzak en GFT-zak.

 

 

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad gaat akkoord met de invoering van de uniforme restafvalzak en GFT-zak samen met de lancering van de P+MD-zak in het voorjaar 2021.

 

Artikel 2:

Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Intradura

afschrift beslissing

desbetreffende gemeentelijke diensten

afschrift beslissing

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Verderzetting deelname van de gemeente aan het project 'Intergemeentelijke Natuur & Landschapsploegen' in de periode 2020-2025. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen;

 

                      Feitelijke motivering:

De gemeenteraadsbeslissing van 27 november 2013 houdende goedkeuring van de  Samenwerkingsovereenkomst 2014-2015 tussen de provincie Vlaams-Brabant, de gemeenten en Pro Natura v.z.w. in het kader van de verduurzaming van het project ‘Intergemeentelijke Natuur- & Landschapsploegen’.

 

Deze samenwerkingsovereenkomst werd verlengd voor respectievelijk 2016, 2017 en 2018-2019 en nog loopt tot 31 december 2019.

 

De provincie Vlaams-Brabant voorziet een opvolging voor deze samenwerkingsovereenkomst voor de periode 2020-2025.

 

De nieuwe samenwerkingsovereenkomst heeft algemeen de uitvoering van gemeentelijke natuurprojecten door middel van sociale tewerkstelling tot doel.

 

In deze samenwerkingsovereenkomst worden de Intergemeentelijke Natuur- en landschapsploegen als sterk instrument beschouwd voor het realiseren van een klimaatbestendig en biodivers landschap via versterking van robuuste groen-blauwe netwerken in de open ruimte en een groen-blauwe dooradering tot in de bebouwde ruimte.

 

Via deze samenwerkingsovereenkomst wordt jaarlijks een vooraf afgesproken actieprogramma uitgevoerd op basis van een gegarandeerd urenpakket;

 

De principiële collegebeslissing van 17 juli 2019 houdende verdere deelname van de gemeente aan het project ‘Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen’.

 

                      Financiering

De vereiste budgetten worden voorzien in het financieel meerjarenplan 2020-2025.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist deel te nemen aan het project ‘Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen 2020-2025’.

 

Artikel 2:

De gemeente neemt deel aan de Intergemeentelijke Natuur- en Landschapsploegen met 4.350 uren  waarbij 1450 uren = 1 VTE, met als kostprijs een maximale  bijdrage (excl. BTW) van:

34.210 euro per VTE voor 2020

35.578 euro per VTE voor 2021

37.002 euro per VTE voor 2022

38.482 euro per VTE voor 2023

40.021 euro per VTE voor 2024

41.622 euro per VTE voor 2025

 

Artikel 3:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Provinciebestuur Vlaams-Brabant

afschrift

Desbetreffende gemeentelijke diensten

afschrift

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Vernieuwen bovenbouw Emiel Debusscherstraat, Pastoriestraat en Beerselsestraat - Verrekening 1. Goedkeuring aanvullende werken.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

•                      Wettelijke motivering

De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

 

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

 

Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 38/1 (Aanvullende Werken/Leveringen/Diensten).

 

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

 

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

•                      Feitelijke motivering

Het College verleende in zitting van 15 maart 2017 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Vernieuwen bovenbouw Emiel Debusscherstraat, Pastoriestraat en Beerselsestraat” aan Wawebo - Wase Wegenbouw nv, Kluizenhof 20 te 9170 Sint-Gillis-Waas tegen het nagerekende offertebedrag van € 222.271,55 excl. btw of € 268.948,58 incl. 21% btw (Deel ten laste van de gemeente: € 209.153,73 excl. btw of € 253.076,02 incl. btw - deel ten laste van TMVW/Farys: € 13.117,82 excl. btw of € 15.872,56 incl.  btw).

 

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2016-2365.

 

Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:

 

Bijwerken

+

€ 71.492,24

Totaal excl. btw

=

€ 71.492,24

Btw

+

€ 15.013,37

TOTAAL

=

€ 86.505,61

 

Deze verrekening overschrijdt het bestelbedrag met 32,17%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu € 293.787,29 excl. btw of € 355.482,63 incl. 21% btw bedraagt.

