Minimale levering van aardgas en elektriciteit via de digitale meter in voorafbetaling. Goedkeuring.
De raad,
Overwegingen van de gemeenteraad
● Juridische gronden
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13/03/2009 betreffende de sociale openbare dienstverplichtingen in de vrijgemaakte elektriciteits- en aardgasmarkt, wat betreft de invoering van een minimale levering van aardgas tijdens de winterperiode.
Energiebesluit van 19 november 2010
Minimale levering voor aardgas en exclusief nachttarief 2025 – 2026, richtlijn voor het OCMW van 15 september 2025.
Artikel 77 en 78 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
● Aanleiding, doel en feitelijke motivering
Gezinnen die door betalingsproblemen zijn gedropt door hun commerciële energieleverancier komen bij de distributienetbeheerder terecht, die dan als sociale leverancier optreedt. Als ze ook daar betalingsmoeilijkheden hebben, plaatst de netbeheerder een oplaadbare budgetmeter. Sinds het najaar van 2009 plaatsen de netbeheerders ook voor aardgas budgetmeters. Is het vooraf betaalde krediet op, dan valt de levering van gas of elektriciteit niet onmiddellijk stil. Een noodkrediet voorziet nog in 200 KWh elektriciteit en 1000 KWh gas. Als ook dat opgebruikt is, valt men zonder gas. Elektriciteit kan via een stroombegrenzer altijd in minimale hoeveelheid (10 ampère) worden geleverd om de basisbehoeften te dekken, maar “een beetje gas” leveren is uit veiligheidsoverwegingen onhaalbaar. Vandaar dat voor aardgas een alternatieve regeling is uitgewerkt.
Met de “minimale levering via de aardgasbudgetmeter” (artikel 5.4.6 tot en met 5.4.10 van het Energiebesluit van 19 november 2010) wil de Vlaamse Regering de OCMW’s een middel aanreiken om de gezinnen die de middelen ontberen om de budgetmeter aardgas op te laden, en die dus het risico lopen zonder verwarming te vallen in de winterperiode, te ondersteunen door hen een ‘minimale hoeveelheid’ aardgas ter beschikking te stellen via periodieke opladingen van de budgetmeterkaart.
De Vlaamse Regering gaf op 19 oktober 2022 haar definitieve goedkeuring aan maatregelen om de impact van de extreem hoge energieprijzen voor de gezinnen te verlichten. Eén van deze maatregelen betrof een uitbreiding naar klanten die elektrisch verwarmen via het exclusief nachttarief. Deze maatregel blijft van kracht voor de komende winterperiode. Belangrijk is dat de minimale levering voor aardgas niet kan gecombineerd worden met de minimale levering voor elektriciteit voor eenzelfde klant.
Deze regeling is van toepassing in de winterperiode die gedefinieerd is van 1 november 2025 tot en met 31 maart 2026.
De financiële tussenkomst wordt vastgesteld aan de hand van een tabel en staat voor 60 % van een gemiddeld verbruik. De tabel bevat parameters met betrekking tot onder meer de typologie van de woning, het aantal gezinsleden en het type klant. De Vlaamse regering voorziet dat het OCMW tot 70 % van de tussenkomst kan recupereren bij de distributienetbeheerder. Het andere deel kan worden teruggevorderd van de hulpvrager of zelf ten laste genomen.
Aangezien de regelgeving het OCMW de keuze laat om al dan niet gebruik te maken van de regeling, zal een OCMW dat in de regeling wil stappen, dit punt moeten agenderen voor de raad voor maatschappelijk welzijn. Hieraan kunnen ook voorwaarden gekoppeld worden.
De leden van de raad vinden de informatie en de procedure in bijlage.
● Financiering
De uitgaven/inkomsten worden voorzien in het financieel meerjarenplan.
VISUM FINANCIEEL DIRECTEUR
Niet van toepassing
Besluit:
Met eenparigheid van stemmen.
Artikel 1:
De OCMW raad beslist om gebruik te maken van het systeem van minimale levering van aardgas en van het systeem van minimale levering elektriciteit excl. nachttarief.
Artikel 2:
Het bijzonder comité voor de sociale dienst zal beslissen over de hulpvragen in deze materie en in deze volgende voorwaarden te koppelen indien mogelijk en/of noodzakelijk:
•Voorwaarden inzake schuldbegeleiding en -afbouw;
•Maatregelen om het verbruik te verminderen (bv. energiescans laten uitvoeren);
•Een afspraak i.v.m. de oplading gedurende de niet-winterperiode om voorafgaand aan de
volgende winterperiode over een reserve te beschikken;
•De terugbetaling van (een gedeelte van) het toegekende bedrag
Artikel 3:
De vereiste budgetten zijn voor 2025 voorzien als volgt:
Financieel meerjarenplan | 2020-2025 | |
Budgetjaar | 2025 | |
Bedrag uitgave/ontvangst inclusief BTW: | € 15000 (Uitgaven) € 10500 (Subsidie) | |
Volgnr. MJP | Actienummer | Algemene rekening | Beleidsdomein | Beleidsveld | Beleidsitem |
MJP000820 MJP000856 | AC000101 AC000101 | 64810200 74086000 | 04 04 | 0900 0900 | 01 01 |
De nodige budgetten voor 2026 worden in het volgende meerjarenplan voorzien.
Artikel 4:
Deze beslissing wordt gecommuniceerd:
Aan: | Hoe: |
Coördinator sociale dienst/financiële dienst | Besluit |