 

Motivering voor deze verrekening:

Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:

-Leveren en plaatsen invalideboordstenen ter hoogte van voetgangersoversteken;

-Bijkomend grondwerk omdat de dikte van fundering onder de betondallen minder was dan oorspronkelijk voorzien in het bestek;

-Fundering onder lijnvormige elementen;

-Zaagsnede.

 

De leidend ambtenaar de heer Karel De Vos verleende gunstig advies.

 

•                      Financiering

De vereiste budgetten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De verrekening 1 van de opdracht “Vernieuwen bovenbouw Emiel Debusscherstraat, Pastoriestraat en Beerselsestraat” voor het totaal bedrag in meer van € 71.492,24 excl. btw of € 86.505,61 incl. 21% btw wordt goedgekeurd voor wat betreft de meeruitgaven die hieruit voortvloeien.

 

Artikel 2:

De vereiste budgetten zijn voorzien als volgt:

 

Financieel meerjarenplan

14-19 of wordt voorzien

Budgetjaar

2019-2020

Bedrag uitgave inclusief BTW:

€ 86.505,61

Actienummer

Algemene rekening

Beleidsdomein

Beleidsveld

Beleidsitem

001/024/001/001

22400007

02

0200

/

001/024/001/003

22400007

02

0200

/

 

Artikel 3:

Deze beslissing zal voor goedkeuring voorgelegd worden aan het college.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Vernieuwen bovenbouw Stationsstraat, Frans Walravensstraat, Egide Belsacklaan en Molenstraat - Verrekening 3. Goedkeuring aanvullende werken.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

•                      Wettelijke motivering

De wet van 17 juni 2016 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen.

 

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.

 

Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

 

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 38/1 (Aanvullende Werken/Leveringen/Diensten).

 

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.

 

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 40 en 41, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

•                      Feitelijke motivering

Het college van burgemeester en schepenen verleende in zitting van 15 maart 2017 goedkeuring aan de gunning van de opdracht “Vernieuwen bovenbouw Stationsstraat, Frans Walravensstraat, Egide Belsacklaan en Molenstraat” aan Wawebo - Wase Wegenbouw nv, Kluizenhof 20 te 9170 Sint-Gilis-Waas tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 490.572,94 excl. btw of € 593.593,26 incl. 21% btw (deel ten laste van de gemeente: € 461.861,93 excl. btw of € 558.852,93 incl. btw – deel ten laste van TMVW/Farys: € 28.711,01 excl. btw of € 34.740,32 incl. btw).

 

De uitvoering moet gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bestek met nr. 2016-2364.

 

Het College verleende in zitting van 27 juni 2018 goedkeuring aan verrekening 1 voor een bedrag in meer van € 87.973,89 excl. btw of € 106.448,41 incl. 21% btw.

 

Het College verleende in zitting van 27 maart 2019 goedkeuring aan verrekening 2 voor een bedrag in meer van € 43.879,33 excl. btw of € 53.093,99 incl. 21% btw.

 

Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:

 

Bijwerken

+

€ 27.948,68

Totaal excl. btw

=

€ 27.948,68

Btw

+

€ 5.869,22

TOTAAL

=

€ 33.817,90

 

Deze verrekening en de vorige reeds goedgekeurde verrekeningen overschrijden het bestelbedrag met 32,57%, waardoor het totale bestelbedrag na verrekeningen nu € 650.341,68 excl. btw of € 786.913,43 incl. 21% btw bedraagt.

 

Motivering voor deze verrekening:

Tijdens de uitvoering van de opdracht bleek dat het noodzakelijk was om volgende wijzigingen aan te brengen:

-Het leveren en plaatsen van lijnvormige elementen - overgangsboordstenen van IB naar IE (en omgekeerd);

-Bijkomend grondwerk omdat de dikte van fundering onder de betondallen minder was dan oorspronkelijk voorzien in het bestek;

-Fundering onder lijnvormige elementen;

-Zaagsnede.

 

De leidend ambtenaar de heer Karel De Vos verleende gunstig advies.

 

•                      Financiering

De vereiste budgetten zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De verrekening 3 van de opdracht “Vernieuwen bovenbouw Stationsstraat, Frans Walravensstraat, Egide Belsacklaan en Molenstraat” voor het totaal bedrag in meer van € 27.948,68 excl. btw of € 33.817,90 incl. 21% btw wordt goedgekeurd voor wat betreft de meeruitgaven die hieruit voortvloeien.

 

Artikel 2:

De vereiste budgetten zijn voorzien als volgt:

 

Financieel meerjarenplan

14-19 of wordt voorzien

Budgetjaar

2019-2020

Bedrag uitgave inclusief BTW:

€ 33.817,90

Actienummer

Algemene rekening

Beleidsdomein

Beleidsveld

Beleidsitem

001/024/001/001

22400007

02

0200

/

001/024/001/003

22400007

02

0200

/

 

Artikel 3:

Deze beslissing zal voor goedkeuring voorgelegd worden aan het college.

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Vaststelling presentiegelden GECORO. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Artikel 1.3.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en latere wijzigingen;

 

Het decreet over het lokaal bestuur dd.  22/12/2017 en diens latere wijzigingen;

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 2000 tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en de gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening en latere wijzigingen;

 

                      Feitelijke motivering:

Het besluit van de gemeenteraad dd. 23/10/2013 houdende het huishoudelijk reglement van de GECORO, met bepaling dat de presentiegelden voor stemgerechtigde leden door de gemeenteraad worden voorzien;

 

Het besluit van de gemeenteraad dd. 25/03/2015 inzake de wijze van samenstelling van de GECORO, met bepaling dat de nodige middelen voor de werking worden voorzien;

 

De voorzitter van de GECORO roept de vergaderingen bijeen, leidt, modereert en bereidt de vergaderingen inhoudelijk voor;

 

Het is dan ook aangewezen een presentiegeld te voorzien voor de voorzitter van de GECORO, gelet op zijn expertise, zijn voorbereidend werk en taken tijdens de vergaderingen;

 

Naar analogie met andere gemeentelijke adviesraden is het aangewezen geen presentiegeld te voorzien voor de overige leden van de GECORO;

 

                      Financiering

De uitgaven zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met 22 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Christelle Mayné, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Perrine Marchal, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky, Maxime Timmerman en Jos Savenberg), 5 nee-stemmen (Jan Steyaert, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer en Ahmed Alaoui Mhammedi).

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de periode 2019 - 2024 een presentiegeld toe te kennen aan de voorzitter van de GECORO, alsook aan de ondervoorzitter bij vervanging van de voorzitter, als volgt vastgesteld:

- per zitting het bedrag overeenstemmend met het presentiegeld voor de leden van de gemeenteraad, zijnde 124,98 euro, gekoppeld aan de spilindex 138.01.  

 

Artikel 2:

Het presentiegeld wordt per kwartaal betaald.

 

Artikel 3:

Het presentiegeld wordt toegekend voor elke vergadering van de GECORO, zelfs indien deze op dezelfde dag plaatsvinden, op voorwaarde dat het om afzonderlijke vergaderingen gaat.

 

Artikel 4:

De gemeenteraad beslist geen presentiegeld toe te kennen aan de overige leden van de GECORO.

 

Artikel 5:

De vereiste budgetten voor 2019 zijn voorzien als volgt:

 

Financieel meerjarenplan

2014 - 2019

Budgetjaar

2019

Bedrag uitgave inclusief BTW:

124,98 euro, gekoppeld aan de spilindex 138.01 per vergadering van de GECORO

Actienummer

Algemene rekening

Beleidsdomein

Beleidsveld

Beleidsitem

1419/001/037/001/003

62000010

0100

 

 

 

De vereiste budgetten voor 2020 -2024 zijn voorzien in het meerjarenplan 2020 - 2025 (124,98 euro, gekoppeld aan de spilindex 138.01 per vergadering van de GECORO).

 

Artikel 6:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

De leden van de GECORO

Uittreksel

De betrokken gemeentelijke diensten

Uittreksel

De burger

Publicatie website

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Aanvullend verkeersreglement - Paul Chevroletstraat te 1651 Lot - Goedkeuring

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;

Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;

Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

Het uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

De omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41.

 

                      Feitelijke motivering:

De aanleiding bestaat om het raadsbesluit dd. 22 april 2011 te herzien;

De parkeerplaats voor personen met een handicap t.h.v. de woning nr. 36 wordt niet meer gebruikt (aanvrager is overleden);

Voorgesteld wordt om, gezien de hoge parkeerdruk in de straat, de parkeerplaats voor personen met een handicap op te heffen;

Het gunstig advies van de gemeentelijke mobiliteitscel;

Het aanvullend verkeersreglement betreft enkel gemeentewegen.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Besluit:

 

Artikel 1:

De Paul Chevroletstraat maakt deel uit van de bebouwde kom centrum Lot.

 

Artikel 2:

De Paul Chevroletstraat maakt deel uit van de zone 30 km/u 'Wijk over de vaart'.

 

Artikel 3:

Op de Paul Chevroletstraat in de richting van de Frans Walravensstraat geldt:

verboden rijrichting voor iedere bestuurder;

In de tegenovergestelde richting geldt:

toegelaten rijrichting op de openbare weg met eenrichtingsverkeer; 

Dit wordt gesignaleerd door:

- verkeersborden C1

- verkeersborden F19

 

Artikel 4:

Op de Paul Chevroletstraat vanaf de Stationsstraat tot de woning nr. 16, langs de zijde van de pare huisnummers, geldt:

het stilstaan en parkeren is verboden;

het begin en einde van de parkeerreglementering wordt aangeduid;

Dit wordt gesignaleerd door:

- verkeersborden E3

- de verkeersborden worden aangevuld met x-borden Xb, Xa

 

Artikel 5:

Volgende aanvullende reglementen worden opgeheven:

alle bepalingen in de vorige aanvullende verkeersreglementen met betrekking tot de Paul Chevroletstraat

 

Artikel 6:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Weggebruikers

Verkeerssignalisatie

Burgers

Aanplakbrief

Mow Vlaanderen

Email

Brandweer Brussel

Email

Brandweer Halle

Email

Centrale ambulancedienst ZW-Brabant

Email

Wachtpost Zennevallei

Email

De Lijn Vlaams-Brabant

Email

TMVW

Email

Waterlink

Email

Correctionele rechtbank

Email

Griffier politierechtbank

Email

Cavoo Zennevallei

Email

Burgemeester

Email

Infrastructuur

Email

Communicatie

Email

TUD

Email

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Aanvullend verkeersreglement - Terlaak te 1651 Lot - Goedkeuring

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

De wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;

Het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;

Het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;

Het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

Het uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;

De omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;

Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikels 40 en 41;

Het ministerieel rondschrijven van 27 oktober 1998 betreffende de zones met een snelheidsbeperking tot 30 km per uur;

De ministeriële omzendbrief dd. 3 april 2001 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap (Belgisch Staatsblad van 5 mei 2001).

 

                      Feitelijke motivering:

Om een vlot en veilig verkeer te verzekeren dienen aanvullende verkeersmaatregelen genomen te worden, rekening houdend met de bijzondere plaatselijke omstandigheden;

De vraag tot het voorzien van een parkeerplaats voor personen met een handicap voor een bewoner van de straat;

De aanvrager beschikt over een speciale parkeerkaart voor personen met een handicap afgeleverd door de Federale overheidsdienst sociale zekerheid directie-generaal personen met een handicap;

De aanvrager voldoet aan de voorwaarden gesteld in de ministeriële omzendbrief dd. 3 april 2001 betreffende het voorbehouden van parkeerplaatsen voor personen met een handicap;

Het gunstig advies van de gemeentelijke mobiliteitscel;

Het aanvullend reglement betreft enkel gemeentewegen.

 

                      Financiering

De beslissing heeft geen financiële gevolgen.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Niet van toepassing

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

Terlaak maakt deel uit van een zone 30 km per uur;

 

Artikel 2:

Terlaak maakt deel uit van een zone waar de toegang is verboden voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan 5,5 ton;

de maatregel geldt niet voor het plaatselijk verkeer.

- de verkeersborden worden aangevuld met onderborden Type IV

 

Artikel 3:

Op Terlaak, op het kruisunt met de P. Dewildestraat geldt: 

het is verboden rechts af te slaan;

de maatregel geldt niet voor fietsers.

Dit wordt gesignaleerd door:

- verkeersborden C31b

- de verkeersborden worden aangevuld met onderborden M2

 

Artikel 4:

Op terlaak, t.h.v. de woning nr. 19 (meest linkse parkeerplaats), wordt een parkeerhaven voor personen met een handicap voorbehouden:

Dit wordt gesignaleerd door:

- verkeersborden E9j

 

Artikel 5:

Op Terlaak, ter hoogte van de woningen nrs 9-11 (1 parkeerplaats) en de woningen nrs 17-19 (2 parkeerplaatsen), geldt:

voertuigen moeten parkeren binnen de afgebakende plaatsen.

Dit wordt gesignaleerd door:

- wegmarkeringen overeenkomstig art. 77.4 van de wegcode

 

Artikel 6:

Op Terlaak ter hoogte van het kruispunt met:

- de P. Dewildestraat

- het Breedveld

geldt: 

de bestuurders moeten het verkeersplateau dubbel voorzichtig en met matige snelheid naderen, zodat zij erover rijden met een snelheid die niet meer bedraagt dan 30 km per uur.

 

Artikel 7:

Volgende aanvullende reglementen worden opgeheven:

alle bepalingen in de vorige aanvullende verkeersreglementen met betrekking tot Terlaak

 

Artikel 8:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Weggebruikers

Verkeerssignalisatie

Burgers

Aanplakbrief

Mow Vlaanderen

Email

Brandweer Brussel

Email

Brandweer Halle

Email

Centrale ambulancedienst ZW-Brabant

Email

Wachtpost Zennevallei

Email

De Lijn Vlaams-Brabant

Email

TMVW

Email

Waterlink

Email

Correctionele rechtbank

Email

Griffier politierechtbank

Email

Cavoo Zennevallei

Email

Burgemeester

Email

Infrastructuur

Email

Communicatie

Email

TUD

Email

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Overeenkomsten betreffende studie, ontwerp en werfopvolging en het aanstellen van een veiligheidscoördinator ontwerp & verwezenlijking inzake de aanleg van een fietssnelweg - F208 op het traject tussen de A. Vaucampslaan en de Beerselsestraat. Goedkeuring.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

                      Wettelijke motivering:

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere aanpassingen.

 

De bepalingen vervat in de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen;

 

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.

 

De Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (B.S. 21.06.2013);

 

De Wet van 17 juni 2016 betreffende overheidsopdrachten (B.S. 14 juli 2016) hierna ook Wet Overheidsopdrachten;

 

Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (B.S. 14 februari 2013), hierna ook KB Uitvoering;

 

Het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 plaatsing klassieke sectoren (B.S. 09 mei 2017) hierna ook KB plaatsing klassieke sectoren;

 

                      Feitelijke motivering:

Het college van burgemeester en schepenen besliste in zitting van 31 augustus 2016 aan Haviland Intercommunale IgSv opdracht te geven om een inventaris op te maken, zodat in een later stadium een definitieve overeenkomst wordt afgesloten met betrekking tot de verdere ontwikkeling van het fiets-GEN, de fietssnelweg F208;

De van kracht zijnde statuten van Haviland Intercommunale IgSv van 26 april 2017 zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad, waaruit blijkt dat in hoofde van de deelnemers aan Haviland Intercommunale IgSv voldaan is aan bovenvermelde jurisprudentiële voorwaarden om aan deze laatste overheidsopdrachten te gunnen zonder toepassing van de overheidsopdrachtenregelgeving;

Omwille van haar jarenlange ervaring in de studie, ontwerp en werfopvolging van infrastructuurwerken en haar technische expertise kan Haviland de gemeente goed bijstaan als aankoopcentrale en desgevallend voor bijkomende taken die verband houden met de studie, ontwerp en werfopvolging van infrastructuurwerken;

De succesvolle en efficiënte afhandeling van deze taken kunnen gewaarborgd worden, door beroep te doen op een gespecialiseerde entiteit zoals Haviland die beschikt over de nodige ervaring, knowhow en inzetbare mankracht;

De opdracht van Haviland zal bestaan uit de studie en werfopvoging en het aanstellen van een veiligheidscoördinator ontwerp & verwezenlijking;

De samenwerking met Haviland dient vastgelegd in een overeenkomst;

De taken die Haviland op zich neemt, worden vastgelegd:

- in de overeenkomst studie, ontwerp en werfopvolging

- in de overeenkomst betreffende het aanstellen van een veiligheidscoördinator ontwerp & verwezenlijking inzake de aanleg van een fietssnelweg - F208 op het traject tussen de A. Vaucampslaan en de Beerselsestraat;

De kosten van de werken en de erelonen Haviland worden deels gesubsidieerd door het Vlaamse Gewest en de provincie Vlaams-Brabant. De finale kost zal blijken uit de studie..

 

                      Financiering

De uitgaven zijn voorzien in het financieel meerjarenplan.

 

VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR

Gunstig

 

Besluit:

Met eenparigheid van stemmen.

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist de overeenkomst studie, ontwerp en werfopvolging inzake de aanleg van een fietssnelweg - F208 op het traject tussen de A. Vaucampslaan en de Beerselsestraat, tussen de gemeente Beersel en Haviland, goed te keuren.

 

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist de overeenkomst betreffende het aanstellen van een veiligheidscoördinator ontwerp & verwezenlijking inzake de aanleg van een fietssnelweg - F208 op het traject tussen de A. Vaucampslaan en de Beerselsestraat, tussen de gemeente Beersel en Haviland, goed te keuren.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere uitwerking van het dossier.

 

Artikel 4:

De vereiste budgetten zijn voorzien in het investeringsbudget van het meerjarenplan 2020-2025.

 

Financieel meerjarenplan

2020-2025

Budgetjaar

2020

Bedrag uitgave/ontvangst inclusief BTW:

€ 96.800,00

Actienummer

Algemene rekening

Beleidsdomein

Beleidsveld

Beleidsitem

 

 

 

 

 

 

Artikel 5:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

Intercommunale Haviland

Email

Dienst openbare werken

Email

Dienst Financiën

Email

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020
Overzicht punten

 

Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan "Herstructureren en optimaliseren". Voorlopige vaststelling.

 

De raad,

 

Overwegingen van de gemeenteraad

 

Wettelijke motivering:

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, 15 mei 2009 en latere wijzigingen;

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997 houdende de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd bij het decreet van 17 december 1997 en latere wijzigingen, wat de bindende bepalingen betreft;

 

Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2004 houdende de definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant en latere wijzigingen, wat de bindende bepalingen betreft;

 

Het besluit van 5 juli 2012 van de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant houdende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Beersel, zoals definitief vastgesteld door de gemeenteraad bij besluit van 25 april 2012;

 

Het koninklijk besluit van 7 maart 1977 houdende de vaststelling van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse en latere wijzigingen;

 

Het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en latere wijzigingen (“planMer-decreet”);

 

De omzendbrief van 17 december 2007 - LNE/2007 – inzake milieueffectbeoordeling van plannen en programma's.

 

Het besluit van de Vlaamse regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen en programma’s en latere wijzigingen (“planMerbesluit”);

 

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald de artikelen betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.

 

 

Feitelijke motivering:

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 23 oktober 2013, houdende opmaak van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Herstructureren en optimaliseren’, goedkeuring lastvoorwaarden, gunningswijze en uit te nodigen firma’s.

 

De beslissing van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 11 december 2013, waarbij PLAN+ bvba, Assesteenweg 199 te 1750 Lennik, gelast werd met de opmaak van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Herstructureren en optimaliseren'.

 

Het screeningsdossier ingediend bij Departement Leefmilieu, Natuur en Energie – Dienst Millieueffectenrapportagebeheer – overeenkomstig artikel 4.2.6§1 van het planMer-decreet, ten einde de dienst Mer te vragen een beslissing te nemen over de opmaak van een planMer.

Het dossier is bij de bevoegde administratie gekend onder het nummer SCRPL16064/2017.

De beslissing van de Dienst Millieueffectenrapportagebeheer dd. 11 april 2017 met referte OMG/MER/SCRPL16064/2017, waarbij gesteld wordt dat het voorgenomen plan van aanleg geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een PlanMer niet nodig is.

 

Het verslag van de plenaire vergadering en de schriftelijke adviezen gehecht aan dit verslag

dd. 10 januari 2018, inzake het voorontwerp van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Herstructureren en optimaliseren’.

Naar aanleiding van de plenaire vergadering is het voorontwerp Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Herstructureren en optimaliseren’ beperkt aangepast tot ontwerp Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Herstructureren en optimaliseren’.

 

Aan de gemeenteraad wordt het ontwerp Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Herstructureren en optimaliseren’ bestaande uit de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en onderzoek tot MER(screeningsrapport) ontheffing voorgelegd voor voorlopige aanvaarding.

 

Besluit:

Met 17 ja-stemmen (Hugo Vandaele, Kristien Vanhaverbeke, Eddy Deknopper, Elsie De Greef, Johan Vander Meylen, Gilbert Wouters, Sonia Van Wanseele, Hilde Ecker, Sonja Zelck-Bosmans, Willem Vandenbussche, Bruno Lerminiaux, Erwin Rosseel, Marc Beling, Nadine Maes, Peter Van Rompuy, Nele Van Craenem en Jos Savenberg), 10 nee-stemmen (Christelle Mayné, Jan Steyaert, Perrine Marchal, Eva Fonteyn, Kris De Greef, Tilia Casaer, Ahmed Alaoui Mhammedi, Emmanuel Donge, Lauren Kolinsky en Maxime Timmerman).

 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het ontwerp gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Herstructureren en optimaliseren’, omvattende  de toelichtingsnota, de stedenbouwkundige voorschriften en onderzoek tot MER(screeningsrapport) ontheffing, voorlopig vast te stellen.

 

Artikel 2:

Het ontwerp gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Herstructureren en optimaliseren’ wordt onmiddellijk overgemaakt aan de deputatie van Vlaams-Brabant, dienst ruimtelijke planning, naar het departement Omgeving, Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en – projecten en naar de Vlaamse Regering.

 

Artikel 3:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de publieke bekendmaking van de screeningsnota en de beslissing door de Dienst Millieueffectenrapportagebeheer, overeenkomstig de vigerende bepalingen.

 

Artikel 4:

Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast het ontwerp gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ‘Herstructureren en optimaliseren’ te onderwerpen aan een openbaar onderzoek overeenkomstig de vigerende regelgeving.

 

Artikel 5:

Deze beslissing wordt gecommuniceerd:

 

Aan:

Hoe:

De Vlaamse Regering

Briefwisseling: 1 exemplaar op papier + de digitale bestanden

De deputatie van Vlaams-Brabant

Dienst Ruimtelijke Planning

Briefwisseling: 1 exemplaar op papier + de digitale bestanden

Het departement Omgeving

Afdeling Gebiedsontwikkeling,

Omgevingsplanning en - projecten

Briefwisseling: 1 exemplaar op papier + de digitale bestanden

 

 

Publicatiedatum: 30/01/2020